Luis de Santangel, wellicht ‘s werelds eerste durfinvesteerder en makker van Columbus
De ontdekking door Columbus van Amerika in 1492 wordt terecht als een van de belangrijkste gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis gezien. Zowel op cultureel gebied als in economische zin, zoals ook Adam Smith al erkende in de 18e eeuw, waaraan hij overigens toevoegde dat de verstrekkende gevolgen nog niet geheel te waren overzien. Adam Smith leefde namelijk in de periode dat de Industriele Revolutie op de Britse eilanden in volle gang was, maar de wereld nog niet geheel werd gedomineerd door Europese machten. Wie ooit de film The Mission heeft gezien, weet dat tot ver in de 18e eeuw grote delen van het binnenland van Zuid-Amerika nog weinig waren beroerd door de Spanjaarden en Portugezen. Ook de kolonisatie van de Afrikaanse binnenlanden moest nog plaatsvinden.
Toch kan 1492 gezien worden als de eerste aanzet van de Europese expansie. De aankomst van Columbus op de Bahama’s markeert zelfs, al is het vrij kunstmatig, in veler ogen de scheidslijn tussen de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. Nu zijn er hele boekenkasten vol geschreven over Columbus en de tijd die na de ontdekking van de Nieuwe Wereld volgde, de periode van de conquistadores. Er is veel kritiek geweest op het vieren van deze gebeurtenis in 1992 omdat het de beginakte vormde van de vernietiging van een geheel continent en zijn bewoners. Ook klonken kritische geluiden dat het helemaal geen ‘ontdekking’ zou zijn geweest. Immers de oorspronkelijke bewoners woonden er al sinds Indianenheugnis.
Allemaal terechte kritiek. Maar toch markeert 1492 ontegenzeggelijk een breuk in de geschiedenis voor zowel de overwinnaars als de overwonnenen. Het vreemde is dat juist de grootste ontdekker ter wereld, Columbus zelf, altijd omgeven is gebleven door mysterie. Cristobal Colon, Cristoforo Colombo: het lijkt wel alsof het gaat om meerdere persoonlijkheden. Was hij nu een Spanjaard, een Italiaan, een Catalaan, of toch een Portugees?
De onbekendheid van de persoon Columbus als belangrijkste man in de moderne geschiedenis is een welkom onderwerp van interpretaties. En daar bedoel ik mee te zeggen dat de man de kleur aanneemt van de optiek van waaruit onderzoekers Columbus bestuderen. Volgens de Spaanse geschiedschrijving betrof het uiteraard een Spanjaard, Cristobal Colon. Volgens de Italianen was hij een Genuees: Cristoforo Colombo. Sommigen menen dat hij een Catalaan was, of zelfs eigenlijk toch een Portugees.
De onduidelijkheid omtrent Columbus deed mij denken aan dezelfde vaagheid die een ander groot man in de geschiedenis omringt. En dat is Baruch de Espinoza. Ook bij hem die verschillende spellingen. Bento de Spinoza, of Baruch de Espinoza, of juist andersom. Bento (”gezegend”) is een vertaling van het hebreeuwse ”Baruch” (vgl. het arabische ”Barack” van Obama).
De link tussen de twee mannen legde ik pas na lezing van een vrij onbekend (geloof ik) boek van Simon Wiesenthal, de bekende nazi-jager. Hij kwam vanwege zijn werk veel in de Verenigde Staten en geraakte zeer geinteresseerd in die andere grote genocide van de laat 19e en begin 20e eeuw, die van de totale vernietiging van de Noordamerikaanse Indianen. Een genocide waarbij zelfs de Armeense genocide in het niet valt (wellicht is het tijd voor een wet die het ontkennen van de Indiaanse genocide verbiedt?).
Wiesenthal kwam zo via de Indiaanse genocide bij Columbus. Daarbij stuitte hij op documenten die aantoonden dat de onduidelijkheid over de herkomst van Columbus deels voortvloeide uit de officiele geschiedschrijving waarbij ieder land zich de man toe-eigende. Maar ook meende Wiesenthal dat de schimmige herkomst van Columbus voortvloeide uit het feit dat Columbus zelf ook niet wist waar hij bij hoorde. Hij was bovenal een bekeerde Iberische Jood zonder vaderland. Een marrano dan wel een converso. Een ontheemde die op zoek ging naar een nieuwe wereld om daar vrijheid voor het Joodse volk te vinden. Wiesenthal schreef deze theorie neer in zijn boek ‘Zeilen der Hoop, de geheime missie van Christoffel Columbus’‘ uit 1973. Het lijkt vergezocht, maar is het dat ook? Simon Wiesenthal, toch geen dommerik, komt met goede argumenten die zijn gebaseerd op door hemzelf verricht direct bronnenonderzoek. Inderdaad klinkt het plausibel dat een Jood die zich wellicht vrijwillig, of door omstandigheden, had bekeerd tot het christendom, zich zacht gezegd enigszins ”ontheemd” moet hebben gevoeld in het Spanje van na de val van Granada.
