Archive | Actualiteiten RSS feed for this section

De oorverdovend stille Sarko-staat

timboekte

Timboektoe, de belangrijke islamitische stad in West-Afrika was een belangrijk islamitisch centrum van het Songhai-rijk dat in 1591 werd verwoest door de Marokkaanse sultan. Ook in de huidige tijd volgt Marokko nog altijd een imperialistische politiek in het zuiden, onder meer door de illegale bezetting van Westelijk Sahara sinds 1975. Het is al jaren oorverdovend stil rond deze kwestie. Frankrijk blokkeert nieuwe resoluties in de Veiligheidsraad om bondgenoot Marokko tegemoet te komen.

De Franse internationale politiek is niet altijd even succesvol. Zo heeft de onvoorwaardelijke steun van de Franse regering -de Sarko-staat-  aan de Tunesische dictator Ben Ali tot op het laatste moment de Franse reputatie in de regio meer kwaad dan goed gedaan. Frankrijk gokt wel vaker op het verkeerde paard in een poging de tanende franse invloed te behouden. Dat begon al met de onverzoenlijke houding van Frankrijk na de Eerste Wereldoorlog en de bezetting van het Duitse Rijnland door de Franse troepen, wat meer kwaad bloed heeft gezet bij het Duitse volk dan die andere factoren die het nationaal-socialisme hebben bevorderd zoals inflatie, de hoge herstelbetalingen en de crisis van 1929 zelf. Met het Vichy-regime in WO II werd weer een verkeerde keuze gemaakt in de hoop daardoor invloed te behouden en sindsdien is daar weinig verbetering in gekomen. Maar omdat het verder zo’n aangenaam land is ziet men dit te graag door de vingers.

Frankrijk bood overigens ook 25 jaar lang onderdak aan de Haitiaanse ex-dictator Duvalier, oftewel Baby Doc en vele andere neokoloniale ex-dictators uit voornamelijk Afrika. Sarkozy had het tijdens zijn bezoek aan Tunesie in 2010 het (met een slokje teveel op?) over het ‘zoete Tunesie’ en de warme banden met inmiddels ex-dictator Ben Ali (1).

Frankrijk kent inmiddels 5 miljoen moslims het merendeel daarvan afkomstig uit de Maghreb. Dat is procentueel en in absolute zin veel meer dan het percentage franse colons destijds in Algerije. Wie koloniseert nu wie? Frankrijk is meer dan ooit verweven met de Arabische wereld, en probeert uit alle macht islamistische stromingen in de kiem te smoren. Maar is Frankrijk nog het land van de vrijheid, gelijkheid en broederschap? Ne me fais pas rire.

Foto afkomstig van: wikipedia. Original uploader was Senani P at en.wikipedia

(1) http://www.dailymotion.com/video/xc7rnu_diner-d-etat-offert-par-m-zine-el-a_news

Black Venus. Een moderne Hottentottententententoonstelling

Schreef ik enige tijd geleden over de mythe van de nobele wilde, dan is dit omdat dit idee op diepgaande wijze het denken in Europa over de niet-westerse mens heeft beinvloed tot in de moderne tijd. De nieuwe film ‘Black Venus’ (*) vertelt het verhaal van de Hottentotse Saartje Baartmans die aan het begin van de 19e eeuw als circusattractie werd vertoond in verschillende Europese hoofdsteden. De boodschap van de film is duidelijk, het westen is slecht, en Saartje is inherent goed in deze vreemde en wrede omgeving. Het verhaal is schrijnend maar voegt weinig toe aan eerdere films en boeken, van Uncle Tom’s Cabin en Roots tot aan Amistad.

Natuurlijk, het lot van Saartje was wreed. De waarheid kan niet worden verfraaid zonder deze geweld aan te doen. Maar we moeten het wel in de tijd zien. Het waren de dagen van de vroege industriele revolutie, aan het einde van de Napoleontische oorlogen maar nog voor Charles Dickens, Multatuli of Harriet Beecher Stowe. Europa was in de ban van vernieuwing en tegelijkertijd verlangde men naar het verleden. Het lot van de arme onderklasse in Europa was niet veel beter dan die van de slaven in de kolonien overzee. Arbeiders in de industriele gebieden in Europa werkten in de sweatshops in dezelfde omstandigheden als de slaven in het Caribisch gebied. Straatarm en zonder enige bescherming. Honderdduizenden blanke kruimeldieven uit Londen en Parijs werden naar Australie, Frans Gyuana of Nieuw-Caledonie gestuurd om daar feitelijk als slaven te leven. Frankrijk zond zijn eigen onderdanen naar Guyana waar zij als bagnards gedwongen werden jarenlang zichzelf te redden in de jungle. Engeland en Nederland verscheepten na de afschaffing van de slavernij meer miljoenen Indiers, Javanen en Chinezen om de plaats van de slaven in te nemen (1)

In Rusland en grote delen van Oost-Europa leefden miljoenen arbeiders als horigen, feitelijk als slaven. Terwijl Saartje na haar overlijden als exotisch object werd tentoongesteld, werden dwergen en mensen met epileptische aandoeningen, of fysieke afwijkingen op markten vertoond aan het volk. Het waren de dagen van The Elefant Man.  honderdduizenden gevangenen

In het zwart-wit denken van films als Black Venus schuilt het gevaar dat we die andere kant van de 19e eeuw niet meer zien: die van de achterkant van het imperialistische Europa zelf van die dagen waaruit niettemin miljoenen autochtone mensen emigreerden naar Amerika uit hoop op een beter bestaan. Dit deden zij niet uit imperialistische expansiedrang, maar uit dezelfde motieven als de huidige immigranten in Europa. Zij waren economische vluchtelingen. De kleine man uit Europa die werkloos was kon nog altijd wel een emplooi vinden buitengaats, en inderdaad nam hij dan de raciale beelden met zich mee die in die tijd gewoon waren.

Een fragment uit het boek Sonny Boy staat mij erg goed bij. Als de zwarte Surinamer Waldemar begin vorige eeuw arriveert in Nederland, verbaast hij zich erover dat sommige blanke mensen in Nederland het vuile werk doen dat in Suriname slechts door slaven wordt verricht. Nog in de huidige tijd verbazen autochtonen in Nederland zich er soms over dat allochtonen ook succesvol kunnen zijn in zaken of als politici en bestuurders. Met de grote gong wordt vaak verkondigd dat Aboutaleb in ons land burgemeester van Rotterdam kon worden, als Marokkaan en Cohen destijds burgemeester van Amsterdam, als Joodse Nederlander. Maar is juist die trots op de capaciteiten van een allochtone bestuurder niet een bevestiging van een diepgeworteld racisme? Geloven wij eerlijk waar, diep in ons hart dat alle mensen gelijk zijn? Zijn wij echt kleurenblind of doen we krampachtig alsof, en wanneer gaat die geforceerde kleurenblindheid – het antiracisme-  over in een nieuwe vorm van racisme?

De grootse vijand van de moderne samenleving is wellicht wel het antiracisme, het racisme van deze tijd. In hapklare brokken wordt ons verteld dat de blanke Europeanen de boeman waren en de zwarten het slachtoffer. En vervolgens blijft alles bij het oude. Onlangs zag ik in een programma een vrouw die sprak namens de Rastafari-gemeenschap die uit Jamaica naar Ethiopie was gemigreerd. Zij nam me de woorden uit de mond door haar opvatting dat de zogenaamde kleurenblindheid in Europa een eigen identiteit de weg staat en pleitte voor een gouden middenweg tussen multiculturalisme enerzijds en kleurenblindheid anderzijds, een positieve bevestiging van het eigene in het grotere geheel, integraal deel uitmakend van de overkoepelende samenleving zonder ontkenning van de eigen identiteit. Het antiracisme staat die positieve ontwikkeling in de weg door de versimpeling en vernauwing van complexe problemen tot een relatie van slachtofferschap en schuld.

Gelukkig zijn er tegenwoordig antropologen en historici die geen genoegen meer nemen met deze stereotyperingen. Hernan Cortes wordt allang niet meer als een held, maar ook niet meer als de boeman gezien die de nobele Azteken heeft vernietigd. Mexico is niet louter uit de verkrachting van het Indiaanse volk geboren, zoals vaak wordt aangenomen: uit recent onderzoek blijkt dat de Spanjaarden vaker dan gedacht vrouwen meebrachten uit Europa. En Cortes maakte gebruik van de vijandschap van de door de Azteken overwonnen volkeren, met name de Tlaxcalanen. Of maakten de Tlaxcalanen juist gebruik van Cortes? Jacques Cartier, de franse stichter van Quebec, vervulde eenzelfde positie in de voortdurende oorlogen tussen de Hurons en de Iroquois in frans Noord-Amerika een eeuw later.

En de Azteekse samenleving, net als vele andere inheemse samenlevingen, was zeker niet heilig: recente opgravingen in Mexico-stad tonen aan dat het offeren van mensen en dieren op grote schaal plaatsvond in de Azteekse samenleving aan het eind van de 15e eeuw. Dit was een praktijk die samenhing met een duistere religie en een politiek ten opzichte van de door de Azteken overwonnen volkeren die veel gemeen had met het optreden van de Europese kolonialen.

Het slachtofferschap van de Afrikanen en Indianen heeft veel weg van een rechtvaardiging voor de huidige misstanden in verschillende delen van de wereld. In de psychologie heet dit een self-serving bias. Dit proces van zwart-wit denken houdt zichzelf zo in stand, zowel aan de kant van de vroegere ‘daders’ als de ‘slachtoffers’, niet in de laatste plaats door films als Black Venus. Want o wee als er ooit een film zou worden vertoond over de Arabische slavernij in Oost-Afrika, of over ieder ander onderwerp dat niet binnen de veilige schema’s van goed en kwaad vallen die wij voor onszelf zo -excuses voor het Engelse woord – conveniently in het leven hebben geroepen. Conveniency heeft vrijwel nooit te maken met de waarheid. Waarom wordt bijvoorbeeld nooit verteld over de imperialistische politiek van de Zulu’s in Zuid-Afrika maar wel over de blanke Boeren, die naar gebieden trokken die leeg waren omdat de stammen die daar leefden allang waren gevlucht voor de Zulu’s. Voor zover zij niet waren vermoord op hun vlucht. Had de Tunesische regisseur van Black Venus, Abdellatif Kechiche het aangedurfd om de Noord-Afrikaanse handel in blanke slaven te verbeelden of de verwoesting van het Songhai-Rijk in West-Afrika door de Marokkaanse sultan te verbeelden? Dat was pas echt gewaagd geweest.

Zo wordt de film Black Venus juist tot een stereotype van racistische denkbeelden: juist datgene wat de film aan de kaak probeert te stellen. Om toch positief af te sluiten: gelukkig komt door deze film eindelijk aandacht voor het lot van de Hottentotten en krijgen we eindelijk iets mee over de achtergrond van het langste woord in de Nederlandse taal. Dat is een verhaal dat nu eindelijk wordt verteld en dat is een aanwinst. Net zoals ”De Vliegeraar” dat was voor de Hazaren in Afghanistan, welke film ondanks enkele stereotypen toch een goed beeld geeft van de moderne Afghaanse geschiedenis. En het geeft een goed aanknopingpunt voor de kijker om zich eens verder in de geschiedenis te verdiepen. Het geeft kleur aan mensen die in het recente of verder verwijderde verleden hebben geleden en ook gewoon geleefd. En hun hoop, dromen, verwachtingen en beperkingen wijken niet zoveel af van onze eigen beslommerigen al hebben wij het doorgaans nu een stuk beter. En om dat weereens -al is het maar voor een uur of anderhalf- te beseffen is altijd een goede zaak.

(*) Zou de regisseur bekend zijn met het gelijknamige boek van Jef Geeraerts Gangreen 1: Black Venus? Daarin worden evenzeer raciale stereotypen aangeklaagd, alleen in het geval van Geeraerts op een gewelddadiger manier, zodanig dat de Belgische pers in 1968 geschokt was. David van Reybrouck met zijn Congo kon opereren in een rustiger periode, 50 jaar na de onafhankelijkheid van Congo. 

(1) Zie o.a. de interessante BBC-documentaire Coolies, How Britain reinvented slaverij: http://www.qualitycreationsinfo.com/view.html

Saramaka-zaak: landmark case voor inheemse volkeren in beide Amerika’s

maroons Op 28 november 2007 heeft het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens – het Amerikaanse broertje van het Europese Mensenrechtenhof in Straatsburg- een fundamentele uitspraak gedaan in de zaak Saramaka People v. Suriname De uitspraak is een mijlpaal voor de inheemse en tribale volkeren in Suriname. Maar ook heeft deze uitspraak de potentie leidende jurisprudentie te worden in zowel Noord-Amerika als Latijns-Amerika op het gebied van de bescherming van mensenrechten, de erkenning van tribale eigendomsrechten en het recht op culturele zelfbeschikking. 

De verstrekkende gevolgen van de uitspraak zijn nog niet overal doorgedrongen. Het vorig jaar verschenen boek Saramaka, de strijd om het bos (Fergus Mackay, Amsterdam, KIT Publishers, ISBN 978-90-8832-612-3) brengt hopelijk hierin verandering. Naast een boeiende analyse van de procedure voor de verschillende rechterlijke instanties in Suriname, waar het Saramakaanse volk aanvankelijk het onderspit moest delven, en uiteindelijk voor het Inter-Amerikaanse Hof geeft het boek op unieke wijze inzicht in de strijd om de natuurlijke rijkdommen van Suriname en de veronachtzaming van tribale en inheemse rechten ten gunste van commerciële roofbouw. 

Het Saramaka-volk is een van de zes marronvolkeren die in Suriname leven. Zij zijn de plantages in de 18e eeuw ontvlucht en hebben na verschillende oorlogen met het Nederlandse gezag – waaronder de bekende Boni-oorlogen – verdragen met de Nederlanders gesloten waarbij de Saramakanen vrijstelling van slavenarbeid werd verleend en hun autonomie ten opzichte van het koloniaal bewind werd vastgelegd. De marrons zijn sindsdien altijd een aparte groep binnen de Surinaamse samenleving gebleven, ook na de onafhankelijkheid. Volgens de Saramakaanse traditie is hun grondgebied aan de Boven-Surinamerivier collectief eigendom van het Saramakaanse volk.

In recente jaren is het grondgebied van het volk in ernstige mate aangetast door grootschalige mijnbouw en commerciële houtkap omdat een aantal Chinese en andere houtkapmaatschappijen een concessie hebben verkregen voor grootschalige houtkap op Saramakaans gebied. Het Hof heeft geoordeeld dat de Surinaamse wetgeving de Saramakanen onvoldoende beschermt door de eigendomsrechten niet als zodanig te erkennen. In de woorden van het Hof is het gebrek aan positieve rechtsbescherming van de inheemse en tribale volkeren strijdig met de internationale mensenrechten. De Saramaka-zaak schept overigens geen volledig nieuw recht maar bouwt voort op eerdere jurisprudentie van het Hof (1). Niettemin is de uitspraak uniek te noemen vanwege de toekenning van schadevergoeding en het op exacte wijze omschrijven van de verplichtingen van de Surinaamse overheid om de collectieve rechten van de Saramakanen vorm te geven.  De Surinaamse overheid had overigens ook weer in dit geschil gesteld dat de marrons niet als een inheems volk konden worden beschouwd. Het Hof aanvaarde deze redenering niet aangezien in de woorden van het Hof de marrons gelijkgesteld kunnen worden aan inheemse volkeren en de ‘gronden en natuurlijke hulpbronnen van het Saramakaans volk deel uitmaken van de sociale, voorouderlijke en spirituele essentie’. 

De uitspraak heeft grote belangstelling gehad bij mensenrechtenorganisaties vanwege het fundamentele karakter van de beslissing alsmede het inzicht van het Hof dat er een grote mate van verwevenheid bestaat tussen milieu, grondbezit en mensenrechtenstandaarden. Voorts is deze zaak interessant voor andere strikt genomen niet-inheemse en andere marronvolkeren in het continent, zoals de Afro-Caribische gemeenschappen in het westelijk Caribisch gebied (zoals de eilanden voor de kust van Honduras Nicaragua, en het Colombiaanse eiland San Andres).

Als kleine kanttekening moet overigens wel worden opgemerkt dat het Saramaka People v. Suriname niets zegt over de vraag in welke mate een tribale gemeenschap precies moet voldoen aan de eigen van sociale cohesie, grond- en traditiegebondenheid om in aanmerking te komen voor rechtsbescherming. Voor minder traditievaste, coherente danwel te weinig grondgebonden gemeenschappen biedt de uitspraak geen soelaas. Dat leidt tot de paradoxale situatie dat juist gemoderniseerde, geemancipeerde marrons rechtsbescherming ontberen juist omdat zij hun traditionele levenswijze hebben verlaten. Zo laveren de marrons tussen volledige emancipatie en participatie enerzijds en hun traditionele levenswijze anderszins, hoewel er- wederom paradoxaal genoeg – juist met het heraantreden van de coalitie Bouterse/Brunswijk sprake is van een meer ontspannen relatie tussen de ’stadse’ creolen en de marrons (2).

Het is lovenswaardig dat het Hof een principieel standpunt heeft ingenomen over de rechten van het Saramakaanse volk waarbij en zich niet heeft beperkt tot een strikt internationaalrechtelijke toets aan historische verdragen met Nederland en Suriname als rechtsopvolger. De goede toon is gezet en wellicht wordt de zaak een mondiale historische landmark case voor de bescherming van collectieve en culturele mensenrechten, zoals in de Amerikaanse rassenscheidingskwestie Brown v. Board of Education dat was voor de individuele mensenrechten. En wellicht zal door deze uitspraak eindelijk ook erkenning komen voor de marrongemeenschappen in het aangrenzende Frans Guyana. Het is bevreemdend dat juist in dit franse overzeese departement – dat integraal onderdeel uitmaakt van de Franse staat en dus ook de Europese Unie - geen enkele collectieve rechten zijn toegekend aan de aldaar levende tribale stammen (3). De vaak hier in Europa klakkeloos aangenomen gedachte dat landen van de Europese Unie vooroplopen op het gebied van bescherming voor nationale minderheden gaat dus zeker niet op.

Hoe nu verder? De Surinaamse staat heeft toegezegd uiterlijk 19 december 2010 door middel van wetgeving de collectieve eigendomsrechten van de marrongemeenschappen te garanderen. Of het daadwerkelijk zover zal komen nu Desi Bouterse aan de macht is, valt nog te bezien. Zeker nu China voor 3,8 miljard in Suriname investeert in infrastructuur en huizenbouw (4). Dit terwijl de Inter-American Development Bank zich heeft verbonden aan het naleven van jurisprudentie van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten (5) Het is daarom te hopen dat het boek Saramaka, de strijd om het bos snel in vele andere talen zal verschijnen, te beginnen met het Spaans, Engels en Portugees ( Bron: http://www.corteidh.or.cr/docs/casos/articulos/seriec_172_ing.pdf

(1) zie voor een uitgebreide studie:

http://www.cedla.uva.nl/20_research/pdf/vDijck/suriname_project/Mijnbouw.pdf

 (2) ziehttp://www.volkskrant.nl/vk/nl/2668/Buitenland/article/detail/1019636/2010/08/18/Misiedjan-minister-van-Justitie-Suriname.dhtml(3) aldus de UNHCR:  http://www.unhcr.org/cgi-bin/texis/vtx/refworld/rwmain?page=search&docid=4954ce5523&skip=0&query=indigenous suriname

(4) zie http://digitaleeditie.nrc.nl/NH/2011/0/20110114___/1_08/article4.html

(5) uit Saramakka, de strijd om het bos http://www.vanstockum.nl/boeken/geschiedenis-algemeen/nl/de-saramaka-en-hun-strijd-om-het-bos-10802000/

Just some thoughts on a Friday

2011. Earth Odyssey. War across the globe. Silent rebellion in Iran. Riots in Tunisia, Algeria, even demonstrations in Jordan. Questions. Wikileaks. Are we witnessing another tragedy in the Arab world, a small step towards civil society, or just another blast of violence across the region? Perhaps finally a chance for democracy, yet what kind of democracy? Freedom for all? Or just another tiranny by the majority? Will the Algerian and Iranian disasters be repeated in Tunisia, will the poison spread? Would it finally be possible to establish true democracy in the Middle-East without simultaneously allowing islamic fundamentalism to enter through the back door? That is the question which has been looming over the region for many decades now. And for the decades to come. Global warfare between religions, races, is that a future? A race to the bottom for cheap labor and natural resources? The Great Game version 2.0. Is the Clash of Civilizations an inevitable picture of the future or a just self fulfilling prophecy? Perhaps. Perhaps not. Or both. Are we destoying our planet? Definitely, at least the planet as we like it to be. A playground for the human race. But not for long, if we continue the same patterns we have used for thousands of years. Does anyone care, truly care? Has sustainibility just become another marketing instrument? Which battle is right, and which is wrong. Who takes the lead, and perhaps more importantly, who follows. Who has the answers when nobody even asks any questions anymore. Who cares to ask a smart question if the answers are eloquently spoken yet mere rhetoric? What is authority without authenticity? And where can we still find authenticity through rhetoric and mass deception? What is left and what is right? Who cares about left and right anymore if the issues cannot be resolved by two-dimensional thinking. At what stage did feelings of guilt turn into justifications for tyranny. Why is everyone thinking outside of the box and not filling boxes with ideas that truly work? Well, it’s probably me. I am confused. And so are you. And if you’re not, you should be. And if not, you’re either a good liar or not being true to yourself. Just as myself. Perhaps I am convinced of a false ideology of superiority. If I do not doubt my own assumptions I may be wrong just as much as you are. Somewhere on the way we acquired a fear towards something and it serves us well because it serves victimhood. You identify the culprits but fail to acknowlegde your own crimes. Fear feeds on jealousy and a false image of past and future. Truth, honesty, sincerity will suffer, for a long long time to come. But eventually these virtues will resurge just as swiftly as the outbreak of violence that is looming everywhere. It has nothing to do wth culture, it is human nature regardless anything else. We are alive, it’s a miracle in itself so evident we fail to see it until we are forced to accept it. Yet the door is ajar. We listen to the messages from prophets, true or false, and distort what may be true to their message yet eagerly accept anything that is false as long as it serves our purpose. And I thank you for reading all the way to the end of this message. If you have been so patient, just let me add one more thing. Any true prophet, dead or alive, real or imaginary, is never hateful, yet we are. Well, I know it sounds a little corny – as do most positive messages, unfortunately – perhaps because we think negativity is somehow more truthful – but we deserve to be enjoying life, just as the planet deserves to continue turning around the sun with at least a little peace and quiet. By the way, have a great 2011.

De bijensteek van de contra-elite

bee De wereld is nu al jaren in de ban van het islamistische terrorisme en fundamentalisme. Als beweerdelijke tegenreactie is in de wereld nieuw-rechts ontstaan. In Nederland is de opkomst van de PVV daarvan een uiting. Terwijl deze richtingen haaks tegenover elkaar staan in ideologie, hebben zij evenwel veel gemeen. Net zoals het fascisme en het communisme zich bedienden van een vrijwel identieke retoriek en beeldentaal, zo lijken de islamisten en nieuw-rechts eveneens op elkaar.

Beide stromingen komen voort uit een opstand tegen de heersende elite. Deze contra-elite bestaat vaak uit het middensegment van de samenleving, en niet -zoals vaak in Nederland wordt beweerd- uit de onderste laag van de samenleving. In de islamitische wereld vormen islamisten, zoals de Moslimbroederschap in Egypte en in zekere mate ook Hamas, een tegenwicht tegen de elite. Het is algemeen bekend overigens dat moslimterroristen juist vaak jonge, goed opgeleide mannen zijn die ontevreden zijn over hun mogelijkheden tot ontplooiing. Samuel Huntington waarschuwde al in 1998 voor de explosieve groei van deze grote groep werkloze jonge mannen in niet-westerse samenlevingen.

De contra-elite in het Midden-Oosten vormt een voortdurend gevaar in politieke zin voor de heersende klasse die is opgekomen na de dekolonisatie. De opstanden in Tunesie zijn een recent voorbeeld van de weerstand van de goed opgeleide contra-elite.

De contra-elite in Europa en in eigen land vormt een bedreiging voor de heersende klasse van bestuurlijke regenten, die zich als moderne mandarijnen met een sektarische managementtaal trachten te onttrekken aan de werkelijkheid van de gewone man. Zodra zij in hun bestaansrecht worden bedreigd trekken zij een rookgordijn op van ondoorzichtige structuren, onderzoekscommissies met loze conclusies en overige vage gremia.

De PVV-politici worden door Wilders als missionarissen gezien in de strijd tegen de Islam. In de Islam zoekt en vindt de PVV zijn vijand, maar als tegenpolen van dezelfde magneet zijn zij niettemin onlosmakelijk en onherroepelijk aan elkaar verbonden. De populariteit van de PVV in eigen land komt overigens ook voort uit een vergelijkbare onvrede over de elite als in het Midden-Oosten. Al is de situatie erg verschillend, toch hebben beide contra-elitaire bewegingen veel gemeen.

De opkomst van een nieuw soort journalisten van het slag Julian Assange, de Griekse anarchisten, de boze jongeren in Tunesie, de opkomst van extreem-rechts in Hongarije: allen vormen zij verschillende takken van dezelfde stam, die van het contra-elitaire denken. In de ogen van al deze groeperingen is de vijand de ander, de vreemdeling, die het eigene bedreigt. Maar niet alleen dat. De eigen overheid, de heersende elite, wordt gezien als een stilzwijgende handlanger van die aartsvijand. De agressie van de contra-elite richt zich dan ook vaak meer op de eigen elite dan op de beweerdelijke vijand zelf. Totdat de contra-elite zelf aan de macht komt. Dan wordt de contra-elite zelf deel van de elite en verstomt de kritiek al snel. Het is al tijden akelig stil rond de PVV. Wellicht toch een meesterzet geweest van Maxime Verhagen om deel te nemen aan het kabinet.

Misschien weet Verhagen als historicus als geen ander dat juist door de PVV te laten doordringen tot de elite, de PVV onschadelijk wordt gemaakt. Net als een boze honingbij die zoete honing belooft maar na een gemene steek zelf overlijdt. De vraag is alleen hoeveel schade de bij kan aanrichten voordat zij sterft. En in hoeverre de gematigde krachten in staat zijn de contra-elite uit te laten razen. En in hoeverre de contra-elite zelf in staat is tot matiging. We kennen allemaal de slechte voorbeelden van gevallen waarin de gematigde krachten het onderspit hebben moeten delven, van het Duitsland van voor de Tweede Wereldoorlog tot Algerije en Iran.

Die slechte voorbeelden indachtig is het dus noodzaak de contra-elite zodanig te faciliteren dat zij haar vernieuwende functie kan vervullen zonder dat deze de heersende elite volledig vernietigt. Het is net als bij een virusinfectie. Als een virus het lichaam binnendringt, wordt het nooit echt verslagen maar door antistoffen ingepakt. Het is de hopen dat de antistoffen sterk genoeg blijken wereldwijd en de patient het overleeft. Een verkoudheidje af en toe is goed voor de weerstand, maar de Mexicaanse griep laat iedereen toch liever aan zich voorbij gaan.

In het westen zijn genoeg antistoffen aanwezig in de vorm van goed onderwijs, onafhankelijke rechtspraak en een goed gevestigde democratie. In het Midden-Oosten zijn die antistoffen niet of nauwelijks aanwezig. Er is slechts de heersende elite, de contra-elite en het ”gewone volk” dat altijd het slachtoffer is. In het westen hadden we ooit Winston Churchill als voordvoerder van de vrije wereld met zijn ”WE WILL NEVER SURRENDER”. Wie is er nog over in het Midden-Oosten om deze woorden aldaar aan te heffen? De gematigde krachten zijn allang uitgeschakeld door de heersende corrupte regimes die door een gebrek aan een gematigd alternatief geholpen door het westen decennia lang de dienst hebben uitgemaakt. Die strategie is na het einde van de Koude Oorlog nog twintig jaar tot in het extreme gestrekt, gemasseerd en uitgemolken maar nu definitief uitgewerkt. De geest is uit de fles. De bevolking mort, daar en hier. Het Midden-Oosten kwam nog nooit -letterlijk en figuurlijk – zo dichtbij. Tunis ligt noordelijker dan Gibraltar en dichterbij dan Griekenland. Het is slechts het begin. Het wordt een ”bumpy ride”.

 

Opstelten bezoekt rampgebied en blijft in de bus

scan003391.jpg

Schouderklopjes

Kent u het, de schouderklop? De vriendelijke hand die op uw schouder rust, of even uw bovenarm aanraakt? De schouderklop is een gebaar dat overal ter wereld geruststelling en begrip of aanmoediging uitdrukt. Begrip met jouw situatie, of aanmoediging.

Toch is er iets ongemakkelijks aan de schouderklop. Vooral voor degene die hem ontvangt. Want hoe subtiel ook, degene die de schouderklop geeft staat altijd boven degene die hem ontvangt. Het is een subtiel gebaar dat uitdrukt ”Ik ben hoger in rang dan jij, maar toch mag ik je”.

Het valt op dat vooral ontwikkelingswerkers in Afrika en andere armere delen van de wereld ruim zijn met het geven van de schouderklop. Vaak torenen de Nederlanders dan ook nog eens uit boven de lokale ontvangers van het geklop. Waar de Nederlanders onderling schaars zijn met het uitdelen van de klop, omdat het nu eenmaal een ongemakkelijk gebaar is hier in het noorden, compenseren Nederlanders deze stijfheid met een veelvuldig geklop en zelfs omhelzingen in zuidelijker streken.

Om de eigen stijfheid te maskeren, kloppen en knuffelen de Nederlanders heel wat af in Afrika. Want schouderkloppen drukt betrokkenheid uit, zo denken we. Want die mensen in zuidelijke landen zijn in onze ogen veel warmer, veel echter. Veel menselijker. Een bevrijding voor de noorderling, die vooral heeft geleerd zich met woorden uit te drukken. Maar de ontvangers van de schouderkloppen ondergaan deze vriendelijke gebaren niet altijd even gemakkelijk. Ze lachen meer uit verbazing dan uit blijdschap om die Hollandse schouderklopreuzen. De gedachte dat deze gebaren geheel gratuit zijn komt nog niet in ze op.

Een overtuigd klopper was Ruud Lubbers, die graag jezuitische klopjes uitdeelde onder zijn ondergeschikten die daar lijfelijk de gevolgen van moesten ondervinden. Helmut Kohl die een bloedhekel had aan ‘Loebbers’ moet regelmatig zijn uitgeweken voor de bezielde hand van de voormalige Nederlandse premier. Harry van Bommel is een andere beroemde Nederlandse beroepsklopper die al Arabische vrouwenbillen betastende zichzelf bevrijdde van zijn calvinistische schuldgevoelens. Maar de meest professionele kloppers zijn de presidenten van de Verenigde Staten. Zowel Bush als Obama kloppen alsof hun leven ervan afhangt. Zij zijn natuurlijk de alfamannetjes in de internationale politiek, en kunnen niet zonder de klop. Daarom voelt het ook zo ongemakkelijk aan als oud-premier Balkenende of huidig premier Rutte schouderklopjes uitdeelt aan mede-regeringsleiders. Ze zeggen daarmee dat ze belangrijker zijn dan ze in werkelijkheid zijn.

De klop-objecten kunnen niet anders dan blijven lachen en het Nederlandse geklop gelaten ondergaan. En zinnen op stille wraak tot de volgende vergadering en het meest effectieve diplomatieke middel uithalen dat nooit in Wikileaks zal staan: de Tegenklop. Onverwacht toeslaand snel een tegenklop uitdelen, breed lachend (zonder dat de ogen meedoen), iets nietszeggends vragen als ”how high is the highest building in your country?”,  terwijl alweer wordt gezocht naar het volgende te bekloppen slachtoffer zonder het antwoord van de ontvanger af te wachten: dat kenmerkt de ervaren beroepsdiplomaat. Een goed uitgehaalde klop zegt meer dan duizend andere nietszeggende diplomatieke woorden.

De Saraceense Palamedes

 floris

In een recent andere blogpost omschreef Palamedes het verschijnsel van de moderne bekeerling tot de islam in Europa als de ”moderne Muwalladi”. Palamedes was verbaasd te vernemen dat zijn eigen naam verbonden is aan een ridder van de Ronde Tafel van de Arthurlegenden. Palamedes was dus niet alleen een Oudgriekse mythische figuur, maar verschijnt ook in de Arthurlegenden. Palamedes (ofwel Palomides) was volgens Wikipedia althans http://en.wikipedia.org/wiki/Palamedes_(Arthurian_legend een Saraceen die zich bekeerd had tot het Christendom.

De Saraceen, ofwel de moslim, speelt al sinds de Middeleeuwen een belangrijke rol in de christelijke poezie en literatuur. Het islamitische Spanje en de nabijheid met de christelijke wereld zorgde voor een constante bron voor heldenverhalen, van het Roelandslied tot de legende van Sint Jacob van Compostela. Occitaanse troubadours waren geregeld in contact met het nabijgelegenen cultureel verwante Spanje (vooral Aragon). Het mooiste Middeleeuwse verhaal uit die streken is Floris ende Blancefloer, over een liefde tussen twee mensen uit rivaliserende culturen, Islam en Christendom. Dat gaat nog veel verder dan de rivaliserende stedelijke facties in Romeo en Julia. Maar Shakespeare introduceerde de liefde tussen twee culturen tweemaal in zijn andere werk. In de vorm van Othello, de moorse prins en Shylock, de Joodse handelaar uit het Ghetto uit de Merchant of Venice. Het loopt in beide gevallen niet goed af met deze vreemdelingen.

Dit brengt Palamedes op het spiegelbeeld van de Muwalladi: de moslim die tot Christen wordt. Dit is een delicate kwestie, aangezien volgens de Sharia de doodstraf staat op afvalligheid. Het is namelijk volgens de Islam erger om het enige ware geloof (Islam) te kennen en vervolgens hiervan af te vallen dan wanneer een niet-gelovige de Islam beledigt. Dit verklaart ook waarom Geert Wilders nog geen fatwa (”oordeel’) over zich heen heeft gekregen en schrijver Salman Rushdie (zelf moslim) wel.

Er is weinig bekend over het lot van moslims die zich in vroeger tijden -van de Middeleeuwen tot aan de vroegmoderne tijd bekeerden tot het Christendom. De christelijke wereld was het Dar-al-Harb (het huis van oorlog) en volgens de Sharia geen plek waar een moslim vrijwillig uit eigen initiatief naar toe mocht reizen. Leo Africanus, bekend uit de roman van Aamin Malouf is wellicht de bekendste moslim die zich bekeerde tot het Christendom in de 16e eeuw.

De eerste echt Engelse schrijver, Geoffrey Chaucer, schreef niet alleen de beroemde Canterbury Tales, maar ook het Vogelparlement (the Parlement of Fowles) uit 1382. Weinigen weten echter dat Chaucer deze titel direct ontleende aan het allegorische werk Mantiqu ‘t-Tayr (het Vogelparlement), van de Perzische dichter Attar die een eeuw eerder leefde. Een raamvertelling binnen dit verhaal vertelt over de liefde tussen een Perzische prins en een christelijke prinses. Het is de Perzische equivalent van Floris ende Blancefloer.

Dergelijke verhalen wijzen erop dat er toch contact moet zijn geweest tussen west en oost, al bewijzen de verhalen ook tegelijkertijd hoe uitzonderlijk en vreemd beide culturen voor elkaar waren. Sterker nog: zij waren concurrente beschavingen en leefden in directe rivaliteit met elkaar. En nog sterker: beide beschavingen beschouwden elkaar als inherent en wederzijds vijandig. Die onderlinge concurrentie om de gunst van God, deze onontkoombare vijandigheid, de doelbewuste polariteit, verbond tegelijkertijd beide beschavingen op een manier die ook de eigenheid van deze beschavingen benadrukte. Dit was dus een fenomeen dat aan beide zijden bestond, zoals blijkt uit de poezie van onder andere Attar, en niet een eenzijdige obsessie of een ”behoefte aan een vijand” dat louter in de westerse psyche leefde, iets wat apologetische historici en journalisten als Geert Mak (geen historicus!) vaak lijken te willen benadrukken. Het Christendom was een bleef voor de moslims, tot in de moderne tijd, vooral Dar-al-Harb.

Wanneer in deze diametrale constellatie het dan toch tot een normaal of zelfs liefdevol contact kwam, was dit zo uitzonderlijk zoet en exotisch dat het dichters en schrijvers inspireerde tot grote hoogten. De doelbewuste culturele distantie was zo een goede manier om het eigene en het universele grensoverschrijdende karakter van de liefde te benadrukken.

In later eeuwen, vanaf de 17e eeuw werden de contacten langzamerhand intensiever. Met die toegenomen intensiviteit die tot op heden voortduurt, verdween de exotische verlokking die van de vijand uitging en maakte plaats voor een meer realistische ontmoeting die uitmondde in een ”down-to-earth”-vijandschap en rivaliteit. Het werd kortom gewoon knokken.

Niet altijd stonden west en oost direct tegenover elkaar. Sommige westerlingen maakten handig gebruik van de ”vreemdheid” van het oosten om hun eigenbelang te dienen.

De bekende barbarijse zeerover uit de 17e eeuw, Murat Reis, geboren Jans Janszoon (uit Haarlem) nam de IJslandse priester Olufr Eigilsson gevangen om hem als slaaf aan de Turken te verkopen. De laatste schreef daarna een fascinerend verslag ”de Turkse Ontvoeringen” over de praktijken van de islamitische zeerovers en slavenhandelaars, die overigens veelal nauw samenwerkten met de evenals de Hollanders altijd op geld beluste Venetianen. De Venetiaanse ”Riva dei Schiavioni”, (de Slavenkade) herinnert nog altijd aan de lucratieve Venetiaanse handel in slaven (die overigens vaak ook tot de Slavische volkeren behoorden). Witte slavinnen waren namelijk erg gewild in het Midden-Oosten sinds het aantreden van de oorspronkelijk ook blankgetinte dynastie der Mamelukken en dus leverden blanke slavinnen -veelal uit Georgie, de Griekse eilanden of de Balkan –  veel geld op. Daarnaast werd het de mode in Italiaanse kringen om een zwarte huisslaaf erop na te houden. Dat was een teken van welvaart.  

Gedurende vele eeuwen speelden oosterse Christenen, van de Nestorianen tot de Kopten, Maronieten en Grieks-orthodoxen naast de Joden een belangrijke rol al intermediair tussen de Christelijke en de Islamitische wereld. Khalil Gibran, de 20e eeuwse schrijver van ‘De Profeet’ was een van de weinigen die een brug tussen deze werelden ook echt in culturele zin trachtte te construeren via zijn werk. Maar vanwege zijn syncretische denkbeelden tussen de verschillende godsdiensten kon zijn werk enkel in de Verenigde Staten worden uitgegeven. Wellicht een teken aan de wand.

Maar echte overlopers -tegenwoordig zouden we zeggen ”transculturelen”- waren er niet van de Islam naar het Christendom, en voorzover deze mensen er waren werden zij gewantrouwd. Net als andersom de Muwalladi. Nog steeds trouwens, in beide kringen worden deze mensen niet geaccepteerd. Het meest recente voorbeeld hiervan is het op legalistische wijze verstoten van de tot het Christendom bekeerde Ayaan Hirsi Ali, dit terwijl vele fundamentalistisch-islamitische Somalische landgenoten van Hirsi Ali vrije toegang hebben tot alle vrijheden die ons land te bieden heeft. Zij blijven tenminste binnen hun eigen cultuur, en we hebben het kennelijk liever zo. Dat lijkt althans de boodschap van Rita Verdonk te zijn geweest: liberalisme is leuk, maar van ons en niet van jullie.

Het Christendom in het Midden-Oosten is, vooral na de Amerikaanse invasie in Irak, op sterven na dood. Israel is in conflict met zijn buren. De brugfunctie die gedurende vele eeuwen door oosterse christenen en Joden werd vervuld, is daarmee komen te verdwijnen. Het conflict heeft zich verplaatst naar het Europese continent zelf, en dan niet eens naar de Balkan zoals vroeger maar naar West-Europa.

Gezien deze laatste ontwikkeling ben ik erg benieuwd hoe de Saraceense Palamedes al vele eeuwen eerder in Albion terecht kwam. Reden voor een zoektocht. Voor de liefhebbers: Wordt vervolgd!

 

Bronnen o.a.:

http://books.google.nl/books?id=HwJ_TZNuOWoC&pg=PA155&lpg=PA155&dq=vogelparlement&source=bl&ots=D23rT7B_QN&sig=RwQZn_QyB9Q3j3TEUHM8Bdips0k&hl=nl&ei=KKYdTYHLIcztObiagYoJ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=6&ved=0CDgQ6AEwBQ#v=onepage&q=vogelparlement&f=false

Over uien, peulen en Lineair-C

 lineair

De Engelse taal is overal. Woorden als benchmarken, output, task force en compatible zijn gewone Hollandse woorden geworden. Vaak worden dergelijke woorden gebruikt om de werkelijkheid te verfraaien of om er een quasi-doordacht tintje aan te geven. Want het inzetten van een task force om de ”hearts and minds” in Afghanistan te winnen klinkt toch beter dan een groepje slecht voorbereide agenten ergens ver weg naar een vijandig land sturen. De Engelse taal is overal doorgedrongen, van de Tweede Kamer tot aan het topmanagement van internationale bedrijven. Iedere Nederlander meent vloeiend Engels te spreken, iets wat in het buitenland –vooral in de Angelsaksische wereld zelf – overigens niet altijd even volmondig wordt onderkend. Uit beleefdheid zullen zij echter niet snel zeggen dat onze beheersing van de Engelse taal te wensen overlaat. En geven geen commentaar als een Nederlander het weer eens heeft over ”Brisbeeen” in plaats van Brisbane.

Vroeger werd de Nederlander gekenmerkt door het feit dat hij Duits kon spreken met de Duitsers, Frans met de Fransen en Engels met de Engelsen. Dat was de meerwaarde van de Nederlander binnen Europa maar dat is allang niet meer zo. Duits spreken wij liever niet, behalve dan op een licht lacherige toon als we op wintersport gaan naar Oostenrijk. Het is voor de verwaterde Noordzeedelta-germanen niet meer de taal van Goethe, Heine en Schiller, maar van Anton aus Tirol. De verminderde kennis van het Frans maakt deze taal daarentegen weer geheimzinniger. Sommige woorden die geen Franse oorsprong hebben worden dan opeens voor Frans aangezien. Hygiëne wordt tegenwoordig op zijn nep-Frans uitgesproken als hygièène in plaats van hygiééne, therapeut met ‘’peut’ uitgesproken als ‘’peul(vrucht)’’ in plaats van therapuit (als in ‘’ui’’). 

Terwijl het Engels oprukt, of liever gezegd: het Neder-Engels, holt de beheersing van de eigen Nederlandse taal achteruit. Een steeds verdergaande versimpeling is gaande. ‘’Het meisje die ik gisteren zag’’ is gebruikelijk Nederlands geworden. Of nog erger: Die meisje die ik gisteren zag. ”Meisje” wordt niet meer als verkleinwoord van ”meid” gezien en dus niet meer als onzijdig gezien maar als vrouwelijk. Maar ook in complexe zinsconstructies gaat het vaak mis met de woordjes ‘’die, deze, wat, dat’’. En ‘’Zij’’, derde persoon meervoud is al sinds enige jaren vervangen door ‘’hun’’.  ”Hun hebben die meisje gisteren gezien” is wellicht toekomstig correct Nederlands.

 In de Randstad is overigens al een soort grootstedelijk pidgin ontstaan dat nog veel verder gaat dan de hier beschreven ontwikkelingen. Voor het eerst in de geschiedenis spreken plattelanders de standaardtaal beter dan de stedelingen. Maar het pidgin-Nederlands rukt op en zorgt voor een steeds grotere kloof tussen de ”elite” en de pidgin-sprekers. Tekenend was dat het nieuwste woord in de Nederlandse taal ”daggeren” is. Dit woord werd bekend door de serie Oh oh Cherso. Daggeren komt natuurlijk van het Engelse woord ”dagger” (dolk) en in Caribisch-Engels staat het voor een danswijze die de geslachtsgemeenschap nabootst, waarbij de man met ”dolk-achtige” bewegingen achter de vrouw danst. Op het keurige journaal werd te term echter ‘daggeren’ op zijn Nederlands uitgesproken, alsof het ging om ”baggeren”.

Naast het Neder-Engels is een andere taal ontstaan, het Lineair-C van management en ambtenarij. Deze kringen bedienen zich veelal van eufemismen (jawel met ‘’ui’-klank) of verhullende termen voor bestaande fenomenen. De politiek lijkt soms zelfs in het enkel verzinnen van nieuwe woorden de oplossing van problemen te zien. Zo zijn er  tegenwoordig krachtwijken plaats van problemenwijken, we hebben de WIA (Wet Inkomen naar Arbeidsgeschiktheid) in plaats van WAO (Wet op de Arbeidsongeschiktheid). Straks krijgen we de ‘’vitaliteitsregeling’’ in plaats van de ‘’levensloopregeling’’. Banken verlenen bij hypothecaire leningen een speciale ‘’life style-korting’’ voor gezonde mensen zonder medisch verleden, een slimme manier om de mensen met een medisch verleden meer te laten betalen, verpakt als korting voor de rest.  Managementtermen zijn al helemaal vaag en onverkwikkelijk. Zo wordt ‘’verantwoordelijkheid’’ tegenwoordig vaak ‘’ownership’’ (van een ‘’file’’ of ‘’task’’) genoemd. En zelfs hele bedrijfsnamen zijn semi-Engels, zoals Pro-Rail dat beter Anti-Reizigers had kunnen worden genoemd. Dan hebben we ook nog TNT, een Australische groep waarvan niemand weet waar de afkorting voor staat. Toch zeggen we massaal Tie-en-Tie op zijn Engels in plaats van Tee-en-Tee, omdat dat spannender klinkt.

Het enige wapen dat nog helpt om de sprekers van Neder-Engels te ontmaskeren is om te vragen of ze eens een gesprek geheel in het Engels willen voeren over een willekeurig onderwerp. Dan komt al snel de Nederlandse aap uit de Engelse mouw. Een goede manier om managers te ontmaskeren is om te vragen wat ze nou precies bedoelen en of ze in gewone taal kunnen samenvatten wat ze in hun moderne Lineair-C verkondigen. Na enig gestotter komt er dan meestal uit dat ze het zelf ook niet weten. Nietszeggendheid der nietszeggendheden.

BTW-(ver)heffing des volks

voetbal 

primaire levensbehoefte

De hele discussie rondom de verhoging van het BTW-tarief van 6% naar 19% doet nogal symbolisch aan. De maatregel past binnen de verschuiving van directe belastingen (Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting etc.) naar indirecte belastingen zoals BTW en accijnzen. Het kabinet wil koste wat kost deze verhoging snel doorvoeren, maar in de cultuursector en, zo bleek, ook binnen de Eerste Kamer, leeft grote weerstand tegen deze lastenverhoging voor de cultuursector.

Het gereduceerde BTW-tarief is in het leven geroepen om bepaalde elementaire levensbehoeftes niet te zwaar te belasten. Zo zijn melk, brood, maar ook kappersdiensten onderworpen aan een tarief van 6%. Niemand zal erover twijfelen dat dit elementaire behoeftes betreft. Maar ook voetbalkaartjes zijn bijvoorbeeld belast tegen 6%, en dit wordt niet verhoogd. Dat zou ook politieke zelfmoord van het kabinet zijn. Voetbal is net enkel oorlog, maar ook een primaire levensbehoefte.

Het is vreemd dat de verhoging nu wordt gezien als een onevenredig bezwarende maatregel. Niemand klaagt er tot nu toe immers over dat andere elementaire producten en diensten zoals gas, elektriciteit en drinkwater te hoog worden belast, namelijk tegen het normale tarief van 19%. Ter vergelijking: in het Verenigd Koninkrijk worden gas en elektriciteit tegen 5% belast. Het normale tarief aldaar was 17,5%, maar David Cameron heeft dit onlangs verhoogd tot 20%.

Nederlanders betalen een naar Europese maatstaven (uitgezonderd het VK) overigens een niet erg hoog BTW-tarief. De belastingdruk op cultuur in Nederland is echter vooral toegenomen omdat er geen mogelijkheden meer zijn om belastingaftrek te verkrijgen bij cultureel getinte projecten. Vroeger was er een speciaal CV-regime voor speelfilms dat al eerder is afgeschaft. Het kabinet kiest er echter niet voor om de culturele sector op enigerlei andere wijze tegemoet te komen. Ook dat is een in beginsel politieke keuze die niemand kennelijk wil of durft te maken.

Het is intussen maar de vraag of de verhoging van het BTW-tarief uiteindelijk iets zal opleveren. De kans is groot dat mensen gewoon minder kaartjes kopen voor cultuur. Dan vloeit er ook minder naar de staatskas. Belangrijker is dat het kabinet van plan is om de directe belastingen (waaronder hypotheekrente-aftrek) in stand te laten, maar dit wel wil compenseren door via de achterdeur toch weer meer te heffen. Bijvoorbeeld door verhoging van het reguliere BTW-tarief, of verhoging van accijnzen op bijvoorbeeld tabak en benzine. In treurig belastingjargon heet dit ”grondslagverbreding.”

De uiteindelijke vraag is natuurlijk ook wat de waarde is van cultuur in ons land. Dat is een waarde die niet goed in cijfers valt uit te drukken. En daar hebben Nederlanders -Droogstoppels als we zijn gebleven - nog altijd grote moeite mee. Al speelt onze premier uitstekend piano, een Chopin, Beethoven of Bach hebben we nooit voortgebracht. Maar wel Louis van Gaal. Dat is nu pas toegevoegde waarde.

BRIC A BRAC

bric a brac 

Terwijl de 27 landen van de Europese Unie langzaam lijken te wennen aan een bescheidener rol in de wereld, schikken westerse economen zich met een dubieuze moedwilligheid in de schijnbare onontkoombaarheid van deze penibele situatie. Als spiegelbeeld voor de Europese inertie en lankmoedigheid plaatsen zij een nieuwe wereldorde die met frisse energie geleid zal worden door niet-westerse – of specifieker gezegd- niet-Europese en vooral niet-Amerikaanse grootmachten. De toekomstige Brave New World moet uitgaan van de zogeheten opkomende landen in de wereld: de BRIC-landen. Dit zijn natuurlijk Brazilie, Rusland, India en China. Maar de rij van toekomstige grootmachten wordt steeds langer. Nu komt Zuid-Afrika er ook al bij, dus wordt het BRICS.

Maar uit nieuwe berichten blijkt ook dat Indonesie hard aan de weg timmert en daarom voorspellen sommige westerse economen dat het zelfs BRICSI kan gaan worden. Belangrijkste idee van de Brave New World is dat Europa en Amerika tweederangs machten worden, althans zo lijken de economen met een aan masochisme grenzend genoegen te schetsen. Alles is goed, alles ”moet kunnen” zolang de nieuwe wereldorde vooral maar niet-Westers is, en vooral niet-Amerikaans. Zich in de modder van de economische misere wentelend, roepen sommigen al dat ook Turkije, Argentinie, Mexico, Nigeria en Egypte tot de nieuwe grootmachten gaan horen. Zo krijgen we dus een steeds grotere kring van landen die de Nieuwe Wereld gaan leiden, de BRICSI..T..A..M..N..E. Al deze landen willen alles wat de verzwakte westerse landen ook hebben, vooral kernbommen. Zelfs Nigeria wil een nucleaire grootmacht worden. Andere kandidaten voor de Brave New World, zoals Japan en Zuid Korea dienen zich aan, maar de economische zelfkastijders van het Westen vinden deze landen toch te westers van aard om bij de eliteclub te mogen horen. Turkije was een grensgeval, maar mocht uiteindelijk toch aanschuiven bij de nieuwe rij wereldleiders.

Het belangrijkste criterium om toegelaten te mogen worden tot de Global BRICS(ITAMNE)-Rotary is dat het een ”opkomende economie” is en dat het land een ”slachtoffer” moet zijn geweest van het Europese dan wel Amerikaanse imperialisme en/of kolonialisme. Het succes van deze voormalige zogeheten slachtoffers van de wereldgeschiedenis vervult de zelfbevlekkende westerse economen en leiders met een groot genoegen. Met zichbaar genot bevrijden de westerse leiders zich tegelijkertijd ook nog eens van een vermeend schuldgevoel over het kolonialisme: twee vliegen in een klap.

De blinde vlek van de Nieuwe Wereldorde is echter dat de meeste opkomende landen helemaal niet ”nieuw” zijn op het wereldtoneel, noch onschuldig. Brazilie was een van de laatste landen in de wereld om de slavernij af te schaffen (1888). Rusland heeft jarenlang de Centraal-Aziatische landen bezet en op hardhandige wijze gerussificeerd; de Sovjet-Unie was het laatste imperialistische rijk ter wereld tot het in 1991 instortte. En de oorlog in Afghanistan kostte een miljoen Afghanen het leven en we leven nog steeds met de erfenis van die oorlog anno 2010.

India dan? Dat land kent nog altijd het eeuwenoude kastenstelsel dat weliswaar verboden werd door Mahatma Gandhi maar nog steeds niet uitgeroeid.

China? China houdt nog altijd een ander land -Tibet- bezet, onderdrukt de Ugyuren en eigenlijk alle andersdenkenden. En wat iedereen schijnt te zijn vergeten is dat China tijdens de Qing-dynastie in de 18e eeuw flink aan imperialistische veroveringen deed in het westen, zuiden en noorden. De Qing-dynastie verdubbelde zo het Chinese grondgebied. De huidige regio’s Sinkiang-Ugyur, Tibet, Binnen-Mongolie werden veroverd, Nepal en Vietnam aangevallen, Buiten-Mongolie, Toevenie en Korea tot vazalstaten gemaakt. Opstanden van moslims, talloze inheemse volkeren en andersdenkende sekten werden bloedig onderdrukt, van Tibet tot aan Taiwan.

Een goed voorbeeld van een niet-(Han) Chinees volk dat hard werd onderdrukt door de Chinese Qing-dynastie is het Hmong-volk, hier te lande ook bekend geworden door de fraaie film Gran Torino van Clint Eastwoord. Zie http://www.youtube.com/watch?v=RHRiP6TRtnE&feature=related . Dit volk vluchtte naar Laos en Vietnam om aan de terreur van de Chinese Qing-dynastie te ontkomen. Cynisch genoeg moesten zij eeuwen later ook weer hun nieuwe gronden onvluchten na de Vietnam-oorlog. Ontworteling in het kwadraat.

Zuid-Afrika dan? Zuid-Afrika is van een dictatuur van de blanke minderheid geworden tot een dictatuur van de zwarte meerderheid. Schuif maar lekker aan! Turkije hield tot 1918 grote delen van het Midden-Oosten bezet en was eveneens een imperialistische staat die niet onderdeed voor de Europeanen. Maar toch zijn de Turken een beetje zielige nobele wilden in de ogen van de westerse economen.

Nu zouden sommige objectieve beschouwers kunnen beweren dat Brazilie eigenlijk al een westers land is, en Zuid-Afrika ook. Misschien zelfs Turkije. Maar de inwoners van deze landen hebben een kleurtje, dus dan gelden voor de ”reverse racists” in het westen andere wetten: de inwoners in deze streken worden deze landen dan uiteindelijk toch bij de Nieuwe Wereldorde gerekend. De nobele wilde versie 2.0. Victus ergo sum.

Zo bezien is de Nieuwe Wereldorde oude wijn in nieuwe zakken, alleen zijn de kaarten anders geschud. En de Brave New World anno 2011 heeft opvallend veel gemeen met de wereld anno 1911, drie jaar voor de Eerste Wereldoorlog. Toen concurreerden en rivaliseerden de Europeanen elkaar de tent uit. Nu rivaliseert iedereen met iedereen, in de race om welvaart, grondstoffen en dominantie. Back to the future in 2011…alvast iedereen een gelukkig nieuwjaar, wederom vol cultuur-negativisme en westerse zelfkastijding…en dat de nucleaire pleuris de komende 365 dagen nog maar even uit moge blijven!

Scaramouche speelt met TNT

Explosieve toestanden bij TNT, en dan heb ik het niet over springstof, maar over gerommel in die organisatie waarvan niemand de betekenis weet. Waar staat TNT voor, letterlijk en figuurlijk? De postbodes van TNT staken, de postbezorgers kennelijk niet. Kom er maar eens zelf op. Ook internationaal staat de boel op springen. Uit vrees dat de welbekende grote paddestoelvormige radioactieve wolk boven Europa gaat liggen, roept de PVV alvast op tot een preventieve aanval op Iran; in eigen land zijn de kerstbomen weer verlicht want het is weer advent, en alsof er niets aan de hand is wordt Nederlands grootse schaker Max Euwe herdacht. Wat hebben deze feiten met elkaar gemeen?

Allen hebben zij indirect te maken met Iran, of Perzie, zoals dit land tot enkele decennia geleden nog vaak werd genoemd. De Oude Perzen – en dan bedoel ik in dit verband de voor-islamitische Perzen en meer specifiek het Oudperzich-Medische wereldrijk van Xerxes en Cyrus – waren namelijk de uitvinders van de posterijen. Het Perzische Rijk was de eerste staat waar de posterijen door de Staat werden verzorgd. Hallelujah. De post was een belangrijk communicatiemiddel tussen de Sjah (of Koning) en zijn gouverneurs ofwel satrapen in de provincies van dit uitgestrekte Rijk dat liep van de de Nubische woestijn tot de rivier de Indus in het oosten. Het beschikken over goede posterijen was eeuwenlang en in Nederland tot aan het einde van de 20e eeuw een belangrijk element van en vergevorderde beschaving. Stakingen van postbodes zouden in het Oudperzische Rijk bijna gelijk staan aan blasfemie.

De post was in het Perzische Rijk  namelijk een vrijwel heilig goed. De Perzen gebruikten waarschijnlijk als eersten de codex, de voorloper van het moderne boek, om hun besluiten in af te vaardigen. De postbezorgers stonden in hoog aanzien en mochten zelfs met het zegel van de Sjah rijden over een speciaal daarvoor aangelegde Koningsweg en werden paraveredos genoemd. Hiervan zijn het Duitse ”Pferd”’en het Nederlandse ”paard” afgeleid.

 Andere zaken die wij van de Oude Perzen hebben overgenomen zijn onder andere het schaakspel (eveneens van het woord ”Sjah”, dus het Koningsspel) en zelfs de oerhollandse windmolen schijnt daar voor het eerst te zijn uitgevonden. Maar de belangrijkste erfenis van de Perzen is wellicht de Zoroastrische voorstelling van goed en kwaad, verpersoonlijkt in de Messias en de Duivel, evenals de voorstelling van het Paradijs (van het Perzisch afgeleid).

De Zoroastrische godsdienst van de Perzen verdween na de komst van de Islam, maar kleine groepen aanhangers van dit geloof vluchtten naar het voor ongelovige zwijnen en andere afgodenaanbidders vriendelijker Indische subcontinent waar zij onder de naam Parsi een aparte religieuze groep bleven, die veel invloed had in het Indische subcontinent. De Tata-familie is Parsi en de beroemdste Pars aller tijden is wijlen Freddy Mercury. Is de voor Mercury typerende synthese van openheid en geslotenheid, van goed en kaad, licht en duister, mannelijk en vrouwelijk zoals bijvoorbeeld in het beroemde nummer Bohemian Rhapsody niet typisch zoroastrisch?

Iran heeft altijd al een bijzondere positie ingenomen in het Midden-Oosten, als shi’itisch lans in een soennitische zee, en een Indo-Europese taal temidden de Semitische volkeren. Iran is het enige land van de islamitische wereld waar de voor-islamitische beschaving nog steeds haar echo doet klinken. Iraanse kinderen heten niet allemaal Mohammmed of Ali, maar Rostan of Cyrus, verwijzingen naar de oude gloriedagen van het Sassanidische Rijk, respectievelijk het Oudperzische Rijk.

Ahmadinejad ziet zichzelf als de Mahdi, de Shi’itische verlosser. Dat valt bitter slecht bij de buurlanden, vooral de Arabische landen. Voor het eerst staan de Arabische landen en Israel op een lijn, namelijk tegen het Iraanse bewind. De relatie tussen Iran en buurland Turkije, het andere belangrijke niet-Arabische maar wel islamitische land in de regio wordt daarentegen steeds inniger. Nog even en  zelfs de meest westers georienteerde delen van de Turkse bevolking willen niet eens meer bij de Europese Unie horen.

Ook de band tussen Iran dat andere grote islamitische land, Indonesie wordt steeds inniger. Conclusie van dit alles is dat de gevreesde islamisering weleens van een andere hoek zou kunnen komen, namelijk niet van de Arabieren maar van de veel grotere niet-Arabische moslimstaten. Wat Pakistan gaat doen is evenmin zeker. Wellicht daarom dat de FIFA kiest voor Qatar: om de Arabieren meer bij het westen te betrekken. De Golfstaten zijn ook veel meer afhankelijk van het Westen dan de meeste niet-Arabische islamitische staten.

Draai deze Kerstmis eens geen Bing Crosby, maar Queen, en dan het lied Bohemian Rhapsody, over de strijd tussen goed en kwaad. Een strijd die ook in 2011 weer zal woeden, Wreed op Aarde zal ook komend jaar heersen. Maar wellicht keert de Messias van het licht spoediger terug dan u dacht. Maar niet in de vorm van de islamo-fascist Ahmadinejad. Misschien wel als Gordon en zijn ”Angels”. God is a gay entertainer! Hallelujah. Gods wegen zijn immers ondoorgrondelijk. Gerard Joling als Petrus en Parry Brard als Maria. Palamedes krijgt er tranen van in zijn ogen. Na al die eeuwen Joods gelispel, Christelijke schootbezoekjes en Islamitische keelklanken eindelijk een beetje humor van God die natuurlijk ons mensen uitlacht. Losers zijn ze, al die monotheistische debielen. Gordon is de Messias. Je zou er als verstokt stuk atheistisch vuil uit de goot, als perverse slaaf van de Verlichting en het rationalisme bijna religieus van worden.

Het tijdelijke bestaan is gelukkig nog de laatste redding voor de atheist, maar ook geen ideale wereld. Terwijl de overheid als grootaandeelhouder de winst van TNT wel opstrijkt maar geen verantwoordelijkheid daarvoor aflegt, kunt u weer in slaap worden gesust tijdens een oudejaarsconferentie. En zodra de Nederlandse troepen Teheran binnenvallen terwijl uw sociale zekerheid langzaam wordt afgebouwd, verorber dan eens een perzik in uw champagne, van ”persica”: de Perzische vrucht. En zo krijgen de Nederlandse soldaten wellicht snel een ”ticket to paradise” in 2011. Volledig omgebogen en stijf van de bezuinigingscoke, gewapend met de beste managementcursussen op zak gaat Jan Soldaat als een strijdende Scaramouche met een geweer in de hand al dodend de Arische harten winnen op de ruines van Persepolis. We kunnen nog wel een ”clean war”, met slechts enkele honderdduizenden doden erbij aan. Maar alles beter dan een atoombom op Den Haag, die stad van de Wereldvrede. Urugzan, Iran, we kommen eran! Zoals Freddy Mercury al zong: Bismillah, let me go…

http://www.youtube.com/watch?v=0_15G_tIl38&feature=fvsr

 

De wispelturige bekeerlingen van Dar-al-Harb

Femke Halsema heeft ooit gezegd dat zij blij zou zijn als islamitische vrouwen op een dag in alle vrijheid hun burka of niqaab zouden afdoen. Volgens Halsema betekent het afdoen van de burka een symbool van verworven vrijheid, passend in de Nederlandse traditie van feminisering en emancipatie. Het afleggen van de burka als een laatste stap in een emancipatiestrijd die loopt van ”baas in eigen buik” van de jaren zestig tot een moment in de toekomst waarin de islamitische vrouwen eindelijk bevrijd zullen zijn van hun verstikkende geloof. Zo lijkt Halsema althans te suggereren. Zij sluit daarmee onbedoeld aan bij een lange rij van Europese koloniale machthebbers die de Europese beschaving eeuwenlang hoger achtten dan ”primitievere” beschavingen zoals de Arabo-islamitische cultuur.

Wat Halsema echter niet goed heeft begrepen, is dat islamitische vrouwen voor zover zij de burka dragen, zij dit meestal uit volle overtuiging en in alle vrijheid doen. Zij zijn trots op hun religie en vinden juist de bemoeienis van niet-moslims met hun geloof irritant en arrogant. De vele moslima’s, van jong tot oud, die de burka dragen zien dit als een belangrijk deel van hun identiteit in een omgeving die steeds minder begrip lijkt te hebben voor die identiteit.

Het probleem van Halsema en vele andere ‘intellectuelen’ in Nederland is dat de zogenaamde achterban vaak traditioneler is dan zijzelf en de linkse idealen uit de jaren ’60 niet deelt. Het probleem van de linkse elite is dat zij de islam omarmt als vriend en achterban, maar de islam zelf grotendeels een onbekende is gebleven.

Ik zelf had ooit een autochtone collega die tijdens een lunch met klanten mij verzocht geen alcohol te drinken omdat dit niet paste bij haar geloof. Zij was namelijk bekeerd en droomde ervan ooit een burka te mogen dragen. Van hard-rock tot gothic tot emo was zij nu moslima geworden, waarschijnlijk uit onvrede met de maatschappij of licht romantische ideeen over een zuiver leven, enigszins vergelijkbaar met de hippies uit de jaren zestig.

In het Verenigd Koninkrijk is bekering tot de islam een niet meer te stoppen trend. Recent is grote ophef ontstaan door de bekering tot de islam van Lauren Booth, de schoonzus van ex-oorlogsmisdadiger Tony Blair. http://www.guardian.co.uk/world/2010/nov/03/lauren-booth-conversion-to-islam?intcmp=239 . Deze nieuwe bekeerlingen zijn vaak vrouw en zij koppelen emancipatoire assertiviteit aan religieuze ijver, wellicht een nieuwe versie van het Florence Nightingale-complex.

Het schijnt dat ongeveer 30% van de autochtone Franse jongeren in Parijse achterstandsbuurten reeds is overgegaan tot de islam. Het probleem met deze tot de islam bekeerde moslims die zo graag de uiterlijkheden van de islam omarmen, is echter dat zij de islam zelf niet kennen maar slechts een karikatuur van die religie. In de Spaanse middeleeuwen werden deze mensen ”muwalladi”’ genoemd en gewantrouwd door de echte moslims omdat zij weliswaar zich gedroegen als moslims maar zij er niet van overtuigd waren dat zij daadwerkelijk moslims waren geworden. De Parijse muwalladi kennen niet de ware islam, slechts de gecorrumpeerde versie die daarvan hier in Europa aan het ontstaan is en die meer te maken heeft met anarchistische stromingen a la Wikileaks dan met Mekka. De islam roept niet op tot verzet tegen de regering Sarkozy of tot het jaarlijks in brand zetten van honderden auto’s met oud en nieuw (iets wat overigens niet eens meer in het nieuws komt).

De reden waarom echte moslims deze moderne muwalladi niet vertrouwen, is nog steeds hetzelfde. De muladi richten zich tegen de maatschappij, uit onvrede , in een zoektocht naar de eigen identiteit of zuiver uit opstandigheid. Iets wat niets te maken heeft met de islam. Deze bekeerlingen maken van de islam een karikatuur en brengen grote schade toe aan de religie omdat zij vaak niet handelen in de geest van verdraagzaamheid en integratie die eigen is aan de ware islam. Daarmee zijn deze autochtone bekeerlingen in feite net zo schadelijk voor de islam als de fundamentalistische islamisten. Deze bekeerlingen willen niets anders dan hun islamitische identiteit versterken en zetten zich daarom (of is het andersom?) sterk af tegen hun eigen identiteit, hun familie-achtergrond en sociale herkomst.

De bekeerlingen begrijpen vaak – overigens lang niet altijd, maar het is wel een tendens- niet dat de islam niet een anti-westerse ideologie is. Dat fundamentalisten de islam hebben verkracht en tot een politiek wapen tegen het westen hebben gemaakt, is treurig genoeg. Maar dat vervolgens autochtonen zich bekeren tot een vervrongen en verkeerde interpretatie van de islam, zonder de ware geschiedenis en diversiteit van de islam te kennen, is wellicht een nog groter euvel.

Sterker nog, een schijnbekering tot de islam is de grootste belediging die men deze religie kan aandoen, want de islam is geen hobby. Islam is geen life style, het is een wereldgodsdienst. De grootste en snelst groeiende godsdienst ter wereld. En miljoenen moslima’s dragen de burka met trots, de muladi met wellicht een nog grotere ijver. Ziij zullen hun burka niet afdoen omdat een ongelovige linkse politica daartoe oproept. Of de met post-koloniale schuldgevoelens behepte maar niettemin neokoloniale ideeen erop na houdende Femke Halsema en anderen dat nu prettig vinden of niet.

Informatierevolutie

De huidige tegenstellingen in de internationale politiek en binnen eigen land worden vaak gezien als de ”botsing der beschavingen”. Vooral het Westen en het islamitische oosten worden als tegenovergestelde culturen gezien, die direct met elkaar in botsing komen. De theorie van Samuel Huntington uit 1998 was dat op de geografische scheidslijnen de strijd het hevigst werd gevoerd, zoals bijvoorbeeld in Turkije.

Sinds de publicatie van Huntingtons boek zijn er twee nieuwe ontwikkelingen ontstaan. Deze waren al aanwezig ten tijde van het verschijnen van het boek, maar zijn inmiddels tot volle wasdom gekomen. In de eerste plaats de informatierevolutie die wordt veroorzaakt door het internet. Deze revolutie heeft ervoor gezorgd dat ideeen gemakkelijk kunnen worden verspreid. Dit heeft een platform gevormd voor allerhande extremisten en terroristen. De recente documenten die door Wikileaks naar buiten zijn gebracht vormen een nieuwe fase in de informatierevolutie.

Daarnaast is door immigratie, in samenhang met de opkomst van internet, het conflict verplaatst van de geografische scheidslijnen tussen verschillende beschavingen naar conflicten binnen een bepaalde regio of een bepaald land. De grootste ideologische strijd wordt geleverd binnen de islamitische wereld zelf, in regio’s als Iran-Irak, Afghanistan en Pakistan.

Een derde belangrijke factor is de economische crisis, die in zekere zin het failliet heeft betekend van het kapitalisme in de Amerikaanse stijl. De idee dat marktwerking leidt tot een gelukkiger samenleving is een holle frase geworden. In plaats daarvan is het Chinese model van staatskapitalisme in zwang gekomen en deze ontwikkeling houdt een volledige verschuiving in van het denken.

De botsing der beschavingen wordt niet alleen maar tussen legers en vloten gevoerd, maar vooral op het gebied van informatie. Overheden zijn zich hiervan allang bewust, maar rekenden er niet op dat burgers deze moderne vorm van piraterij ook zouden beoefenen. Overheden – of het nu China is of de VS – zullen zich weer aanpassen aan deze piraten. Wellicht komen de boekaniers uit vroeger tijden weer terug: internetpiraten die voor een bepaald land werken. De nieuwe James Bonds werken vooral achter het beeldscherm. Zo wordt de strijd steeds meer gevoerd door ”nerds” en die bevinden zich voornamelijk in Amerika en in Azie. Het Midden-Oosten, Israel uitgezonderd, loopt hierin achter en het is daarom de vraag of de nieuwe generatie islamisten de ontwikkelingen in de informatiestrijd nog kan bijbenen. Wat dat betreft is het niet onwaarschijnlijk als de toekomstige islamistische terroristen uit India zullen komen, daar waar de Islam (150 miljoen Indiers zijn moslim) en de informatierevolutie samenkomen.

Definitief einde, en nieuw begin

Geachte lezer van het Palamedes blog,

Het bestaande Palamedes-blog gaat per 1 december 2010 dan toch verdwijnen. De belangrijkste reden daarvoor is dat er volgens Palamedes al voldoende blogs zijn die de actualiteiten bespreken. Zo komt er na exact een jaar een einde aan dit blog. Maar Palamedes zal wellicht in een andere vorm terugkeren. DE BESTAANDE ARTIKELEN DIE IN HET AFGELOPEN JAAR ZIJN VERSCHENEN ZULLEN UITERAARD GEWOON OP DIT BLOG BLIJVEN STAAN.

Zeer veel dank voor het volgen van het blog!

 Palamedes

12345...9

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan