Black Venus. Een moderne Hottentottententententoonstelling

Schreef ik enige tijd geleden over de mythe van de nobele wilde, dan is dit omdat dit idee op diepgaande wijze het denken in Europa over de niet-westerse mens heeft beinvloed tot in de moderne tijd. De nieuwe film ‘Black Venus’ (*) vertelt het verhaal van de Hottentotse Saartje Baartmans die aan het begin van de 19e eeuw als circusattractie werd vertoond in verschillende Europese hoofdsteden. De boodschap van de film is duidelijk, het westen is slecht, en Saartje is inherent goed in deze vreemde en wrede omgeving. Het verhaal is schrijnend maar voegt weinig toe aan eerdere films en boeken, van Uncle Tom’s Cabin en Roots tot aan Amistad.

Natuurlijk, het lot van Saartje was wreed. De waarheid kan niet worden verfraaid zonder deze geweld aan te doen. Maar we moeten het wel in de tijd zien. Het waren de dagen van de vroege industriele revolutie, aan het einde van de Napoleontische oorlogen maar nog voor Charles Dickens, Multatuli of Harriet Beecher Stowe. Europa was in de ban van vernieuwing en tegelijkertijd verlangde men naar het verleden. Het lot van de arme onderklasse in Europa was niet veel beter dan die van de slaven in de kolonien overzee. Arbeiders in de industriele gebieden in Europa werkten in de sweatshops in dezelfde omstandigheden als de slaven in het Caribisch gebied. Straatarm en zonder enige bescherming. Honderdduizenden blanke kruimeldieven uit Londen en Parijs werden naar Australie, Frans Gyuana of Nieuw-Caledonie gestuurd om daar feitelijk als slaven te leven. Frankrijk zond zijn eigen onderdanen naar Guyana waar zij als bagnards gedwongen werden jarenlang zichzelf te redden in de jungle. Engeland en Nederland verscheepten na de afschaffing van de slavernij meer miljoenen Indiers, Javanen en Chinezen om de plaats van de slaven in te nemen (1)

In Rusland en grote delen van Oost-Europa leefden miljoenen arbeiders als horigen, feitelijk als slaven. Terwijl Saartje na haar overlijden als exotisch object werd tentoongesteld, werden dwergen en mensen met epileptische aandoeningen, of fysieke afwijkingen op markten vertoond aan het volk. Het waren de dagen van The Elefant Man.  honderdduizenden gevangenen

In het zwart-wit denken van films als Black Venus schuilt het gevaar dat we die andere kant van de 19e eeuw niet meer zien: die van de achterkant van het imperialistische Europa zelf van die dagen waaruit niettemin miljoenen autochtone mensen emigreerden naar Amerika uit hoop op een beter bestaan. Dit deden zij niet uit imperialistische expansiedrang, maar uit dezelfde motieven als de huidige immigranten in Europa. Zij waren economische vluchtelingen. De kleine man uit Europa die werkloos was kon nog altijd wel een emplooi vinden buitengaats, en inderdaad nam hij dan de raciale beelden met zich mee die in die tijd gewoon waren.

Een fragment uit het boek Sonny Boy staat mij erg goed bij. Als de zwarte Surinamer Waldemar begin vorige eeuw arriveert in Nederland, verbaast hij zich erover dat sommige blanke mensen in Nederland het vuile werk doen dat in Suriname slechts door slaven wordt verricht. Nog in de huidige tijd verbazen autochtonen in Nederland zich er soms over dat allochtonen ook succesvol kunnen zijn in zaken of als politici en bestuurders. Met de grote gong wordt vaak verkondigd dat Aboutaleb in ons land burgemeester van Rotterdam kon worden, als Marokkaan en Cohen destijds burgemeester van Amsterdam, als Joodse Nederlander. Maar is juist die trots op de capaciteiten van een allochtone bestuurder niet een bevestiging van een diepgeworteld racisme? Geloven wij eerlijk waar, diep in ons hart dat alle mensen gelijk zijn? Zijn wij echt kleurenblind of doen we krampachtig alsof, en wanneer gaat die geforceerde kleurenblindheid – het antiracisme-  over in een nieuwe vorm van racisme?

De grootse vijand van de moderne samenleving is wellicht wel het antiracisme, het racisme van deze tijd. In hapklare brokken wordt ons verteld dat de blanke Europeanen de boeman waren en de zwarten het slachtoffer. En vervolgens blijft alles bij het oude. Onlangs zag ik in een programma een vrouw die sprak namens de Rastafari-gemeenschap die uit Jamaica naar Ethiopie was gemigreerd. Zij nam me de woorden uit de mond door haar opvatting dat de zogenaamde kleurenblindheid in Europa een eigen identiteit de weg staat en pleitte voor een gouden middenweg tussen multiculturalisme enerzijds en kleurenblindheid anderzijds, een positieve bevestiging van het eigene in het grotere geheel, integraal deel uitmakend van de overkoepelende samenleving zonder ontkenning van de eigen identiteit. Het antiracisme staat die positieve ontwikkeling in de weg door de versimpeling en vernauwing van complexe problemen tot een relatie van slachtofferschap en schuld.

Gelukkig zijn er tegenwoordig antropologen en historici die geen genoegen meer nemen met deze stereotyperingen. Hernan Cortes wordt allang niet meer als een held, maar ook niet meer als de boeman gezien die de nobele Azteken heeft vernietigd. Mexico is niet louter uit de verkrachting van het Indiaanse volk geboren, zoals vaak wordt aangenomen: uit recent onderzoek blijkt dat de Spanjaarden vaker dan gedacht vrouwen meebrachten uit Europa. En Cortes maakte gebruik van de vijandschap van de door de Azteken overwonnen volkeren, met name de Tlaxcalanen. Of maakten de Tlaxcalanen juist gebruik van Cortes? Jacques Cartier, de franse stichter van Quebec, vervulde eenzelfde positie in de voortdurende oorlogen tussen de Hurons en de Iroquois in frans Noord-Amerika een eeuw later.

En de Azteekse samenleving, net als vele andere inheemse samenlevingen, was zeker niet heilig: recente opgravingen in Mexico-stad tonen aan dat het offeren van mensen en dieren op grote schaal plaatsvond in de Azteekse samenleving aan het eind van de 15e eeuw. Dit was een praktijk die samenhing met een duistere religie en een politiek ten opzichte van de door de Azteken overwonnen volkeren die veel gemeen had met het optreden van de Europese kolonialen.

Het slachtofferschap van de Afrikanen en Indianen heeft veel weg van een rechtvaardiging voor de huidige misstanden in verschillende delen van de wereld. In de psychologie heet dit een self-serving bias. Dit proces van zwart-wit denken houdt zichzelf zo in stand, zowel aan de kant van de vroegere ‘daders’ als de ‘slachtoffers’, niet in de laatste plaats door films als Black Venus. Want o wee als er ooit een film zou worden vertoond over de Arabische slavernij in Oost-Afrika, of over ieder ander onderwerp dat niet binnen de veilige schema’s van goed en kwaad vallen die wij voor onszelf zo -excuses voor het Engelse woord – conveniently in het leven hebben geroepen. Conveniency heeft vrijwel nooit te maken met de waarheid. Waarom wordt bijvoorbeeld nooit verteld over de imperialistische politiek van de Zulu’s in Zuid-Afrika maar wel over de blanke Boeren, die naar gebieden trokken die leeg waren omdat de stammen die daar leefden allang waren gevlucht voor de Zulu’s. Voor zover zij niet waren vermoord op hun vlucht. Had de Tunesische regisseur van Black Venus, Abdellatif Kechiche het aangedurfd om de Noord-Afrikaanse handel in blanke slaven te verbeelden of de verwoesting van het Songhai-Rijk in West-Afrika door de Marokkaanse sultan te verbeelden? Dat was pas echt gewaagd geweest.

Zo wordt de film Black Venus juist tot een stereotype van racistische denkbeelden: juist datgene wat de film aan de kaak probeert te stellen. Om toch positief af te sluiten: gelukkig komt door deze film eindelijk aandacht voor het lot van de Hottentotten en krijgen we eindelijk iets mee over de achtergrond van het langste woord in de Nederlandse taal. Dat is een verhaal dat nu eindelijk wordt verteld en dat is een aanwinst. Net zoals ”De Vliegeraar” dat was voor de Hazaren in Afghanistan, welke film ondanks enkele stereotypen toch een goed beeld geeft van de moderne Afghaanse geschiedenis. En het geeft een goed aanknopingpunt voor de kijker om zich eens verder in de geschiedenis te verdiepen. Het geeft kleur aan mensen die in het recente of verder verwijderde verleden hebben geleden en ook gewoon geleefd. En hun hoop, dromen, verwachtingen en beperkingen wijken niet zoveel af van onze eigen beslommerigen al hebben wij het doorgaans nu een stuk beter. En om dat weereens -al is het maar voor een uur of anderhalf- te beseffen is altijd een goede zaak.

(*) Zou de regisseur bekend zijn met het gelijknamige boek van Jef Geeraerts Gangreen 1: Black Venus? Daarin worden evenzeer raciale stereotypen aangeklaagd, alleen in het geval van Geeraerts op een gewelddadiger manier, zodanig dat de Belgische pers in 1968 geschokt was. David van Reybrouck met zijn Congo kon opereren in een rustiger periode, 50 jaar na de onafhankelijkheid van Congo. 

(1) Zie o.a. de interessante BBC-documentaire Coolies, How Britain reinvented slaverij: http://www.qualitycreationsinfo.com/view.html

No comments yet.

Leave a Reply

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan