Oranjelegioen in Zuid-Afrika bij voorbaat al winnaar
Wat zal het nieuwe jaar 2010 ons brengen? Wat ook moge komen, in ieder geval kunnen we ons verheugen op het WK voetbal in Zuid-Afrika. Tijdens de Zuidafrikaanse wintermaanden zal een Grote Trek plaatsvinden van het Oranje-legioen naar het zuiden. De moderne helden zullen in hun Viking-outfit bodyscans op Schiphol trotseren, om zich bij hun Zuidafrikaanse stamgenoten, de Boeren, te vervoegen in het Beloofde Land.
De relatie tussen Nederland en Zuid-Afrika is lang en gecompliceerd. De Zuidafrikaanse Apartheidspolitiek was het bouwwerk van de in Deventer geboren Hendrik Verwoerd, die het Nederlandse systeem van de Verzuiling combineerde met rassenpolitiek, waardoor de overgrote meerderheid van de Zuidafrikaanse bevolking tot buitenstaander werd gereduceerd. Maar goed, inmiddels zijn sinds de afschaffing van de Apartheid in 1994 al bijna 16 jaar verstreken en is Zuid Afrika grondig veranderd. Vrijer, maar ook gewelddadiger dan voorheen. Vandaar dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken een speciaal reisboekje uitgeeft voor de helden van het Oranje-legioen in Zuid-Afrika, want het is geen tripje naar Zwitserland. Stomdronken lallend rondhupsen is niet zonder gevaren in de townships.
De Zuidafrikanen vinden het allemaal prachtig, die komst van de Hollanders. Tweehonderd jaar na de overdracht van de Kaap-kolonie aan Engeland wordt het land weer, al is het maar voor even, bevolkt door de stamgenoten van de Boeren. Vol verwachtig kijken Zuidafrikaanse touroperators, middenstanders en HIV-prostituees uit naar de komst van de Oranjefans. Normaal gesproken moeten die het doen met de zuinige knip van de Hollandse diplomaten en ontwikkelingswerkers. Nee, neem dan de Oranjefans, die broederlijk met de Zuidafrikanen op de vakantiefoto’s zullen staan en zo het thuisfront zullen overtuigen van de goede zaak. Rondje na rondje voor onze jongens. Paul Kruger zou trots zijn op het herleefde elan van Oranje.
Ik voorspel in de aanloop naar het WK voetbal ook in eigen land een Zuid-Afrika-rage. Er komt een speciale aflevering van ‘Boer zoekt vrouw’ in Zuid Afrika. Catherine Keyl gaat bloot in de Playboy om zo geld in te zamelen voor weeskinderen uit Soweto. Wesley en Yolanthe adopteren in navolging van Hollywoordsterren een eigen Zuidafrikaanse choco-baby ‘omdat die zo lief zijn als ze nog klein zijn’. Ik voorzie dat Youp van ‘t Hek zijn term ‘boerenlullen’ weer gaat bezigen en een soort anti-Buckler campagne zal beginnen tegen de Zuidafrikaanse brouwsels, om zo de introductie van Heineken in Zuid Afrika te stimuleren. Als wraak voor de overname van Grolsch door de Zuid-Afrikanen. Rijkman Groenink koopt een villa aan de kust en start een nieuwe private bank. Patricia Paay gebruikt de alimentatie om vlakbij het Krugerpark (uiteraard uitgesproken op zijn Engels als ‘Crooger-park’, niet als het Nederlandse of Afrikaanse ’Kruuugerpark’) een eigen natuurpark voor de bedreigde Siberische tijgers en Orang Oetangs te stichten. Rik Felderhof en Sonja Bakker geven gratis dieet-advies aan werkloze mijnwerkers, onder het genot van een fles goede wijn. De traditionele ‘braai’ wordt vervangen door de Hollandse frituurpan en die eeuwige biltong wordt vervangen door de overheerlijke Mora-bitterbal. En Willem-Alexander is zeker geen slapende garnaal, maar host enthousiast op alle sportfeestjes mee.
De Zuidafrikanen vinden het allemaal prachtig, zolang het maar geld in het laatje brengt. En de Boeren zelf, hoe zullen die reageren? Waarschijnlijk onverschillig. Uit schuldgevoel voor het Apartheidsverleden, is in korte tijd hun identiteit vrijwel verloren gegaan, op enkele bastions na. Hun taal, het Afrikaans, spreken zij liever alleen nog maar in eigen kring. Van Nederland hebben zij in het verleden vooral kritiek gekregen. Uit angst om geassocieerd te worden met de Afrikaanse Boeren, deed Nederland extra zijn best om de Apartheid te veroordelen. Zodanig, dat de Boeren zich vanzelf hebben afgewend van Nederland. Zij houden zich vooral stil in het huidige Zuid-Afrika, of emigeren naar landen als Australie of Nieuw Zeeland.
Een enkeling komt naar Nederland, zoals de man van mijn vroegere collega. Als blanke Zuidafrikaan kreeg hij in Nederland steeds maar weer kritische opmerkingen. Hoewel hij in korte tijd perfect Nederlands sprak, natuurlijk daarbij geholpen door zijn Afrikaanse achtergrond, lukte het niet echt met integreren in het benauwde Nederland. Hij kon moeilijk wennen aan zijn flatje in Amsterdam-Noord, maar nog minder aan de Nederlandse zelfingenomenheid. Toen hij op een dag ziek was, had hij zijn werkgever gebeld met de mededeling dat hij ‘ongesteld’ was. Bij terugkeer op zijn werkplek was het natuurlijk lachen geblazen onder zijn collega’s. Die collega’s waren zich als moedertaalsprekers natuurlijk niet bewust van het feit dat ook in de Nederlandse taal het woord ‘ongesteld’ een keurige term is voor ‘ziek’, en dat de huidige betekenis helemaal niet zo vanzelfsprekend is. En de Zuidafrikaanse collega? Die zit inmiddels al jaren vol tevredenheid in Australie en spreekt geen woord Nederlands meer in zijn leven.
Tijdens het WK voetbal zullen de afrikaanse Boeren nu eindelijk kennis maken met een andere kant van het Nederlandse volk. Van de zuipende en hossende Oranjefans zullen zij leren dat we meer op elkaar lijken dan gedacht. Het beeld in Zuid- Afrika van de Nederlander is immers tot op heden nog steeds dat van de godsvruchtige, rechtlijnige mensen, met een goed georganiseerd land met een hoog ethisch peil. Hoe 19e eeuws is hun beeld van ons land. Nu zullen ze gelukkig zien dat de moderne Hollanders ook maar mensen zijn, en geen Goden. Zelfs de Oranjespelers zijn geen echte Goden, maar slechts Godenzonen, die iedere keer een hoop kansen maken, maar puur door ”domme pech” steeds geen wereldkampioen worden.
Ik voorspel dat sommige Boeren in het Holland House zullen worden toegelaten, en daar door hun dronken stamgenoten uit het noorden dingen te horen krijgen als: ‘Jullie in Zuid-Afrika hebben die kutnegers, wij in Nederland die kutmarokkanen. Allemaal tuig. Maar nu hebben we onze eigen Verwoerd uit Venlo, een geblondeerde Indo met zachte ‘g’ die getrouwd is met een Oostblokvrouw die van kibboetzen houdt, een kwaaie belhamel genaamd Geert Wilders. Daar is jullie Nasionale Party slegs kinderspel bij. Die Geert van ons gaat al die lui het land uitschoppen. Ik zeg het tegen niemand hoor, maar eenmaal in het stemhokje ga ik lekker voor Wilders kiezen’. Overigens, de afrikaanse Boeren kennen Wilders inmiddels wel. Zie http://www.beeld.com/Content/Wereld/Nuus/1920/8bbe0c33d54c4584ba0dbf99fe638237/02-11-2009-10-37/Vonke_spat_in_Nederland_oor_regse_politikus. Maar ze zullen verbaasd zijn om te horen dat in Culemborg echte rassenrellen zijn uitgebroken, en dan niet het Zuidafrikaanse Culemborg Park in Randfontein maar Culemborg in Nederland, overigens ook de geboorteplaats van de stichter van de Kaapkolonie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Riebeeck. Maar de afrikaanse Boeren zullen niet goed snappen waarom die Oranjefans zich zo druk maken: zij zijn immers toch nog altijd in de meerderheid in eigen land? Zij hebben toch de macht in handen in eigen land? Met een lauw Heinekenbiertje in de hand, zal de Boer denken: nooit geweten dat die Nederlanders zulke laffe idioten waren. En dan te bedenken dat dit zogenaamd ethisch hoogstaande volk ons jarenlang heeft geboycot en verstoten. Maar als hij dan weer een paar lallende Oranjefans voorbij ziet trekken, met Willem-Alexander voorop, zal hij denken: al zijn ze weer geen wereldkampioen geworden, de Godenzonen uit het noorden hebben in ieder geval hun eigen schaamtegevoel overwonnen. Want de Hollandse leeuw op voetbalschoenen kan, in tegenstelling tot de amateurs van de Regenboognatie op voetbalschoenen, de hele wereld aan. Helaas maar tot de kwartfinales, door die eeuwige ”domme pech!”‘
Van Baalen en de dingen die voorbijgaan…
Paradoxaal genoeg is er geen wetenschap waar bevindingen zo snel gedateerd raken als de geschiedswetenschap. Ieder tijdperk heeft zijn eigen wijze om naar de historische gebeurtenissen te kijken. De wijze waarop het verleden voortleeft in het heden, reflecteert vaak meer de preoccupaties en verlangens van het heden, dan de historische werkelijkheid. Zo is er tegenwoordig een zekere heimwee naar de jaren ’50, toen ‘geluk nog heel gewoon was’. Bepaalde aspecten treden daarbij op de voorgrond, zoals het verenigingsleven, de zekerheden van de verzuiling, de gezelligheid. Maar de angst voor het communisme, de Korea-oorlog en andere minder fraaie zaken worden voor het gemak weggelaten.
