Flamboyante vrijheid (Deel II)
Afb: geboortehuis Aleander Hamilton, Nevis (wikpedia, author aniel Farrell)
St. Maarten is het kleinste eiland ter wereld dat wordt gedeeld door twee staten. De oorsprong van deze vreemde tweedeling gaat terug tot de vroegkoloniale tijd. Nu kwam het wel vaker voor dat Europese kolonies al dan niet gedwongen samen moesten werken op een eiland of in een bepaald gebied. Het meest bekende voorbeeld is Timor, dat lange tijd door de Nederlanders en de Portugezen werd gedeeld, niet zonder conflicten. Een ander voorbeeld is Hispaniola, dat werd verdeeld onder de Fransen en de Spanjaarden. Maar tussen de twee delen lag een bergachtige regio die het eiland al op een natuurlijke wijze in twee delen splitst.
De Europese kolonies in Noord-Amerika en in het Caribisch gebied waren eigenlijk vooral ondernemingen. En er was nauwelijk sprake van een effectieve uitoefening van het gezag door het moederland overzee. De ondernemingen waren vooral het werk van prive-investeerders en de kolonisten waren veeleer Normandiers, Bretons, Basken, of Parijzenaars in het geval van Frankrijk. De Nederlandse Republiek was een federatief verbonden en de meeste kolonisten in het Caribisch waren eerder Rotterdammmers, Amsterdammers of Zeeuwen. Deze ondernemingen, zoals de WIC, moesten praktisch opereren en als er geen andere mogelijkheid was dan om samen te werken, konden zelfs goede relaties ontstaan op gedeeld territorium. Zo deelden Fransen en Engelsen het eiland St. Kitts op in een Frans deel (St. Christophe) en een Engels deel (St. Kitts). Het eiland Tobago werd lange tijd gedeel tussen de kolonisten uit Koerland (in het tegenwoordige Letland) en de Zeeuwen. De vreedzame wijze waarop de planters in de verschillende eilanden samenwerkten, lieten voor het eerst een bijzonder Caribisch of Amerikaans bewustzijn zien, vaak tot grote frustratie van de investeerders en toezichthouders in Europa. De Europese immigranten in de 17e eeuw vertoonden als een vroege vorm van een bewustzijn dat aan de kust van Noord-Amerika uiteindelijk zou leiden tot de ‘Declaration of Independence’.
Het geval van St. Maarten is daarbij helaas vaak onderbelicht gebleven. Hier betrof het vooral Normandiers aan de Franse kant, en Zeeuwen aan de Hollandse kant. Zij kwamen in 1648, het jaar waarin de Westfaalse vrede tot stand kwam, tot een overeenkomst over het gezamenlijk gebruik van het eiland, het beroemde Verdrag van Mont Concorde of het Verdrag van Concordia. Het meest veelzeggende artikel van dit Verdrag was artikel 3 dat luidde dat de op het eiland ingezeten Fransen en de Nederlanders als vrienden en bondgenoten zullen samenleven, en bovendien dat indien zij zich daar niet aan zouden houden, dit volgens oorlogsrecht bestraft zou worden, in de oorspronkelijke Franse tekst:
“Que les Français et Hollandais, habitués dans ladite île, vivront comme amis, et alliés par ensemble, sans qu’aucun, ni de part ni d’autre, se puisse molester, à moins que de contrevenir au présent concordat, et par conséquent punissables par les lois de la guerre.”
Bijna negentig jaar later (in 1734) werd bovendien een nieuw verdrag gesloten tussen de twee kolonies, dat neutraliteit van het eiland garandeerde in het geval een partij in staat van oorlog geraakte met een derde land (*). Zelfs indien de Fransen en de Nederlanders in staat van oorlog zouden geraken, zou de neutraliteit gehandhaafd blijven en waren de beide zijden verplicht de bewoners van andere kant van het eiland te beschermen. Deze vorm van samenwerking is uniek in de koloniale geschiedenis en duidt op het gemeenschappelijk bewustzijn van de eilandbewoners. De eerste zin van Artikel 1 van het neutraliteitsverdrag van 1734 (dat bij mijn weten nog altijd geldig is) luidde:
‘Les habitants de l’isle St. Martin (Saint-Martin) tant francais qu’hollandois en cas de guerre entre la france (France) et la hollande (Holland) seront et demeuront neutres et les commandes francois et hollandois continueront de commander chacun dans leurs quartiers en vertu de leurs commissions.’
