Archive | Non classé RSS feed for this section

Kimpa Vita en het nieuwe oude Afrika

 

Kimpa Vita en het nieuwe oude Afrika kimpa-vita-11-120x150

Kimpa Vita (1684-1706)

De gangbare geschiedschrijving over Afrika zoals nog steeds in schoolboeken wordt onderwezen is ongeveer als volgt samen te vatten: de Afrikaanse stammen leefden eeuwenlang ongestoord totdat de Europeanen kwamen en de slavenhandel begonnen. Vervolgens begonnen de Europeanen het continent te koloniseren met alle schadelijke gevolgen vandien. Het is het beeld van een agressief Europa en een passief Afrika. Het beeld van Joseph Conrad’s ‘Heart of Darkness’ waarin een Franse kruiser de Afrikaanse ongerepte kust onder vuur neemt en de vogels in grote vlokken uit de mangroves opschieten.

Gelukkig is er een nieuwe generatie Afrikaanse historici opgestaan die breekt met het exotisme en het gangbare beeld. Zonder overigens in revisionisme te vervallen. In het voetspoor van westerse historici en anthopologen gebruiken zij deze westerse technieken om de geschiedenis van hun continent te herschrijven. De nieuwe generatie Afrikaanse onderzoekers, vaak afkomstig van Westerse universiteten trekken zich niets aan van de negativiteit van V.S. Naipaul of de kleinerende bevoogding door ontwikkelingsorganisaties. Een verfrissende nieuwe mentaliteit is aan het ontstaan, die de ‘white man’s burden’ voorbij is. We hebben geen Adriaan van Dis meer nodig om ons over Afrika te laten informeren. Eindelijk zijn de Afrikanen zelf aan het woord, niet alleen meer in de literatuur maar ook in de geschiedschrijving.

Om een klein voorbeeld te noemen wordt eindelijk onderzoek gedaan naar de verspreiding van de Islam en het Christendom in de eeuwen voordat de Europese kolonisatie goed op gang kwam. Lang voordat de missionarissen Afrika in de 19e eeuw verschenen, waren grote delen van het Koninkrijk Congo (dat ook grote delen van het huidige Angola en Gabon omvatte) al in de ban van het Christendom. Maar het was geen zuiver Europees christendom maar een mengeling van katholicisme afkomstig van de portugezen en eigen tradities. Nog minder bekend is dat in het Koninkrijk Congo zelfs christelijke profeten verschenen, waarvan de bekendste overigens een vrouw is, Beatriz Kimpa Vita, de stichtster van het Antonianisme. Zij personificeerde bovendien een vroege vorm van een eigen Congolese identiteit na het uiteenvallen van het Koninkrijk na een beslissende oorlog met de portugezen. Het rijk viel, zoals zo vaak met Afrikaanse rijken, uiteen in meerdere kleinere verbanden.  Met Beatriz Kimpa Vita liep het slecht af, zoals meestal met profeten (en met de kennis over Kimpa Vita is wellicht de moord op Patrice Lumumba beter te begrijpen). Het Koninkrijk Congo was in ieder geval geen ‘heart of darkness’ maar een zeer uitgestrekt rijk met talrijke handelverbindingen overal in centraal Afrika. Er was een Koning, een hof, er waren priesters, het was een beschaving. Er was een uitgebreide diplomatie met andere vorsten, compleet met een ingewikkeld protocol. De portugese Koning was slechts een van de vele vorsten met die de Koning van Congo te maken had.

In later eeuwen zouden Stanley en Livingstone zich verbazen over de schoonheid van de oostafrikaanse meren en het hoge niveau van de beschaving die daar was ontstaan. Dit stemde niet overeen met de gangbare theorie in Europa dat de Afrikanen op zijn best nobele wilden waren, op zijn slechts wrede barbaren. Paradoxaal genoeg bevestigde het antikoloniale ‘heart of darkness’ de gangbare stereotypen van de Congo als een land zonder beschaving. En dit beeld is nog altijd aanwezig, van Adriaan van Dis tot 50 Cent en Jay-Z die als rappers het nieuwe beeld van de wilde, ongetemde zwarte man uitdragen en daarmee de blanke stereotypen in een nieuw jasje gieten. Gelukkig hebben we tegenwoordig als antwoord deze nieuwe generatie Afrikaanse onderzoekers. Hun onderzoek is ook van wezenlijk belang voor de geschiedenis van Latijns-Amerika,  het Caribisch gebied en Noord-Amerika. Het is te hopen dat hun stem, de echte stem van Afrika nu ook eens wordt gehoord. 

Bronnen o.a. http://theblackhandofgod.wordpress.com/tag/kimpa-vita/ (uitgebreidere bronnenverwijzing volgt)

Flamboyante vrijheid (Deel II)

 

hamilton 

Afb: geboortehuis Aleander Hamilton, Nevis (wikpedia, author :D aniel Farrell)

St. Maarten is het kleinste eiland ter wereld dat wordt gedeeld door twee staten. De oorsprong van deze vreemde tweedeling gaat terug tot de vroegkoloniale tijd. Nu kwam het wel vaker voor dat Europese kolonies al dan niet gedwongen samen moesten werken op een eiland of in een bepaald gebied. Het meest bekende voorbeeld is Timor, dat lange tijd door de Nederlanders en de Portugezen werd gedeeld, niet zonder conflicten. Een ander voorbeeld is Hispaniola, dat werd verdeeld onder de Fransen en de Spanjaarden. Maar tussen de twee delen lag een bergachtige regio die het eiland al op een natuurlijke wijze in twee delen splitst.

De Europese kolonies in Noord-Amerika en in het Caribisch gebied waren eigenlijk vooral ondernemingen. En er was nauwelijk sprake van een effectieve uitoefening van het gezag door het moederland overzee. De ondernemingen waren vooral het werk van prive-investeerders en de kolonisten waren veeleer Normandiers, Bretons, Basken, of Parijzenaars in het geval van Frankrijk. De Nederlandse Republiek was een federatief verbonden en de meeste kolonisten in het Caribisch waren eerder Rotterdammmers, Amsterdammers of Zeeuwen. Deze ondernemingen, zoals de WIC, moesten praktisch opereren en als er geen andere mogelijkheid was dan om samen te werken, konden zelfs goede relaties ontstaan op gedeeld territorium. Zo deelden Fransen en Engelsen het eiland St. Kitts op in een Frans deel (St. Christophe) en een Engels deel (St. Kitts). Het eiland Tobago werd lange tijd gedeel tussen de kolonisten uit Koerland (in het tegenwoordige Letland) en de Zeeuwen. De vreedzame wijze waarop de planters in de verschillende eilanden samenwerkten, lieten voor het eerst een bijzonder Caribisch of Amerikaans bewustzijn zien, vaak tot grote frustratie van de investeerders en toezichthouders in Europa. De Europese immigranten in de 17e eeuw vertoonden als een vroege vorm van een bewustzijn dat aan de kust van Noord-Amerika uiteindelijk zou leiden tot de ‘Declaration of Independence’.

Het geval van St. Maarten is daarbij helaas vaak onderbelicht gebleven. Hier betrof het vooral Normandiers aan de Franse kant, en Zeeuwen aan de Hollandse kant. Zij kwamen in 1648, het jaar waarin de Westfaalse vrede tot stand kwam, tot een overeenkomst over het gezamenlijk gebruik van het eiland, het beroemde Verdrag van Mont Concorde of het Verdrag van Concordia. Het meest veelzeggende artikel van dit Verdrag was artikel 3 dat luidde dat de op het eiland ingezeten Fransen en de Nederlanders als vrienden en bondgenoten zullen samenleven, en bovendien dat indien zij zich daar niet aan zouden houden, dit volgens oorlogsrecht bestraft zou worden, in de oorspronkelijke Franse tekst:

“Que les Français et Hollandais, habitués dans ladite île, vivront comme amis, et alliés par ensemble, sans qu’aucun, ni de part ni d’autre, se puisse molester, à moins que de contrevenir au présent concordat, et par conséquent punissables par les lois de la guerre.”

Bijna negentig jaar later (in 1734) werd bovendien een nieuw verdrag gesloten tussen de twee kolonies, dat neutraliteit van het eiland garandeerde in het geval een partij in staat van oorlog geraakte met een derde land (*). Zelfs indien de Fransen en de Nederlanders in staat van oorlog zouden geraken, zou de neutraliteit gehandhaafd blijven en waren de beide zijden verplicht de bewoners van andere kant van het eiland te beschermen. Deze vorm van samenwerking is uniek in de koloniale geschiedenis en duidt op het gemeenschappelijk bewustzijn van de eilandbewoners. De eerste zin van Artikel 1 van het neutraliteitsverdrag van 1734 (dat bij mijn weten nog altijd geldig is) luidde:

‘Les habitants de l’isle St. Martin (Saint-Martin) tant francais qu’hollandois en cas de guerre entre la france (France) et la hollande (Holland) seront et demeuront neutres et les commandes francois et hollandois continueront de commander chacun dans leurs quartiers en vertu de leurs commissions.’

Maar wat waren nu de bijzondere motieven waarom een samenwerking nu juist in St. Maarten wel lukte en, bijvoorbeeld niet in Timor of in Hispaniola (St. Domingue/Sto. Domingo)? Daarover kan slechts gespeculeerd worden. Daar ligt waarschijnlijk een combinatie van strategische belangen, praktisch denken en noodzakelijkheid aan ten grondslag. Over de strategische belangen vinden wij in de historische bronnen in ieder geval terug dat St. Maarten voor de Fransen belangrijk was voor de verdediging van St. Christophe (St. Kitts) in het geval van oorlog. Daarnaast lag het Franse deel nogal geisoleerd tussen Engelse gebieden en de Hollandse eilanden.