Wie de oude schoolboeken uit de jaren ’50 herleest, treft daarin fraaie beschrijvingen aan van onze nationale zeehelden uit de 17e eeuw, en uitgebreide beschrijvingen van de vulkanen op Java. Indie was verloren, maar Nieuw-Guinea was nog altijd van ons, net als de Antillen en Suriname. Vol trots keken leerlingen naar de met Oranje ingekleurde gebieden in de wereld waar de Hollandse vlag fier op de kaden stond. In de jaren ’70 was dit gevoel vervangen door schaamte over het koloniaal verleden. De Hollanders waren onderdrukkers geweest, en nu werd de nadruk gelegd op de emancipatie van zwakkere groeperingen. Het sociale rollenmodel had afgedaan als restant van oude tijden. Participatie was het sleutelwoord. ”Apartheid” werd genoemd als enige bijdrage van de Nederlandse taal aan de wereld, en de leerlingen moesten zich schamen om Nederlander te zijn, behalve als er voetbal werd gespeeld tegen de Duitsers. In 1988 tijdens het EK voetbal riep het Nederlandse volk op de tribunes tijdens wedstrijden tegen West-Duitsland ‘geef mijn oma’s fiets terug’ , en we vonden het maar al te grappig. Voor de gelegenheid werd even vergeten dat veel van onze eigen landgenoten zich tijdens de bezetting even fier hebben aangemeld als vrijwilligers voor het Oostfront.
Tegenwoordig is men bezig met het schrijven van die eeuwige historische canon, waarbij wordt getracht een evenwichtig beeld te schetsen van de vaderlandse geschiedenis. In een poging om objectief te zijn, wordt daarbij helaas zodanig genuanceerd, dat dit afdoet aan de nodige duidelijkheid. Om een voorbeeld te geven: de VOC wordt tegenwoordig geroemd als eerste ‘multinational’ ter wereld, maar tegelijkertijd wordt daaraan toegevoegd dat zich ook veel misstanden hebben voorgedaan. Geschiedenis als ‘enerzijds-anderzijds’-verhaal. Kinderen groeien zo op met het idee dat geschiedenis ook maar een manier is van hoe je het bekijkt. En daarin schuilt een groot gevaar. Op zich is er niks mis met nuances, maar kinderen zijn daar op jongere leeftijd eigenlijk niet erg geschikt voor. Hun hersenen zijn sponzen die alle informatie die ze horen en zien razensnel opslaan. Duidelijke feitenkennis moet daarbij worden onderricht, die kan fungeren als een soort geestelijke humus, waarop dan later de nuanceringen kunnen groeien, zodra hun geest volwassener en kritischer is geworden. Geschiedenis op te vroege leeftijd al presenteren als een subjectieve zaak waarin iedere mening inwisselbaar is voor een andere, leidt niet tot dieper inzicht, maar juist tot het ontbreken van ieder begrip voor bepaalde processen.
Met de opkomst van de Aziatische landen op het wereldtoneel, is het interessant als het Westen eens kijkt naar de minder fraaie kanten van het westerse optreden tegen landen als China en Japan in de 19e eeuw. Zaken die hier onderbelicht worden gelaten, maar daar steeds weer worden opgerakeld. Zoals de Engelsen, die door middel van de Opiumoorlog China open hebben gebroken, en daarmee concessies hebben afgedwongen voor Europese landen (zoals Hong Kong). Of het optreden van de Amerikaanse Matthew Perry met zijn ‘black ships’ in 1853 in Japan, daarmee Japan dwingend tot verregaande modernisering. De Japanners hebben dit altijd als een vernedering ervaren, hoewel zij dat niet snel zullen toegeven aan het westen. Sinds de Mongoolse invasiepoging in de 13e eeuw, was Japan niet meer aangevallen. De ‘Goddelijke Winden’ (Kamikaze), die de Mongoolse vlootmacht hadden vernietigd op zee en Japan hadden gered, waren uitgebleven in 1853. Deze gebeurtenissen spelen nauwelijks een rol hier in het westen, maar worden aldaar overgeleverd van generatie op generatie. Tegelijkertijd wordt de Japanse aanval op Pearl Harbor in Japanse leerboeken nog steeds vermeld als een daad van verzet tegen het machtige Amerika, een bron van nationale trots. De Amerikanen leggen nu weer op dezelfde dwingende wijze modernisering op in Irak en Afghanistan, niet zonder grote risico’s op de langere termijn. Want het kan niet anders of dergelijke geforceerde acties leiden tot grote trauma’s bij die mensen daar. Een terrorist is snel gemaakt.
Neem bijvoorbeeld Israel: wie kijkt naar de ligging van dat land en de omvang, ziet de overeenkomsten met de kruisvaardersstaten uit de 11e en 12e eeuw. Jeruzalem is nu ook weer de hoofstad van het land, dat ondersteund wordt door het westen. En de vijand bevindt zich buiten de grenzen, terwijl binnen de grenzen een soort apartheid wordt gehandhaafd. Aan de andere kant leeft in het westen een vergelijkbare angst voor de islam, die al sinds de middeleeuwen bestaat, en heeft voortgeduurd in het collectieve geheugen tot op heden. Immers, pas in 1689 werden de Turken verslagen bij hun poging om Wenen in te nemen. Al sinds de oude Grieken tot aan de Koude Oorlog en de huidige tijd, komt de vijand uit het oosten. Geen wonder dat het westen zichzelf ”het westen” noemt. West staat in het collectief geheugen van de Europeanen voor vrijheid en democratie, oost voor barbarij en tyrannie.
China ziet zichzelf al sinds meer dan 30 eeuwen als het centrum van de wereld. Het rijk van het midden. Alles wat zich daarbuiten bevond, was barbaars. De Arabische wereld ziet Mekka en Jeruzalem als de navel van de wereld, met uitgeslagen vleugels in het westen tot aan de Atlantische oceaan, vandaar ook de term Maghreb-landen (het islamitische ‘westen’). In het noorden de Kaukasus en Tatarstan. In het zuiden de oostkust van Afrika. En in het oosten de Indonesische archipel. Europa is volgens veel Arabieren weliswaar technisch geavanceerder, een tijdelijke voorsprong die deze landen zich hebben verschaft door imperialistische politiek, maar moreel failliet en ethisch corrupt. Nederlanders zien het eigen land als een gidsland voor anderen, een baken van tolerantie en respect voor andersdenkenden. Enzovoorts.
Het zou een mooi project zijn om alle geschiedenis-schoolboeken uit alle landen van de wereld bij elkaar te sprokkelen. Zoveel landen, zoveel verschillende versies. Ieder land schrijft zijn eigen geschiedenis. De misdaden van het eigen volk worden gebagatelliseerd of gerechtvaardigd, de goede daden uitvergroot. De Februaristaking krijgt ieder jaar grote aandacht van de pers. In Nederland werd de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog zo tot de ‘politionele acties’. Vadertje Drees, de held van de AOW, zond maar al te graag Hollandse jongens naar de dessa om orde op zaken te stellen.
De Nederlandse politici hebben nog altijd niet geleerd van het recente koloniale verleden. Hans van Baalen vond bijvoorbeeld het onzin om verontschuldigingen aan Indonesie aan te bieden voor de oorlog van 1947-1949. Volgens van Baalen was ‘geschiedenis op een gegeven moment gewoon geschiedenis’. Als een olifant in een porseleinkast is hij door Latijns-Amerika getrokken, en werd zelfs uitgezet vanwege zijn opmerkingen over bananenrepublieken. Misschien zou deze Van Baalen tijdens een van zijn reisjes een cursusje omgaan met andere culturen kunnen lezen, of een taalcursus Bahasa Indonesia doen. Dan zou hij direct tegen de mensen daar kunnen zeggen: ‘Onze welgemeende excuses voor wat wij als Nederlanders jullie hebben aangedaan. Maar wij spreken de vurige wens uit om, geleerd hebbende van het verleden, in vriendschap met het Indonesische volk verder te gaan in de toekomst.’ Zo moeilijk is dat niet. Tijdens zijn Leidse studententijd riep hij ook ferme rechtsballerige dingen bij de Studentenweerbaarheid. Neem anders Geert Wilders mee, die is immers zelf een Indo-Europeaan, en weet als geen ander hoe vervelend het is om als echte rechtse rakker te donker haar te hebben om voor scheepsjongen van Bontekoe door te gaan. Maar ach, uiteindelijk zijn beide politici gelukkig niets meer dan voetnoten in de treuriger pagina’s van de Europese geschiedenis. Maar het is als Nederlander anno 2010 heel wat om als voetnoot te worden vermeld in de wereldgeschiedenis die door andere volkeren wordt geschreven.
Vrolijk kerstfeest iedereen!
Deze keer even kort: vrolijk kerstfeest iedereen! Ik heb nog zitten denken om allerlei cultuurhistorische mijmeringen over de bloedige richtingenstrijd tussen de verschillende christelijke bisschoppen in de 4e eeuw na Christus op het internet te zetten, maar daarvoor ontbreekt de tijd: mijn eigen semi-heidense zonnewende-feest gaat zo direct beginnen. De verhalen over de verbanning van de Arianen en de vervolging van de Donatisten en andere christelijke dissidenten uit de 4e eeuw door de enige echte Heilige Stoel moeten achterwege blijven. Vrede op aarde, en o wee als je het daar niet mee eens bent, dan zwaait er wat! Hopelijk blijft er nog wat sneeuw liggen!
Moderne minstreels van de televisie
Je kunt de televisie tegenwoordig niet meer aanzetten of je ziet het hoofd van Mathijs van Nieuwkerk, Albert Verlinde of Jeroen Pauw op de buis. Programma’s als ‘de Wereld draait door’, ‘Pauw & Witteman’ en ‘RTL Boulevard’ brengen ons nieuws en ontspanning tegelijk. Infotainment zoals dat dan heet. Vaak met op de achtergrond grote beeldschermen of muziek of zelfs stukjes cabaret. Waarom deze behoefte om het nieuws steeds te herkauwen? De kijkcijfers van deze programma’s liegen er niet om: Infotainment is ‘hot’.
