In een recent andere blogpost omschreef Palamedes het verschijnsel van de moderne bekeerling tot de islam in Europa als de ”moderne Muwalladi”. Palamedes was verbaasd te vernemen dat zijn eigen naam verbonden is aan een ridder van de Ronde Tafel van de Arthurlegenden. Palamedes was dus niet alleen een Oudgriekse mythische figuur, maar verschijnt ook in de Arthurlegenden. Palamedes (ofwel Palomides) was volgens Wikipedia althans http://en.wikipedia.org/wiki/Palamedes_(Arthurian_legend een Saraceen die zich bekeerd had tot het Christendom.
De Saraceen, ofwel de moslim, speelt al sinds de Middeleeuwen een belangrijke rol in de christelijke poezie en literatuur. Het islamitische Spanje en de nabijheid met de christelijke wereld zorgde voor een constante bron voor heldenverhalen, van het Roelandslied tot de legende van Sint Jacob van Compostela. Occitaanse troubadours waren geregeld in contact met het nabijgelegenen cultureel verwante Spanje (vooral Aragon). Het mooiste Middeleeuwse verhaal uit die streken is Floris ende Blancefloer, over een liefde tussen twee mensen uit rivaliserende culturen, Islam en Christendom. Dat gaat nog veel verder dan de rivaliserende stedelijke facties in Romeo en Julia. Maar Shakespeare introduceerde de liefde tussen twee culturen tweemaal in zijn andere werk. In de vorm van Othello, de moorse prins en Shylock, de Joodse handelaar uit het Ghetto uit de Merchant of Venice. Het loopt in beide gevallen niet goed af met deze vreemdelingen.
Dit brengt Palamedes op het spiegelbeeld van de Muwalladi: de moslim die tot Christen wordt. Dit is een delicate kwestie, aangezien volgens de Sharia de doodstraf staat op afvalligheid. Het is namelijk volgens de Islam erger om het enige ware geloof (Islam) te kennen en vervolgens hiervan af te vallen dan wanneer een niet-gelovige de Islam beledigt. Dit verklaart ook waarom Geert Wilders nog geen fatwa (”oordeel’) over zich heen heeft gekregen en schrijver Salman Rushdie (zelf moslim) wel.
Er is weinig bekend over het lot van moslims die zich in vroeger tijden -van de Middeleeuwen tot aan de vroegmoderne tijd bekeerden tot het Christendom. De christelijke wereld was het Dar-al-Harb (het huis van oorlog) en volgens de Sharia geen plek waar een moslim vrijwillig uit eigen initiatief naar toe mocht reizen. Leo Africanus, bekend uit de roman van Aamin Malouf is wellicht de bekendste moslim die zich bekeerde tot het Christendom in de 16e eeuw.
De eerste echt Engelse schrijver, Geoffrey Chaucer, schreef niet alleen de beroemde Canterbury Tales, maar ook het Vogelparlement (the Parlement of Fowles) uit 1382. Weinigen weten echter dat Chaucer deze titel direct ontleende aan het allegorische werk Mantiqu ‘t-Tayr (het Vogelparlement), van de Perzische dichter Attar die een eeuw eerder leefde. Een raamvertelling binnen dit verhaal vertelt over de liefde tussen een Perzische prins en een christelijke prinses. Het is de Perzische equivalent van Floris ende Blancefloer.
Dergelijke verhalen wijzen erop dat er toch contact moet zijn geweest tussen west en oost, al bewijzen de verhalen ook tegelijkertijd hoe uitzonderlijk en vreemd beide culturen voor elkaar waren. Sterker nog: zij waren concurrente beschavingen en leefden in directe rivaliteit met elkaar. En nog sterker: beide beschavingen beschouwden elkaar als inherent en wederzijds vijandig. Die onderlinge concurrentie om de gunst van God, deze onontkoombare vijandigheid, de doelbewuste polariteit, verbond tegelijkertijd beide beschavingen op een manier die ook de eigenheid van deze beschavingen benadrukte. Dit was dus een fenomeen dat aan beide zijden bestond, zoals blijkt uit de poezie van onder andere Attar, en niet een eenzijdige obsessie of een ”behoefte aan een vijand” dat louter in de westerse psyche leefde, iets wat apologetische historici en journalisten als Geert Mak (geen historicus!) vaak lijken te willen benadrukken. Het Christendom was een bleef voor de moslims, tot in de moderne tijd, vooral Dar-al-Harb.
Wanneer in deze diametrale constellatie het dan toch tot een normaal of zelfs liefdevol contact kwam, was dit zo uitzonderlijk zoet en exotisch dat het dichters en schrijvers inspireerde tot grote hoogten. De doelbewuste culturele distantie was zo een goede manier om het eigene en het universele grensoverschrijdende karakter van de liefde te benadrukken.
In later eeuwen, vanaf de 17e eeuw werden de contacten langzamerhand intensiever. Met die toegenomen intensiviteit die tot op heden voortduurt, verdween de exotische verlokking die van de vijand uitging en maakte plaats voor een meer realistische ontmoeting die uitmondde in een ”down-to-earth”-vijandschap en rivaliteit. Het werd kortom gewoon knokken.
Niet altijd stonden west en oost direct tegenover elkaar. Sommige westerlingen maakten handig gebruik van de ”vreemdheid” van het oosten om hun eigenbelang te dienen.
De bekende barbarijse zeerover uit de 17e eeuw, Murat Reis, geboren Jans Janszoon (uit Haarlem) nam de IJslandse priester Olufr Eigilsson gevangen om hem als slaaf aan de Turken te verkopen. De laatste schreef daarna een fascinerend verslag ”de Turkse Ontvoeringen” over de praktijken van de islamitische zeerovers en slavenhandelaars, die overigens veelal nauw samenwerkten met de evenals de Hollanders altijd op geld beluste Venetianen. De Venetiaanse ”Riva dei Schiavioni”, (de Slavenkade) herinnert nog altijd aan de lucratieve Venetiaanse handel in slaven (die overigens vaak ook tot de Slavische volkeren behoorden). Witte slavinnen waren namelijk erg gewild in het Midden-Oosten sinds het aantreden van de oorspronkelijk ook blankgetinte dynastie der Mamelukken en dus leverden blanke slavinnen -veelal uit Georgie, de Griekse eilanden of de Balkan – veel geld op. Daarnaast werd het de mode in Italiaanse kringen om een zwarte huisslaaf erop na te houden. Dat was een teken van welvaart.
Gedurende vele eeuwen speelden oosterse Christenen, van de Nestorianen tot de Kopten, Maronieten en Grieks-orthodoxen naast de Joden een belangrijke rol al intermediair tussen de Christelijke en de Islamitische wereld. Khalil Gibran, de 20e eeuwse schrijver van ‘De Profeet’ was een van de weinigen die een brug tussen deze werelden ook echt in culturele zin trachtte te construeren via zijn werk. Maar vanwege zijn syncretische denkbeelden tussen de verschillende godsdiensten kon zijn werk enkel in de Verenigde Staten worden uitgegeven. Wellicht een teken aan de wand.
Maar echte overlopers -tegenwoordig zouden we zeggen ”transculturelen”- waren er niet van de Islam naar het Christendom, en voorzover deze mensen er waren werden zij gewantrouwd. Net als andersom de Muwalladi. Nog steeds trouwens, in beide kringen worden deze mensen niet geaccepteerd. Het meest recente voorbeeld hiervan is het op legalistische wijze verstoten van de tot het Christendom bekeerde Ayaan Hirsi Ali, dit terwijl vele fundamentalistisch-islamitische Somalische landgenoten van Hirsi Ali vrije toegang hebben tot alle vrijheden die ons land te bieden heeft. Zij blijven tenminste binnen hun eigen cultuur, en we hebben het kennelijk liever zo. Dat lijkt althans de boodschap van Rita Verdonk te zijn geweest: liberalisme is leuk, maar van ons en niet van jullie.
Het Christendom in het Midden-Oosten is, vooral na de Amerikaanse invasie in Irak, op sterven na dood. Israel is in conflict met zijn buren. De brugfunctie die gedurende vele eeuwen door oosterse christenen en Joden werd vervuld, is daarmee komen te verdwijnen. Het conflict heeft zich verplaatst naar het Europese continent zelf, en dan niet eens naar de Balkan zoals vroeger maar naar West-Europa.
Gezien deze laatste ontwikkeling ben ik erg benieuwd hoe de Saraceense Palamedes al vele eeuwen eerder in Albion terecht kwam. Reden voor een zoektocht. Voor de liefhebbers: Wordt vervolgd!
Bronnen o.a.:
http://books.google.nl/books?id=HwJ_TZNuOWoC&pg=PA155&lpg=PA155&dq=vogelparlement&source=bl&ots=D23rT7B_QN&sig=RwQZn_QyB9Q3j3TEUHM8Bdips0k&hl=nl&ei=KKYdTYHLIcztObiagYoJ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=6&ved=0CDgQ6AEwBQ#v=onepage&q=vogelparlement&f=false
Recent Comments