Voor de Hollanders, eigenlijk vooral de Zeeuwen dus, gold dat zij vooral interesse hadden in vrijhandel en goed beschutte baaien vanwaar uit zij konden smokkelen tussen de eilanden en het vasteland.

De Caribische eilanden vormden net als de oostkust van de huidige Verenigde Staten het middel voor talloze prive-investeringen en experimenten, waaraan Europeanen van alle windrichtingen deelnamen, dus Britten, Spanjaarden, Fransen en Nederlanders, maar eigenlijk vooral ook Welsh, Londenaars, Cornish, Schotten, Ieren, Normandiers, Bretons, Picardiers, Parijzenaars, Pointevins, Aquitaniers, Aragonezen, Catalanen, Galiciers, Basken, Zeeuwen, Denen, Zweden, Duitsers, enzovoorts (***). 

In de 18e eeuw begon zich langzaam een eigen Caribische identiteit de ontwikkelen, die net als  in Noord-Amerika zo weinig mogelijk inmenging vanuit het moederland wilde. Sterker nog, de Britse planters in het Caribisch gebied voelden zich vaak gewoon Amerikaan. Het bekendste voorbeeld hiervan is Alexander Hamilton, de grote Amerikaanse federalist afkomstig uit het eiland Nevis.

Terwijl op macroniveau de Verenigde Staten ontstonden, bleef op microniveau op St. Maarten het aloude verdrag van 1648 gehandhaafd, althans tot 1839 toen het werd vervangen door een strikter verdrag (****). Het unieke aan St. Maarten is dat in al die eeuwen een vorm van samenwerking is blijven bestaan. De huidige ‘status aparte’ van het eiland als land binnen het Koninkrijk bevestigt wat dat betreft een eeuwenlange praktijk, die slechts door 56 jaar neokoloniale inmenging door Curacao binnen het verband van de Nederlandse Antillen nu eindelijk terecht is opgeheven.

(*) Traité de neutralité des îles Saint-Martin et Saint-Barthélemy, signé entre Champigny, gouverneur et lieutenant général des îles du Vent, d’une part, et Nicolas Salomon, chargé de pouvoirs de Jean Heiliger, gouverneur des îles hollandaises, et Jacob Barry, vice-commandant de Saint-Martin, d’autre part (n° 156). (14 juillet 1734), zie http://anom.archivesnationales.culture.gouv.fr/ir?c=FRANOM_00001,1.6.02.01.3

(**) zie http://www.memoirestbarth.com/st-barts/colonisation/archives-premiere-periode-coloniale#

(***) Ik laat de slaven en de verschillende nationaliteiten en culturen waartoe deze oorspronkelijk behoorden hier buiten beschouwing. In een volgend artikel daarover meer. Over de wijze waarop deze verschillende groepen in de vroegste periode samenwerkten is nog maar weinig gepubliceerd vanwege onder andere het ontbreken van geschreven bronnen.

(***) http://www.memoirestbarth.com/st-barts/colonisation/archives-premiere-periode-coloniale#

(****) Convention franco-hollandaise du 28 novembre 1839. Wellicht is de reden dat juist dit jaar werd gekozen gelegen in het feit dat op dat moment de scheiding tussen Nederland en Belgie definitief was vastgelegd in het Verdrag van Londen en Nederland en het voormalige buurland Frankrijk beiden belang hadden bij een definitieve vastlegging van hun onderlinge grenzen. Nederland wilde bovendien in die periode een douane-unie tussen Belgie en Frankrijk voorkomen. Het was hetzelfde jaar als waarin Luxemburg officieel werd afgescheiden van Belgie, hetgeen zorgde voor een internationaal diplomatiek conflict, dat uiteindelijk werd opgelost. Evenwel zou de Luxemburgse kwestie in 1867 weer opspelen.

La Malinche als mythe tussen Circe en Madame Butterfly

malinche

Het is een aloud thema in de Europese mythologie, van de Griekse oudheid tot de moderne geschiedenis: De avonturier die vreemde kusten aandoet en verliefd wordt op een inheemse vrouw. Homerus begon er al mee met de reizen van Odysseus. Deze ontmoette op zijn lange reis naar huis onder andere de betoverende Circe, of eigenlijk Kirke in het Grieks van het Griekse werkwoord ”Kirkoo”, met ringen, cirkels, verzegeld of omhuld. Kirke was letterlijk betoverend want door haar magische krachten werden de mannen van Odysseus in varkens omgetoverd. Ook werd de duistere Kirke verliefd op Odysseus. De sluwe Odysseus was haar uiteindelijk te slim af. Odysseus keerde uiteindelijk, na vele andere obstakels te hebben overwonnen, veilig thuis in zijn oude vertrouwde Griekse Ithaka om vervolgens na een bloedige strijd met zijn tegenstanders eindelijk weer eens zijn eigen wijnkelder aan te boren.

Het eiland van Kirke, Aiaia, was in het uiterste westen van de bekende wereld gelegen, aan de rand van de Okeanos die de continenten omringde. De oude Grieken waren geen enorme avonturiers over de Oceanen, zij voeren steevast langs de kust met altijd land in zicht. De Oceaan was zowel voor de Grieken als de Romeinen een terrein van monsters en duisternis, zoals blijkt uit het verhaal van Odysseus en Kirke.

De Romeinen waren tegelijkertijd praktischer en minder duister dan de Grieken. Zij waren in tegenstelling tot de Grieken en de Phoeniciers niet geen geboren zeelieden maar boeren uit Latium. Al hadden zij een grote zeemacht, en veroverden zij zelfs Brittannie door middel van hun vloot, toch hadden zij niet echt zeebenen. De kennis van de zee hadden zij geleerd van de Etrusken en de Grieken.

Het waren in de oudheid de Phoeniciers, en met name de van dit volk afstammende Carthagers, die de randen van de bekende wereld aftastten. Zij volgden de verre Afrikaanse kusten en deden wellicht zelfs IJsland aan.

De Romeinen beschouwden deze Carthagers als gevaarlijke bondgenoten, rivalen, maar zij hadden toch ook respect voor deze oudere cultuur. Daarom schreef Virgilius in zijn Aeneis over de Carthaagse Dido, de Koningin die verliefd wordt op de Trojaanse held. Het lot is de beide geliefden echter niet gunstig gezind, en Dido sterft terwijl Aeneas de stad Rome sticht. De ondergang van Carthago wordt al ingeluid, zo wil althans de Romeinse mythe ons doen geloven.

De geschiedenis van Dido is daarna vele malen herhaald in de geschiedenis van het Westen. De duistere Kirke is getransformeerd tot een romantische heldin die tenonder gaat door het lot, of door de komst van de romantische mannelijke held.

De ontdekking van de Nieuwe Wereld leidde tot nieuwe inspiratiebronnen voor soortgelijke mythes. The verovering van Mexico door Hernan Cortes leverde de romance op tussen Cortes en La Malinche, de Engelse kolonisten in Virginia kopieerden dit verhaal met hun eigen versie van Smith en Pocahontas. De 19e eeuw leverde het verhaal op over Madame Butterfly, de Japanse Cio-cio-San. Ook hier loopt het niet goed af voor de exotische schone, terwijl de held roem vergaart, hoe hol ook. 

Het is opmerkelijk dat al deze verhalen gemeen hebben, dat een exotische cultuur die in hoge mate wordt bewonderd, tenonder gaat door een speling van het lot. In werkelijkheid ging het natuurlijk niet om het lot maar om een doodgewone verovering. Zodra de vreemde cultuur is overwonnen, ontstaat kennelijk de behoefde die de vorm van een tragische liefde te geven. In de vorm van een mythe, want de werkelijkheid lag gecompliceerder. Volgende keer iets meer over La Malinche als weergave van deze aloude Europese mythe.

 

Eco-nomy or eco-logy

Eco means ”house” in Greek, or ”home”. Logos in Greek means ”word”, ”reason” of ”science”. Logic. The word ”nomos” means ”law” or ”rule”. The common denominator between the two words economy and ecology is that both deal with our ”home”. And, being part of the same structure, isn’t law supposed to follow reason? Or, on a metaphysical level, isn’t law in the platonic sense just another form of reason? Okay, enough quasi-high brow, just watch this video and even though it may contain nothing new to you, sometimes we need to be reminded of things we already know but somehow fail to see…welcome HOME! (if you can’t upload the video try :

http://www.youtube.com/watch?v=jqxENMKaeCU&feature=watch-now-button&wide=1YouTube Preview Image

De eeuwige edele wilde (2)

