Aung San Suu Kyi is vrij, althans formeel. Blijdschap alom en terecht. Om haar heen is Birma schijnbaar onveranderd. Alleen de naam ‘Birma’ werd veranderd in ‘Myanmar’. Die laatste naam werd tot vrij recent ook door de Nederlandse media gebruikt, maar plotseling is ‘Birma’ weer terug. Symbolisch?
De naamsverandering van ‘Birma’ in ‘Myanmar’ is in 1989 door het militaire regime ingevoerd, met als bedoeling alle koloniaal klinkende namen te wijzigen. Een vergelijkbare situatie deed zich voor in buurland India, waar bijvoorbeeld ’Bombay’ werd gewijzigd in ‘Mumbai’. Nu schijnt ‘Birma’ – volgens wikipedia althans - te komen van ‘Bamar’, wat kennelijk spreektaal is voor ‘Myanmar’. In het geval van ‘Mumbai’ is de etymologie geheel anders en wordt gewoon de lokale uitspraak gevolgd, want ”Bombay” komt van het Portugese ”Bom bahia” (Goede baai).
Naamswijzigingen van landen hebben vaak een symboolfunctie. In eigen land hadden we bijvoorbeeld achtereenvolgens de Bataafse Republiek en Koninkrijk Holland om zo een duidelijke ceasuur met het verleden te onderstrepen. De zuidelijke Nederlanden werden opeens ”Belgie” genoemd na 1830.
In veel vroegere Europese kolonies werden bewust nieuwe namen verzonnen. Nederlands-Guinea werd Suriname. De Britse gebieden Tanganyika en Zanzibar werden Tanzania om zo ook het samengaan tussen de beide constituerende delen te onderstrepen. Malaya en Singapore werden zo Malaysia, met de ‘s’ om Singapore aan te duiden. Na het wegvallen van Singapore werd de ‘s’ in stand gelaten om zo Serawak, het noordelijke deel van Borneo (Kalimantan!) ermee aan te duiden. Creatief moet je soms zijn.
Rusland werd de Sovjet-Unie (de Unie van Raden), daarna de Russische Federatie, en heet nu weer gewoon wat het altijd al was geweest: Rusland. Iedereen voelde dat al aan, we waren hier in het Westen gewoon bang voor de ”Russen” en niet voor de ”Sovjets”, hoewel die term natuurlijk ook werd gebruikt.
Soms krijgen landen een geheel nieuwe naam, zoals het voormalige Congo, dat na de komst van dictator Mobutu werd omgedoopt tot Zaire. Na het verdwijnen van deze wrede dictator werd het land snel weer Congo genoemd. Het bekroonde boek van David van Reybrouck over de bewogen geschiedenis van dit Afrikaanse land heet gewoonweg ‘Congo’ en dit zegt meer dan die korte titel op het eerste gezicht doet vermoeden.
Ook in Zuid-Afrika is een proces gaande van bewuste ’Afrikanisering’: veel plaatsnamen worden veranderd om het blanke erfgoed naar de achtergrond te verdringen.
Wie weet of er over enkele jaren ook een boek zal verschijnen over Birma. Het zal van de komende ontwikkelingen afhangen hoe de naam van het boek zal luiden. ‘Birma’ als titel van een boek lijkt me sterker dan ‘Myanmar’. Dat laatste klinkt niet goed in de mond, het klinkt als mompelen met de dictatoriale mond vol rijst. En beetje besmuikt mompelend niets zeggen. Precies wat het militaire regime al jaren doet. Nee doe mij maar ”Birma” . Dat woord staat als een huis en zegt voldoende. En we weten allemaal wie de Birmezen zijn, maar hoe noem je een inwoner van Myanmar? Een Myanmiaan…een Myanma-er, Myanmioot? De Birmezen zal het worst wezen hoe ze worden genoemd: die willen echte verandering, geen gegoochel met namen.
De veranderingen in Birma zullen bepalend zijn voor de 21e eeuw. Zoals u inmiddels zult weten wordt de toon in deze eeuw niet meer bepaald door Europese mensenrechten-kwezelaars, maar door de Aziatische Realpolitik. En Birma ligt op de scheidslijn van drie grote culturele blokken: India, China en Zuidoost-Azie.
