Archive | January 2011

Terug van nooit weggeweest

tiburon 

Alli esta …el Tiburon (daar is de haai)

Als er een stereotype, of liever gezegd, archetype bestaat van de dictator dan is het wel de Latijns-Amerikaanse Generalissimo, rechtstreeks weggelopen uit de ”De Herfst van de Patriarch” van Garcia Marquez. Latijns-Amerikaanse dictators, van Papa en Baby Doc tot Videla en Fidel Castro, spreken op een vreemde en vals-romantische manier tot onze verbeelding, met hun te mooie militaire uniformen of juist hun quasi proletarische jungle-uitrusting. Sigaren, zonnebrillen, redevoeringen, we kennen het allemaal van de filmbeelden en van romans. Van Pinochet in Chileens Vuurland tot aan Porfirio Diaz aan de Mexicaans-Amerikaanse grens in het noorden is de Latijns-Amerikaanse dictator het archetype geworden van de dictator die zijn eigen land met ijzeren hand regeert en als een prive-domein beschouwt.

Waarom appeleren Latijns-Amerikaanse dictators aan deze romantiek? Waarom vielen schrijvers als Mulisch zo onkritisch voor het communisme van Fidel Castro, terwijl zij rechtse regimes van Pinochet en Videla bekritiseerden? Het weer, de muziek en de eveneens vals-romantische mythe van het caudillismo, van Zorro tot Che Guevara dragen ongetwijfeld daaraan bij. En Loekashenko en Kim il Sung zijn weliswaar dictators met geheel eigen ’x-factor’ maar hebben welbeschouwd toch echt niet diezelfde typische Latijnsamerikaanse uitbundig-opstandige nonchalance en melancholiek die vaak met vrolijkheid of ‘Latijnse passie’ worden verward. Bovendien zijn zij voor zover bekend geen maniakale vrouwenverslinders zoals de Latijnsamerikaanse dictators die als echte tiburones (haaien) hun land als hun eigen grote bloederige slaapkamer beschouwen. En heimelijk zouden alle mannen wel een beetje een Che Guevara willen zijn.

In andere delen van de wereld heeft het model van de Generalissimo gretig aftrek gevonden. Van Birma tot Noord Korea, van Arabische dictators als Mubarak, de recent afgetreden Ben Ali in Tunesie, en Assad in Syrie. In Afrika overtroffen dictators als Mobutu en Idi Amin zelfs de stoutste dromen van Trujillo en Baby Doc. 

Wie dacht dat de archetypische patriarch-dictator verdwenen was komt bedrogen uit. Er is een hele nieuwe generatie ontstaan. Ahmadinejad in Iran, Chavez in Venezuela en Bouterse in Suriname zitten nog steeds of in het geval van Bouterse wederom stevig in het zadel. En in Haiti is Baby Doc alweer teruggekeerd.

De hernieuwde populariteit van de moderne dictators van de 21e eeuw komt immers mede doordat de bevolking in veel landen voor een groot deel uit jongeren onder de 25 bestaat en die zijn niet geinteresseerd in geneuzel over democratie en mensenrechten maar willen gewoon een baan, een huis en een gezin. En wat heb je aan fraaie woorden over mensenrechten en democratie zonder huis of voedsel?

De patriarchen zijn weer terug. En niet teruggefloten. Niet alleen van extreem-rechtse snit zoals de Gutmenschen van het linkse establishment dachten. Het gevaar is niet zo eenduidig meer te duiden alsin het belerende liedje van de Jazz Politie, http://www.youtube.com/watch?v=x1UejKApJa4&feature=related maar komt van alle kanten. Vroljk koorddandsend op het ritme van een opzwepende salsa, komende van links tot rechts, van religieuze snit of juist seculair georienteerd. Eigenlijk nihilistisch, want dat kenmerkt de ware dictator met moderne ‘x-factor’. The Voice of Holland als moderne staatsinrichting, mooie televisie met wurgcontracten. Liever een patriarch dan armoede denkt de bevolking, zolang de patriarch maar niet te opzichtig met zijn rijkdommen zwaait. Modern dictatorschap vergt de schijn van zelfbeperking en een volle Zwiterse bankrekening.

Ze zijn terug, de Jazz Politie had gelijk…hetzelfde slag, maar met verschillende liederen, anarchistisch of anti-Pim Fortuyn, maar nog vaker anti-westers, vanuit de huig een variatie aan g- en k- klanken producerend, keelklanken die in schoonheid en gratie het Requiem van Verdi kunnen evenaren, die wij moeten verwelkomen zoals de verloren zoon na lang dolen terugkeert tot zijn vaderlijk huis, deze enige echte zo andere cultuur die werkelijk iets waard is en die ons tot nietigheid reduceert; die ons verfoeilijke westerse boeren met schaamte vervult over ons eigen barbarisme, die cultuur met die ene en ondeelbare en onuitstaanbaar humorloze Godheid die altijd om de hoek loert, met zijn enige profeet, die altijd gelijkhebbende dictator tot aan het einde der tijden.