Het Caribisch gebied was in de 18e eeuw allang geen decor meer voor dergelijke dromen over paradijselijke oorden. Geld moest er worden verdiend, met suiker, koffie en tabak voor de steeds grote wordende afzetmarkten thuis. Welgestelde plantagehouders keerden terug naar hun geboortelanden en bouwden er landhuizen. Ontdekkingsreizigers deden de eilanden niet aan: de laatste echte ontdekkingdreiziger binnen het Caribisch gebied was al in de 16e eeuw gestorven: dit was Verrazzano, die door de Caribs werd vermoord. In de 18e eeuw waren er weliswaar piraten en boekaniers actief maar vooral de handel bloeide en de Nederlanders waren vooral gespecialiseerd in smokkelhandel, zowel vanaf Curacao als vanaf St. Eustatius en St. Maarten. Deze lucratieve activiteiten boden weinig ruimte voor avonturiers en dromers, en de romantische beelden over Caribische piraten zoals in de film(s) ‘Pirates of the Caribbean’’ stroken dan ook niet met de werkelijkheid. Sterker nog waren de Caribische eilanden juist het decor van een goed geoliede economie, en juist in veel opzichten veel moderner dan het eigen Europa, althans in economisch opzicht. Het protectionistische mercantilisme van Colbert had in het Caribische gebied –althans op de eilanden die altijd wel een baai ter beschutting van smokkelwaar boden-  allang afgedaan en plaatsgemaakt voor een ruw soort marktkapitalisme, een proeftuin van de latere globalisering en de multiculturele samenleving, die onmiskenbaar ontstond, hoe gedwongen en wreed een geboorte ook. De paradijselijke oorden werden sinds de 18e eeuw niet meer in deze regio gezocht, maar in de Stille Zuidzee, die overigens helemaal niet zo ‘stil’ was. Maar ook daar bleken de paradijselijke beschavingen niet zo vredig als gedacht. James Cook en Laperousse werden door de bewoners van de Stille Zuidzee gelyncht. Dergelijke taferelen waren in het Caribisch gebied sinds Verrazzano niet meer voorgekomen. Toch bleef de Stille Zuidzee nog lang daarna het gedroomde decor van de Edele Wilde. Schrijvers als Herman Melville in zijn werk ‘Typee’ en Robert Louis Stevenson, maar ook schilders als Paul Gauguin richtten hun dromen over een nog niet door de Europeanen aangetaste beschaving op de eilanden in de Stille Oceaan (waarover later meer). Opvallend genoeg werden de polynesische eilandbewoners daarbij nu eens als nobele wilden beschreven, dan weer werden zij kannibalen genoemd en wilden met te vrije zeden. Dezelfde beelden die eerder ontstonden over het Caribisch gebied werden zo voortgezet in de Stille Oceaan, in Europese ogen het ‘Laatste Paradijs op Aarde’ met gewillige mooie vrouwen en wuivende palmen aan hagelwitte stranden.    

De eeuwige edele wilde (1)

Columbus maakte vanaf1492 in totaal vier reizen naar het Caribisch gebied maar overleed denkend dat hij in Azie was beland. Het was de tijd waarin het middeleeuwse wereldbeeld nog gold, al liep dit wereldbeeld op zijn laatste benen. De Bourgondische tijdperk zoals Johan Huizinga dat beschreef in ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ was nog niet ten einde. Heksenvervolgingen vonden nog regelmatig plaats. Het was pas Amerigo Vespucci die tot de conclusie kwam dat een nieuw werelddeel was ontdekt. Daarna vatte vrij snel het idee post dat deze eilanden grote mogelijkheden boden.   Maar de nieuwe wereld was geen tabula rasa. Er leefden volkeren die leken op Indiers en die daarom Indianen werden genoemd. De meesten onder hen waren Caribs en zij waren ook immigranten vanuit Zuid-Amerika naar de Antillen getrokken in de 13e eeuw. Voor de Caribs waren er de Arawakken en wie weet welke volkeren daarvoor kwamen. De Caribs en Arawakken stierven uit op deze eilanden, door ziekten waartegen zij niet bestand waren maar ook door de invoering van de slavernij waarvoor zij weinig geschikt bleken en dus later vervangen werden door slaven uit Afrika. Maar ook werden zij gedeporteerd of simpelweg vermoord door de Europeanen.

Terwijl in Europa de Renaissance opkwam en kunst en wetenschap bloeiden, raakte de Nieuwe Wereld in een steeds inniger verstrengeling met Europa verbonden. De geschiedenis van de slavernij en de suikerplantages is algemeen bekend, hoewel paradoxaal genoeg nog altijd onvoldoende onderzocht. Archeologie van het Caribisch gebied is nog altijd een ondergeschoven kindje van de precolumbiaanse archeologie van Midden-Amerika. En de geschiedenis van de vroegste Europese nederzettingen is nog steeds weinig onderzocht. Dit miskent de variatie van het Caribisch gebied. De slavernij was niet overal hetzelfde, en het optreden van de koloniale machthebbers verschilde enorm per eiland. Dit maakt het moeilijk om algemene conclusies te trekken over de geschiedenis van het Caribisch gebied. Nog altijd wordt de regio beschreven vanuit de relatie met Europa. Albert Helman, de grote Surinaamse schrijver schreef een zeer beklemmend interessante geschiedenis van Guyana in zijn (in mijn ogen) meesterwerk de ‘Kroniek van Eldorado’, maar zelfs Helman ontkomt er niet aan om vooral de Europese zijde te benadrukken. Dit heeft natuurlijk te maken met het algemene gegeven in de geschiedkunde dat de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaar. Zoals wij even weinig weten over eerdere verslagen volkeren, zoals de Carthagers, weten wij niet veel over de Indianen van de Caribische eilanden. Wat er wel bekend is, is vooral door Europese waarnemers gekleurd.

Zo is het beeld dat wij hebben van de Caribs dat zij oorlogszuchtige kannibalen waren. Dit beeld kan kloppen, maar toch is het de vraag of het historisch correct is. Ik ontkom er natuurlijk ook niet aan om de Europese kant van de Cariben te beschrijven, ik ben immers zelf Europeaan. Degene die interesse heeft in de veelzijdige myriade van de Caribische ontwikkelingsgeschiedenis raad ik overigens het zeer leesbare en boeiende boek Paradijs Overzee aan van Geert Oostindie en de wetenschappelijke artikelen van onder andere de vele artikelen over allerlei onderwerpen die verschijnen in de Nieuwe Westindsche Gids van het KITLV.  

Het patroon van slavernij en plantages begon zich in de 17e eeuw overal in het Caribisch gebied af te tekenen. De in Europa sedert de 18e eeuw opkomende Verlichting ging geheel voorbij aan de Caribische eilanden. Terwijl ontdekkingsreizigers als Bougainville, Cook en Laperousse hun ethnologische, zoologische en geografische ontdekkingen in de Stille Zuidzee deden, draaide de suiker- en tabaksindustie op de Caribische eilanden op volle toeren zonder dat iemand zich interesseerde voor de gesteldheid van deze eilanden. Een belangrijke uitzondering was de grote Alexander von Humboldt, wellicht de laatste ‘homo universalis’ die niet alleen reisde naar Zuid Amerika maar ook over Cuba schreef in zijn Essai politique sur l’Ile de Cuba.

Von Humboldt, door Simon Bolivar de ware ontdekker van Zuid-Amerika genoemd, is in menig opzicht exemplarisch voor de Europese desinteresse voor het Caribisch gebied. Over Cuba scheef hij zijn beroemde essay maar hij sloeg  vervolgens de kleine Antillen over, hoewel hij wel Cartagena en de kust van Venezuela bezocht. Exemplarisch was dat hij net als de meeste ontdekkers en de eerdere Spaanse goudzoekers direct naar de hoofdprijs dong: het Zuidamerikaanse vasteland en in het bijzonder het Amazonegebied.

Wel is het opmerkelijk dat Von Humboldt de slavernij bekritiseerde. In verlichte intellectuele kringen was in Europa sedert het einde van de 18e eeuw de idee ontstaan dat het systeem van slavernij mensonwaaridg was. De idee dat negerslaven mensen waren met in beginsel dezelfde rechten als de Europeanen had al eerder in de 18e eeuw postgevat. In de late 18e eeuw en de vroege 19e eeuw ontstond er een debat in verschillende Europese kringen over de afschaffing van de slavernij. De geschiedenis van de afschaffing van de slavernij werd evenwel ook meer de geschiedenis van de – als heldhaftig geziene – abolitionisten van van de slaven zelf. Voor de eigen verdiensten van de slaven, die gedurende meerdere opstanden (Tula in Curacao, Toussaint Louverture in Haiti) het blanke gezag tartten of zelfs omverwierpen was geen plaats in de Europese geschiedenisboeken, althans tot kort geleden. John Gabriel Stedman beschreef aan het eind van de 18e eeuw de bloedige Boni-oorlog met de marrons (weggevluchte slaven) van Suriname, maar deze oorlog bleef goeddeels onbekend in Europa tot op heden toe. Met enig gevoel voor historie zou men kunnen zeggen dat met het huidige verbond tussen de marrons onder leiding van Ronnie Brunswijk en de creolen onder Desi Bouterse pas in 2010 een einde is gekomen aan de oorlogen met de marrons (ook wel enigszins denigrerend ‘bosnegers’genoemd).

Andere wetenschappers uit de 18e en 19e eeuw lieten het Caribisch gebied links liggen. Charles Darwin deed op zijn reis met de Beagle het gebied niet eens aan alsof er hier geen interessante ontdekkingen konden worden gedaan, terwijl toch eilanden bij uitstek de plaatsen zijn waar nieuwe diersoorten ontstaan! Wellicht had Darwin al instinctief in de gaten dat er zoveel verkeer tussen de Caribische eilanden moet zijn geweest dat er nauwelijks een geisoleerde ontwikkeling van dier- of plantensoorten had kunnen ontstaan. Wel staat vast dat Darwin een groot bewonderaar van Von Humboldt was, die immers ook de kleine Antillen niet had bezocht.

Terwijl de Europese wetenschap in de 18e eeuw doende was de wereld te ontsluiten en de gedane ontdekkingen weer nieuwe impulsen gaven aan nieuwe bevindingen, ontstond in litteraire en sociaal-wetenschappelijke kringen de mythe van de Edele Wilde, vooral bekend van werken als Robinson Crusoe van Daniel Defoe. De mythe van de Edele Wilde is wellicht de meest invloedrijke mythe geweest in de geschiedenis van de mensheid. In ieder geval heeft deze mythe de moderne mens diepgaand beinvloed. De mythe van de Edele Wilde heeft ook de basis gevormd voor een grote kloof tussen de Westerse wereld en de Niet-Westerse wereld, tot op heden toe. Het orientalisme zoals beschreven door onder andere Edward Said, is een directe nazaat van het idee dat de mens in zijn wilde en nog niet door Europeanen beroerde staat in een staat van gelukzaligheid leefde. De Hof van Eden, die ruw werd verstoord door Europese imperialisten. Van 19e eeuwse missionarissen tot de moderne ontwikkelingswerkers en zelfs islamistische terroristen die terugverlangen naar een voor-koloniale paradijselijke wereld: allen zijn zij kinderen van Robinson Crusoe.

 

 

Definitief einde, en nieuw begin

Geachte lezer van het Palamedes blog,

Het bestaande Palamedes-blog gaat per 1 december 2010 dan toch verdwijnen. De belangrijkste reden daarvoor is dat er volgens Palamedes al voldoende blogs zijn die de actualiteiten bespreken. Zo komt er na exact een jaar een einde aan dit blog. Maar Palamedes zal wellicht in een andere vorm terugkeren. DE BESTAANDE ARTIKELEN DIE IN HET AFGELOPEN JAAR ZIJN VERSCHENEN ZULLEN UITERAARD GEWOON OP DIT BLOG BLIJVEN STAAN.

Zeer veel dank voor het volgen van het blog!

 Palamedes

Birma e.a.

Aung San Suu Kyi is vrij, althans formeel. Blijdschap alom en terecht. Om haar heen is Birma schijnbaar onveranderd. Alleen de naam ‘Birma’ werd veranderd in ‘Myanmar’. Die laatste naam werd tot vrij recent ook door de Nederlandse media gebruikt, maar plotseling is ‘Birma’ weer terug. Symbolisch?

De naamsverandering van ‘Birma’ in ‘Myanmar’ is in 1989 door het militaire regime ingevoerd, met als bedoeling alle koloniaal klinkende namen te wijzigen. Een vergelijkbare situatie deed zich voor in buurland India, waar bijvoorbeeld ’Bombay’ werd gewijzigd in ‘Mumbai’. Nu schijnt ‘Birma’ – volgens wikipedia althans - te komen van ‘Bamar’, wat kennelijk spreektaal is voor ‘Myanmar’. In het geval van ‘Mumbai’ is de etymologie geheel anders en wordt gewoon de lokale uitspraak gevolgd, want ”Bombay” komt van het Portugese ”Bom bahia” (Goede baai).

Naamswijzigingen van landen hebben vaak een symboolfunctie. In eigen land hadden we bijvoorbeeld achtereenvolgens de Bataafse Republiek en Koninkrijk Holland om zo een duidelijke ceasuur met het verleden te onderstrepen. De zuidelijke Nederlanden werden opeens ”Belgie” genoemd na 1830.

In veel vroegere Europese kolonies werden bewust  nieuwe namen verzonnen. Nederlands-Guinea werd Suriname. De Britse gebieden Tanganyika en Zanzibar werden Tanzania om zo ook het samengaan tussen de beide constituerende delen te onderstrepen. Malaya en Singapore werden zo Malaysia, met de ‘s’ om Singapore aan te duiden. Na het wegvallen van Singapore werd de ‘s’ in stand gelaten om zo Serawak, het noordelijke deel van Borneo (Kalimantan!) ermee aan te duiden. Creatief moet je soms zijn.

Rusland werd de Sovjet-Unie (de Unie van Raden), daarna de Russische Federatie, en heet nu weer gewoon wat het altijd al was geweest: Rusland. Iedereen voelde dat al aan, we waren hier in het Westen gewoon bang voor de ”Russen” en niet voor de ”Sovjets”, hoewel die term natuurlijk ook werd gebruikt.

 Soms krijgen landen een geheel nieuwe naam, zoals het voormalige Congo, dat na de komst van dictator Mobutu werd omgedoopt tot Zaire. Na het verdwijnen van deze wrede dictator werd het land snel weer Congo genoemd. Het bekroonde boek van David van Reybrouck over de bewogen geschiedenis van dit Afrikaanse land heet gewoonweg ‘Congo’ en dit zegt meer dan die korte titel op het eerste gezicht doet vermoeden.

 Ook in Zuid-Afrika is een proces gaande van bewuste ’Afrikanisering’: veel plaatsnamen worden veranderd om het blanke erfgoed naar de achtergrond te verdringen.

Wie weet of er over enkele jaren ook een boek zal verschijnen over Birma. Het zal van de komende ontwikkelingen afhangen hoe de naam van het boek zal luiden. ‘Birma’ als titel van een boek lijkt me sterker dan ‘Myanmar’. Dat laatste klinkt niet goed in de mond, het klinkt als mompelen met de dictatoriale mond vol rijst. En beetje besmuikt mompelend niets zeggen. Precies wat het militaire regime al jaren doet. Nee doe mij maar ”Birma” . Dat woord staat als een huis en zegt voldoende. En we weten allemaal wie de Birmezen zijn, maar hoe noem je een inwoner van Myanmar? Een Myanmiaan…een Myanma-er, Myanmioot? De Birmezen zal het worst wezen hoe ze worden genoemd: die willen echte verandering, geen gegoochel met namen.

De veranderingen in Birma zullen bepalend zijn voor de 21e eeuw. Zoals u inmiddels zult weten wordt de toon in deze eeuw niet meer bepaald door Europese mensenrechten-kwezelaars, maar door de Aziatische Realpolitik.  En Birma ligt op de scheidslijn van drie grote culturele blokken: India, China en Zuidoost-Azie.

China ondersteunt als enige land het huidige militaire regime, en vreest toenadering van het land tot ofwel India of verdere integratie met de andere ASEAN-landen. Birma was lange tijd een vazalstaat van het Chinese Rijk, evenals Korea en het noorden van Vietnam (Tonkin), en China wil deze historische rol blijven houden en doet er alles aan om die invloed te behouden. Zo ondersteunt China eveneens Noord Korea. Vietnam doet er alles aan om de Chinese invloed te weren en is inmiddels alweer goede vrienden geworden met de Verenigde Staten.

Birma kan eenzelfde geopolitieke sleutelrol gaan spelen binnen de Aziatische grootmachten, net als Turkije een cruciale rol speelt als buffer tussen het Midden-Oosten, Europa en Rusland. Ook om die geopolitieke reden heeft Europa er belang bij de ontwikkelingen tot democratisering in Birma te ondersteunen. Een democratisch bewind zal eerder geneigd zijn naar Europa te luisteren. Mensenrechten-missionarissen zullen ditmaal niet voldoen. 

Ontwikkelingswerkers die vanuit internationale hotelketens gezeten wijze Europese lessen in dankbaarheid komen lezen zullen Birma niet verder helpen. De apostelen van Melkert die met jungle-outfit door sloppenwijken banjeren,  onderwijl foto’s met de zielige doch vertederende inheemse kindjes schietend, kunnen niet meer op tegen de macht van de Chinese yuan en het moderne Chinese pragmatisme. China heeft goed geleerd van de Europese politiek in de 19e eeuw.  Er moet als tegenwicht tegen China door Europa ook worden geinvesteerd in het ontwikkelen van de juiste institutionele structuren om deze democratisering te stimuleren.

Obama, de president ‘met kleurtje’ werd bij zijn aantreden in Europa welhaast als een zwarte messias gezien omdat hij vanwege zijn kleurtje het Europese schuldgevoel over het kolonialisme en slavernij eindelijk enigszins kon verlichten. Eindelijk een zwarte president, was het devies en men hoopte natuurlijk dat Obama als een moderne Oom Tom goed zou luisteren naar de Europes elite. Groot was de verbazing in Straatsburgs-Luxemburgs-Brusselse kringen dat deze man vervolgens geen brave Oom Tom bleek maar zijn eigen dynamische en onvervalst Amerikaanse agenda had. Realisme is het devies van Obama. Met Afrika heeft Obama minder op dan zijn voorganger Bush. Iets wat vooral in Europa als tegenstrijdig wordt gezien, maar in Amerika niet, wat tekenend is voor de Europese mentaliteit die nog altijd wordt getekend door een eeuwenoud racisme.

De Europese paradox is dat de felste antiracisten zoals die van ‘Nederland Bekent Kleur’ (een overigens volledig blank genootschap) juist steeds weer het bestaan van hun eigen racistische gedachten bevestigen. Ook de onkritische blijdschap hier te lande over de eerste zwarte president bevestigt paradoxaal genoeg juist dit sluimerende  Europese racisme. Het ging daarbij immers allang niet meer om de persoon Obama of zijn kwaliteiten als politicus, maar enkel om wat hij symboliseerde door middel van zijn huidskleur. Europa is evenwel voor Obama nogal irrelevant: een wispelturige en betweterige bondgenoot op zijn best.  Aan vooral aan deze zijde van de oceaan levende preoccupaties zoals het geneuzel over ras en kleur heeft Obama -ondanks of juist dankzij zijn ‘kleurtje’- evenwel geen boodschap en dat is waarom hij een bijzondere president is.