Maar wat waren nu de bijzondere motieven waarom een samenwerking nu juist in St. Maarten wel lukte en, bijvoorbeeld niet in Timor of in Hispaniola (St. Domingue/Sto. Domingo)? Daarover kan slechts gespeculeerd worden. Daar ligt waarschijnlijk een combinatie van strategische belangen, praktisch denken en noodzakelijkheid aan ten grondslag. Over de strategische belangen vinden wij in de historische bronnen in ieder geval terug dat St. Maarten voor de Fransen belangrijk was voor de verdediging van St. Christophe (St. Kitts) in het geval van oorlog. Daarnaast lag het Franse deel nogal geisoleerd tussen Engelse gebieden en de Hollandse eilanden.
Voor de Hollanders, eigenlijk vooral de Zeeuwen dus, gold dat zij vooral interesse hadden in vrijhandel en goed beschutte baaien vanwaar uit zij konden smokkelen tussen de eilanden en het vasteland.
De Caribische eilanden vormden net als de oostkust van de huidige Verenigde Staten het middel voor talloze prive-investeringen en experimenten, waaraan Europeanen van alle windrichtingen deelnamen, dus Britten, Spanjaarden, Fransen en Nederlanders, maar eigenlijk vooral ook Welsh, Londenaars, Cornish, Schotten, Ieren, Normandiers, Bretons, Picardiers, Parijzenaars, Pointevins, Aquitaniers, Aragonezen, Catalanen, Galiciers, Basken, Zeeuwen, Denen, Zweden, Duitsers, enzovoorts (***).
In de 18e eeuw begon zich langzaam een eigen Caribische identiteit de ontwikkelen, die net als in Noord-Amerika zo weinig mogelijk inmenging vanuit het moederland wilde. Sterker nog, de Britse planters in het Caribisch gebied voelden zich vaak gewoon Amerikaan. Het bekendste voorbeeld hiervan is Alexander Hamilton, de grote Amerikaanse federalist afkomstig uit het eiland Nevis.
Terwijl op macroniveau de Verenigde Staten ontstonden, bleef op microniveau op St. Maarten het aloude verdrag van 1648 gehandhaafd, althans tot 1839 toen het werd vervangen door een strikter verdrag (****). Het unieke aan St. Maarten is dat in al die eeuwen een vorm van samenwerking is blijven bestaan. De huidige ‘status aparte’ van het eiland als land binnen het Koninkrijk bevestigt wat dat betreft een eeuwenlange praktijk, die slechts door 56 jaar neokoloniale inmenging door Curacao binnen het verband van de Nederlandse Antillen nu eindelijk terecht is opgeheven.
(*) Traité de neutralité des îles Saint-Martin et Saint-Barthélemy, signé entre Champigny, gouverneur et lieutenant général des îles du Vent, d’une part, et Nicolas Salomon, chargé de pouvoirs de Jean Heiliger, gouverneur des îles hollandaises, et Jacob Barry, vice-commandant de Saint-Martin, d’autre part (n° 156). (14 juillet 1734), zie http://anom.archivesnationales.culture.gouv.fr/ir?c=FRANOM_00001,1.6.02.01.3
(**) zie http://www.memoirestbarth.com/st-barts/colonisation/archives-premiere-periode-coloniale#
(***) Ik laat de slaven en de verschillende nationaliteiten en culturen waartoe deze oorspronkelijk behoorden hier buiten beschouwing. In een volgend artikel daarover meer. Over de wijze waarop deze verschillende groepen in de vroegste periode samenwerkten is nog maar weinig gepubliceerd vanwege onder andere het ontbreken van geschreven bronnen.
(***) http://www.memoirestbarth.com/st-barts/colonisation/archives-premiere-periode-coloniale#
(****) Convention franco-hollandaise du 28 novembre 1839. Wellicht is de reden dat juist dit jaar werd gekozen gelegen in het feit dat op dat moment de scheiding tussen Nederland en Belgie definitief was vastgelegd in het Verdrag van Londen en Nederland en het voormalige buurland Frankrijk beiden belang hadden bij een definitieve vastlegging van hun onderlinge grenzen. Nederland wilde bovendien in die periode een douane-unie tussen Belgie en Frankrijk voorkomen. Het was hetzelfde jaar als waarin Luxemburg officieel werd afgescheiden van Belgie, hetgeen zorgde voor een internationaal diplomatiek conflict, dat uiteindelijk werd opgelost. Evenwel zou de Luxemburgse kwestie in 1867 weer opspelen.
Recent Comments