Gezien de steeds groeiende invloed van die eeuwige dictator van de Ondeelbare, is het sterk de vraag wat er in Tunesie gaat gebeuren en of ook daar niet een sterke man zal komen om het land te leiden en de bevolking opnieuw met een kluitje in het riet te sturen. Want in de machinerie van de internationale politiek draait het om macht en invloed.

De documenten van Wikileaks tonen aan dat 19e eeuwse diplomatie nog steeds de boventoon voert en we hebben liever een ons gunstig gestemde dictator dan een ons vijandige democratie. Daarom accepteren we de dictatuur van Hamid Karzai in Afghanistan. Want een alternatief is er niet. 

En het geeft ook aan hoe hypocriet de inval op Irak was. Het ging helemaal niet om het straffen van Saddam Hoessein, het ging om pure macht en invloed in het Midden-Oosten. Want Assad (junior) zit nog steeds in Syrie, Mubarak nog steeds in Egypte en we Amerikanen zouden het niet eens zo erg vinden als Baby Doc weer aan de macht kwam in Haiti, mits hij zich maar niet in de drugshandel zou gaan begeven zoals Desi Bouterse.

Want drugs, daar sterven meer mensen aan in de Verenigde Staten dan aan het terrorisme en alle oorlogen in het Midden-Oosten tegelijk en grote aantallen drugsverslaafden ondermijnen de Amerikaanse welvaart direct. Dus is het exit Saddam en Ben Ali, enter Karzai en Baby Doc. Tyrannen komen en gaan, het zijn net communicerende vaten, ze komen en gaan maar het verschijnsel is here to stay. Het is nog lang niet de Herfst van de Patriarch, enkel het vroege voorjaar. Zoals Tanja Nijmeijer volmondig zou beamen: met een tropisch drankje op en wat leuke muziek worden massamoord en genocide toch een stuk lichter te verteren. Zo is de portee van dit blogje toch negatief geworden deze keer, tegen mijn bedoeling in. Om mijn gemoraliseer en dat van de Jazz Politie weg te spoelen en toch in de sfeer van dit blogartikel te blijven raad ik aan om weer eenmalig het liedje ‘Tiburon’ te luisteren. Houd het op een eenmalige beluistering want daarna wordt het zonder een flinke slok aguardiente of rum-cola al snel irritant: http://www.youtube.com/watch?v=SgHfT4_IniU .

De oorverdovend stille Sarko-staat

timboekte

Timboektoe, de belangrijke islamitische stad in West-Afrika was een belangrijk islamitisch centrum van het Songhai-rijk dat in 1591 werd verwoest door de Marokkaanse sultan. Ook in de huidige tijd volgt Marokko nog altijd een imperialistische politiek in het zuiden, onder meer door de illegale bezetting van Westelijk Sahara sinds 1975. Het is al jaren oorverdovend stil rond deze kwestie. Frankrijk blokkeert nieuwe resoluties in de Veiligheidsraad om bondgenoot Marokko tegemoet te komen.

De Franse internationale politiek is niet altijd even succesvol. Zo heeft de onvoorwaardelijke steun van de Franse regering -de Sarko-staat-  aan de Tunesische dictator Ben Ali tot op het laatste moment de Franse reputatie in de regio meer kwaad dan goed gedaan. Frankrijk gokt wel vaker op het verkeerde paard in een poging de tanende franse invloed te behouden. Dat begon al met de onverzoenlijke houding van Frankrijk na de Eerste Wereldoorlog en de bezetting van het Duitse Rijnland door de Franse troepen, wat meer kwaad bloed heeft gezet bij het Duitse volk dan die andere factoren die het nationaal-socialisme hebben bevorderd zoals inflatie, de hoge herstelbetalingen en de crisis van 1929 zelf. Met het Vichy-regime in WO II werd weer een verkeerde keuze gemaakt in de hoop daardoor invloed te behouden en sindsdien is daar weinig verbetering in gekomen. Maar omdat het verder zo’n aangenaam land is ziet men dit te graag door de vingers.

Frankrijk bood overigens ook 25 jaar lang onderdak aan de Haitiaanse ex-dictator Duvalier, oftewel Baby Doc en vele andere neokoloniale ex-dictators uit voornamelijk Afrika. Sarkozy had het tijdens zijn bezoek aan Tunesie in 2010 het (met een slokje teveel op?) over het ‘zoete Tunesie’ en de warme banden met inmiddels ex-dictator Ben Ali (1).

Frankrijk kent inmiddels 5 miljoen moslims het merendeel daarvan afkomstig uit de Maghreb. Dat is procentueel en in absolute zin veel meer dan het percentage franse colons destijds in Algerije. Wie koloniseert nu wie? Frankrijk is meer dan ooit verweven met de Arabische wereld, en probeert uit alle macht islamistische stromingen in de kiem te smoren. Maar is Frankrijk nog het land van de vrijheid, gelijkheid en broederschap? Ne me fais pas rire.

