Afb: de Boeddha, beschermd door de Griekse held Herakles (Gandhara/Kandahar, Afghanistan)
Enige tijd geleden was er een programma op televisie met journalist en presentator Jeroen Smit (bekend van o.a het boek De Prooi). De naam van het programma staat mij even niet meer voor de geest, maar de essentie ervan was dat het Westerse denken zijn langste tijd heeft gehad. Wil het Westen overleven dan moeten wij oosterse denkwijzen adopteren, zo was de teneur. Helaas werd in het programma niet gespecificeerd wat nu eigenlijk het verschil is tussen Westers en Oosters denken. Is Japan bijvoorbeeld nu Westers of Oosters? Het meest gangbare onderscheid dat wordt gemaakt is dat het Westerse denken is gebaseerd op rationaliteit, individualiteit, persoonlijke groei, tegenstelling, lineair denken, eigen verantwoordelijkheid en vrijheid. Om maar een paar elementen te noemen. Het Oosterse denken wordt vaak gepresenteerd als gericht op harmonie, samenhang, onderlinge afhankelijkheid van tegengestelde elementen (ying en yang), groepsdenken, circulaire relaties; etcetera.
Bij nadere beschouwing blijkt de grens tussen Oost en West echter zeer arbitrair. Eigenlijk is de bewering van Jeroen Smit dat er een tegenstelling tusen Oosters en Westers denken bestaat – en zijn gevolgtrekking dat het Westen nu eindelijk eens Oosterse denkwijzen zou moeten adopteren -een op zich al een bewijs van het feit dat hij zelf typisch een westerling is. Omdat hij a priori een tegenstelling ziet die er niet noodzakelijkerwijs is.
Ook op een ander niveau is het bij lange na niet zo dat Westerlingen zich niet in eerdere tijden zouden hebben verdiept in oosterse filosofie. Vanaf met name de 19e eeuw zijn talloze filologen, antropologen en theologen uit heel Europa en vooral de Duitstalige landen zich grondig gaan verdiepen in het hindoeisme, boeddhisme en andere oosterse denkwijzen. De lijst van prominenten die zich hebben gebogen over de gemeenschappelijke wortels van het westerse en oosterse denken is te lang om op te noemen. Carl Jung, de beroemde Zwitserse psychoanalyticus van de 20e eeuw had bijvoorbeeld een grondige kennis van oosterse filosofie. Nietzsche, Von Humboldt, Schopenhauer, om maar een paar andere grote denkers te noemen. Hermann Hesse schreef in de 20e eeuw zijn beroemde boek over het leven van Siddharta, en in de jaren ’60 van de vorige eeuw trokken jongeren naar India om daar in kloosters te mediteren en te blowen in Kabul.
Maar natuurlijk zou men kunnen beweren dat deze westerse interesse voor het oosterse denken (ik laat de definitiekwestie over wat ‘West’ en wat ‘Oost’ is hier kortheidshalve even achterwege) meer een vorm van exotisme was en is, en dat dit iets anders betekent dan het werkelijk ondergaan van culturele invloed. Maar is Jeroen Smit niet een exponent van hetzelfde fenomeen?
Op meer conceptueel en zelfs filosofisch inhoudelijk niveau is overigens ook de scheiding tussen West en Oost niet zo eenvoudig te leggen. Immers is het Christendom ook beinvloed geweest door de Mesopotamische religies, die wij toch heden niet als westers beschouwen. Maar ook de beroemde Indische epen zoals de Baghavad Gita (zie tevens de video bij het artikel helemaal onderaan ‘Prometheus Lost in Paradise’) verraden ook sporen van Stoicijns-Grieks denken dat via de veroveringen van Alexander de Grote naar de Indusvallei werd geexporteerd. Marcus Aurelius was een filosoof en Keizer in het Romeinse Rijk, Ashoka en Chandragupta II (Grieks: Sandrokottos) hadden eenzelfde positie in India. Daar hoog in de Indusvallei ontstond vanaf de 3e eeuw voor Christus een unieke hoogstaande Grieks-Indische mengcultuur die het boeddhisme verregaand heeft beinvloed en deze religie van daaruit naar China heeft gebracht (zie video hieronder*). Grieken, Romeinen en de Voor-Indiers waren als Indo-Europeanen aan elkaar verwant, zij waren allen polytheisten en spraken talen die erg veel met elkaar gemeen hadden. Het Indo-Europese Sanskriet (lett: ‘samen-geschreven’) dat veel oerwoorden met het Nederlands gemeen heeft (Tat is dat, Veda is wet, enz.) heeft als oosterse cultuurtaal invloed gehad in heel Azie; van de Indusvallei tot Sri Lanka, Thailand, Indonesie, China, Korea en Japan. Het Sanskriet werd een dode taal maar vervulde eeuwnelang een zelfde functie in Azie als het Latijn in de Europese Middeleeuwen. Christenen vestigden zich in Malabar (India) en in China en ondervonden daar groot respect. De figuur van Jezus kon gemakkelijk ingebed worden in de alomvattende boeddhistische leer. Interactie gebeurde ook andersom. De afstammelingen van Alexander de Grotes leger bekeerden zich geleidelijk tot het boeddhisme. En om een voorbeeld te geven van de interactie tussen de Grieken en Boeddhisten: In de Grote Kroniek van Lanka, een kroniek over de ontwikkeling van het Boeddhisme in Sri Lanka tot aan 325 n. Chr wordt een omvangrijke delegatie uit het land van Yona (: Ionie, Griekenland) beshreven tijdens de inwijding van de grote Stoepa van Lanka (**)
De ideologische tegenstelling tussen Oost en West is ontstaan als gevolg van rivaliteit tussen twee profetische openbaringsgodsdiensten, het Christendo, en de Islam. Deze rivaliteit werd dogmatischer in de loop van de Middeleeuwen, toen als gevolg van de komst van de Islam in West-Europa zelf (Spanje, Zuid-Italie, sommige delen van Zuid-Frankrijk) - en in later eeuwen – de invasies van de Turkse en Mongoolse horden vanuit Centraal-Aziatische steppen het contact langs de Euraziatische handelsroutes, de Zijderoutes, bemoeilijkten. Deze invasies richtten grote schade aan in de stedelijke centra van zowel de Arabische als de Chinese en Indische wereld. In de eerste instantie zorgde de Mongoolse overheersing voor een opleving van de handel tussen oost en west. Mongoolse dynastieen kwamen aan de macht van China tot Perzie. Toen de nazaten van de Grote Khan echter onderling begonnen te vechten betekende dit de genadeklap voor de zijderoute die Marco Polo nog zo gemakkelijk had afgelegd Timoer Lenk vernietigde alles wat in zijn buurt kwam. De islamitische wereld geraakte in een verstarring die al was ingezet voor de Kruistochten (maar die daar wel door werd versterkt). Maar mede omdat de heilige plaatsen van het Christendom in Islamtisch gebied lagen, bleven de Europeanen gedurende al die eeuwen interesse houden in het Oosten.
De echte tegensteling tussen Oost en West is zodoende die geworden tussen Christendom en Islam, waarbij overigens aan beide zijden werd vergeten dat beide godsdiensten eigenlijk in elkaars verlengde lagen. Het Nieuwe Testament werd in het Grieks geschreven. Ook de Islamitische beschaving ontleende zeer veel aan de Griekse beschaving, geholpen door Griekstalige christelijke minderheden in Islamitisch gebied. Beide beschavingen beschouwen zichzelf echter als het zout der aarde en bestrijden elkaar al eeuwen. Het niet-islamitische Oosten ontwikkelde zich gedurende al die eeuwen op eigen wijze, al had India te kampen met een nog fellere strijd tussen het Hindoeisme en de Islam, en bleef China zeker ook niet verschoond van bij ons minder bekende conflicten met moslims in eigen sfeer; ondanks enkele pogingen in India om de Islam met het Hindoeisme te verzoenen en andersom, overheerste ook daar eeuwenlang en tot op heden daar het antagonisme.
Dit alles geeft aan dat de tegenstelling tussen Oost en West niet zo eenduidig is als het lijkt. Er waren voorts ook conflicten binnen het Westen zoals die tussen het Latijnse christendom en de Orthodoxe wereld. De Islamitische wereld had te kampen met Shi’ieten, Sunnieten en vele andere fracties die elkaar fel bevochten in Jihads. In China woedde een ideologische strijd tussen het boeddhisme en het taoisme. Ook binnen deze conflicten ging het behalve om macht mede om de tegenstelling individu-staat, lineair versus cyclisch denken, enovoorts: en dat binnen dezelfde culturen, en ook tussen ‘Oosterse’ culturen onderling. Zo was het Grieks-Orthodoxe Byzantijnse Rijk net als China gericht op herhaling, continuiteit en cycliciteit. India was daarentegen veel dynamischer van aard dan het Byzantijnse Rijk. Ook de Islam in zijn Indische vorm was veel vernieuwender dan in het stamland van de Islam. Maar toch zien wij Griekenland niet als Oosters en India niet als westers.
De Europese ontdekkingsreizen hadden in zekere zin het doel de oude handelsbetrekkingen met het Verre Oosten te herstellen, door het Ottomaanse Rijk te omzeilen. Toevalligerwijs werd echter een Nieuwe Wereld ontdekt, die het Westen een geheel nieuwe dynamiek zou geven. De wereld was voorgoed veranderd en vanaf nu domineerde Europa de wereld in toenemende mate tot en met het begin van de 20e eeuw. De Europese suprematie was echter nooit een gegeven maar moest worden bevochten. De idealen van de Europese Verlichting, nu als zo typerend voor het westerse denken gezien, moesten zelfs in Europa worden bevochten door Napoleon. Daarna kwam de Romantiek al snel als tegenreactie. Leerstoelen in Orientalistiek werden in verschillende landen opgericht, vaak ook met het doel om deze kennis in de kolonien aan te kunnen wenden. Opmerkelijk genoeg waren het vooral Duitsers, die geen kolonien in Azie bezaten, (***) die zich het meest verdiepten in de Indische filosofie. Juist vanwege de Romantiek, waarbij Germaanse filologen stuitten op de opmerkelijke overeenkomsten tussen het Sanskriet en de meeste Europese talen.
In de 20e eeuw werd door een ingewikkeld proces van postkoloniale schuldgevoelens het oosterse denken, althans het boeddhisme door westerlingen omarmd als tegenwicht tegen het beweerdelijke westerse consumentisme en materialisme. Inmiddels in China zelf materialistisch geworden, en wordt het westen nu eindelijk geconfronteerd met fouten in ons eigen stereotype denken over het ”harmonieuze oosten” en het “decadente westen”. Het is logisch dat nu een correctie plaatsvindt en we het Oosterse denken niet meer beschouwen als inherent vreemd aan ons eigen denken. Een correctie die recht doet aan eeuwenlange wederzijdse beinvloeding die al sinds de Oudheid bestaat in het Euraziatische continent. Maar dat valt kennelijk niet goed in een tijd waarin vooral de verschillen tussen culturen worden benadrukt in plaats van gezamenlijke wortels; meer dan ooit leven we met allerlei groepen onder elkaar maar separaat.
Dat is misschien het meest treurige van het heden, de communicatiemiddelen tussen volken en culturen zijn enorm toegenomen, het conflict is er alleen maar groter op geworden. Op een klein groepje na dat modieus oosterse energie zit op te doen in de boardroom ergens aan de Zuidas. Terwijl zij net zo goed Marcus Aurelius zouden kunnen lezen, Freud, het Nieuwe Testament, Tolstoj of Spinoza. En vele anderen. Er is geen Oosters patent op diepgang of spiritualiteit. Europa biedt de grootste ideeengeschiedenis in de wereld, maar helaas kennen wij Europeanen onze eigen rijkdom bijna niet meer. De oude Grieken zeiden al: ken uzelf (gnoti seauton).
(**) volgens de Kroniek kwamen dertigduizend monniken uit Alasanda, een kolonie van de Yona (waarschijnlijk is dit Alexandria in Bactrie)
(*):
(***) afgezien van enkele Chinese verdragshavens; later in de 19e eeuw zouden zij wel in Nieuw Guinea en in Micronesie een kleine kolonie verwerven.