China ondersteunt als enige land het huidige militaire regime, en vreest toenadering van het land tot ofwel India of verdere integratie met de andere ASEAN-landen. Birma was lange tijd een vazalstaat van het Chinese Rijk, evenals Korea en het noorden van Vietnam (Tonkin), en China wil deze historische rol blijven houden en doet er alles aan om die invloed te behouden. Zo ondersteunt China eveneens Noord Korea. Vietnam doet er alles aan om de Chinese invloed te weren en is inmiddels alweer goede vrienden geworden met de Verenigde Staten.
Birma kan eenzelfde geopolitieke sleutelrol gaan spelen binnen de Aziatische grootmachten, net als Turkije een cruciale rol speelt als buffer tussen het Midden-Oosten, Europa en Rusland. Ook om die geopolitieke reden heeft Europa er belang bij de ontwikkelingen tot democratisering in Birma te ondersteunen. Een democratisch bewind zal eerder geneigd zijn naar Europa te luisteren. Mensenrechten-missionarissen zullen ditmaal niet voldoen.
Ontwikkelingswerkers die vanuit internationale hotelketens gezeten wijze Europese lessen in dankbaarheid komen lezen zullen Birma niet verder helpen. De apostelen van Melkert die met jungle-outfit door sloppenwijken banjeren, onderwijl foto’s met de zielige doch vertederende inheemse kindjes schietend, kunnen niet meer op tegen de macht van de Chinese yuan en het moderne Chinese pragmatisme. China heeft goed geleerd van de Europese politiek in de 19e eeuw. Er moet als tegenwicht tegen China door Europa ook worden geinvesteerd in het ontwikkelen van de juiste institutionele structuren om deze democratisering te stimuleren.
Obama, de president ‘met kleurtje’ werd bij zijn aantreden in Europa welhaast als een zwarte messias gezien omdat hij vanwege zijn kleurtje het Europese schuldgevoel over het kolonialisme en slavernij eindelijk enigszins kon verlichten. Eindelijk een zwarte president, was het devies en men hoopte natuurlijk dat Obama als een moderne Oom Tom goed zou luisteren naar de Europes elite. Groot was de verbazing in Straatsburgs-Luxemburgs-Brusselse kringen dat deze man vervolgens geen brave Oom Tom bleek maar zijn eigen dynamische en onvervalst Amerikaanse agenda had. Realisme is het devies van Obama. Met Afrika heeft Obama minder op dan zijn voorganger Bush. Iets wat vooral in Europa als tegenstrijdig wordt gezien, maar in Amerika niet, wat tekenend is voor de Europese mentaliteit die nog altijd wordt getekend door een eeuwenoud racisme.
De Europese paradox is dat de felste antiracisten zoals die van ‘Nederland Bekent Kleur’ (een overigens volledig blank genootschap) juist steeds weer het bestaan van hun eigen racistische gedachten bevestigen. Ook de onkritische blijdschap hier te lande over de eerste zwarte president bevestigt paradoxaal genoeg juist dit sluimerende Europese racisme. Het ging daarbij immers allang niet meer om de persoon Obama of zijn kwaliteiten als politicus, maar enkel om wat hij symboliseerde door middel van zijn huidskleur. Europa is evenwel voor Obama nogal irrelevant: een wispelturige en betweterige bondgenoot op zijn best. Aan vooral aan deze zijde van de oceaan levende preoccupaties zoals het geneuzel over ras en kleur heeft Obama -ondanks of juist dankzij zijn ‘kleurtje’- evenwel geen boodschap en dat is waarom hij een bijzondere president is.
Obama haalt intussen wel alvast de banden met India en Indonesie aan. Het feit dat hij Indonesie als voorbeeld voor de wereld noemde, getuigt van de nieuwe verhoudingen in de wereld en van de relativiteit van mensenrechten als exportproduct. Immers worden in Indonesie stelselmatig christenen bedreigd, meisjes van 10 jaar dragen al hoofddoekjes en de Papoea’s worden keihard onderdrukt en gemarteld. Indonesie is niets anders dan een islamitische dictatuur van de Javaanse politiek-bestuurlijke elite ter vervanging van de Hollandse koloniale bestuurders. Een moderne Indonesische Multatuli heeft zich echter nog niet gemeld. Geopolitiek dwingt het oeverloos vergaderende Europa mondje dicht te doen over mensenrechtenschendingen buiten de eigen invloedssfeer zoals in Tibet en de Molukken. Mensenrechten hebben vaak meer met politiek dan met rechten te maken. Maar oeps, ik heb teveel gezegd. Sssttt….
Recent Comments