Journalist Chris van der Heijden heeft ooit een fraai boek over Spanje en Latijns -Amerika de periode van 1492 tot ongeveer 1525 geschreven genaamd ”Zwarte Renaissance”. Daarin legt hij in fraaie bewoordingen uit hoezeer de kruisvaardersmentaliteit van het Spanje van de reconquista doorwerkte in de conquista van Amerika.
Wiesenthal legt de link tussen de reconquista en de conquista nog directer. Hij meent zelfs dat er een causaal verband tussen de twee bestaat in de vorm van Columbus. Daarmee wordt de man bijna een metafysisch geheel, een overgang tussen twee tijdperken en twee werelden, Oud en Nieuw. Maar ook temporeel is een een verband, aldus lees ik Wiesenthal. De eerste schepen van Columbus voeren uit op 3 augustus 1492, precies de dag nadat de ”deadline” voor de Joden om Spanje te verlaten was verstreken. Op 2 augustus 1492 moesten de Joden zijn bekeerd tot goede christenen of moesten zij hun boeltje hebben gepakt.
Wiesenthal meent dat de Joodse achtergrond van Columbus cruciaal is geweest bij zijn beslissing zijn riskante onderneming te beginnen. Ook toont hij overtuigend aan dat het niet koningin Isabella was die het hachelijke project financierde, maar de Joodse bankier Luis de Santangel (*), tot wie Columbus zich dan ook in eerste plaats richtte.
Hoe anders had de wereld eruit gezien als Columbus niet zijn reis had ondernomen naar het westen maar naar het oosten, zoals vele andere sephardische Joden. Die werden met open armen ontvangen door de Turkse Sultan, die goed doorhad dat deze kapitaalkrachtige lieden een aanwinst waren voor het Osmaanse Rijk. Als Columbus zich zou hebben gevestigd in Italie of in Thessaloniki had zijn carriere er heel anders uit gezien, en de wereld ook. Dan komen we bij ”iffy history”: misschien was het Aztekenrijk allang uit elkaar gevallen voordat de Europeanen Mexico hadden ontdekt. Ook in het Inca-Rijk rommelde het al rond 1500. Of misschien hadden deze Rijken zich kunnen vernieuwen en beter weerstand kunnen bieden tegen de Spanjaarden, hoewel dat niet waarschijnlijk was gezien het feit dat de meeste Indianen werden gedood door onzichtbare Spaanse hulptroepen in de vorm ziektekiemen.
Wat er ook zij van de eerste ”biological warfare” ter wereld, de feitelijke eerste wereldoorlog van de Spaanse conquista, feit is dat Christoffel Columbus, letterlijk de ”brenger van Christus” (christoforos), niet alleen het Christendom met al zijn hypocrisie bracht, maar vooral ziekten. Misschien had hij daarom beter Pathogenoforos Columbus kunnen heten. En de bekering der Indianen vond in de regel plaats onder doodsdreigementen. De Indianen hadden immers niet zoveel op met die blanke God. Zij wilden sterke Goden in de vorm van panters en roofvogels, jagers en heersers over de natuur, geen hypocriete ”loser” die ondanks al zijn vrome praatjes aan het kruis was gestorven.
Resteert nog de vraag wat precies de motieven waren van Columbus om naar het westen te zeilen. Volgens Wiesenthal ging het om een zoektocht naar nieuw land voor het Joodse Volk. Zionisme avant la lettre: fantasie of zit er toch een kern van waarheid in? Wiesenthal was er niet echt de man naar om geschiedsschrijving louter voor zijn politieke doeleinden te gebruiken, zoals tegenwoordig vaak wel gebeurt. Zo leren sommige anti-Europese historici (die overigens meestal zelf Europeanen zijn) dat de Chinezen de pasta zouden hebben uitgevonden, en dat zij Kaap de Goede Hoop al zo’n 60 jaar eerder zouden hebben gerond dan Bartholomeus Diaz. Wiesenthal kwam al in 1973 met zijn theorie, toen dergelijke a-priori ‘fact-finding’ methodes (eerst komt de conclusie, daarna uitsluitend de argumenten die de vooropgezette conclusie kunnen dragen) nog niet erg in zwang waren.
Of heeft Wiesenthal zich Columbus op onrechtmatige wijze toegeeigend om Columbus als Joodse held te laten optreden? Dat lijkt niet waarschijnlijk nu Wiesenthal ook wel wist dat de komst van de Spanjaarden het einde van de Indiaanse cultuur betekende. Welk punt probeerde Wiesenthal hiermee nu precies te maken? Columbus was na zijn ontdekking vooral een mislukking. Hij vond zijn beloofde land niet, althans hij was zich er niet van bewust dat hij een nieuw continent had ontdekt. Vervolgens geraakte hij in allerlei problemen met het Spaanse gezag.
Columbus’ leven is dus geen aaneenschakeling van heldendaden die ons inspireren, maar een troebel geheel. Maar was hij een vroege zionist? Is dat de echte Columbus of de Columbus van Wiesenthal?
DIT HET EERSTE DEEL VAN EEN VIERDELIGE REEKS OVER ENKELE ONDERBELICHTE ASPECTEN VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE BEIDE AMERIKA’S
(*) http://en.wikipedia.org/wiki/Luis_de_Sant%C3%A1ngel
Recent Comments