Van Coca tot Bananen en weer terug
Wat is de overeenkomst tussen de drugsoorlogen in Mexico en Colombia en de Nigeriaanse en Italiaanse maffia? In de eerste plaats het feit dat deze sterk met elkaar zijn verweven. De Mexicaanse cartels hebben de leiding in Colombia overgenomen, en Nigeriaanse handelaars trachten door het uitschakelen van tussenpersonen direct de drugs van de coca-boeren te kopen.
Intussen verplaatst de handel zich voortdurend: het Caribisch gebied wordt steeds intensiever bewaakt -tegen steeds hogere kosten- en ook het Colombiaanse leger gooit veel roet in het eten. De route via Afrika stijgt in populariteit ten koste van de traditionele route over zee of via de luchtvaart. Afrika is minder gereguleerd en biedt daarom nieuwe mogelijkheden. De Nigeriaanse maffia heeft dit snel ingezien en beheerst tegenwoordig bijna de gehele Afrikaanse drugshandel en een groot deel van de toevoer naar Europa en Nederland, waar Amsterdam zoals altijd een prominente plaats inneemt. In Europa werken zij samen met de Hollandse drugsjongens, de Italiaanse maffia, camorra en ndranghetta, die op hun beurt weer goede contacten hebben met hooggeplaatste politici en ‘normale’ zakenlieden in de ‘Bovenwereld’. Deze investeren hun verdiensten vervolgens weer in banken en Caribische offshore-vennootschappen en zo is de geografische cirkel weer rond.
Ik zeg natuurlijk niets nieuws. De drugshandel is een complex systeem met producenten, afnemers, specialisatie etcetera. Eigenlijk net al ieder ander productieproces maar dan illegaal. Daarom is het ook zo moeilijk aan te pakken: het gaat om een complex systeem met steeds wisselende actoren, die net als Medusa steeds weer de kop opsteken zodra elders een kop wordt afgehakt. Bovendien groeien de coca-bomen gewoon als natuurlijke vegetatie in die gebieden, net zoals de beuk of de eik hier in Nederland. Zo wordt het wel erg moeilijk om niet aan de gouden blaadjes te gaan zitten.
Een belangrijke factor die de drugshandel instandhoudt is het feit dat drugscartels en maffia-organisaties van allerlei snit in wezen een surrogaat-staat vormen, een parellelle overheid. Veel mensen verdienen al dan niet door omstandigheden gedwongen hun brood met de drugshandel. De organisaties bieden hun mensen een zekere mate van bestaanszekerheid en soms zelfs scholing en verzekering tegen ziektekosten. Zo maken deze organisaties zich geliefd bij de mensen die er het slechtst aan toe zijn.
De internationale drugshandel zal, gelijk de slavernij eertijds, blijven bestaan zolang er geen ander economisch model zal ontstaan. Gezocht moet worden anar een alternatief model op basis waarvan de producenten, de kleine coca-boeren en de vele mensen die indirect hiervan afhankelijk zijn kunnen leven. Een ”War on Drugs” is ineffectief zolang niet tegelijk een strijd voor de verbetering van de sociale omstandigheden wordt gevoerd. De illegaliteit van drugs en de ”War on Drugs” in de huidige vorm heeft de prijs alleen maar doen stijgen en heeft slechts geleid tot een steeds verdere specialisatie en verharding in de drugswereld zelf.
Misschien is een eerste stap op de goede weg het bieden van goede alternatieven voor de surrogaat-staten. Als de allerarmste Colombianen en Mexicanen een ziektekostenverzekering hebben, brood op de plank en naar school kunnen, zullen zij minder afhankelijk zijn van de drugsbaronnen. Wellicht vormt een weliswaar controversieel maar niettemin goed voorbeeld juist de in veler ogen perfide Amerikaanse mega-onderneming de ’United Fruit Company’, die al aan het begin van de 20e eeuw aan vele Colombianen, Guatamalteken en Panamezen werkgelegenheid en zekerheid bood in de vorm van scholing. Dit bedrijf had de beschikking over eigen spoorwegen, een eigen distributiesysteem, eigen scholen en zelfs een eigen leger.
De United Fruit Company (hierna: UFC) wordt door links juist als voorbeeld gezien van kapitalistische uitbuiting. Terecht overigens want het bedrijf grossiere in corrupte praktijken. Vervolgens heeft de Amerikaanse inmenging in Guatemala het nodige kwade bloed gezet, wederom terecht. Maar feit is dat de sociale omstandigheden van dit mega-bedrijf – wellicht de eerste surrogaat-staat in de regio - het beter hadden dan de meeste andere werknemers in de regio.
In het geval van de UFC is teveel gekeken naar de kwalijke kanten van dit bedrijf zonder ook de goede kanten te belichten. Alsof een hogere standaard wordt opgelegd aan een Amerikaans bedrijf dan aan bijvoorbeeld Fidel Castro, die met zijn politiek evenzeer Cuba tot de rand van de afgrond heeft gebracht. Is het opleggen van een hogere standaard aan een ”westers” en dus ”blank” bedrijf dan aan een overheid uit de ”derde wereld” (hoewel Castro en de zijnen tot de blanke elite behoren) geen verkapte vorm van racisme? Inmiddels heeft het linkse radicalisme dat in de UFC en dergelijke de belichaming van het kwaad zag, echter ook veel van zijn glans verloren.
Politiek dogma’s staan vaak een oplossing van complexe problemen in de weg, dat geldt in de Griekse euro-crisis evengoed als in Latijns-Amerika. Dus misschien kunnen beleidsmakers misschien weer eens het beruchte dossier van de UFC induiken en kijken op welke manier men ertoe kan overgaan om gewoon weer koffie, tabak of andere wel legale producten te verbouwen. Met weglating van de kwalijke praktijken van de United Fruit Company, maar onder instandhouding van het sociaal beleid van dit bedrijf. Zonder a-priori veroordeling van Amerikaanse ‘kapitalistische praktijken’ maar met een nuchtere blik. Dan kan een middenklasse zich eindelijk ook in die gebieden vormen, net als in Brazilie, waar president Lula als socialist het economisch beleid van zijn rechtse voorganger Fernando Henrique Cardoso (die zelf weer was beinvloed door de recent overleden econoom en jurist Celso Furtado) volledig heeft voortgezet. In ieder geval hebben we dan geen Che Guevara of Tanja Nijmeijer meer nodig of andere dweepzieke romantici met moordwapens in de hand. Liever gewoon realisten met een nuchtere kijk op de zaken zoals Cardoso en Lula.
Recent Comments