Misschien zijn deze programma’s wel de moderne variant van de barden, de zangers van Keltische oorsprong. De vervanging van de minstreels en troubadours van de middeleeuwen. Zingend, muziek spelend en dichtend brachten zij het nieuws. Bij verschillende volkeren speelden barden een essentiele rol bij het verspreiden van kennis. Wellicht de oudste en bekendste bard uit de geschiedenis is de Griek Homeros, die in de 8e eeuw voor onze jaartelling de Ilias en de Odyssee schreef. Het is overigens nog altijd een raadsel hoe Homeros zijn werken heeft kunnen schrijven aangezien hij hoogstwaarschijnlijk blind was. Het is ook de vraag of hij niet teruggreep op een nog oudere mondelinge traditie, en die verhalen voor het eerst op schrift heeft gesteld. Dichter bij huis kan gedacht worden aan de verhalen van Koning Arthur en over Karel de Grote. De legenden over deze koningen werden door minstreels gedurende eeuwen levend gehouden. Zij gaven vaak hun eigen persoonlijke noot aan de verhalen, waardoor vaak verschillende versies van hetzelfde verhaal ontstonden, of lokale varianten opdoken.
Na een laatste opleving aan het Bourgondische hof van de 15e eeuw, is van deze traditie in West Europa weinig overgebleven. In sommige delen van Afrika zijn dergelijke mondelinge verhalende tradities langer in leven gebleven, hoewel deze cultuur ook daar langzaam aan het uitsterven is met het oprukken van de moderne tijd. De nazaten van de oude Afrikaanse dorpsbarden kijken tegenwoordig liever naar Amerikaanse soap-series. De rijke locale muzikale tradities worden verruild voor de Afrikaanse varianten op westerse muziekstijlen. Net zoals andersom in het westen Afrikaanse invloeden in de muziek zijn terechtgekomen. Allerlei moderne mengvormen ontstaan en nieuwe muzieksoorten als hip hop, rap, kizomba, zouk, en nog veel meer.
De eeuwenoude bardentraditie, en daarmee de geschiedenis van hele volkeren, met hun eigen legenden, helden en episiche verhalen, verdwijnt langzaam maar zeker. Wetenschappers reizen de laatste jaren het Afrikaanse continent af in de hoop om zoveel mogelijk van deze oude verhalen nog op te nemen voordat de laatste verhalenvertellers sterven. Een belangrijk deel van onze ‘world heritage’ gaat daarmee verloren. Terwijl steeds meer bouwwerken tot UNESCO-monumenten worden verklaard, gaan verhalende tradities teloor zonder dat er een haan naar kraait.
In Europa hebben de barden reeds ruim voor de uitvinding van de boekdrukkunst in de 16e eeuw plaats gemaakt voor gespecialiseerde musici, die zich volledig toelegden op muziek. De teksten die de muziek begeleidden kwamen volledig in dienst van de muziek zelf te staan. Muziek werd een doel op zich. Tegelijkertijd werd het verspreiden van kennis en nieuws, sindsdien overgelaten aan mensen die daar op hun beurt een zelfstandig beroep van maakten. De grote dichters hielden zich alleen nog met hun gedichten bezig en droegen die voor aan de Europese hoven. Maar muziek paste daar opeens niet meer bij. De Europese vorsten lvan de 17e en 18e eeuw lieten beroepsmusici en dichters het ene na het andere hoogstaande werk voordragen, maar de verschillende disciplines waren toen allang strikt gescheiden van elkaar.
De nieuwsvoorziening werd gaandeweg, zeker vanaf de 19e eeuw, het exclusieve domein van de geschreven krant. De krant werd een vast verschijnsel, en verscheen met regelmaat om de burgers te informeren (vandaar het woord ‘courant’). Ook kregen de schrijvers daarvan een eigen naam: de journalist was geboren. In die tijd, waarin veel mensen nog analfabeet waren, had de krant nog een bijzondere status en het lezen van een krant geschiedde bij voorkeur in een leesstoel gezeten met leesstok. Kortom een serieuze zaak. Naargelang in de loop van de 19e eeuw steeds meer mensen leerden lezen en schrijven, verloor de krant wel iets van zijn bijzondere karakter, maar werd wat in de krant stond in de regel gewoon ‘geloofd’. Tot ver in de 20e eeuw was de krant het nieuwsmedium bij uitstek. De radio bracht daarin een eerste grote verandering. Maar muziek en nieuws bleven gescheiden.
Tegenwoordig is dat allemaal anders. Nu iedereen leest en schrijft, internet heeft en (we)blogs schrijft en leest, is er sprake van een enorme overdaad aan informatie. Zodanig dat we bijna niet meer weten wat nu echt is en wat een ‘scoop’ of gewoon klinkklare onzin. De discussie over de opwarming van de aarde blijft bijvoorbeeld maar rondzoemen op het internet, en iedereen komt met zijn eigen versie van de waarheid. Misschien is het daarom wel rustgevend om naar Mathijs van Nieuwkerk of Albert Verlinde te kijken. Zij prepareren het nieuws voor ons, geven er een eigen kleur aan, en maken er ook een beetje een show van. Dat maakt het makkelijker voor de informatieverwerking. Vaak wordt ter lering en vermaak ook muziek gespeeld of worden korte fimpjes vertoond.
In oude tijden zaten we vol aandacht gezamenlijk in een kring te luisteren naar de bard, nieuwsgierig als de mens altijd al is geweest naar de spannende nieuwtjes en roddels. In tegenstelling tot de bard Assurancetourix in het dorp van Asterix en Obelix, zijn onze moderne barden als Mathijs van Nieuwkerk en Albert Verlinde erg populair. Zodanig zelfs, dat in de meeste huizen van het 21e eeuwse Nederland de bard nog steeds een centrale, bijna sacrale plaats inneemt. Vanuit zijn rechthoekige, blauwachtig licht producerende votiefbeeld in de hoek van de woonkamer vult hij onze avonden. En dat een leven lang. Geen kwaliteitskrant of journalist die daar tegenop kan. Het is alleen te hopen dat Martijs van Nieuwkerk en Albert Verlinde nooit op het idee komen om het nieuws zingend te gaan brengen, want dat laat ik als vroege 21e-eeuwer toch liever over aan de echte musici.
Tijdelijke Kerst-quarantaine
Het jaar 2009 is bijna ten einde. Twintig jaar na de val van de Berlijnse Muur. Zeventig jaar na het einde van de Spaanse Burgeroorlog, en zeventig jaar na het begin van de Tweede Wereldoorlog. De vele televisieprogramma’s zullen het jaar weer in kaart gaan brengen. Van Koninginnedag in Apeldoorn en de mexicaanse griep, tot de niet-verkiezing van premier Balkenende tot president van de EU.
Terwijl de media zich uitleven, zijn de gewone mensen onderweg naar huis voor de kerstdagen of aan het trachten nog snel boodschappen in te slaan. reizigers overal in het land zitten vast in de sneeuw, en de Eurostar stond zelfs zestien uur vast in de donkele Kanaaltunnel. Zo reisde ik ook met de trein naar huis, samen met vele anderen. Jong, oud, autochtoon en allochtoon door elkaar. De trein was overvol maar reed tenminste. Dicht bij elkaar opgepakt leek iedereen wel vrolijk, en tot mijn verbazing werd er niet meer geklaagd over de Nederlandse Spoorwegen. Dat stadium zijn de meeste treinreizigers al voorbij. Op laconieke wijze accepteren de reizigers hun lot. Dat zal daar in de duisternis van de Eurotunnel waarschijnlijk wel anders zijn geweest.
Tegelijkertijd moest ik bij al die mensen zo dicht op elkaar opeens denken aan de mexicaanse griep, bijvoorbeeld als iemand niesde. Dan zou de hele trein worden besmet. Een paar weken geleden nog was het hele land in de ban van een pandemie, nu al lijkt niemand zich daarover nog zorgen te maken. Terwijl ik op mijn hoekje van het balkon geklemd stond, had ik nog net de ruimte om mijn boek te lezen. Het aanwezig hebben van een boek is altijd prettig op zulke momenten, omdat het je dwingt om je aandacht op iets anders te vestigen dan het oor van de buurman dat zich op drie centimer afstand van jouw schouder bevindt.
Het boek dat ik, concentratie veinzend, las was ‘In Quarantaine’ van de russische schrijver Vladimir Maximov. De roman gaat over een groep mensen die per trein van Odessa naar Moskou reist. Omdat in Odessa cholera is uitgebroken, wordt de trein op een zijspoor geleid en in quarantaine geplaatst. Om de tijd te doden wordt er gekaart en gedronken, mensen leren elkaar kennen en wisselen verhalen uit.
Epidemieen zijn in de literatuur vaak voorbode van onheil, of juist een manier om tot elkaar te komen. Vaak als symbool van de naderende ondergang. Door een dreigende epidemie wordt de mens tegelijkertijd tijdelijk verlost van het alledaagse. Mensen worden gedwongen met onbekenden samen in een beperkte ruimte tijd te spenderen, en dat lijdt tot confrontaties of en een acceleratie van sociale interactie, of het tot uiting komen van heimelijke verlangens. Thomas Mann gebruikte epidemieen in twee van zijn grootste verhalen. In der Zauberberg was het tubercoluse, in der Tod in Venedig net als in het boek van Maximov de cholera. Maar al eerder had Giovanni Boccaccio in zijn Decamerone beschreven hoe een groep mensen om de pestepidemie in Florence zich opsluit in een villa en elkaar verhalen vertelt om de tijd de doden.
Niets van dat alles bleek gelukkig tijdens mijn eigen rit door de sneeuw. Geen onheil te bespeuren. Toen een kind nodig zijn behoefde moest doen, werd ruim baan gemaakt door de mensenmenigte. Mensen begonnen wel na een tijdje opeens gesprekken met elkaar, hoewel zij als sardientjes op elkaar gepakt zaten. De balkons en gangpaden stonden propvol. Af en toe moest iemand naar de wc. Wat mij opviel was de beleefdheid van de meeste mensen. Er werd luid gelachen toen de conducteur door de intercom iedereen verzocht om ook de gangpaden te bezetten omdat de trein vol was, alsof dat nog niet door iedereen zelf al was bedacht. Ondanks het feit dat ik in mijn boek gedoken bleef, leverde ik mijn eigen stille bijdrage door met mijn schouder tegen de deurknop te leunen, daarmee voorkomend dat deze om de minuut automatisch zou dichtslaan.
