primaire levensbehoefte
De hele discussie rondom de verhoging van het BTW-tarief van 6% naar 19% doet nogal symbolisch aan. De maatregel past binnen de verschuiving van directe belastingen (Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting etc.) naar indirecte belastingen zoals BTW en accijnzen. Het kabinet wil koste wat kost deze verhoging snel doorvoeren, maar in de cultuursector en, zo bleek, ook binnen de Eerste Kamer, leeft grote weerstand tegen deze lastenverhoging voor de cultuursector.
Het gereduceerde BTW-tarief is in het leven geroepen om bepaalde elementaire levensbehoeftes niet te zwaar te belasten. Zo zijn melk, brood, maar ook kappersdiensten onderworpen aan een tarief van 6%. Niemand zal erover twijfelen dat dit elementaire behoeftes betreft. Maar ook voetbalkaartjes zijn bijvoorbeeld belast tegen 6%, en dit wordt niet verhoogd. Dat zou ook politieke zelfmoord van het kabinet zijn. Voetbal is net enkel oorlog, maar ook een primaire levensbehoefte.
Het is vreemd dat de verhoging nu wordt gezien als een onevenredig bezwarende maatregel. Niemand klaagt er tot nu toe immers over dat andere elementaire producten en diensten zoals gas, elektriciteit en drinkwater te hoog worden belast, namelijk tegen het normale tarief van 19%. Ter vergelijking: in het Verenigd Koninkrijk worden gas en elektriciteit tegen 5% belast. Het normale tarief aldaar was 17,5%, maar David Cameron heeft dit onlangs verhoogd tot 20%.
Nederlanders betalen een naar Europese maatstaven (uitgezonderd het VK) overigens een niet erg hoog BTW-tarief. De belastingdruk op cultuur in Nederland is echter vooral toegenomen omdat er geen mogelijkheden meer zijn om belastingaftrek te verkrijgen bij cultureel getinte projecten. Vroeger was er een speciaal CV-regime voor speelfilms dat al eerder is afgeschaft. Het kabinet kiest er echter niet voor om de culturele sector op enigerlei andere wijze tegemoet te komen. Ook dat is een in beginsel politieke keuze die niemand kennelijk wil of durft te maken.
Het is intussen maar de vraag of de verhoging van het BTW-tarief uiteindelijk iets zal opleveren. De kans is groot dat mensen gewoon minder kaartjes kopen voor cultuur. Dan vloeit er ook minder naar de staatskas. Belangrijker is dat het kabinet van plan is om de directe belastingen (waaronder hypotheekrente-aftrek) in stand te laten, maar dit wel wil compenseren door via de achterdeur toch weer meer te heffen. Bijvoorbeeld door verhoging van het reguliere BTW-tarief, of verhoging van accijnzen op bijvoorbeeld tabak en benzine. In treurig belastingjargon heet dit ”grondslagverbreding.”
De uiteindelijke vraag is natuurlijk ook wat de waarde is van cultuur in ons land. Dat is een waarde die niet goed in cijfers valt uit te drukken. En daar hebben Nederlanders -Droogstoppels als we zijn gebleven - nog altijd grote moeite mee. Al speelt onze premier uitstekend piano, een Chopin, Beethoven of Bach hebben we nooit voortgebracht. Maar wel Louis van Gaal. Dat is nu pas toegevoegde waarde.