Pluriform, niet multiculti
Nieuw Rechts heeft een overwinning behaald in Zweden. Geheel Europa ondergaat een flinke ruk naar rechts. Nieuwe populistische rechtse partijen verschijnen ten tonele en verdrukken zowel de oude extreem-rechtse partijen als de traditionele partijen. Zoals Herman Wijffels zei in het programma Buitenhof is er een nieuwe verticale as aan problemen ontstaan die haaks staat op de traditionale horizontale as met de onderverdeling tussen links en rechts.
De nieuwe problemen immigratie, islam en het milieu, tegenwoordig ‘duurzaamheid’ geheten, trekken zich niets aan van de oude horizontale as tussen links en rechts. Naast de grote problemen rondom immigratie is er echter nog een andere dimensie in het spel die de opkomst van rechts stimuleert. En dat is een reactie op het van bovenaf gelegde multiculturalisme en Europeanisering. Europa heeft zichzelf gepositioneerd als een supranationaal stelsel waaraan de nationale staten ondergeschikt zijn. Het hypocriete aan het EU-project is dat er het hoogste niveau steeds meer macht naar zicht toetrekt zonder aan de voet democratischer te worden. De EU is een bureaucratische Moloch geworden en dat verklaart ook waarom Europa de burger koud laat.
Het van bovenaf opleggen van een verbeeld Europees eenheidsstreven werkt steeds meer averechts omdat het tegen het nationalisme is, en voor internationalisering. De EU probeerde de nationale identiteit van lidstaten te temmen. Een belangrijk punt van Europees beleid is het stimuleren van regionale ontwikkeling en samenwerking, als tegenwicht tegen het nationalisme. Net zoals de absolutistische monarchen de macht van de burgerij versterkten om zo de macht van de adel te breken, koketteren Europese instellingen met grensoverschrijdende initiatieven in de hoop dat de burgers ooit de beperkte nationale identiteit zullen verruilen voor een goedaardige Europees burgerschap. Volgens Europese federalisten heeft de natie-staat al vol voldoende ellende gezorgd in de Europese geschiedenis. Tragische finale van dit zogeheten concert der naties was immers de Tweede Wereldoorlog met als toegift de Bosnische Oorlog.
Nieuw rechts doet niet veel anders dan het terugclaimen van de natie-staat en daar is niets fascistisch of engs aan. Want de nationale staten hebben, althans in West-Europa – en daarin ligt ook het blijvende verschil met de oosteuropese landen- een lange ontwikkelingsgeschiedenis die niet genegeerd kan worden. Frankrijk en Engeland, en ook Nederland, kennen een langdurige parlementaire geschiedenis die geheel een eigen karakter kende. De monarchen die deze nationale staten opbouwden, beseften zich goed dat grenzen moesten worden gesteld aan particuliere groeperingen die de eenheid van de staat bedreigden. Zo scheidde Hendrik VIII van Engeland zich af van de Roomse Kerk om, onder ander, de invloed van de katholieke kerk in Engeland te beperken, waaruit de zelfstandige Anglicaanse kerk ontstond. De Franse Koning Lodewijk XIV schafte het Edict van Nantes af en daarmee de godsdienstvrijheid voor protestanten in het Zuiden van het land. Beide vorsten begrepen dat begrenzing van vrijheid noodzakelijk was. In Spanje waren al eerder de moslims verdreven, maar ook de joden en zelfs de joden die zich formeel tot het Christendom hadden bekeerd was hetzelfde lot beschoren. In de eeuwen die daarop volgden claimden burgers die vrijheid soms geleidelijk en vaak schoksgewijs terug, culminerend in de Franse Revolutie, die een supranationaal karakter had met waarden als vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dezelfde waarden die nu ten grondslag liggen aan Europa.
De Franse Revolutie zorgde echter voor een tegenreactie in de vorm van de Romantiek aan het begin van de 19e eeuw. De generatie van na de Franse Revolutie was het gedachtgengoed van Napoleon die met zijn veldslagen het Europese toneel bijna twee decennia lang had bepaald nogal zat. Toch wilden de meeste Romantici niet terug naar het verleden, maar zochten zij vernieuwing door herinterpretatie van datzelfde verleden. Symboliek werd belangrijk. Datzelfde proces is nu weer gaande in Europa als reactie op het Europese internationalisme van een generatie geleden. Dat verklaart ook waarom de leiders van nieuw recht ook vaak jong zijn en energiek. Dit proces afschilderen als de opkomst van fascisme of rasicme doet deze ontwikkeling geen recht.
Het idee van de Europese eenheid gaat in feite terug op de Romeinse oudheid. Dat Rijk was net als de EU een multi-etnische staat en pluriform. Maar het Rijk was niet multicultureel, de Grieks-Romeinse beschaving voerde de boventoon. Als Nieuw Rechts zijn energie op goede wijze zal aanwenden, zal dit hopelijk leiden tot een nieuwe vorm van Europese samenwerking waarin pluriformiteit hoog in het vaandel staat. Waarin alle religies een plaats hebben, democratisch en multi-etnisch. Maar waarin een dominante cultuur bestaat, de Helleens-christelijke Europese beschaving die al sinds het Romeinse Rijk bestaat en die steeds weer vernieuwd moet worden. Andere culturen die inmiddels op Europese bodem zijn geworteld hebben daarin een blijvende plaats maar binnen zekere grenzen, die moeten worden getrokken daar waar zij de dominante cultuur aantasten.
Het is vreemd dat in de afgelopen decennia in het kielzog van het Europese internationalisme zo’n dedain is tentoongespreid voor de wortels van de eigen Europese beschaving. De Arabische beschaving grijpt immers ook en met gepaste trots terug op de bloeitijd van de islam in de 6e-9e eeuw n. Chr. Laat de Arabieren vooral op hun eigen manier zoeken naar de wortels van hun cultuur en zichzelf vernieuwen. De Chinezen noemen zichzelf sinds hun eigen versie van het Romeinse Rijk ”Han”, naar het vroegere Han-rijk (2e eeuw v. Chr.- 2e eeuw n. Chr.). Laat ook de Chinezen inspiratie vinden in dit grote verleden. Waarom zou Europa dan hetzelfde niet mogen doen?
Er zijn wel enkele verschillen tussen de Arabische wereld, China en Europa. Zowel Europa als de Arabische wereld en de Chinese wereld hebben perioden gekend van groei, internationalisering en fragmentering. Maar alleen in Europa heeft het idee van de Europese eenheid zo’n sterke concurrent gehad in het begrip ‘natie-staat’. Het vinden van de juiste balans tussen nationale staten en het eenheidsstreven is wat het Europese project zo uniek maakt. En ook richtinggevend voor de toekomst waarin andere landen ook steeds meer met elkaar moeten samenwerken, juist met betrekking tot thema’s als duurzaamheid en migratie. De Afrikaanse en Zuidamerikaanse politici kijken met grote belangstelling naar wat in het pluriforme Europa gebeurt, juist nu. De oude politieke partijen, van links tot (oud) rechts, doen er goed aan zich te beseffen dat zij binnenkort aan de achterzijde van de geschiedenis kunnen gaan staan als zij zichzelf niet blijven vernieuwen.
Recent Comments