Opeens was de trein aangekomen op de bestemming. De mensenmenigte waaierde de trein uit, voorzichtig stappend op de sneeuw of juist in volledige ontkenning van enig slipgevaar. Al deze mensen, die tijdelijk een mini-maatschappij hadden gevormd, keerden weer terug naar hun eigen biotoop. Mobiele telefoons verschenen overal om familieleden te bellen. Het gedrang voor de trappen begon weer. De beleefdheid ebte weg. Ik sloeg mijn boek dicht en was in mijn hart blij dat deze tijdelijke en onschuldige quarantaine zich had voorgedaan, en niemand bot of onbeleefd was geweest. Nu maar hopen dat niemand de mexicaanse griep had. Vooral niet degene die zo hard had geniesd.
Alvast een vrolijk kerstfeest iedereen!
Kopenhagen: einde aan Europees maakbaarheidsideaal
Wat ging er mis in Kopenhagen? Waren de verwachtingen te hoog? Er is een niet-bindende overeenkomst gesloten tussen de meeste landen, en inhoudelijk stelt het ook niet veel voor. Na veel discussie tussen de 3000 delegatieleden als in een Poolse landdag, rolde er een slap compromis uit. Er worden miljarden beschikbaar gesteld door de rijkere landen om de armere landen te helpen, dus eigenlijk nog meer ontwikkelingsgeld beschikbaar gesteld, en men is het ermee eens dat de stijging van de temperatuur niet meer dan 2 graden mag bedragen tot 2050. Hoe dit resultaat nu moet worden bereikt, is onduidelijk. Er is geen controle-systeem ontwikkeld om te zien of al die toegezegde gelden nu ook echt goed gebruikt gaan worden. Het lijken grote druppels op een gloeiende plaat. Symboolpolitiek, meer niet.
Realpolitik
Terwijl in Nederland iedereen opwarmt voor spaarlampen, betere isolatie en groene stroom, bouwen landen als China, India, Rusland en Brazilie (de zogenaamde BRIC-landen) door aan de versterking van hun positie in de wereld. China voelt dat het tij meezit. De Chinese overheid is in feite de bankier geworden van de Verenigde Staten en voelt dat de tijd is gekomen om het “Rijk van het Midden” nu weer haar historische positie in de wereldgeschiedenis terug te geven. De ‘Realpolitik’ is terug. Geholpen door westerse technologie, bereidt de Chinese overheid het land voor op een plaats binnen de grootmachten van de wereld. Iedere week wordt er in het Rijk van het Midden een kolenmijn bijgebouwd, de marine krijgt nieuwe orders, het ruimteprogramma krijgt een nieuwe impuls en het wegennet wordt in verhoogd tempo uitgebreid: dat alles vereist een pragmatische omgang met een westerse hobby als de klimaatverandering.
China’s historische rol
Zodra de westerse landen de BRIC-landen wijzen op de onevenwichtige wijze waarop zij hun economie ontwikkelen, wordt het westen op de vingers getikt en beschuldigd van hypocrisie, omdat de westerse landen nu eenmaal voor de meeste vervuiling zorgen. En nu China als grootste BRIC-land haar vleugels uitslaat naar andere delen van de wereld, meent zij dat 19e eeuwse machtspolitiek geoorloofd is, in ieder geval totdat het Rijk van het Midden een zelfde welvaartsniveau heeft bereikt als de Verenigde Staten. Want laten we wel wezen: De Verenigde Staten is het enige westerse land waar China nog tegen opkijkt. De Amerikaanse ‘way of life’ is het grote voorbeeld, en op Europese muizenissen en moralistisch gefilosofeer zitten ze in Peking niet te wachten. Op dezelfde manier wuift China de kritiek van mensenrechten-organisaties van de hand. Want in Chinese ogen zijn deze mensenrechten-organisatie niets anders dan goed vermomde westerse imperialisten, wolven vermomd in schaapskleren. In de Chinese optiek heeft Europa alleen maar ellende gebracht en het land verzwakt in de 19e eeuw, waardoor het haar historische plaats als beschaafdste land van de wereld is kwijtgeraakt. Daarna kwam de verschrikking van de Japanse bezetting in de jaren 30 en ’40. Pas de komst van Mao Zedong heeft China weer laten terugkeren op de goede weg die China nu op is geslagen. Als er dan individuele slachtoffers zijn, is dat jammer maar onontkoombaar.
Grote Sprong Voorwaarts
Tijdens de Grote Sprong Voorwaarts in 1958 werd door Mao, die nog steeds op een voetstuk staat in China, een groot plan gelanceerd om de Chinese economie te laten wedijveren met de westerse ’barbaarse’ landen, die in zijn ogen door machtspolitiek zichzelf een tijdelijke en onrechtmatige gunstige positie hadden verschaft op het wereldtoneel. Iedere Chinees moest helpen met het verzamelen van ijzer voor de opkomende staalindustrie. Zelfs schroefjes van deuren en kozijnen werden gebruikt voor de productie, maar helaas leverde dat een slechte kwaliteit staal op. Mao vond dat de communistische revolutie niet ver genoeg ging, en de gehele Chinese geschiedenis moet worden herschreven en het Chinese volk heropgevoed tijdens de ‘Culturele Revolutie’.
Verstommen van kritiek
Na het overlijden van Mao, begrepen de nieuwe Chinese machthebbers dat het beter was om enigszins mee te gaan in de mondiale ontwikkelingen ten eigen bate. De huidige machthebbers in China zijn weliswaar niet vies van de modernste technologie en gadgets, maar nog altijd opgegroeid in een communistisch systeem, en willen dat het liefst zo houden. Intussen is de westerse kritiek verstomd en zien wij China liever als een goedaardige variant van het communisme, vergelijkbaar met het Joegoslavie van Tito. Terwijl de Europese Unie grote kritiek had op de illegale detentie van terroristen in Guantanamo Bay, keken zij weg bij de massale executies van dissidenten van het Chinese regime. Ook werden autoritaire regimes in landen die zich binnen de Chinese invloedssfeer bevonden en die door dit land werden gesteund, ontzien, zoals Birma en Noord Korea. De sinificatie van Tibet werd niet bekritiseerd en de agressieve Chinese assimilatiepolitiek ten opzichte van de Ugyuren genegeerd. Maar China is kennelijk toch niet zo aaibaar als men vroeger dacht. Premier Balkenende weigerde zelfs uit angst voor Chinese represailles de Dalai Lama persoonlijk te ontvangen, en liet Maxime Verhagen het woord doen, terwijl Angela Merkel en Barack Obama wel de moed hadden om de Tibetaanse geestelijk leider zelf hartelijk te ontvangen.
Overname van agrarische gronden
China slaat haar vleugels snel uit: op grote schaal verwerven Chinese bedrijven concessies en argrarische gronden in Afrika en landen als Brazilie. Dit fenomeen is overigens geen zuiver Chinese aangelegenheid: Zuid Korea heeft bijvoorbeeld 90.000 hectare grond in Madagaskar gekocht, Zuid Afrika doet hetzelfde in andere Afrikaanse landen, Libie koopt op grote schaal grond aan in Mali, Saoudi-Arabie koopt op grote schaal grond in Afrikaanse Sahel-staten. Al deze actoren hebben baat bij goedkope contracten en zoveel mogelijk opbrengst. Meestal zijn dergelijke investeringen gebaseerd op het ‘win-lose’-scenario: de onderneming of aankopende staat wint, de agrarische gronden worden uitgeput en de bevolking profiteert er niet van. Neo-neo-kolonialisme! Duurzaamheid komt niet voor in de vocabulaire van de verkrijgende ondernemingen.
Chinees perspectief
Vanuit Chinees perspectief mag niets de ontwikkeling van het land in de weg staan, en zeker niet politieke hobbies van de Europese landen. Als het klimaat dan in de komende jaren gaat veranderen, is het land tenminste net zo rijk als de westerse landen en zal China het debat echt bepalen. Maar ‘for the record’ is het natuurlijk handiger om te blijven handenschudden op internationale conferenties zoals in Kopenhagen, om in ieder geval geen gezichtsverlies te lijden. Maar nu de foto’s van de klimaatconferentie zijn gemaakt, en de beleefde gesprekken afgerond, gaat China verder met het opbouwen van zijn economie, koste wat kost. En als er conflicten dreigen op internationaal niveau, wordt Barack Obama even informeel gebeld. En Europa? Wij kopen onze spaarlampen en groene stroom en hopen stilletjes dat het ooit nog eens goed komt met de wereld. Zo markeert Kopenhagen niet alleen de opkomst van China als grootmacht maar ook het einde van het Europese maakbaarheidsideaal.
Rechterlijke macht schrijdt de 21e eeuw binnen
De Raad voor de Rechtspraak heeft in januari 2007 de “Leidraad deskundigen in civiele zaken” gepubliceerd. Deze is bedoeld om de tot nu toe door ieder gerecht zelf opgestelde instructiebladen voor deskundige in de toekomst te gaan vervangen. Zie http://lrgd.nl/publicaties . Deze lijst vormt een bodem voor de kwaliteit van deskundigen in civiele rechtzaken De Nederlandse rechtspraak wordt steeds meer een landelijk geheel, zonder plaats voor lokale praktijken. Dit valt toe te juichen, aangezien tot op heden volledig ononzichtelijk is hoe procedures in een ander arrondissement verliepen. Zo schrijdt de Nederlandse rechtspraak anno 2009 uiteindelijk ook langzaam de 21e eeuw binnen.
Eindeloze discussies
Tegelijkertijd zijn enkele pijnlijke punten van discussie over de transparantie van de rechterlijke macht nog altijd niet opgelost. Bijvoorbeeld de discussie over de rechter-plaatsvervangers. Deze groep plaatsvervangende rechters wordt in de regel gevormd door mensen in de praktijk, in de regel advocaten. Het is op zich al verbazend dat een advocaat tegelijkertijd rechter kan zijn, vanwege het feit dat een advocaat een geheimhoudingsplicht heeft en de nodige afstand die op grond van de gedragsregels voor de advocatuur dient te worden betracht ten opzichte van de rechter.
Papieren muur
Na de eerdere kritiek op de rechter-advocaten eind jaren ’90, zijn er inmiddels wel enige plaatselijke regels opgesteld die beogen de onpartijdigheid van de advocaat-rechters te garanderen. Deze regels houden meestal in dat de betreffende advocaat-rechter geen zaken mag beoordelen die zich in zijn arrondissement afspelen. Deze regel is echter onvoldoende om diens onpartijdigheid te garanderen. Niet valt immers uit sluiten dat een in Rotterdam ingeschreven advocaat geen conflicterend belang kan hebben bij een zaak die zich in Den Haag afspeelt. Zeker in deze tijden van mobiliteit en communicatie, met blackberry’s en internet, is een dergelijke territoriale beperking weinig meer dan een rijstpapieren muur. Het wordt dan ook tijd om deze plaatselijke regels over rechterende advocaten in een landelijke vorm vast te stellen en verdergaande beperkingen te formuleren ter garandering van de onpartijdigheid van de rechter. Of, in mijn ogen een nog betere oplossing: schaf het instituut van de rechter-plaatsvervanger af.
Selectie van rechters
Een andere, nogal ondoorzichtige gang van zaken is de wijze waarop rechterlijke macht wordt gerecruteerd. In andere landen, zoals Frankrijk, bestaan landelijke toelatingsexamens voor de toetreding tot de rechterlijke macht. Een dergelijk systeem garandeert dat gekwalificeerde kandidaten op objectieve gronden worden toegelaten, ongeacht afkomst of politieke opvattingen. In Nederland, waar ongeveer 60% van de rechters D66 stemt, wordt het selectie-systeem vooral gekenmerkt door ondoorzichtigheid. Een algemeen bekend verschijnsel binnen de sociale psychologie is dat mensen die veel met elkaar gemeen hebben, elkaar sneller zullen uitkiezen. Bovendien wordt in de Nederlandse overheid vrijwel nergens geselecteerd naar het niveau van algemene ontwikkeling, wat tegelijkertijd de reden is waarom er zo weinig Nederlanders worden toegelaten tot posten in de Europese Unie, waar dergelijke kennistoetsen wel tot de selectieprocedure behoren. Ik zou voorstellen om jaarlijks een aantal toelatingsexamens voor de rechterlijke macht te organiseren, waaraan eenieder kan meedoen. Dit voorkomt bovendien dat mensen met een bepaalde, bijvoorbeeld nieuw-nederlandse achternaam, reeds bij voorbaat worden uitgesloten. En zorg ervoor dat in die toelatingsexamens ook vragen worden gesteld over de geschiedenis van de rechterlijke macht en de plaats van de rechter in de trias politica.
Sociale nut van straffen
Dan is er nog de eeuwige discussie binnen het strafrecht over het sociale nut van straffen, bijvoorbeeld bij jeugdige daders. Die discussie woedt maar voort zonder in enige concretisering uit te monden. En in die discussie wordt vaak vergeten dat het strafrecht niet alleen sociale doeleinden heeft, maar ook juist de rechtvaardigheid dient. Om een voorbeeld te geven: rechters discussieren nu al jaren of jeugdige delinkwenten nog wel goed zullen kunnen functioneren na hun straf te hebben uitgezeten. Er wordt direct naar de psychische en sociale ontwikkeling van de dader gekeken, en vaak wordt er dan wel een steekje los gevonden, Tbs wordt vervolgens opgelegd in de hoop dat de dader na het volgen van therapie ooit zal kunnen terugkeren naar de maatschappij. Die jarenlange aandacht voor de dader heeft erin geresulteerd dat het Tbs-systeem in Nederland is uitgegroeid tot een ware psychologische massa-productie, met talloze studies, rapporten en instructies door gedragspsychologen. Die aandacht voor de dader is soms zover doorgeschoten dat de rechten van de dader zelf beter werden gewaarborgd dan die van normale burgers. Bijvoorbeeld Ferdi Elzas, de inmiddels overleden moordenaar van Gerrit-Jan Hein, jarenlang WAO-rechten kon opbouwen tot maar liefst 700.000 euro, waarmee hij jarenlang in een riante villa heeft kunnen wonen. Het verbaast dan niet dat de ‘gewone man’ zich afvraagt of Volkert van der Graaf wellicht over enkele jaren, omdat hij op grond van goed gedrag natuurlijk eerder vrijkomt, eveneens een riant appartement in Amsterdam zal betrekken. Of dat men zich nu afvraagt hoeveel ton Mohammed Bouyeri over een jaar of vijf zal meekrijgen.
Vergelding als doel
De rechterlijke macht realiseert zich daarbij onvoldoende dat het strafrecht primair een vergeldende functie heeft. De maatschappij heeft er belang bij dat de gekrenkte rechtvaardigheid wordt gecompenseerd. En dat kan alleen als een straf wordt opgelegd en uitgezeten, en de opgelegde straf in de juiste verhouding staat tot de zwaarte van het begane misdrijf. Strafrecht als kanalisatie van wraakgevoelens. Cesare Beccaria, de grondlegger van de criminologie, formuleerde dit beginsel al in 1764 in zijn beroemde boek “Dei Delitte e delle pene” (Over misdrijven en straffen). Beccaria erkende zelf overigens ook dat straffen naast de vergeldingsfunctie ook een preventieve functie heeft, maar om de primaire functie van straffen te blijven ontkennen is niet alleen nadelig voor de slachtoffers van misdrijven, maar ook voor de geloofwaardigheid van ons strafrechtelijk systeem zelf. Want al is de wang toekeren naar de vijand wellicht sociaal wenselijker, het nemen van gepaste wraak – mits op evenredige wijze en binnen het strafrechtelijk systeem - doet de woedegevoelens juist uitdoven. En uiteindelijk heeft de maatschappij daar ook baat bij.
Prins Bernhard: de Musical
Prins Claus is weer helemaal terug. Natuurlijk niet letterlijk, maar wel in de media. In deze tijden van klimaatconferenties is het namelijk altijd handig om mee te liften op de ombesmette reputatie van Claus. Vandaar ook dat Minister Koenders graag de conferentie in Kopenhagen onderbrak om even per vliegtuig naar Amsterdam te city-hoppen om de uitreiking van de Prins Claus-prijs bij te wonen. Daarna liet hij zijn uitgestreken gelaat nog even zien bij het televisieprogramma ‘De wereld draait door’ om vervolgens even wat kirosine te laten branden om zich zo snel mogelijk bij zijn grote mensenwereld-vrienden in Kopenhagen te vervoegen.
Koenders moet wel een bijzonder goed georganiseerde man zijn. Hij vindt, tussen al zijn dienstreizen en het in survival-outfit door sloppenwijken banjeren door, zelfs nog tijd om te acteren. Hij speelt namelijk in het door John Leerdam geregisseerde toneelstuk over het leven van Prins Claus. Koenders speelt echter niet de onkreukbare Claus, maar zijn grote voorbeeld Jan Pronk. Claus wordt door Thom Hoffman gespeeld, die overigens op uitstekende wijze het Duitse accent van de overleden prins nabootst. Nu speelt John Leerdam zelf al een briljante rol in de politiek als het geweten van de Nederlandse Antillen, dus die rol was al bezet.
Koenders heeft natuurlijk veel te winnen met zo’n toneelstuk over Prins Claus. Het is altijd goed om een goede naam te verbinden aan een goede zaak zoals ontwikkelingshulp en milieubescherming. Maar indien Koenders echt indruk wil maken op internationaal niveau, is het wellicht nog beter om een musical te maken, en dan over die andere beroemde Prins: Prins Bernhard. In navolging op de musical ‘Mandela’, kan dan het uiterst boeiende leven van Van Lippe Biesterfeld worden verteld: diens jeugd in Duitsland, de SS-jaren, zijn passie voor auto-rally’s, het veroveren van het hart van de al snel verliefde Prinses Juliana, het huwelijk in 1937, het verblijf in Londen tussen de wantrouwende geallieerden, zijn spannende tijden op de pilotenopleiding, hoe hij zonder zelf te hebben meegedaan aan gevechtshandelingen na de bevrijding leider werd van de Binnenlandse Strijdkrachten, zijn plannen om onderkoning te worden onder Soekarno na de Indonesische onafhankelijkheid, de koloniale jacht in Afrika, die hij later omdoopte tot natuurbescherming om de rol van koloniale blanke te blijven spelen, de Greet Hofmans-affaire, de buitenechtelijke relaties, zijn geflirt met Eva Peron, zijn verblijven tussen Afrikaanse stammen, de karaktermoord op Willem Oltmans ,de Lockheed-affaire, zijn constante gezeur om geld en geklaag over de gierigheid van de Nederlandse Staat.
Teveel om op te noemen bijna voor een musical. Misschien kan John Leerdam er twee delen van maken: het eerste deel over de jaren tot en met 1945, het tweede deel over de naoorlogse jaren. Een beetje zoals de twee delen van Soldaat van Oranje, maar dan meer de kwade tegenpool daarvan. Er komt binnenkort overigens al een televisieserie genaamd Schavuit van Oranje, waarin Daan Schuurmans de rol van Bernard zal gaan spelen. Maar of Bernhard daarin als tegenpool van de Soldaat van Oranje zal worden neergezet, valt nog te bezien. Maar een musical is in ieder geval toch leuker, vanwege de muzikale dramatiek die eraan kan worden gegeven. Nelson Mandela kreeg al een musical, nu is de eer aan Prins Bernhard. En hopelijk met de nodige humor erin: http://www.youtube.com/watch?v=LzclgqYfxro .
Hopelijk krijgt Koenders dan eindelijk de kans om zelf eens een echte aristocraat te spelen zoals Bernhard. Hoeft hij niet meer met een zelfingenomen glimlachje in die survival-outfit rond te lopen in Soweto. Ik zie de interessante karakterontwikkeling in de musical al voor me: Openingsscene met ”Die Walküre” van Richard Wagner: een groep motorrijdende SS’ers in de Duitse sneeuw terwijl de winkelruiten van Joodse eigenaars worden ingegooid. Aan het slot van het eerste deel schiet Bernhard een olifant voor zijn kop, en even later brengt een zwarte koelie de champagne.