Foto afkomstig van: wikipedia. Original uploader was Senani P at en.wikipedia

(1) http://www.dailymotion.com/video/xc7rnu_diner-d-etat-offert-par-m-zine-el-a_news

Black Venus. Een moderne Hottentottententententoonstelling

Schreef ik enige tijd geleden over de mythe van de nobele wilde, dan is dit omdat dit idee op diepgaande wijze het denken in Europa over de niet-westerse mens heeft beinvloed tot in de moderne tijd. De nieuwe film ‘Black Venus’ (*) vertelt het verhaal van de Hottentotse Saartje Baartmans die aan het begin van de 19e eeuw als circusattractie werd vertoond in verschillende Europese hoofdsteden. De boodschap van de film is duidelijk, het westen is slecht, en Saartje is inherent goed in deze vreemde en wrede omgeving. Het verhaal is schrijnend maar voegt weinig toe aan eerdere films en boeken, van Uncle Tom’s Cabin en Roots tot aan Amistad.

Natuurlijk, het lot van Saartje was wreed. De waarheid kan niet worden verfraaid zonder deze geweld aan te doen. Maar we moeten het wel in de tijd zien. Het waren de dagen van de vroege industriele revolutie, aan het einde van de Napoleontische oorlogen maar nog voor Charles Dickens, Multatuli of Harriet Beecher Stowe. Europa was in de ban van vernieuwing en tegelijkertijd verlangde men naar het verleden. Het lot van de arme onderklasse in Europa was niet veel beter dan die van de slaven in de kolonien overzee. Arbeiders in de industriele gebieden in Europa werkten in de sweatshops in dezelfde omstandigheden als de slaven in het Caribisch gebied. Straatarm en zonder enige bescherming. Honderdduizenden blanke kruimeldieven uit Londen en Parijs werden naar Australie, Frans Gyuana of Nieuw-Caledonie gestuurd om daar feitelijk als slaven te leven. Frankrijk zond zijn eigen onderdanen naar Guyana waar zij als bagnards gedwongen werden jarenlang zichzelf te redden in de jungle. Engeland en Nederland verscheepten na de afschaffing van de slavernij meer miljoenen Indiers, Javanen en Chinezen om de plaats van de slaven in te nemen (1)

In Rusland en grote delen van Oost-Europa leefden miljoenen arbeiders als horigen, feitelijk als slaven. Terwijl Saartje na haar overlijden als exotisch object werd tentoongesteld, werden dwergen en mensen met epileptische aandoeningen, of fysieke afwijkingen op markten vertoond aan het volk. Het waren de dagen van The Elefant Man.  honderdduizenden gevangenen

In het zwart-wit denken van films als Black Venus schuilt het gevaar dat we die andere kant van de 19e eeuw niet meer zien: die van de achterkant van het imperialistische Europa zelf van die dagen waaruit niettemin miljoenen autochtone mensen emigreerden naar Amerika uit hoop op een beter bestaan. Dit deden zij niet uit imperialistische expansiedrang, maar uit dezelfde motieven als de huidige immigranten in Europa. Zij waren economische vluchtelingen. De kleine man uit Europa die werkloos was kon nog altijd wel een emplooi vinden buitengaats, en inderdaad nam hij dan de raciale beelden met zich mee die in die tijd gewoon waren.

Een fragment uit het boek Sonny Boy staat mij erg goed bij. Als de zwarte Surinamer Waldemar begin vorige eeuw arriveert in Nederland, verbaast hij zich erover dat sommige blanke mensen in Nederland het vuile werk doen dat in Suriname slechts door slaven wordt verricht. Nog in de huidige tijd verbazen autochtonen in Nederland zich er soms over dat allochtonen ook succesvol kunnen zijn in zaken of als politici en bestuurders. Met de grote gong wordt vaak verkondigd dat Aboutaleb in ons land burgemeester van Rotterdam kon worden, als Marokkaan en Cohen destijds burgemeester van Amsterdam, als Joodse Nederlander. Maar is juist die trots op de capaciteiten van een allochtone bestuurder niet een bevestiging van een diepgeworteld racisme? Geloven wij eerlijk waar, diep in ons hart dat alle mensen gelijk zijn? Zijn wij echt kleurenblind of doen we krampachtig alsof, en wanneer gaat die geforceerde kleurenblindheid – het antiracisme-  over in een nieuwe vorm van racisme?

De grootse vijand van de moderne samenleving is wellicht wel het antiracisme, het racisme van deze tijd. In hapklare brokken wordt ons verteld dat de blanke Europeanen de boeman waren en de zwarten het slachtoffer. En vervolgens blijft alles bij het oude. Onlangs zag ik in een programma een vrouw die sprak namens de Rastafari-gemeenschap die uit Jamaica naar Ethiopie was gemigreerd. Zij nam me de woorden uit de mond door haar opvatting dat de zogenaamde kleurenblindheid in Europa een eigen identiteit de weg staat en pleitte voor een gouden middenweg tussen multiculturalisme enerzijds en kleurenblindheid anderzijds, een positieve bevestiging van het eigene in het grotere geheel, integraal deel uitmakend van de overkoepelende samenleving zonder ontkenning van de eigen identiteit. Het antiracisme staat die positieve ontwikkeling in de weg door de versimpeling en vernauwing van complexe problemen tot een relatie van slachtofferschap en schuld.

Gelukkig zijn er tegenwoordig antropologen en historici die geen genoegen meer nemen met deze stereotyperingen. Hernan Cortes wordt allang niet meer als een held, maar ook niet meer als de boeman gezien die de nobele Azteken heeft vernietigd. Mexico is niet louter uit de verkrachting van het Indiaanse volk geboren, zoals vaak wordt aangenomen: uit recent onderzoek blijkt dat de Spanjaarden vaker dan gedacht vrouwen meebrachten uit Europa. En Cortes maakte gebruik van de vijandschap van de door de Azteken overwonnen volkeren, met name de Tlaxcalanen. Of maakten de Tlaxcalanen juist gebruik van Cortes? Jacques Cartier, de franse stichter van Quebec, vervulde eenzelfde positie in de voortdurende oorlogen tussen de Hurons en de Iroquois in frans Noord-Amerika een eeuw later.

En de Azteekse samenleving, net als vele andere inheemse samenlevingen, was zeker niet heilig: recente opgravingen in Mexico-stad tonen aan dat het offeren van mensen en dieren op grote schaal plaatsvond in de Azteekse samenleving aan het eind van de 15e eeuw. Dit was een praktijk die samenhing met een duistere religie en een politiek ten opzichte van de door de Azteken overwonnen volkeren die veel gemeen had met het optreden van de Europese kolonialen.

Het slachtofferschap van de Afrikanen en Indianen heeft veel weg van een rechtvaardiging voor de huidige misstanden in verschillende delen van de wereld. In de psychologie heet dit een self-serving bias. Dit proces van zwart-wit denken houdt zichzelf zo in stand, zowel aan de kant van de vroegere ‘daders’ als de ‘slachtoffers’, niet in de laatste plaats door films als Black Venus. Want o wee als er ooit een film zou worden vertoond over de Arabische slavernij in Oost-Afrika, of over ieder ander onderwerp dat niet binnen de veilige schema’s van goed en kwaad vallen die wij voor onszelf zo -excuses voor het Engelse woord – conveniently in het leven hebben geroepen. Conveniency heeft vrijwel nooit te maken met de waarheid. Waarom wordt bijvoorbeeld nooit verteld over de imperialistische politiek van de Zulu’s in Zuid-Afrika maar wel over de blanke Boeren, die naar gebieden trokken die leeg waren omdat de stammen die daar leefden allang waren gevlucht voor de Zulu’s. Voor zover zij niet waren vermoord op hun vlucht. Had de Tunesische regisseur van Black Venus, Abdellatif Kechiche het aangedurfd om de Noord-Afrikaanse handel in blanke slaven te verbeelden of de verwoesting van het Songhai-Rijk in West-Afrika door de Marokkaanse sultan te verbeelden? Dat was pas echt gewaagd geweest.

Zo wordt de film Black Venus juist tot een stereotype van racistische denkbeelden: juist datgene wat de film aan de kaak probeert te stellen. Om toch positief af te sluiten: gelukkig komt door deze film eindelijk aandacht voor het lot van de Hottentotten en krijgen we eindelijk iets mee over de achtergrond van het langste woord in de Nederlandse taal. Dat is een verhaal dat nu eindelijk wordt verteld en dat is een aanwinst. Net zoals ”De Vliegeraar” dat was voor de Hazaren in Afghanistan, welke film ondanks enkele stereotypen toch een goed beeld geeft van de moderne Afghaanse geschiedenis. En het geeft een goed aanknopingpunt voor de kijker om zich eens verder in de geschiedenis te verdiepen. Het geeft kleur aan mensen die in het recente of verder verwijderde verleden hebben geleden en ook gewoon geleefd. En hun hoop, dromen, verwachtingen en beperkingen wijken niet zoveel af van onze eigen beslommerigen al hebben wij het doorgaans nu een stuk beter. En om dat weereens -al is het maar voor een uur of anderhalf- te beseffen is altijd een goede zaak.

(*) Zou de regisseur bekend zijn met het gelijknamige boek van Jef Geeraerts Gangreen 1: Black Venus? Daarin worden evenzeer raciale stereotypen aangeklaagd, alleen in het geval van Geeraerts op een gewelddadiger manier, zodanig dat de Belgische pers in 1968 geschokt was. David van Reybrouck met zijn Congo kon opereren in een rustiger periode, 50 jaar na de onafhankelijkheid van Congo. 

(1) Zie o.a. de interessante BBC-documentaire Coolies, How Britain reinvented slaverij: http://www.qualitycreationsinfo.com/view.html

Saramaka-zaak: landmark case voor inheemse volkeren in beide Amerika’s

maroons Op 28 november 2007 heeft het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens – het Amerikaanse broertje van het Europese Mensenrechtenhof in Straatsburg- een fundamentele uitspraak gedaan in de zaak Saramaka People v. Suriname De uitspraak is een mijlpaal voor de inheemse en tribale volkeren in Suriname. Maar ook heeft deze uitspraak de potentie leidende jurisprudentie te worden in zowel Noord-Amerika als Latijns-Amerika op het gebied van de bescherming van mensenrechten, de erkenning van tribale eigendomsrechten en het recht op culturele zelfbeschikking. 

De verstrekkende gevolgen van de uitspraak zijn nog niet overal doorgedrongen. Het vorig jaar verschenen boek Saramaka, de strijd om het bos (Fergus Mackay, Amsterdam, KIT Publishers, ISBN 978-90-8832-612-3) brengt hopelijk hierin verandering. Naast een boeiende analyse van de procedure voor de verschillende rechterlijke instanties in Suriname, waar het Saramakaanse volk aanvankelijk het onderspit moest delven, en uiteindelijk voor het Inter-Amerikaanse Hof geeft het boek op unieke wijze inzicht in de strijd om de natuurlijke rijkdommen van Suriname en de veronachtzaming van tribale en inheemse rechten ten gunste van commerciële roofbouw. 

Het Saramaka-volk is een van de zes marronvolkeren die in Suriname leven. Zij zijn de plantages in de 18e eeuw ontvlucht en hebben na verschillende oorlogen met het Nederlandse gezag – waaronder de bekende Boni-oorlogen – verdragen met de Nederlanders gesloten waarbij de Saramakanen vrijstelling van slavenarbeid werd verleend en hun autonomie ten opzichte van het koloniaal bewind werd vastgelegd. De marrons zijn sindsdien altijd een aparte groep binnen de Surinaamse samenleving gebleven, ook na de onafhankelijkheid. Volgens de Saramakaanse traditie is hun grondgebied aan de Boven-Surinamerivier collectief eigendom van het Saramakaanse volk.

In recente jaren is het grondgebied van het volk in ernstige mate aangetast door grootschalige mijnbouw en commerciële houtkap omdat een aantal Chinese en andere houtkapmaatschappijen een concessie hebben verkregen voor grootschalige houtkap op Saramakaans gebied. Het Hof heeft geoordeeld dat de Surinaamse wetgeving de Saramakanen onvoldoende beschermt door de eigendomsrechten niet als zodanig te erkennen. In de woorden van het Hof is het gebrek aan positieve rechtsbescherming van de inheemse en tribale volkeren strijdig met de internationale mensenrechten. De Saramaka-zaak schept overigens geen volledig nieuw recht maar bouwt voort op eerdere jurisprudentie van het Hof (1). Niettemin is de uitspraak uniek te noemen vanwege de toekenning van schadevergoeding en het op exacte wijze omschrijven van de verplichtingen van de Surinaamse overheid om de collectieve rechten van de Saramakanen vorm te geven.  De Surinaamse overheid had overigens ook weer in dit geschil gesteld dat de marrons niet als een inheems volk konden worden beschouwd. Het Hof aanvaarde deze redenering niet aangezien in de woorden van het Hof de marrons gelijkgesteld kunnen worden aan inheemse volkeren en de ‘gronden en natuurlijke hulpbronnen van het Saramakaans volk deel uitmaken van de sociale, voorouderlijke en spirituele essentie’. 

De uitspraak heeft grote belangstelling gehad bij mensenrechtenorganisaties vanwege het fundamentele karakter van de beslissing alsmede het inzicht van het Hof dat er een grote mate van verwevenheid bestaat tussen milieu, grondbezit en mensenrechtenstandaarden. Voorts is deze zaak interessant voor andere strikt genomen niet-inheemse en andere marronvolkeren in het continent, zoals de Afro-Caribische gemeenschappen in het westelijk Caribisch gebied (zoals de eilanden voor de kust van Honduras Nicaragua, en het Colombiaanse eiland San Andres).

Als kleine kanttekening moet overigens wel worden opgemerkt dat het Saramaka People v. Suriname niets zegt over de vraag in welke mate een tribale gemeenschap precies moet voldoen aan de eigen van sociale cohesie, grond- en traditiegebondenheid om in aanmerking te komen voor rechtsbescherming. Voor minder traditievaste, coherente danwel te weinig grondgebonden gemeenschappen biedt de uitspraak geen soelaas. Dat leidt tot de paradoxale situatie dat juist gemoderniseerde, geemancipeerde marrons rechtsbescherming ontberen juist omdat zij hun traditionele levenswijze hebben verlaten. Zo laveren de marrons tussen volledige emancipatie en participatie enerzijds en hun traditionele levenswijze anderszins, hoewel er- wederom paradoxaal genoeg – juist met het heraantreden van de coalitie Bouterse/Brunswijk sprake is van een meer ontspannen relatie tussen de ’stadse’ creolen en de marrons (2).

Het is lovenswaardig dat het Hof een principieel standpunt heeft ingenomen over de rechten van het Saramakaanse volk waarbij en zich niet heeft beperkt tot een strikt internationaalrechtelijke toets aan historische verdragen met Nederland en Suriname als rechtsopvolger. De goede toon is gezet en wellicht wordt de zaak een mondiale historische landmark case voor de bescherming van collectieve en culturele mensenrechten, zoals in de Amerikaanse rassenscheidingskwestie Brown v. Board of Education dat was voor de individuele mensenrechten. En wellicht zal door deze uitspraak eindelijk ook erkenning komen voor de marrongemeenschappen in het aangrenzende Frans Guyana. Het is bevreemdend dat juist in dit franse overzeese departement – dat integraal onderdeel uitmaakt van de Franse staat en dus ook de Europese Unie - geen enkele collectieve rechten zijn toegekend aan de aldaar levende tribale stammen (3). De vaak hier in Europa klakkeloos aangenomen gedachte dat landen van de Europese Unie vooroplopen op het gebied van bescherming voor nationale minderheden gaat dus zeker niet op.

Hoe nu verder? De Surinaamse staat heeft toegezegd uiterlijk 19 december 2010 door middel van wetgeving de collectieve eigendomsrechten van de marrongemeenschappen te garanderen. Of het daadwerkelijk zover zal komen nu Desi Bouterse aan de macht is, valt nog te bezien. Zeker nu China voor 3,8 miljard in Suriname investeert in infrastructuur en huizenbouw (4). Dit terwijl de Inter-American Development Bank zich heeft verbonden aan het naleven van jurisprudentie van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten (5) Het is daarom te hopen dat het boek Saramaka, de strijd om het bos snel in vele andere talen zal verschijnen, te beginnen met het Spaans, Engels en Portugees ( Bron: http://www.corteidh.or.cr/docs/casos/articulos/seriec_172_ing.pdf

(1) zie voor een uitgebreide studie:

http://www.cedla.uva.nl/20_research/pdf/vDijck/suriname_project/Mijnbouw.pdf

 (2) ziehttp://www.volkskrant.nl/vk/nl/2668/Buitenland/article/detail/1019636/2010/08/18/Misiedjan-minister-van-Justitie-Suriname.dhtml(3) aldus de UNHCR:  http://www.unhcr.org/cgi-bin/texis/vtx/refworld/rwmain?page=search&docid=4954ce5523&skip=0&query=indigenous suriname

(4) zie http://digitaleeditie.nrc.nl/NH/2011/0/20110114___/1_08/article4.html

(5) uit Saramakka, de strijd om het bos http://www.vanstockum.nl/boeken/geschiedenis-algemeen/nl/de-saramaka-en-hun-strijd-om-het-bos-10802000/

Just some thoughts on a Friday

2011. Earth Odyssey. War across the globe. Silent rebellion in Iran. Riots in Tunisia, Algeria, even demonstrations in Jordan. Questions. Wikileaks. Are we witnessing another tragedy in the Arab world, a small step towards civil society, or just another blast of violence across the region? Perhaps finally a chance for democracy, yet what kind of democracy? Freedom for all? Or just another tiranny by the majority? Will the Algerian and Iranian disasters be repeated in Tunisia, will the poison spread? Would it finally be possible to establish true democracy in the Middle-East without simultaneously allowing islamic fundamentalism to enter through the back door? That is the question which has been looming over the region for many decades now. And for the decades to come. Global warfare between religions, races, is that a future? A race to the bottom for cheap labor and natural resources? The Great Game version 2.0. Is the Clash of Civilizations an inevitable picture of the future or a just self fulfilling prophecy? Perhaps. Perhaps not. Or both. Are we destoying our planet? Definitely, at least the planet as we like it to be. A playground for the human race. But not for long, if we continue the same patterns we have used for thousands of years. Does anyone care, truly care? Has sustainibility just become another marketing instrument? Which battle is right, and which is wrong. Who takes the lead, and perhaps more importantly, who follows. Who has the answers when nobody even asks any questions anymore. Who cares to ask a smart question if the answers are eloquently spoken yet mere rhetoric? What is authority without authenticity? And where can we still find authenticity through rhetoric and mass deception? What is left and what is right? Who cares about left and right anymore if the issues cannot be resolved by two-dimensional thinking. At what stage did feelings of guilt turn into justifications for tyranny. Why is everyone thinking outside of the box and not filling boxes with ideas that truly work? Well, it’s probably me. I am confused. And so are you. And if you’re not, you should be. And if not, you’re either a good liar or not being true to yourself. Just as myself. Perhaps I am convinced of a false ideology of superiority. If I do not doubt my own assumptions I may be wrong just as much as you are. Somewhere on the way we acquired a fear towards something and it serves us well because it serves victimhood. You identify the culprits but fail to acknowlegde your own crimes. Fear feeds on jealousy and a false image of past and future. Truth, honesty, sincerity will suffer, for a long long time to come. But eventually these virtues will resurge just as swiftly as the outbreak of violence that is looming everywhere. It has nothing to do wth culture, it is human nature regardless anything else. We are alive, it’s a miracle in itself so evident we fail to see it until we are forced to accept it. Yet the door is ajar. We listen to the messages from prophets, true or false, and distort what may be true to their message yet eagerly accept anything that is false as long as it serves our purpose. And I thank you for reading all the way to the end of this message. If you have been so patient, just let me add one more thing. Any true prophet, dead or alive, real or imaginary, is never hateful, yet we are. Well, I know it sounds a little corny – as do most positive messages, unfortunately – perhaps because we think negativity is somehow more truthful – but we deserve to be enjoying life, just as the planet deserves to continue turning around the sun with at least a little peace and quiet. By the way, have a great 2011.

De bijensteek van de contra-elite

bee De wereld is nu al jaren in de ban van het islamistische terrorisme en fundamentalisme. Als beweerdelijke tegenreactie is in de wereld nieuw-rechts ontstaan. In Nederland is de opkomst van de PVV daarvan een uiting. Terwijl deze richtingen haaks tegenover elkaar staan in ideologie, hebben zij evenwel veel gemeen. Net zoals het fascisme en het communisme zich bedienden van een vrijwel identieke retoriek en beeldentaal, zo lijken de islamisten en nieuw-rechts eveneens op elkaar.

Beide stromingen komen voort uit een opstand tegen de heersende elite. Deze contra-elite bestaat vaak uit het middensegment van de samenleving, en niet -zoals vaak in Nederland wordt beweerd- uit de onderste laag van de samenleving. In de islamitische wereld vormen islamisten, zoals de Moslimbroederschap in Egypte en in zekere mate ook Hamas, een tegenwicht tegen de elite. Het is algemeen bekend overigens dat moslimterroristen juist vaak jonge, goed opgeleide mannen zijn die ontevreden zijn over hun mogelijkheden tot ontplooiing. Samuel Huntington waarschuwde al in 1998 voor de explosieve groei van deze grote groep werkloze jonge mannen in niet-westerse samenlevingen.

De contra-elite in het Midden-Oosten vormt een voortdurend gevaar in politieke zin voor de heersende klasse die is opgekomen na de dekolonisatie. De opstanden in Tunesie zijn een recent voorbeeld van de weerstand van de goed opgeleide contra-elite.

De contra-elite in Europa en in eigen land vormt een bedreiging voor de heersende klasse van bestuurlijke regenten, die zich als moderne mandarijnen met een sektarische managementtaal trachten te onttrekken aan de werkelijkheid van de gewone man. Zodra zij in hun bestaansrecht worden bedreigd trekken zij een rookgordijn op van ondoorzichtige structuren, onderzoekscommissies met loze conclusies en overige vage gremia.

De PVV-politici worden door Wilders als missionarissen gezien in de strijd tegen de Islam. In de Islam zoekt en vindt de PVV zijn vijand, maar als tegenpolen van dezelfde magneet zijn zij niettemin onlosmakelijk en onherroepelijk aan elkaar verbonden. De populariteit van de PVV in eigen land komt overigens ook voort uit een vergelijkbare onvrede over de elite als in het Midden-Oosten. Al is de situatie erg verschillend, toch hebben beide contra-elitaire bewegingen veel gemeen.

De opkomst van een nieuw soort journalisten van het slag Julian Assange, de Griekse anarchisten, de boze jongeren in Tunesie, de opkomst van extreem-rechts in Hongarije: allen vormen zij verschillende takken van dezelfde stam, die van het contra-elitaire denken. In de ogen van al deze groeperingen is de vijand de ander, de vreemdeling, die het eigene bedreigt. Maar niet alleen dat. De eigen overheid, de heersende elite, wordt gezien als een stilzwijgende handlanger van die aartsvijand. De agressie van de contra-elite richt zich dan ook vaak meer op de eigen elite dan op de beweerdelijke vijand zelf. Totdat de contra-elite zelf aan de macht komt. Dan wordt de contra-elite zelf deel van de elite en verstomt de kritiek al snel. Het is al tijden akelig stil rond de PVV. Wellicht toch een meesterzet geweest van Maxime Verhagen om deel te nemen aan het kabinet.

Misschien weet Verhagen als historicus als geen ander dat juist door de PVV te laten doordringen tot de elite, de PVV onschadelijk wordt gemaakt. Net als een boze honingbij die zoete honing belooft maar na een gemene steek zelf overlijdt. De vraag is alleen hoeveel schade de bij kan aanrichten voordat zij sterft. En in hoeverre de gematigde krachten in staat zijn de contra-elite uit te laten razen. En in hoeverre de contra-elite zelf in staat is tot matiging. We kennen allemaal de slechte voorbeelden van gevallen waarin de gematigde krachten het onderspit hebben moeten delven, van het Duitsland van voor de Tweede Wereldoorlog tot Algerije en Iran.

Die slechte voorbeelden indachtig is het dus noodzaak de contra-elite zodanig te faciliteren dat zij haar vernieuwende functie kan vervullen zonder dat deze de heersende elite volledig vernietigt. Het is net als bij een virusinfectie. Als een virus het lichaam binnendringt, wordt het nooit echt verslagen maar door antistoffen ingepakt. Het is de hopen dat de antistoffen sterk genoeg blijken wereldwijd en de patient het overleeft. Een verkoudheidje af en toe is goed voor de weerstand, maar de Mexicaanse griep laat iedereen toch liever aan zich voorbij gaan.

In het westen zijn genoeg antistoffen aanwezig in de vorm van goed onderwijs, onafhankelijke rechtspraak en een goed gevestigde democratie. In het Midden-Oosten zijn die antistoffen niet of nauwelijks aanwezig. Er is slechts de heersende elite, de contra-elite en het ”gewone volk” dat altijd het slachtoffer is. In het westen hadden we ooit Winston Churchill als voordvoerder van de vrije wereld met zijn ”WE WILL NEVER SURRENDER”. Wie is er nog over in het Midden-Oosten om deze woorden aldaar aan te heffen? De gematigde krachten zijn allang uitgeschakeld door de heersende corrupte regimes die door een gebrek aan een gematigd alternatief geholpen door het westen decennia lang de dienst hebben uitgemaakt. Die strategie is na het einde van de Koude Oorlog nog twintig jaar tot in het extreme gestrekt, gemasseerd en uitgemolken maar nu definitief uitgewerkt. De geest is uit de fles. De bevolking mort, daar en hier. Het Midden-Oosten kwam nog nooit -letterlijk en figuurlijk – zo dichtbij. Tunis ligt noordelijker dan Gibraltar en dichterbij dan Griekenland. Het is slechts het begin. Het wordt een ”bumpy ride”.

 

Opstelten bezoekt rampgebied en blijft in de bus

scan003391.jpg

Schouderklopjes

Kent u het, de schouderklop? De vriendelijke hand die op uw schouder rust, of even uw bovenarm aanraakt? De schouderklop is een gebaar dat overal ter wereld geruststelling en begrip of aanmoediging uitdrukt. Begrip met jouw situatie, of aanmoediging.

Toch is er iets ongemakkelijks aan de schouderklop. Vooral voor degene die hem ontvangt. Want hoe subtiel ook, degene die de schouderklop geeft staat altijd boven degene die hem ontvangt. Het is een subtiel gebaar dat uitdrukt ”Ik ben hoger in rang dan jij, maar toch mag ik je”.

Het valt op dat vooral ontwikkelingswerkers in Afrika en andere armere delen van de wereld ruim zijn met het geven van de schouderklop. Vaak torenen de Nederlanders dan ook nog eens uit boven de lokale ontvangers van het geklop. Waar de Nederlanders onderling schaars zijn met het uitdelen van de klop, omdat het nu eenmaal een ongemakkelijk gebaar is hier in het noorden, compenseren Nederlanders deze stijfheid met een veelvuldig geklop en zelfs omhelzingen in zuidelijker streken.

Om de eigen stijfheid te maskeren, kloppen en knuffelen de Nederlanders heel wat af in Afrika. Want schouderkloppen drukt betrokkenheid uit, zo denken we. Want die mensen in zuidelijke landen zijn in onze ogen veel warmer, veel echter. Veel menselijker. Een bevrijding voor de noorderling, die vooral heeft geleerd zich met woorden uit te drukken. Maar de ontvangers van de schouderkloppen ondergaan deze vriendelijke gebaren niet altijd even gemakkelijk. Ze lachen meer uit verbazing dan uit blijdschap om die Hollandse schouderklopreuzen. De gedachte dat deze gebaren geheel gratuit zijn komt nog niet in ze op.

Een overtuigd klopper was Ruud Lubbers, die graag jezuitische klopjes uitdeelde onder zijn ondergeschikten die daar lijfelijk de gevolgen van moesten ondervinden. Helmut Kohl die een bloedhekel had aan ‘Loebbers’ moet regelmatig zijn uitgeweken voor de bezielde hand van de voormalige Nederlandse premier. Harry van Bommel is een andere beroemde Nederlandse beroepsklopper die al Arabische vrouwenbillen betastende zichzelf bevrijdde van zijn calvinistische schuldgevoelens. Maar de meest professionele kloppers zijn de presidenten van de Verenigde Staten. Zowel Bush als Obama kloppen alsof hun leven ervan afhangt. Zij zijn natuurlijk de alfamannetjes in de internationale politiek, en kunnen niet zonder de klop. Daarom voelt het ook zo ongemakkelijk aan als oud-premier Balkenende of huidig premier Rutte schouderklopjes uitdeelt aan mede-regeringsleiders. Ze zeggen daarmee dat ze belangrijker zijn dan ze in werkelijkheid zijn.

De klop-objecten kunnen niet anders dan blijven lachen en het Nederlandse geklop gelaten ondergaan. En zinnen op stille wraak tot de volgende vergadering en het meest effectieve diplomatieke middel uithalen dat nooit in Wikileaks zal staan: de Tegenklop. Onverwacht toeslaand snel een tegenklop uitdelen, breed lachend (zonder dat de ogen meedoen), iets nietszeggends vragen als ”how high is the highest building in your country?”,  terwijl alweer wordt gezocht naar het volgende te bekloppen slachtoffer zonder het antwoord van de ontvanger af te wachten: dat kenmerkt de ervaren beroepsdiplomaat. Een goed uitgehaalde klop zegt meer dan duizend andere nietszeggende diplomatieke woorden.

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan