Al enige tijd is het stil rond Libie en Ghadaffi. Het nieuws brengt af en toe nog wat treurige beelden van Navo-bombardementen op Tripoli in de naam van de democratie. Het ‘bevrijde’ Egypte is uit het beeld verdwenen. Tunesie evenzeer, behalve wanneer emigranten naar Lampedusa stromen en zich aldaar als vluchtelingen aanmelden om daarmee de felbegeerte asielstatus en dus een juridisch vangnet te verkrijgen. Enkel Syrie is nog dagelijks in het nieuws. Daar staat de soennietische bevolking klaar om de alevieten, druzen en de nog overgebleven christenen een staaltje onversneden moderne sharia-democratie te laten zien.
De vermoeide maar o-zo-opgewonden ronde oogjes van de Nederlandse journalisten op het Tahrirplein zijn verdwenen, evenals de vrolijke buikdansjes bij Pauw & Witteman. Het is domweg weer eens lekker oorlog, en Nederland doet vanouds mee in het westerse kamp, mits er maar geen slachtoffers vallen, want dan spelen wij de bescheiden rol van pianisten. Af en toe komt oorlogshitser Mladic in het nieuws, het is oud nieuws, Srebrenica lijkt al eeuwen geleden. Zelfs het verdwenen filmrolletje -ooit reden voor de val van een kabinet – is vergeten. Zelfs Joris Voorhoeve is de schaamte weer voorbij en kwebbelt met zachte wetenschappelijke wimpers over leiderschap alsof de hele Srebrenicakwestie nooit heeft bestaan. Het filmpje van een bierdrinkende Willem-Alexander met de veteranen is door de RVD taboe verklaard. Het bestaan van pro-Servische sentimenten onder de Nederlandse blauwhelmen zijn stelselmatig genegeerd. In werkelijkheid hadden de Boslimse moslims niets op met de Hollanders, en andersom was het niet anders. Oei. Sbrebrenica als kleine voorbode van de 21e eeuw.
En ‘what about’ de Arabische lente? De voorstanders van de Arabische lente zijn opeens stil geworden, wachtend op een nieuwe scoop. Dan gaan de buikdansjes bij Pauw & Witteman weer even uit de prullenbak en komt Petra Stienen, de Florence Nightingale van de Arabieren, weer in beeld om van de heldendaden van de nobele Arabische Wilden te getuigen. De interreligieuze rellen tussen moslims en christenen als moderne bestorming van de Bastille van het perfide Westen. Spannende beelden van hoopvolle mensen die werkelijk hopen op een beter land, totdat ook daarvan weer de nieuwswaarde is opgedroogd en de hoop op een betere toekomst en gelijkwaardigheid eveneens.
Ach, in werkelijkheid houden Nederlanders niet zo van revolutie. Raar maar waar. Onze strijd tegen de Spanjaarden had vooral te maken met het provinciale particularisme en de te drammerige pogingen van de Spaanse Koning tot modernisatie en uniformering van het Spaans-Nederlandse staatsbestel. De Nederlandse opstand was in zekere zin een conservatieve revolutie. Hoe graag we onszelf ook als vrijheidslievend volk zien, die vrijheid had meer te maken met afkeer van bemoeizucht van bovenaf dan met de moderne norm van tolerantie tegenover andersdenkenden. Die conservatieve aard der bevolking bleek ook al in de 18e eeuw, toen stadhouder Willem IV iedere verdere staatshervorming tegenhield. De Bataafse Republiek die daarna kwam was vooral een elitair gebeuren. En Koning Willem III, de Gorilla-Koning, pleegde nog in 1856 , toen ons eigen land inmiddels door Thorbecke was geliberaliseerd, een conservatieve staatsgreep in Luxemburg om het liberalisme daar de nek om te draaien. Daar durfde hij – een grote bewonderaar van de franse Keizer Napoleon III -wel.
De slavernij in de West schaften we pas in 1868 af, na alle andere westerse landen maar gelukkig nog net voor het Braziliaanse Keizerrijk en het toen nog Spaanse eiland Cuba. De discussie in eigen land destijds was weinig principieel. Geen Harriet Beecher Stowe was hier te lande te vinden om de zaak van de slaven te verdedigen, en een gefrustreerde Multatuli week uit naar Brussel. De altijd praktische Hollandse rekenmeesters trachtten het beste te maken van de emancipatie van de slaven. De slavenhouders moesten compensatie krijgen voor de onteigening van hun slaven en dat leverde de nodige problemen op.
Vol met anachronismen stellen cultuurrelativisten in eigen land dat de Nederlandse democratie al zo oud is, en dat wij er eeuwen over hebben gedaan om onze huidige liberale democratie te ontwikkelen. De Arabische landen komen daar nu pas aan toe. Inderdaad gaat de democratie terug tot middeleeuwse tijden toen de burgerij als aparte meritocratische stand opkwam, iets wat buiten Europa veelal inderdaad niet is geschied. Maar diezelfde democratie was in vroeger tijden bij ons niet wat het nu is. De prominenten van de Bataafse Republiek gruwden van het idee dat het klootjesvolk aan de macht geraakte, net zoals de Arabische leiders als Ghadaffi en Assad nu. Zoals de regenten uit de 18e eeuw gruwden van het klootjesvolk, gruwt de linkse elite uit Amsterdam nu van het schorriemorrie dat in de ban is van het rechtse populisme. Dat de Arabische wereld echter in tegenstelling tot ons huidige landje a priori ondemocratisch is, komt meer omdat democratie een uitzondering is in de geschiedenis der mensheid dan een regel. Wij in het westen zijn de uitzondering, niet zij.
Onze eigen democratie is vrij recent ontstaan en moet overigens ook gerelativeerd worden. De Amerikaanse Founding Fathers, de Franse revolutionairen en de mannen van de Bataafse Republiek moesten niet hebben van democratie zoals wij die nu kennen. George Washington hield slaven op Mont Vernon, en de Britten in India gedroegen zich als echte inheemse pasjas in plaats van democratie daar door te voeren. Pas in de jaren ’80 van de 20e eeuw begon de democratisering van de Britse kroonkolonie Hong Kong. De Europees-westerse democratie heeft dus buiten de westerse kerngebieden niet zo’n sterke invloed gehad als daarbuiten. Bovendien is het het evangeliseren van democratische waarden een verschijnsel dat pas ver in de 20e eeuw op gang kwam.
Wel onstond in de 19e eeuw het westerse beschavingsideaal. Maar de praktijk daarvan was niet zo fraai als de theorie. Multatuli wilde een betere behandeling van de Javaanse bevolking maar had een grondige afkeer van de Javaanse edelen en hun achterlijke tradities. In Suriname werden slaven langzamerhand gekerstend omdat zij zo volgzamer en loyaler zouden worden. Het beschavingsideaal werd nergens fraaier verwoord dan in het idee van de ”White man’s burden’ van schrijver Rudyard Kipling. Een fraaie theorie, maar di kwam erop neer dat andere volkeren moesten buigen voor ons, omdat wij deze arme lieden immers met de beste intenties kwamen helpen.
Moderne ontwikkelingssamenwerking is een moderne vorm van dit beschavingsbeginsel. Met een gulle hand ging Jan Pronk door de armste landen van de wereld, overal het evangelie van de ‘White Man’s Burden’ predikend. Suriname bijvoorbeeld moest onafhankelijk worden, omdat de stadscreolen dat wilden. Aan de marrons, de indianen, de hindoestanen, javanen, chinezen en boeroes werd uiteraard niets gevraagd.
De oostlibische opstandelingen, die hoogstwaarschijnlik weldra de Islamitische Republiek Cyrenaica zullen stichten, moeten volgens dezelfde ideologen van de ‘white man’s burden”, of zij nu in politieke zin links of rechts zijn, door ons bevrijd worden van hun dictator. Dat is kennelijk onze plicht, opdat zij de leer van de sanusi-sekte weer kunnen verspreiden over grote delen van Afrika zoals in de 19e eeuw. Maar, zo wordt dan gezegd, Europa heeft de traditionele culturen van Afrika vernietigd. In werkelijkheid was de gehele economie van Noordoost-Afrika reeds in de 16e eeuw geheel doordrongen van slavernij. Maar toch trekken wij het boetekleed aan. Om vervolgens wederom de bemoeial uit te hangen. De paradox van het moderne westen is dat schuldgevoelens over het kolonialisme juist hebben geleid tot betutteling en geknuffel van foute elites in ontwikkelingslanden. Allemaal de moderne versie van de ’White Man’s Burden’. Petra Stienen en Gretta Duisenberg vechten als moderne Mariannes voor de Arabisch-islamitische revolutie. Net als T.E. Lawrence, ofwel Lawrence of Arabia -de Britse hystericus die in 1917 de Arabische overwinning op de Turkse troepen claimde - eigenen ook nu westerse romantici, idealisten en hysterici zich de overwinning toe zonder zich te bekommeren om de mensen voor wie zij menen op te komen.
Ik zelf was in 2009 in het Jordaanse Aqaba, waar Lawrence of Arabia volgens de beroemde film op de treinwagon klom terwijl de bedoeinen hem aanbaden. Op die bewuste plek staat een enorme vlaggenmast met de Pan-Arabische revolutionaire vlag, zwart-wit-groen-rood. Maar niets dat herinnert aan Lawrence of Arabia. Ze hebben daar niks met die man. En terecht. Wat moeten ze daar met zo’n Britse hystericus? Die revolutie werd ook al toegeeigend door westerlingen, net als de huidige revolutie, tot grote irritatie onder de Arabieren. Toen was het Lawrence, nu zijn het Hollandse F16′s en Petra Stienen.
De enige vraag die de facto echt speelt is wat nu te doen met de Arabische bevolking. Net als met de slaven in de 19e eeuw, moet de linkse elite beslissen wat we met dat Arabische klootjesvolk moeten doen. Evangeliseren zouden we wel willen, maar dat mag niet meer. Dat gewone volk is altijd het grote probleem omdat zij geen interesse heeft in ons gezever of buikdansjes in de studio. Nobele wilden zijn zij nauwelijks meer. Het beeld van vette Arabische opstandelingen die met hun harige worstvingertjes een paar schoten in de lucht knallen, met harde muziek in hun pick-up trucks zand doen opstuiven appeleert niet echt aan onze romantische noties van revolutie. Wat kijken we graag weg als datzelfde klootjesvolk niet luistert naar ons liberaal-democratische gepreek, als ze niet voldoen aan ons ideaalbeeld van de nobele bedoeien. Slaven, Arabieren – of wie dan ook die wij westerlingen claimen te beschermen – moeten naar ons luisteren omdat wij zo redelijk en goedbedoelend zijn, zo vinden wij. Maar de objecten van onze achteloze affectie verzetten zich per definitie tegen onze goede bedoelingen omdat zij heel goed doorhebben dat de westerling geeft maar tegelijkertijd neemt.
Ze herkennen de westerse hypocrisie uit duizenden. Of het nu gaat om socialisten, liberalen of Geert Wilders. Voor de Arabieren is het allemaal hetzelfde soort superieur tuig, net zoals wij de Arabieren in werkelijkheid eigenlijk niet mogen, net zoals de Hollanders in Srebrenica stiekem een hekel hadden aan de moslims. We komen niet tot elkaar en zullen ook nooit tot elkaar komen omdat we liever vasthouden aan stereotypen dan dat we ons werkelijk in de ander verdiepen. Het zal altijd oppositie blijven. Op wetenschappelijk niveau, zoals de vroegere discussie tussen Edward Said en Bernard Lewis. Op politiek niveau tussen de Joodse Lobby (PVV) enerzijds en de Islamitische Lobby (PvdA) anderzijds. Of op straatniveau met protesten, rellen of nadat de stijd is gestreden een stilzwijgend naast elkaar leven. Stille haat en onbegrip. Nederland als een soort Brazilie maar dan zonder zon en met fanatieke trekjes, ieder voor zich en een kleine groep die het goed heeft en lak aan de rest. Een Niemandsland: everybody’s burden.
Voor de liefhebber hieronder beelden uit de beroemde film Lawrence of Arabia, waarbij alle orientalistische cliches samenkomen: de westerse held, romantiek, de nobele wilden die gered moeten worden door de westerse held. Winston Churchill, de grote imperialist die zijns ondanks aan de goede zijde kwam te staan in de Tweede Wereldoorlog, was een groot bewonderaar van Lawrence en zijn ”Grootse Daden”, die al dan niet terecht volledig worden ontkend en genegeerd binnen de moderne Arabische wereld.