Tweede deel en ”fast forward” naar de jaren ’80: ‘Lion King’-muziek. Weer afrikaanse savanne. Opeens duikt Willem-Alexander op, die stampvoetend tegen opa roept dat hij ook wil leren vliegen. Eindakte van het laatste deel: Bernhard is inmiddels een gevierd natuurbeschermer geworden, en bezoekt hij voor een laatste keer Afrika. Zijn oude dienstbode is inmiddels ook al stokoud, en leeft nog steeds in dezelfde schamele hut. Bernhard geeft hem een paar dollars en vraagt hoe het met zijn olifanten gaat. Die doen het nog steeds goed, zo goed zelfs dat ze bijna een plaag vormen in de omgeving van het park. Bernard draait zich vermoeid om, gooit de smeekbrieven om geld van Afrikaanse kinderen in het knapperende haardvuur. Daarna laat hij zich nog een laatste keer door zijn dienstbode een glas champagne inschenken, en zegt tegen zijn bewonderende gast Rik Felderhof: ‘Ik heb nergens spijt van.’
Het plotselinge taboe van Kopenhagen: bevolkingsgroei
Er is iets vreemds aan de hand in Kopenhagen tijdens de klimaatconferentie. En dan heb ik het niet over de gebruikelijke protesten van anti-globalisten, milieu-activisten of wie dan ook. Ik doel ook niet op de critici die stellen dat de aarde helemaal niet opwarmt. Nu de temperatuur in eigen land tot -6 graden Celsius is gedaald, lijken doemscenario’s verder weg dan vorige week toen nog +12 graden werd gemeten. Nee, ik doel op het feit dat de groei van de wereldbevolking geen onderwerp van de discussie is. Wel spreekt men over de vermindering van de ‘carbon footprint’, en over subsidies aan ontwikkelingslanden om hen te helpen met duurzame ontwikkeling. Een ander heikel punt is de ontwikkeling van een nieuw systeem om de emissie van broeikasgassen terug te dringen ter vervanging van het in Kyoto destijds ontwikkelde ‘emmissie cap’-systeem. Het milieu is, na jaren te zijn weggeweest, opeens weer ‘hot’. De commercie heeft het opgepikt als marketing-instrument: In televisie-reclames zien we glanzende auto’s in schone bossen met gelukkige vogels om aan te tonen hoe zuinig onze auto’s zijn geworden. De doemdenkers leven zich ook weer eens goed uit: activisten van Greenpeace maken ons ouderwets bang door verkleed als ruiters van de Apocalyps in Kopenhagen ten tonele te verschijnen. Alles is opeens bespreekbaar. Bio-energie, zonnepanelen in de Sahara, groene energie, windmolenparken op de Noordzee, kunstmatige vleesproductie, noem maar op. Maar er wordt niet gesproken over de ongeremde bevolkingsgroei in de wereld. Dat lijkt opeens taboe geworden.
Club van Rome
Het taboe op de groei van de wereldbevolking verbaast eenieder die zich verdiept in de geschiedenis van de milieubeweging. De Club van Rome, de eerste milieu-beweging en in feite de geestelijke vader van de Conferentie in Kopenhagen, bracht al in 1972 het beroemde rapport ‘Grenzen aan de Groei’ uit. Hierin werden de huidige problemen op onze aarde allang voorspeld, met als oorzaken: de overbevolking van de planeet en de overconsumptie. In het alarmerende rapport werd destijds dus al een verband gelegd tussen groei van de wereldbevolking en consumptie en de gevolgen hiervan voor het milieu.
Boodschap nog altijd actueel
Aan deze situatie is in feite niets veranderd. Sterker nog, de problemen veroorzaakt door overbevolking en overconsumptie nemen exponentieel toe. De reden waarom het klimaat verandert, is niet dat wij per individu in het westen vervuilender zijn geworden. In tegendeel, de uitstoot van de sterk vervuilende bruinkoolproductie is vervangen door andere energiebronnen, de auto’s zijn schoner en zuiniger geworden. Maar deze positieve effecten worden teniet gedaan door het feit dat de welvaart groeit, we met meer mensen zijn en we dus per saldo meer vervuilen dan vroeger.
Groei van de bevolking
Ten tijde van het rapport van de Club van Rome kende de wereld bijn 4 mijlard inwoners. Nu, 38 jaar later, telt de wereldbevolking bijna 7 miljard zielen. Omgerekend is dat ongeveer 900 miljoen bewoners erbij per decennium en 90 miljoen nieuwe mensen per jaar – met andere woorden komt er elk jaar een ”Duitsland” bij. Pas als we dit aspect bij de discussie betrekken, ontstaat een eerlijk beeld van wat er wereldwijd gaande is. Dit punt negeren is boter op het hoofd hebben. Want als men spreekt over de ‘carbon foorprint’ per individu terugdringen, heeft dit weinig zin als er jaarlijks 90 miljoenen zielen bijkomen, met dus jaarlijks letterlijk 180 mijloen extra voetafdrukken. Het is spijtig dat in Kopenhagen, waar de duurzame ontwikkeling centraal staat, niet wordt gesproken over beperking van de groei van de wereldbevolking. Er wordt door de Nederlandse delegatie steevast gesproken over: ‘welke wereld laten we achter voor onze kinderen‘, zonder na te denken over de hoeveelheid kinderen waar we nu bewust voor kunnen kiezen. In plaats van de achterliggende problematiek van overbevolking en overconsumptie te bespreken, gaat het in Kopenhagen vooral over symptoombestrijding zoals het rondbazuinen van cijfers over de reductie van uitstoot, nieuwe voorstellen voor emissie-tradingsystemen en subisidies. De gematigde en goedhartige klimaat-bezorgden zoals Herman Wijffels houden zich vooral bezig met rijkemensen-hobbies zoals het gebruiken van het openbaar vervoer na een vliegreis en het stimuleren van groene stroom, die vaak overigens uit in Frankrijk opgewekte kernenergie bestaat. Aan de andere zijde van het spectrum staan de milieuactivisten, die het liefst het in hun ogen verderfelijke kapitalisme tenonder zien gaan en het liefst terugkeren naar utopistische heilstaten die al sinds de terechtstelling van Thomas More in de vroeg 16e eeuw geen slagingskans blijken hebben waneer dergelijke denkbeelden gespeend zijn van een realistisch beeld van de mens en de biologische drijfveren van menselijk gedrag: eigenbelang en voortplantingsdrift.
Stand van wereldbevolking over 40 jaar
Als het huidige tempo van de groei doorgaat, hebben we rond 2050, als de kleine kinderen van nu groot zijn, een wereldbevolking van op zijn minst zo’n 9,3 miljard mensen. Zie: www.census.gov/ipc/www/idb/worldpopgraph.php. De vraag luidt dan ook niet alleen welke wereld wij voor onze kinderen willen achterlaten, maar ook hoeveel kinderen wij op deze in opvang-capaciteiten beperkte planeet aarde willen loslaten. Dat niet willen bespreken omdat zo’n onderwerp gevoelig ligt, tekent de waan van de dag. Terwijl ook onze eigen Minister Koenders wel degelijk erkent dat er iets aan de groei van de bevolking moet worden gedaan, wordt dit punt in Kopenhagen onbesproken gelaten. Zie een recente lezing door Koenders: http://www.youtube.com/watch?v=JcWxJeU9B_8 . Koenders erkent dat groei van de wereldbevolking een probleem is, maar vindt het kennelijk onethisch om de armere landen daarop te wijzen. Als we straks met teveel mensen zijn, worden we echter allemaal asielzoekers op onze eigen te kleine planeet. We zullen in het jaar 2050 zien wie gelijk had, de Club van Rome uit 1972 of de deelnemers van de huidige Kopenhagen-conferentie, die ervoor kiezen om op ethische gronden een dergelijk belangrijk thema tot taboe te verklaren.
Grieken dansen door, met of zonder de EU
Het Griekse landschap ziet nog steeds koolzwart van de bosbranden in 2007. De honderden miljoenen euro’s die door Europese noodfondsen werden toegekend om het land er bovenop te helpen, zijn in rook opgegaan. Er is niet eens een kadaster waar percelen geregistreerd staan dus de slachtoffers raken verstrikt in onduidelijke procedures, corruptie en willekeur zodra zij hun verzoeken tot schadecompensatie indienen. Niemand die weet wat er met het geld is gebeurd. Griekenland ligt nu weer onder een ander vuur: dat van de Europese Unie, dit vanwege het jarenlang vervalsen van cijfers over de staat van de economie van het land. Zie http://www.nrc.nl/economie/article2428068.ece/Eurolanden_pakken_Griekenland_keihard_aan. Dit nieuw staaltje Griekse onvermogen komt niet echt als een verrassing, maar meer als een laatste druppel die de emmer doet overlopen. Griekenland heeft zich namelijk vanaf de toetreding tot de Europese Unie in 1981 gedragen als het stoutste jongetje van de klas, zonder enige straf te krijgen.
Schandalen stapelen zich op
Keer op keer is Griekenland in de afgelopen jaren beboet vanwege te late implementatie van Europese richtlijnen en het op onjuiste wijze aanwenden van Europees subsidiegeld. Die boetes zijn echter nooit geind, waardoor nu honderden miljoenen aan boets nog openliggen. De dubieuze debiteur bleef intussen vrolijk geld uitgeven. Schandaal na schandaal stapelde zich op in de Griekse pers, zowel onder de liberalen als de socialisten, maar in Brussel bleef het stil. Terwijl de toestand in het land wel degelijk onrustbarend is. Griekse politici zijn het meest corrupt van de hele Unie, en veel bedrijven betalen niet eens belasting. Geen wonder dat de Europese subsidiepotjes zo populair waren in Athene. Pas toen vorig jaar beelden verschenen van Griekse relschoppers in de straten van de hoofdstad, begonnen de politici in Brussel zich af te vragen of alles wel koek en ei was daar in het zuidoosten . Tot dan toe hadden de Brusselse technocraten zich vooral geboden over de kwestie of de beroemde Feta-kaas als Grieks product beschermd moest worden, net als de Italiaanse Parma-ham.
Onterecht in Eurozone
Griekenland werd in 2000 moeiteloos toegelaten tot de Eurozone. Het land werd geroemd om de efficiente wijze waarop in enkele jaren tijd het overheidstekort was teruggedrongen van 10% tot slechts 1,8%. Nu is gebleken dat de Griekse rekenmeesters op grote schaal hebben zitten liegen, rijst dan automatisch de vraag of Griekenland op onterechte wijze tot de Eurozone is toegelaten. De Griekse overheid is op een haar na bankroet en er zijn nu weer vele mijlarden euros nodig van netto-betalers als Nederland om het land weer bovenop te helpen. Vreemd genoeg wordt de vraag niet echt gesteld of Griekenland nog wel recht heeft op bijstand. Wellicht komt dat omdat Europese politici van de oude stempel een klassieke opleiding hebben gevolgd, dat zij bij de Grieken andere maatstaven hanteren dan bij andere landen. Toen landen als Litouwen en Slowakije immers wilden toetreden stelden de Europese politici strenge eisen, en werden deze landen uiteindelijk toch niet toegelaten. Griekenland ontspringt echter altijd de dans. Net als bij de charmante maar onbetrouwbare Zorba uit Zorba de Griek, geloven de Europeanen de Griekse aanstekelijke praatjes keer op keer. Nog altijd symbolisch voor de relatie tussen de Grieken en het westen is het gesprek tussen de twee mannen op het strand van Kreta in die beroemde film. Zorba weet Nikos (‘boss’) keer op keer te paaien voor zijn plannetjes, waar niets van terecht komt. Zorba blijkt een schurk en een oplichter te zijn en ’boss’ keert daarom uiteindelijk, berooid en gedesillusioneerd terug naar zijn geboorteland; maar niet zonder pijn in het hart. Zie: http://www.youtube.com/watch?v=690_48tCzfE
Transparency Global
Recent – nog net voor het Griekse cijferschandaal – verscheen al het jaarlijkse rapport van het bekende instituut Transparency Global, waarin Griekenland bedroevend slecht scoorde op de schaal van corruptie. Het land is zelfs veel corrupter dan landen als Chili, Uruguay en Costa Rica. Dit geeft te denken. Vooral omdat Griekenland al sedert 1981 lid is van de Europese Unie. Zie: http://peterbruns.unblog.fr/2009/11/28/greece-bulgaria-and-romania-more-corrupt-than-several-latin-american-countries/
Verslaafd aan EU geld
De vraag is dan ook, wat er nu concreet zal gebeuren. Een met cijfers goochelende overheid kan niet ongestraft worden gelaten. De Grieken lijken verslaafd te zijn aan Europees geld. Er heeft zich een metamorfose voorgedaan van de gastvrije en vrijheidslievende vissers van vroeger tot de zwaarlijvige zonnebrillendragende schreeuwlelijken die in een SUV de weg onveilig maken van tegenwoordig. Terug naar vroeger kan niet meer, maar het heden kan ook niet langer zo. De rellen in de hoofstad Athene tonen aan dat er kennelijk veel onvrede onder bepaalde elementen van de bevolking leeft. Welke oplossing dan ook wordt gevonden, het zal moeten beginnen met het nemen van verantwoordelijkheid voor de wantoestanden. Niet enkel in politieke zin, maar ook in juridische opzicht. In de Verenigde Staten zitten de directeuren van Enron al jaren in de gevangenis voor creatief boekhouden. Zelfs in Nederland, waar gewoonlijk liegende en bedriegende bestuurders niet worden aangepakt, heeft in ieder geval Ahold-topman Cees van der Hoeven nog een bescheiden boete van 30.000,- euro opgelegd gekregen voor valse jaarrekeningen. Maar de Griekse politici dansen vrolijk door.
Het is te hopen dat de EU-landen niet zomaar de Grieken gaan helpen zonder die wantoestanden nu eens echt aan te pakken. Juridische consequenties mogen niet uitblijven. Griekenand heeft als land op ernstige wijze het europese beginsel van de Gemeenschapstrouw geschonden. Dit beginsel is thans officeel omgedoopt tot het beginsel van de ‘loyale samenwerking’ en verankerd in artikel 5 van Europese Grondwet, maar gaat terug tot eerdere jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie.
Griekenland uit EU-zone
Bij een ernstige schending van het beginsel van ‘loyale samenwerking’ moet het mogelijk zijn een juridisch passende actie te nemen: ik zou zeggen schadevergoeding met, al dan niet, ontbinding van de overeenkomst met Griekenland. Dit is gebruikelijk bij schending van gewone overeenkomsten in het dagelijks leven, en ik zie niet in waarom dit niet op Europees niveau tussen staten zou mogen gelden. Bij ontbinding kan overigens ook voor gedeeltelijke ontbinding worden gekozen. Dit houdt dan concreet in dit geval in: Stel Griekenland voor vrijwillig de Eurozone uit te treden, en laat het land pas terugkeren als is voldaan aan een aantal harde criteria. En als het land daar niet mee akkoord gaat, mag het in het uiterste geval de hele Europese Unie uit. Het is tijd voor een Europees Ochi (‘Nee’) tegen de Griekse malversaties. De moderne Zorba’s hebben nu al lang genoeg geprofiteerd van de nijverheid van de noordelijke landen van de Unie. De ‘Elgin-marbles’ mogen dan als afscheidscadeau versneld terugkeren naar Athene; Gordon Brown zal daarmee graag een handje helpen. Net zoals de beroemde zangeres Melina Merkouri destijds het land onvluchtte, mag nu het hele Griekse volk dan de Unie uitmarcheren. Maar wel moeten we de Grieken als trots volk eerst de kans geven zelf dit besluit te nemen. Om met opgeheven hoofd de scene tijdelijk te verlaten, om hopelijk ooit eens trots als in een Griekse drama als een ‘deus ex machina’ weder te keren tot de Europese scene. Zie: http://www.youtube.com/watch?v=ezBocVzfj1I&feature=PlayList&p=68E9397E7C6E23D6&playnext=1&playnext_from=PL&index=32
Associatie-verdrag
Als Griekenland eenmaal de Unie uit is, verkrijgt Turkije eindelijk ook rechtvaardigheid, en zullen de Turken aan den lijve ondervinden dat lidmaatschap van de EU niet alleen maar een ticket naar welvaart inhoudt, maar ook verplichtingen met zich meebrengt. Wellicht kunnen beide landen zich dan aansluiten bij nieuw soort Europese Vrijhandelsasosciatie met als hoofstad Athene. Deze landen kunnen dan middels een associatieverdrag goedkoop handel drijven met de Europese Unie en een voorportaal van Europa in de Levant vormen. Misschien kunnen zelfs Israel en Libanon, of zelfs Armenië en Georgië zich aansluiten. Dergelijke landen begrijpen elkaar. Maar dan buiten EU-verband, niet binnen. Binnenkort zal IJsland waarschijnlijk zijn kandidatuur voor EU-lidmaatschap bekend maken. Het land is –op eigen kracht- al behoorlijk bijgekomen van de crisis en voldoet al aan de meeste Europese criteria. We moeten misschien maar de oude Griekse platen van Melina Merkouri toch echt eens weggooien, en trachten te wennen aan die trollen-muziek van Björk.
Zinkende Palmeilanden, Wenen en Kaliningrad
’Riesenrad’, Prater (Wenen)
De nog in aanbouw zijnde Palmeilanden langs de kust van Dubai schijnen langzaam weg te zakken in de Perzische Golf, of zoals de Arabieren zeggen ‘Arabische Golf’. Symbolischer kan de teloorgang van het futuristische Dubai bijna niet worden weergegeven. Terwijl Dubai tot voor kort overal als lichtend voorbeeld van de Arabische culturele renaissance werd gezien, was in dit positieve beeld al een domper gekomen aan het begin van het jaar, toen filmbeelden opdoken van een prins, die in een geschil met een Afghaanse zakenpartner even op hardhandige wijze duidelijk maakte dat niet alles even netjes eraan toegaat in Dubai als weleens werd gedacht.
Het is voor de tegenstanders van Israel jammer dat juist deze Palmeilanden in zee wegzinken: in plaats daarvan hadden zij graag de Joodse staat in zee zien verdwijnen. Maar al schreeuwen de kopstukken van Hamas, Hezbollah en andere hangjongeren in de regio al jaren dat Israel binnenkort van de aardbodem zal verdwijnen en de Joodse staat weldra vernietigd zal worden: Israel staat ondanks alles wankel, maar gelukkig nog steeds rechtop, dankzij de Verenigde Staten. Als het aan de Europese lankmoedige politiek lag, was Israel allang door de golven verzwolgen.
Grondgebrek
De Nederlandse baggeraars kunnen zich misschien in plaats van Dubai nu beter richten op de aanleg van een fatsoenlijke haven voor Gaza. En misschien kunnen ze dan tegelijkertijd wat extra zand opspuiten om de 1,5 miljoen Palestijnen die als ratten op een stukje grond zo groot als Texel bij elkaar zitten, wat ademruimte te geven. Want simpel grondgebrek is het grootste probleem van zowel Israel als de Palestijnen. Als twee gevangen circustijgers zitten de twee volkeren opgesloten in een te kleine kooi, die nu ook nog eens door een muur in twee nog kleinere kooien wordt onderverdeeld. En ze grommen vooral naar elkaar in plaats van naar de dompteurs die hen tegen elkaar opstoken. En die dompteurs zijn afwisselend de Verenigde Staten, dan weer Iran of de Arabische staten, naar gelang de politieke wind die op dat moment waait. Europa houdt zich veelal op de vlakte. En als Europese politici zich dan eens bemoeien met de precaire situatie ter plaatse, is het vaak op een niets toevoegende en slechts belerende wijze, zoals de actie van parlementslid Harry van Bommel om ‘Intifada’ te scanderen. Zie: http://www.youtube.com/watch?v=PLlHPPO25nM
Europese wortels van Israel
Wat mensen als Van Bommel lijken te zijn vergeten, is dat Israel een bastaard is van Europa. En die bastaard had geen plek in Europa. Israel wordt nu eens goed behandeld, en dan weer in een hoek getrapt. Niet echt goed voor diens ontwikkeling. Europa, ook Nederland, heeft de Joden bijna letterlijk uit het continent gespuugd, en dan opeens nu ‘Intifadah’ roepen is een te gemakkelijke reactie in een complexe relatie. Nederland ziet zichzelf graag als een kritische vriend van Israel, en als kritische vriend mag je harde dingen zeggen, zo wordt dan geredeneerd. Maar Israel ziet die relatie met Nederland in een heel ander licht. Voor de Joden is eenieder die voor Israel opkomt, een vriend. Zo simpel zien zij het. Wat vaak in Nederland wordt vergeten, is dat anti-semitisme niet louter een verschijnsel was in Duitsland, maar in heel Europa en zeker ook in het zogenaamd zo tolerante Nederland. Israel had nooit bestaan zonder Europa, en in Israel is dat niet vergeten. En dat vergt uiterste terughoudendheid, en het vermijden van goedkope leuzen zoals die van Van Bommel.
Dreyfus affaire
Israel bestaat immers niet zomaar. Theodor Herzl (1860-1904), de in Parijs wonende journalist uit Wenen, was degene die voor het eerst het idee van een Joodse staat formuleerde in zijn boek ‘der Judenstaat’. En dat idee was er waarschijnlijk nooit gekomen als de Joodse Franse officier Dreyfus niet naar Duivelseiland was gestuurd als gevolg van anti-semitische elementen in de franse maatschappij. Diep geschokt door de Dreyfus-affaire was Herzl bekeerd tot de leer die later als ‘politiek zionisme’ omschreven zou worden. Herzl bedacht zich pas als gevolg van de Dreyfus-affaire dat de Joden ook in Europa niet vrij konden zijn, zelfs niet in het liberale Frankijk, zoals hij tot voor kort had gedacht. Alleen indien zij een eigen staat zouden verkrijgen, zou hun veiligheid gewaarborgd zijn. Herzl veranderde in korte tijd van een genieter van het Parijse salonleven tussen de Franse elite zoals beschreven door onder andere Marcel Proust, in een politiek activist. Hij sprak in ‘de Jodenstaat’ overigens nog niet over Palestina als woonplaats, maar dacht meer aan een Duitstalige Joodse kolonie binnen Europa, een soort Wenen voor de Joden.
Waar moesten de Joden heen?
De Europese staten zaten niet bepaald te wachten op een Joodse staat op het eigen continent. Er werden allerlei plannen ontwikkeld om de Joden naar andere gebieden zoals de Europese kolonies te laten migreren, om daar een soort semi-Europese tussenlaag te gaan vormen tussen de Europeanen en de lokalen. De Britten stelden als oplossing voor dat de Joden zouden emigreren naar Uganda. De Joden zelf voelden daar echter weinig voor. Het kwam de Britten dan ook eigenlijk goed uit dat de Joden op zelfstandige wijze al begonnen waren naar Palestina te trekken. De emigratie naar Palestina verliep zo voorspoedig dat het Britse gezag in Palestina de Joden toestond om in groten getale zich in het heilige land te vestigen. Na de beroemde Balfour-declaration (1917) werd het plan om de Joden naar Uganda te sturen, definitief verlaten.
Birobidzjan
De Sovjets hadden een geheel andere efficiente oplossing, zoals voor de meeste lastige volkeren: Stalin liet de Poolse Joden deporteren naar een troosteloos gebied in het oosten van Siberie aan de ijzige rivier de Amoer tegen de grens met China, en bestempelde deze gevangenis officieel als Joods Autonoom Gebied in 1937 met de naam ‘Birobidzjan’. In Duitsland hadden de Joden het eigenlijk vrij goed tot de komst van de Nazi’s. De Nazi’s bedachten in de eerste jaren na hun machtsovername nog aan Madagaskar als plek voor de Joden, lekker ver weg. Het Madagaskar-plan werd echter al spoedig vervangen door een praktischer oplossing, namelijk die van de concentratiekampen en gaskamers. De rest is bekend.
Gaza-strook als ballingsoord
Het cynisme van de geschiedenis is, dat de vervolgden vaak later zelf onderdrukkers worden. Israel begint steeds meer trekken te vertonen van een onderdrukker, en de Gaza-strook begint steeds meer op een ballingsoord te lijken zoals het Siberische Birobidzjan: in naam een autonoom gebied van de Palestijnen, maar in werkelijkheid een gevangenis. Een zielloos stukje land, een enclave tussen een vijandige staat, de woestijn en de zee.
De Gaza-strook van Europa
Tegelijkertijd kent het eigen Europese continent ook nog een eigen zielloze strook grond, een soort Europese Gaza-strook, en dat is Kaliningrad, vroeger ‘Konigsberg’ geheten: een stuk grond ongeveer ter grootte van Vlaanderen, thans ingeklemd tussen EU-landen Polen, Litouwen en de Oostzee. De regio Kaliningrad is een speelbal van Rusland in het politieke spel tegen de EU en de NAVO. Marionet Medvedev is op dit moment bezig met het plaatsen van raketten in dit gebied op last van tsaar Vladimir Putin, om te laten zien dat het Heilige Rusland nog steeds meetelt.
Kaliningrad
Het gebied rond Kaliningrad, destijds ‘Konigsberg’, behoorde tot 1945 bij Oost-Pruisen, en was al sinds de vroege middeleeuwen Duits, met een grote Joodse minderheid en in de 18e zelfs het centrum van de Joodse Verlichting. In de jaren 1942-1944 werd door de Duitsers de eigen Joodse bevolking op de trein naar de gaskamers gezet en bij de ‘bevrijding’ in 1945 door de Sovjettroepen werd vervolgens de Duitse bevolking van dit gebied vermoord, verkracht en gedeporteerd. Nog eens honderdduizenden mensen kwamen om. ‘Pruisen’ werd voorgoed van de aardbodem geveegd, evenals alles wat wees op de Duitse geschiedenis in het gebied. Het gebied werd in de jaren 1946-1947 geheel etnisch gezuiverd en bevolkt door Russen, hierheen gelokt met gratis behuizing en allerlei andere voordelen.
Schuinsmarcheerder
De naam ‘Konigsberg’ werd officieel vervangen door ‘Kaliningrad’, naar de zuipschuit, opperschurk en bolsjewiek van het eerste uur Kalinin, die opmerkelijk genoeg als een van de weinigen niet door Stalin over de kling was gejaagd. Zijn redding was dat Stalin altijd om zijn liefdesavonturen moest lachen. Kalinin was een echte rokkenjager had er namelijk moeite mee om zijn rits dicht te houden in het bijzijn van vrouwelijk schoon. Stalin daarentegen was zeer onbeholpen in vrouwelijk bijzijn en vond Kalinin natuurlijk daarom eigenlijk wel een mooie vent. En Kalinin mocht blijven leven. ‘Respect’ op zijn bolsjewistisch. Even een uitsrap voor de jongere lezers: In die tijd had je nog geen rappende Ministers, zoals Minister Donner: http://www.youtube.com/watch?v=jmLEt5oI5i8, . Bij de Sovjets was pas ‘streetwise’ als je flink wat mensen de dood in joeg. Dan deed je je ‘ding’ pas echt, en kreeg je bijvoorbeeld een stad met jouw naam als cadeau. Of er werd zelfs een vliegtuig naar je genoemd. Kijk maar eens op http://www.youtube.com/watch?v=6C_8GGhY6kA. ’50 cent’ is daarbij vergeleken dan maar een sufferd. Dus in ruil voor zijn diensten kreeg Kalinin vier steden op zijn naam staan. Terwijl er voldoende andere beroemde inwoners van de stad zijn die hun naam hadden kunnen verlenen aan de stad, zoals de beroemde 18e eeuwse filosoof Immanuel Kant of de 20e-eeuwse, eveneens wereldberoemde – en overigens Joodse - filosofe Hannah Arendt.
De vos die passie preekt
Europese politici als Van Bommel kunnen dus wel makkelijk wijzen naar Israel, maar zijn tegelijkertijd blind voor hun eigen gebreken. Zoals het blijven negeren van problemen op het eigen continent, van Kosovo en het voormalige Joegoslavie tot Kaliningrad en de Kaukasus. En het blijven bagetelliseren en ontkennen van een almaar groeiende invloed van de politieke Islam in Europa, of het juist voortdurend aankaarten daarvan maar zonder enige werkelijke kennis van zaken dingen roepen en verder niets doen. De terugkeer van fundamenteel anti-Joodse sentimenten in de Europese samenlevingen. Zowel de Palestijnen als Israel weten echter door schade en schande dat Europa geen betrouwbare partner is maar een ‘two-face’. Soms vriendelijk, dan weer schijnbaar hard, maar altijd grillig. Vroeger had je ‘Orientalisten’ en ‘Imperialisten’. Tien jaar geleden riepen mensen als Van Bommel dat zij ’eeuwige vrienden van Israel’ waren, nu roepen dezelfde mensen ‘Intifadah, infitada, Palestina vrij’. Morgen noemen zij zichzelf Eurabisten of juist bewonderaars van de Joost-Christelijke beschaving, strijdend voor de democratie. Het is de tweeslachtigheid van het Europese continent, dat mensen als Immanuel Kant en Hannah Arendt voorbracht, maar waar ondanks alles de naam van Kalinin nog steeds op de kaart staat anno 2010. Dus zowel Palestijnen als Joden: wees op uw hoede voor Europese politici die vandaag uw vriend zijn. De wind kan morgen weer uit geheel andere hoek waaien. Amerikanen zijn voor u of tegen u, hard maar helder. Amerikanen zullen u bestrijden om wat u doet, Europeanen wijzen u af om wie u bent. ‘Als de vos de passie preekt, boer pas op uw kippen.’
.
Recent Comments