Obama haalt intussen wel alvast de banden met India en Indonesie aan. Het feit dat hij Indonesie als voorbeeld voor de wereld noemde, getuigt van de nieuwe verhoudingen in de wereld en van de relativiteit van mensenrechten als exportproduct. Immers worden in Indonesie stelselmatig christenen bedreigd, meisjes van 10 jaar dragen al hoofddoekjes en de Papoea’s worden keihard onderdrukt en gemarteld. Indonesie is niets anders dan een islamitische dictatuur van de Javaanse politiek-bestuurlijke elite ter vervanging van de Hollandse koloniale bestuurders. Een moderne Indonesische Multatuli heeft zich echter nog niet gemeld. Geopolitiek dwingt het oeverloos vergaderende Europa mondje dicht te doen over mensenrechtenschendingen buiten de eigen invloedssfeer zoals in Tibet en de Molukken. Mensenrechten hebben vaak meer met politiek dan met rechten te maken. Maar oeps, ik heb teveel gezegd. Sssttt….

 

 

Ontdekt: De Palamedes Zwaluwstaartvlinder!

Palamedes vroeg zich al enkele maanden af waar Jan Kees de Jager toch die term ‘zwaluwstaarten’ vandaan haalde. Van het Palamedes Blog? De papilio palamedes, de Palamedes Zwaluwstaartvlinder is een fraaie vlinder waarvan Palamedes zelf het bestaan niet afwist. Altijd al geweten dat Jan Kees de Jager een slimmerik was. Misschien leest hij weleens dit blog, in de veronderstelling dat hier heel wat zomer zoekende zwaluwen rondzwermen? Of is deze  gereformeerde gezelligerd (het KAN dus wel!) een fan van Papillon? Misschien is hij wel heimelijk een fan van dit blog en was het een geheim teken van adhesie! En dat voor een subsidieloos eenmansblogje! Waai niet mee met alle waan-van-de-dag-winden, maar dans dartel mee met Palamedes! Waarschuwing, het filmpje is niet geschikt voor vlinders onder de drie weken!:

http://www.youtube.com/watch?v=jINyp4Y-L8M

 

De Herakles van de PVV

Deze week dacht Palamedes aan Herakles. En dan niet de voetbalclub. Treurig genoeg dat iedereen ook bij het woord Ajax alleen nog maar denkt aan die tweederangs voetbalclub uit de meest verloederde hoofdstad van Europa.

Sander V. is eindelijk veroordeeld voor de moord op Milly Boele. Hij heeft berouw getoond van zijn daad en zegt dat hij de moord deze in een vlaag van verstandsverbijstering heeft gepleegd. Een vlaag van verstandsverbijstering, zou het bestaan? Is iemand die een dergelijke vlaag ondergaat ziek van geest of is hij slechts tijdelijk slachtoffer van een niet contoleerbare prikkel uit zijn eigen brein. Ik moest hierbij direct denken aan het boek van Victor Lamme, ”De vrije wil bestaat niet”. Daarin beschrijft Lamme onder andere dat wij mensen vaak handelen zonder dat daaraan een weloverwogen beslissing aan voorafgaat. We denken dat we rationeel handelen, maar dat is in de praktijk niet zo. Het idee dat mensen uit vrije wil handelen wordt dus schromelijk overschat aldus Lamme.

Dat de vrije wil, en de rationaliteit van ons brein, sterk wordt overschat blijkt al snel, bijvoorbeeld als het brein onder invloed van alcohol komt. Of rook eens een jointje. Dan is het snel gedaan met de scherpe redeneringen en het zogename autonome brein.

Ook ons strafrecht gaat uit van de ”wil” van mensen om tot een bepaalde handeling te komen. Zo zijn er verschillende gradaties, van ”voorbedachten rade” tot vooorwaardelijk opzet of gewoon verwijtbaarheid. Moord is het doden van een ander mens met voorbedachten rade. De term ”moord met voorbedachten rade’ is dus dubbelop. Daarnaast bestaan er andere delicten, doodslag en dood door schuld, die ook het doden van een ander mens indien daar geen ”wil” bestond bestraffen.

Tot blijft de intentie van de dader centraal staan in het strafrecht. In het civiele recht, en in het bestuursrecht, is de intentie van de wetsovertreder veel minder relevant. Als ik met de beste bedoelingen een oud vrouwtje tracht te helpen met haar boodschappentas en ik vervolgens deze laat vallen, ben ik in beginsel civielrechtelijk aansprakelijk voor deze schade.

Vreemd uitvloeisel van ons wetsysteem van de hiervoor beschreven situatie is dat in het strafrecht allerlei uitvluchten en verzachtende omstandigheden zijn die met succes naar voren kunnen worden gehaald zodra iemand een verdachte is van een misdrijf. In het civiele recht en het bestuursrecht is er geen plaats voor dergelijke verweren. Als u verkeerd parkeert, is de overheid niet of nauwelijk geinteresseerd in de situatie. Misschien moest u wel uw buurman dringend naar het ziekenhuis brengen. Het interesseert de overheid weinig en het is nog maar de vraag of de rechter uw verweer zal inwilligen.

Terugkerend naar het boek van Victor Lamme zou je kunnen stellen dat het strafrecht ook wel wat meer zou kunnen uitgaan van de handeling zelf, het delict, in plaats van de geestestoestand van de dader. Door alle nadruk op de geestestoestand van de dader wordt het strafrecht al snel in de sfeer van de psycho-analyse geplaatst. Dat is vreemd, want in het geval van immateriele schade van slachtoffers, zowel in de sfeer van het strafrecht als het civiele recht, wordt slechts mondjesmaat gekeken naar de psychische gevolgen voor de slachtoffers. Slechts in het geval van schokschade zoals bijvoorbeeld de familieleden van de slachtoffers van de Koninginnedag-ramp, worden in ons land bedragen toegekend aan de naasten die immateriele schade hebben geleden. Die bedragen staan in geen verhouding tot de werkelijk geleden schade, voor zover deze in geld valt uit te drukken.

De laatste jaren is er meer aandacht gekomen voor de slachtoffers van misdrijven. Helaas heeft dit slechts ertoe geleid dat de slachtoffers hun zegje mogen doen maar meer ook niet. Dat leidt nergens toe, zoals ook het proces van Geert Wilders aantoonde. De rechters zitten er niet op te wachten, de advocaten evenmin en ook de burgers zitten niet te wachten op het gewauwel van de ‘slachtoffers’. De slachtoffers zelf willen liever gewoon vergelding en rechtvaardigheid. Geen psycho-analyse.

Een straf moet in verhouding zijn met het gepleegde vergrijp. Als de straf zwaar genoeg is geweest behoort daarmee de zaak afgesloten te worden. De kwestie rondom Tweede Kamerlid Lucassen leidde tot behoorlijke commotie, maar Geert Wilders stelde terecht dat Lucassen al was gestraft voor zijn handelingen. En in ons strafrechtelijk systeem is na het uitzitten van de straf de kous af.

Ook Lucassen betuigde, net als Sander V. spijt van zijn handelingen. Maar spijt zegt niets: het is geen rechtvaardiging en geen boetedoening. Wat dat betreft kunnen we nog veel leren van de Oude Grieken. De grootste held uit de Griekse oudheid was immers Herakles. Hij had zijn vrouw en kind gedood, net als in het geval van Sander V. in een vlaag van verstandsverbijstering en moest als straf een aantal zware klussen opknappen. Door grote moed en volharding slaagde Herakles erin deze taken tot een goed einde te brengen. Hij werd niet alleen gelouterd, maar zelfs een grote held in de ogen van de Grieken. De Griekse Superman.

De Oude Grieken hadden een zeer scherp inzicht in de menselijke geest dat nooit in wezen door moderne wetenschappers, sociologen of psychologen is overtroffen. De mythe van Herakles toonde al aan dat straffen enkel zin heeft als de dader daarbij de mogelijkheid krijgt om zichzelf te zuiveren. In onze gevangenissen zouden we heel wat Heraklessen kunnen gebruiken.

Buiten de sfeer van het strafrecht, in de dagelijkse praktijk van alledag, worden we al snel verantwoordelijk geacht voor kleine vergrijpen die we niet eens zo bedoeld hebben. Probeert u maar eens uw container verkeerd om aan de weg te zetten en bezie de gevolgen. Geen enkel medelijden zal u ten deel vallen. Want medelijden, dat bestaat zelfs anno 2010 vooral voor de echte grote boeven. Maar dat is weer een ander verhaal.

 

 

De slotakte van een nationale mythe

Het proces tegen Geert Wilders begint onderhand tot een klucht te verworden, zo het dat al niet van meet af aan was. De enige jurist in dit hele spektakel schijnt de raadsman van Wilders te zijn. De andere acteurs van deze schooltoneelvoorstelling komen er nog minder goed vanaf. De rechter lijkt op een barman uit de Amsterdamse homo-scene, de benadeelde partijen zijn charlatans van Allah met quasi-archaisch woordgebruik danwel vieze zwervers met loze praatjes.

De slotakte zal nog lang op zich moeten laten wachten, zeker nu het proces weer opnieuw zal gaan beginnen. De filmrechten over het leven van Wilders zijn inmiddels verkocht. Wellicht dat dit proces dan ook een prominente rol gaat spelen in die film. Een film heeft, hoe je het ook wendt of keert, altijd een uitvergrotend effect omdat de nodige structuur van een relaas van maximaal anderhalf uur de regisseur dwingt tot keuzes. En juist die structuur ontbreekt in de kwestie Wilders, althans van dichtbij bekeken. We zitten immers allemaal zo dicht op deze kwestie dat het voor ons moeilijk is om een structuur te ontwaren in deze hele gang van zaken. Om het maar eens in moderne termen te vatten, valt het de burger zwaar een en ander te ”duiden”.

 De enige persoon die zeker weet waar hij staat lijkt Wilders zelf te zijn. Net zoals de islamo-fascisten die hij bestrijdt. En daarmee heeft hij een voorsprong op allen die om hem heen zwermen, zowel de critici als de voorstanders. Links en rechts Nederland, wie deze mensen ook mogen zijn, buitelen over elkaar heen omtrent Wilders, maar in wezen worstelen zij slechts met hun eigen interpretatie van wat hier gaande is. Het gaat allang niet meer om de persoon Wilders maar het verschijnsel. De context is echter zoek.

Het links-rechts paradigma gaat steeds minder op, de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog dringt zich al te gemakkelijk op en leidt zo tot een schijnbaar zeker moreel referentiekader voor goed en kwaad. Maar ook dat referentiekader is aan slijtage onderhevig nu steeds meer onderzoek wordt gedaan naar het werkelijke gedrag van de Nederlandse bevolking tijdens die oorlog. De meeste Nederlanders zorgden e gewoon voor dat ze overleefden. Terecht. Een klein groepje pleegde actief verzet. En een klein groepje collaboreerde. Onderzoeken waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de Rotterdamse scheepsbouw flink heeft geprofiteerd van de Duitse bezetter die oorlogsschepen nodig had, of onderzoeken waaruit is gebleken dat de Duitse krijgsgevangenen door de Nederlanders werden ingezet om mijnen te ruimen.

De Tweede Wereldoorlog die deze mensen als referentiekader dient, betreft dan ook niet de werkelijke oorlog in al zijn gruwelijke facetten, maar berust op een mythe over die oorlog die in de jaren ’70 is ontstaan. De mythe van het Meisje met het Rode Haar, Anne Frank en Oorlogswinter. Het is een mythe die in grote mate heeft bijgedragen aan het beeld dat wij van ons eigen Nederland hebben. Zo zijn er nog andere mythen in het collectieve bewustzijn van de Nederlanders. Die van het tolerante Nederland bijvoorbeeld, dat inmiddels had geleerd van het koloniale verleden en zich daar een beetje voor schaamde. Apartheid was het enige ”Nederlandse” woord dat internationaal bekend was.

Als het verleden een moreel referentiekader kan bieden, lijkt de Spaanse burgeroorlog heel wat geschikter dan de Tweede Wereldoorlog. Dat was een echte oorlog tussen burgers, en nog altijd zijn de wonden van die strijd niet geheeld. Juist ook omdat die oorlog niet rationeel was, maar emotioneel beladen en zorgde voor scheuringen binnen steden, dorpen en families. Het Grote Gelijk van de eigen ideologie stond boven de persoonlijke betrekkingen en verscheurde een hele natie, totdat een dictatuur de rust bracht, net als in huidige tijd waarin de verschillende dictaturen in het Midden-Oosten de kurk op de Molotov-cocktail van de explosieve bevolking houden.

Het gebrek aan context, en daarmee de verwarring en de irritatie die dit proces veroorzaken, zowel bij de rechterlijke macht als bij de televisie-kijkende burger, heeft alles te maken met het vervagen van deze nationale mythen die ons zo lang houvast hebben geboden in vroeger tijden. Het is niet meer zoals het was, we weten nog niet hoe het wordt. Tegelijkertijd ontstaan middenin deze verwarring nieuwe mythen, sagen en legenden waarmee we wellicht weer enkele decennia mee vooruit zullen kunnen. Aan de toekomst te bepalen welke mythe de overlevering zal ingaan. De mythe van de islamisering, of de mythe van de angst voor de islamisering? De mythe van de vrije samenleving of de mythe van het verdwijnen daarvan? De tijd en vooral de demografische ontwikkeling van ons land - een factor die immer doorslaggevend is geweest en het ook altijd zal blijven- zal het leren.

En de heersende opinie van de toekomst zal ons gaan dicteren wie goed en kwaad was anno 2010. Voor grijstinten zal geen plaats zijn, althans totdat de angel uit het toekomstige paradigma van goed en kwaad zal zijn verdwenen. En dan zullen sommige dapperde en onafhankelijke wetenschappers oordelen dat er ook in 2010 vele grijstinten waren, en de mensen niet per definitie goed of kwaad waren, maar vooral in de war.

Maar tot die tijd kunnen we met een gerust hart ons op micro-niveau bezighouden met het schooltoneel van de Amsterdamse rechtbank. Jammer alleen dat ze in de toekomst zullen constateren dat het niveau van de vroeg 21e-eeuwse acteurs zo bedroevend laag was. Ach, folklore heeft altijd iets amateuristisch. Mythes hebben dat niet, dus laten we hopen dat de film over Wilders wel knap wordt gemaakt. Gelukkig zijn de filmrechten gekocht door de BBC en de Britten zijn gelukkig heel wat betere acteurs dan de Hollanders. En het is toch fijn om Wilders echt eens goed Engels te horen spreken?  

 

 

Gerrit Schotte: yes you can!

Beoogd premier van Curacao Gerrit Schotte meldde vandaag dat het eiland geenszins klaar is voor de onafhankelijkheid. De verzelfstandiging van het eiland gaat gepaard met een nog altijd grote schuldenlast en aan de noodzakelijke wetgeving en uitvoering schort het nog altijd.

Is een ooit een land klaar geweest voor zelfstandigheid? Waren de aride Kaapverdische eilanden in de jaren ’70 klaar voor zelfstandigheid? Was Singapore in de jaren ’60 klaar voor zelfstandigheid, of de Seychellen? Nee.

Toch hebben al deze micro-landen zich na een harde beginperiode omhooggewerkt tot regionale motors van de wereldeconomie. Aruba, dat zelfstandig werd in 1986 stond er uiterst slecht voor, de olie-raffinaderij was gesloten en de economie uiterst fragiel. Goed bestuur en een gemeenschappelijke visie hebben ervoor gezorgd dat Aruba nu een van de rijkste eilanden is in het Caribisch gebied.

Het is opvallend dat juist de landen die weinig ontwikkelingshulp kregen en die vanuit hun eigen kracht zijn uitgegaan, nu de kampioenen zijn geworden. Singapore stelde niets voor toen het eilandstaatje zelfstandig werd. Toch gaven ze niet de schuld aan Maleisie of aan Engeland voor hun achterstand. De Kaapverdische eilanden zijn zich aan het ontwikkelen tot een regionale motor van West-Afrika. Strategisch gelegen tussen het opkomende Brazilie, Europa en Afrika, groeit deze economie met een indrukwekkend tempo. Geholpen door een goed bestuur en met onder andere grote steun van Luxemburg, dat flink investeert in het westafrikaanse landje. De Kaapverdianen wijzen niet met beschuldigende vinger naar Portugal, maar kijken vol verwachting naar hun grote Braziliaanse broer. De Nederlandse overheid  blijft daarentegen flinke sommen geld sturen aan corrupte regimes. Ook financieren we indirect het instandhouden van islamistische bewegingen in Afrika, die nu een mooie oorlogskas hebben vergaard in hun heilige strijd tegen het perfide, moraalloze Westen. En tegelijkertijd zitten we te prutsen met de status aparte van Curacao en St. Maarten.

Ik zou zeggen: Curacao, kijk in de spiegel. Challenge what the future holds. Bouw een mooi land op, tegen de verwachtingen in. Kijk naar Singapore of naar de Seychellen. Steek de handen uit de mouwen. Nu is het even moeilijk, maar dat is noodzakelijk om te groeien. Steek een dikke middelvinger op tegen Nederland, Venezuela en al die anderen die denken dat Curacao het niet gaat maken. Kijk ook vooral niet (meer) naar Suriname, dat niet van de geschiedenis leert en zo weer voor een dictator heeft gekozen die alleen maar zichzelf en zijn eigen kliek verrijkt.

Niet klaar voor de zelfstandigheid? Zou Betico Croes, de voorvechter van de Arubaanse status aparte ooit zoiets durven hebben roepen? Nee. Hij ging naar de Verenigde Naties en verdedigde zijn zaak met vuur, speelde hoog spel en kon het feit dat hij de lokale verkiezingen verloor niet verkroppen, om zich vervolgens dood te rijden. Talloze minder dramatische voorbeelden in de wereld anno 2010 zijn voorhanden ter inspiratie. Nu alleen nog actie ondernemen, Curacao. En doen! Niet gaan piepelen om geld, zeuren en klagen. Dat gemekker hebben jullie goed van Nederland geleerd maar nu is het tijd voor handelen. Degene die zeurt en klaagt is afhankelijk en niet vrij. Na vier eeuwen lang gedwee te moeten luisteren naar de zalvende woorden van de hypocriete Hollandse dominees, slavenhouders en kooplieden is het bijna zover. De vrijheid lonkt. Een sprong in het diepe. Een diepe, risicovolle vrijheid. Si boso por!

De fragiele Vrede van Klink

schaak 

Sjah Mat 

Het CDA verkeert in ernstige crisis, en dan in de oorspronkelijke zin van het woord. De aloude tegenstellingen tussen katholiek en protestant spelen een rol, maar ook generatieverschillen kwamen naar boven in een klassiek machtsspel met als dramatisch hoogtepunt de brief van Klink. Een modern J’accuse tegen de opvattingen van de PVV volgens sommigen, een dolksteek in de rug van de coalitiepartners volgens anderen.

Nu de ogenschijnlijke luwte in de vorm van een radiostilte is weergekeerd, blijkt Klink zelf het grootste slachtoffer te zijn geweest van zijn epistel. Het hele gebeuren heeft hem ingehaald, ongewild en onverwacht. Klink staat alom bekend als een integer man, in tegenstelling tot de sluwe onderhandelaar Verhagen. Maar kennelijk ontbeert hij de souplesse om hieruit munt te slaan. Hij beoogde het CDA weer op het juiste pad te brengen, en zo een einde te maken de geestelijke erosie van de middenpartij. Het tegendeel is bereikt: het CDA is intern sterker verdeeld dan ooit.

