Naar aanleiding van enkele eerdere blogposts over de sefardische invloed op het Papiamento, bijvoorbeed deze http://peterbruns.unblog.fr/2010/10/31/een-ladino-moeder-houdt-van-haar-kind/ en vragen van lezers daarover, heeft Palamedes eens in zijn woordenboek Nederlands-Papiamento opgezocht welke woorden volgens het woordenboek van sefardische herkomst zijn. Hieronder een kleine greep uit de talloze woorden van sefardische oorsprong:
embuyá = aanzetten tot, opwekken
graciosura = aardigheidje
rizibel = belachelijk
tira pa raka = ergens achter proberen te komen
lontanansa = achtergrond (bijv. van schilderij)
trata spachadu = afpoeieren, onvriendelijk te woord staan
kashotá = afsluiten (opm. : franse cachot?)
djonki = afsnijden (van grote stukken)
koitá = angstig
manzer = bastaard
aichi = bazig
beyako = bedriegelijk
nochobi = verdriet(ig), bedroefd
ganchoso = begerig
patán = boerenpummel
Toch blijven bepaalde dingen onduidelijk, althans voor Palamedes. ”Sefardisch” verwijst naar de sefardische Joden op voornamelijk Curacao, maar het is geen taal. Zij spraken Ladino, Portugees, en gebruikten vast ook nog Hebreeuwse woorden (al dan niet via het Ladino of zelfstandig). Soms lijkt het wel alsof mijn woordenboek de niet-Hollandse en niet direct Spaans of Portugees klinkende woorden als ”sefardisch” aanmerkt. Worden daarmee niet onterecht Italiaanse of Franse oorsprongen ontkend?
Alleen de woorden ”manzer” en ”beyako” lijken Palamedes direct uit het Hebreeuws afkomstig, maar kennis van het Hebreeuws heeft Palamedes niet. Opmerkingen van ”native speakers” van zowel Papiamento als Hebreeuws of Ladino zijn daarom zeer welkom!