Toevallig was Palamedes tijdens dit toneelstuk van de politiek een bekend boek over de Pelopponnesische Oorlog aan het lezen van Donald Kagan (2003). Lezing van het verslag van Thucydides over dePeloponnesische Oorlog (431-404 v. Chr.) zou verplichte kost moeten zijn voor ‘staats’-lieden als Klink en Wilders. En wellicht zullen zij zich herkennen in de Atheense politici van de 5e eeuw voor Christus. Zo is Klink onmiskenbaar de moderne variant van de Atheense politicus en generaal Nikias. Wilders doet erg denken aan zijn rivaal Kleon. Beide mannen waren, net als Klink en Wilders ”nieuwe mannen”, dat wil zeggen van niet-adellijke afkomst.

Nikias was een integer en intelligent man, die zoveel mogelijk trachtte de imperialistische geest van de oorlogspartij van zowel Kleon als generaal Alkibiades te temperen. Hij steefde een eervolle vrede met Sparta na. Het contrast was groot met Kleon, een demagoog en sluw volksmenner, die de zwerende onderbuikgevoelens van de Atheense bevolking goed wist te doen ontvlammen. Toen Kleon overleed in 423 v. Chr. was Nikias er snel bij om een vrede met Sparta te bewerkstelligen. Deze fragiele vrede is de geschiedenis ingegaan als de ‘Vrede van Nikias’, en deze term is vervolgens voor de Bolkestein-achtigen onder ons een soortnaam geworden voor iedere vorm van schijnvrede, zoals bijvoorbeeld het 21-jarige Interbellum (1918-1939) tijdens de Grote Oorlog van de 20e eeuw (1914-1945).

Maar goed, terugkerende naar de 5e eeuw v. Chr. bleek dat de Vrede van Nikias geen lang leven beschoren was. De Atheense oorlogsgezinden, met Alkibiades voorp, vatten in 415 v. Chr. een plan op om een expeditie uit te rusten naar Sicilie om zo het gehele eiland onder Atheense vlag te brengen. De machtigste stad op Sicilie, Syracuse, leverde immers graan aan Sparta en Korinthe, de gezworen vijanden van Athene in de Peloponnesiche Oorlog. Syracuse vormde een permanente doorn in het Atheense oog.

Nikias, die weinig zin had in de voortzetting van een ‘totale oorlog’ probeerde de Atheense volksvergadering ertoe te bewegen goedkeuring te onthouden voor de geplande expeditie naar Sicilie. Eerst probeerde Nikias in de eerste instantie de volksvergadering te overtuigen van het gevaar van zo’n expeditie. Immers, zo stelde Nikias, Syrakuse had de beschikking over het achterland om de eigen manschappen te voeden, terwijl de Atheense vloot ver weg van huis strijd moest leveren. En de machtiger Carthagers waren er ook niet in geslaagd de Sicilianen te onderwerpen.

Dit argument sloeg aan bij de mannen van de volksvergadering, maar in tegenovergestelde zin. Nikias bereikte het tegendeel van zijn plannen: de volksvergadering, Alkibiades voorop, besloot dat er nog meer manschappen naar Sicilie moesten worden gestuurd. Een nog grotere vloot werd ingescheept voor Sicilie dan voorheen voorzien. Nikias had geen andere keuze dan om hierin mee te gaan, maar het was tegen zijn zin. De gehele expeditie naar Sicilie werd een fiasco voor zowel Athene als Nikias zelf. In militair opzicht liep het uit op een mislukking. Nikias vreesde dat onverrichter zake terugkeren naar Athene zijn einde zou betekenen. Daarom bleef hij in Sicilie talmen en dralen, totdat hij uiteindelijk door de Syracusianen werd gedood. In die tijd een beter lot dan de schaamte van het verlies thuis te moeten ondergaan.

Klink is net als Nikias een integer man, maar integriteit en machtspolitiek gaan vaak slecht samen. Maxime Verhagen heeft als historicus goed door welke valkuilen een te grote mate van integriteit met zich meebrengt, en hij heeft zich dit eigen gemaakt. Het feit dat hij de CDA-crisis heeft overleefd wekt dan ook weinig verbazing. Het enige wat hem nog zou kunnen opbreken is het feit dat hij teveel een katholieke en Limburgse signatuur heeft. Diep in het onderbewuste van de nog altijd calvinistische Nederlander sluimert een latent antipapisme, dat wordt uitvergroot door de recente seksschandalen in de katholieke kerk. Zo bezien vormt de aanklacht tegen bisschop Gijssen ook een gevaar -weliswaar indirect - voor de toekomst van Maxime Verhagen. Hoe dan ook, de teerling is geworpen.

Een cruise-tocht van dadel- naar kokospalm

kokospalm 

Pas op uw hoofd… 

Guantanameraaaa… het bekende liedje over de Cubaanse schone uit Guantanamo, ofwel de ”Guantanamera” ten spijt, associeert men deze veelbezongen locatie tegenwoordig vooral met prikkeldraad, Amerikaanse soldaten en bebaarde mannen in Oranje pakken, die geen Oranjefans zijn maar doodgewone terroristen. Wel hebben zij met de Oranjefans gemeen dat zij lijden aan een collectieve waan, die echter in tegenstelling tot onze voetbalfans helaas van een meer duurzame aard is, en daarbij doel ik niet op schone energie.

Terwijl de Oranje mannen de Koran nu al jaren als WC-papier moeten gebruiken -daarbij vergeleken is de kopvoddentaks van Hollandse snit slechts kinderspel!- broeit het aan de warme onderbuik van de Verenigde Staten. De orkaan Katrina was bijna al vergeten, maar miljarden liters olie vloeien nog steeds in de wateren aan de Amerikaanse zuidkust. Over schone energie gesproken. BP heeft de klus na maandenlang geklungel nog steeds niet kunnen klaren. Het is een symbolisch voor de positie van de Britten in de wereld dat een multinational die de opvolger is van de Anglo-Persian Oil Company uit 1908, groot werd met arrogante imperialistische Britse verdeel- en heerspolitiek olie in het Midden Oosten en  ruim honderd jaar later tenonder gaat als gevolg van een lek van een halve meter breed ergens in de Golf van Mexico. Enkele honderden kilometers bezuiden de olie(v)lek bevindt zich Guantanamo Bay-  en ook hier worstelt President Obama met een ander afvalproduct van de westerse politiek in het Midden Oosten. De intertie van de in Europa als een zwarte messias binnengehaalde Obama met betrekking tot de olieramp duurt nu al een kwartaal, maar de kwestie rondom Guantanamo Bay duurt nu al jaren. Maar net als Jezus hoeft deze moderne messias met de sonore stem – die in vlugge hoofdbewegingen de autocue aflezend daadkracht voorwendt-  niet te rekenen op enige concrete steun vanuit Europa, ondanks allerlei fraaie toezeggingen vanuit het veelmondige Europa waar zoals vanouds niets van terecht komt. 

Een oplossing voor de gedetineerde terroristen is net als met de olieramp nog steeds niet in zicht. De gedetineerden vallen niet onder het militaire recht en evenmin onder het reguliere strafrecht van de Verenigde Staten, omdat Guantanamo Bay officieel niet behoort tot de Verenigde Staten.

Net als in Afganistan zoeken de Amerikanen nu vooral naar een exit-strategie voor Guantanamo Bay die niet teveel imagoschade oplevert. Guantanamo Bay werd als gevolg van de Spaans-Amerikaanse oorlog, die door de Verenigde Staten werden gewonnen, in 1903 voor onbepaalde tijd verpacht aan de Verenigde Staten. Cuba heeft zich altijd ongemakkelijk gevoeld bij deze situatie, welk gevoel uiteraard groter werd toen Fidel Castro in 1959 aan de macht kwam in het grootste Caribische eiland. Castro heeft evenwel nooit getracht de pachtovereenkomst op te zeggen. Nu schijnt ook in de pachtovereenkomst te staan dat deze enkel kan worden opgezegd door beide partijen.

Het Weense Verdragenverdrag en het internationaal gewoonterecht is - zoals niet zal verbazen- onduidelijk over de wijze waarop en de modaliteiten waaronder internationale verdragen kunnen worden opgezegd. Wel is er een regel in het internationale recht dat bij ernstig gewijzigde omstandigheden in beginsel een opzegging van een verdrag mogelijk moet zijn. Er zijn voorbeelden te over van opzeggingen van bilaterale verdragen zij gewijzigde omstandigheden. Een bekend voorbeeld is de opzegging door Nederlandse hulp aan Suriname  in 1982 ten tijde van het eerste bewind van cocainepresident Desi Bouterse. Pachtovereenkomsten tussen landen zijn overigens niet erg meer van deze tijd. Elders ter wereld zijn dergelijke internationale pachtovereenkomsten allang niet meer in zwang. De Europese voormalig gepachte enclaves in China, zoals Macao of Hong Kong, zijn allang aan het eind van de jaren ’90 van de vorige eeuw geretourneerd aan de rechtmatige eigenaren.

De Verenigde Staten is bij uitstek het land dat zich wat betreft de internationaalrechtelijke normen realistisch opstelt. Zo vielen de Amerikanen – om binnen de Caribische context te blijven – het eilandstaatje Grenada binnen en arresteerden zij Noriega. In beide gevallen ontbrak het de VS aan een volkenrechtelijk mandaat. Om over Irak nog maar te zwijgen.

Nu is de situatie in Guantanamo Bay – het opsluiten van buitenlandse terroristen en ze daar laten wegrotten - een duidelijke schending van volkenrechtelijke en eigenlijk alle rechtsbeginsels. Er is doelbewust een juridisch vacuum in het leven geroepen opdat de Amerikanen een vrijbrief hadden om de in het oranje geklede mannen van alles te laten ondergaan achter gesloten deuren.

Nu zijn die terroristen ook geen lieverdjes. Prima dat ze daar zitten, dat zullen veel mensen zeggen, maar dat doet niet af aan het feit dat het wel vreemd is om een stuk grond te pachten en daar vervolgens mensen in op te sluiten. Het is alsof je een woning huurt van een buurman die dreigt je een kopje kleiner te maken. En dan stop je in die woning een andere vijand. Vervolgens betaal je geen huur en maak je de woning onleefbaar.

De vraag is of Cuba bij een dergelijke schending van de pachtovereenkomst en de doeleinden van het gebruik die in 1903 waren voorzien niet gerechtigd is de overeenkomst op te zeggen. Mij lijkt van wel. Guantanamo Bay valt nog immer te beschouwen als Cubaans eigendom. Pacht is immers slechts een gebruiksrecht. En als dat gebruiksrecht wordt misbruikt, kan volkenrechtelijk ondanks het feit dat de pachtovereenkomst erover zwijgt, deze eenzijdig worden opgezegd door Cuba.

Het wordt dus tijd dat Cuba eenzijdig overgaat tot opzegging van de pachtovereenkomst en de Cubaanse rechtsmacht uitspreekt over Guantanamo Bay. De rest van de wereld kan deze Cubaanse rechtsmacht eventueel erkennnen. Nu weet ik ook wel dat het zover niet snel zal komen omdat de VS te machtig is. Juridisch is er echter geen enkele reden om de pacht nog langer in stand te houden. De Britse pachtovereenkomst met betrekking tot Hong Kong eindigde in 1997 en gaf aanzet tot het openen van de Chinese economie en de toetreding van China als wereldmacht tien jaar later. 

Indien Guantanamo Bay weer terugkeert tot Cuba betekent dit wellicht ook een begin van het einde van de Cubaanse isolatie. Fidel Castro is uiteindelijk toch sterfelijk net als alle valse communistische profeten. En zodra het prikkeldraad, de honden, de martelingen en de soldaten weg zijn, kunnen de sombere oranje baardmannen trachten hun blazoen te verdedigen terwijl ze onder de palmbomen zitten. Wellicht kunnen de de Cubaanse nationaliteit verkrijgen. Dan mogen ze toch nergens heenreizen. En eindelijk eens een leuk lokaal meiske te veroveren, want die heb je niet alleen in de islamitische hemel. De schone Guantanamera’s wachten om veroverd te worden, en net als in het liedje – en overal ter wereld -zullen de ex-terroristen, deze voormalige stoere mannen die geen vrouwen nodig hadden, moeten proberen de meisjes te overtuigen van hun eigen degelijkheid om hun harten te veroveren: http://www.youtube.com/watch?v=b-PuiDfLcO8&NR=1  

No me pongan en lo oscuro

A morir como un traidor

Yo soy bueno, y como bueno

morire de cara al sol

Vrij vertaald:

Stop mij niet weg in het duister, om te sterven als een verrader

Ik ben een goede man, en als een goede man zal ik ook sterven, met mijn gezicht naar de zon

 

 

Bavaria-meisjes straks ook in de Congo?

Heeft u ook zo genoten van het optreden van de FIFA in de Bavaria-kwestie? Gezellige jongens hoor van de FIFA. Nu de Franse voetballende miljonairs met filmster-status zijn afgedropen zijn ze in ieder geval bij onze opperzuiderburen weer ontnuchterd. Nu moet ons land nog even verliezen in de kwartfinale en we kunnen ook hier te lande straks weer over tot de orde van de dag, op de regering na dan, want die coalitievorming gaat nog wel even duren.

Het optreden van de FIFA in Zuid Afrika deed mij eerlijk gezegd een beetje denken aan de Belgen in het vroegere Belgisch Congo. Afrika als ultiem wingewest voor grote investeerders van buiten het continent die totaal geen interesse hebben in het welzijn van de plaatselijke bevolking, overgoten met een gemengde saus van mercantilisme en schijnoptimisme. Ach, nu ben ik wellicht wat al te cynisch, maar al die lof over de opkomst van Afrika is eigenlijk nogal hol. Nee, niet alleen omdat een blanke Zuidamerikaanse Shakira in een Kameroense taal het WK-liedje vertolkt, een houterig deuntje dat bijna zo slecht is als het Nederlandse Songfestivallied. Ook niet omdat ik een conservatieveling ben. Wel omdat in datzelfde vroegere Belgisch Congo nu al jaren een grote humanitaire ramp plaatsvindt. We hebben nu weer twee Congo’s nadat de naam Zaire werd verbannen dus noem ik het maar even ‘the battleground formerly known as Zaire”. Want de teller van de doden als gevolg van het voortslepende confict in de oostelijke regio van Congo staat nu op ongeveer 5,4 miljoen zielen in 12 jaar conflict. Het conflict in Rwanda is daarbij niet meegerekend, als men de conflictshaarden in Oeganda, Rwanda en Burundi op goede gronden erbij zou betrekken en tellend vanaf 1994, gaat het om in totaal wellicht zelfs 10 miljoen doden. Maar geen haan die daar naar kraait. En in Rwanda – ook een voormalig Belgisch gebied – staat de boel weer op springen. In 1994 bleef actie uit, en in 2010 eveneens, met als enig verschil dat de internationale media nu het zwijgen er geheel toedoen.

Congo is onlangs 50 jaar geworden en bij onze zuiderburen is het feest. Nou ja, het lijkt meer een zuippartij na een Afrikaanse begrafenis ter ere van de overledene. Om de ellende even te vergeten. En in overeenstemming met de zomerhit uit 2010 van de Belgisch-Rwandese zanger Stromae Alors on danse vier ik - gezien de staat van Afrika anno 2010- het dictatoriale FIFA-feest liever met een somber gemoed:  http://www.youtube.com/watch?v=EiC1ZPbCe00

Maar is dat niet cynisch van mij? Om altijd weer met de slechts presterende regio van het Afrikaanse continent te komen? Ja, in zekere zin wel. Want er zijn wel degelijk tekenen dat het beter gaat met de economie van het continent als geheel. En ja, wij westeuropeanen hebben ons schandelijk gedragen tijdens de koloniale tijden. Tijdens het bekijken van de controversiele Italiaanse film ”Addio Africa” zag ik beelden van de Britse vossenjacht in Kenia met als vos een echte marathon-rennende Afrikaan. Het schuldgevoel daarover is terecht. Wie zoals de historicus Wesseling dan nog beweert dat het kolonialisme niet lang genoeg zou hebben geduurd, miskent het feit dat het kolonialisme niets te maken had met de verheffing van minder bedeelde volkeren in de wereld, maar vooral voortkwam uit de onderlinge competitie tussen Europese staten in de 19e eeuw. Opvallend is overigens dat filosofen en politieke denkers uit de 18e en 19e eeuw zwegen over de negatieve implicaties van het imperialisme zodra de Europese kusten aan de horizon verdwenen: van Adam Smith tot Marx, allen deden er het zwijgen toe zodra hun schoener of bark de warmere wateren van het zuiden aandeed. Die discepantie tussen de Europese idealen en de harde realiteit buitengaats wordt in Europa wellicht niet herkend; buiten Europa vormt het feit dat grondrechten tijdens de koloniale tijd een nogal beperkt geldingsrecht hadden een factor die steeds weer irritatie oproept buiten ons continent zodra Europa weer eens de universele pretenties van diezelfde waarden propageert.

Maar -terugkerend naar de vroeg 21e eeuw –  wat nu al jaren in Oost Congo plaatsvindt is van een zodanig ernstige omvang dat deze humanitaire ramp niet genegeerd kan worden. 5,4 miljoen slachtoffers zijn al gevallen. Meer dan in Vietnam. Darfur is daarmee vergeleken een storm in een glas water. De gebeurtenissen in Joseph Conrads ”Heart of Darkness” zijn hiermee vergeleken een bonte avond van een korfbalvereniging. Maar wat moeten we dan doen? Misschien een mooie klus om te laten klaren door de FIFA? Die zijn toch zo goed georganiseerd, en ze hebben toch hart voor Afrika? Laat ze al die voetbal-miljarden naar dat gebied sturen en daarmee scholen, huizen, drinkwatervoorzieningen, wegen, zelfs universiteiten stichten. Misschien kan Oxfam hier eens over beginnen tijdens de G20 ter afwisseling van stokpaardjes als fair trade en het opheffen van handelsbelemmeringen, hoe goed bedoeld ook. Laat de voetballers van het Franse elftal daar in de Congo een potje spelen met de mensen, gratis en voor niks. Met Bavaria-meisjes erbij. En de vuvuzela’s. De doden kunnen het niet meer horen, de nog overlevenden (nu) nog wel. En wilt u weten welke acteur het conflict heeft geadopteerd? Ben Affleck. Heeft ie nog een grotere kluif in handen dan George Clooney die het met ”slechts” 300.000 doden in Darfur moet doen. En indien u Ben Affleck eens zien in een ‘real life’ drama zien klik dan op de onderstaande link. Alors on dance.

http://edition.cnn.com/2010/WORLD/africa/04/07/congo.affleck/index.html?iref=allsearch

 

 

123

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan