De eeuwige edele wilde (3)

Had de Verlichting nauwelijks invloed gehad, de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring galmde als een zeehoorn over het Caribisch gebied.  De Franse revolutie sloeg in als een bom. Opstand brak uit op Haiti, en de geest was definitief uit de fles. De slaven hadden aan de vrijheid geroken en overal in het gebied braken geregeld opstanden uit. De suikerindustie was intussen ingestort en de regio verviel tot onbelangrijke buitenpost. De slaaf was eigendom, een roerende zaak, meer niet. Een bedrijfsmiddel in de plantage. Beslaglegging op slaven was mogelijk en er werd belasting geheven op het bezit van slaven. Bekering tot het christendom maakte een slaaf niet vrij. De wetgeving was duidelijk hierover. Slaven hadden geen rechten, zij konden geen eigendommen bezitten, noch trouwen. De meester werd geacht als een goed huisvader over zijn slaven te waken, ook omdat slaven een waardevol bezit waren. De slavenhouder had absolute macht over zijn slaven. De bullepees was overal aanwezig indien de slaven het gezag niet gehoorzaamden, en de vrees voor een slavenopstand leefde voortdurend onder de blanke eigenaren. Weliswaar was het onnodig straffen van slaven strafbaar, toch leidde dit zelden tot processen. Slavenmishandeling was eerder zoiets als wildplassen of inhalen door een doorgetrokken streep: verboden maar als niemand het ziet, doe je het toch. 

V.S. Naipaul beschrijft in the Middle Passage goed hoe moelijk een zinnige discussie over de slavernij valt te voeren: ‘Hoe kan de geschiedenis van deze Westindische zinloosheid worden geschreven? (…) Moet hij, zoals de Westindische geschiedschrijvers die pas nu een confrontatie met hun geschiedenis aandurven, ijzig koel blijven en de geschiedenis van de slavenhandel vertellen alsof dat slechts een van de aspecten was? De geschiedenis van de eilanden kan nooit op een bevredigdende manier worden verhaald. Wreedheid is niet het enige probleem. Geschiedenis groeit rond prestatie en creatie; en in West-Indie is niets gecreëerd.’ Deze sombere conclusie van Naipaul doordesemt zijn gehele oeuvre. Zeker heeft hij hierin gelijk, de Caribische eilanden zijn altijd een vehikel geweest voor machten van buitenaf. Maar is dit standpunt niet te pessimistisch anno 2010?   Zeker, de valkuil van veel postkoloniale Westindische schrijvers en activisten in de 20e eeuw was dat zij letterlijk en figuurlijk teveel zwart-wit dachten. In hun pogingen de verschrikkingen van de slavernij te beschrijven hebben zij een stereotiep beeld geschapen van de onderdrukte, goede slaaf. Deze stereotypering heeft in de 19e en 20e eeuw haar nut gehad, van Oncle Tom’s Cabin tot vrij recent. Maar tegelijkertijd is daarmee via de achterdeur toch weer het idee van de edele wilde binnengekropen. Maar kan men, slechts enkele decennia nadat de slavernij is opgeheven en de ouders en grootouders van die activisten nog slaven waren geweest, zo hard oordelen? De zegen van de nuance is slechts degenen gegeven die hun identiteit reeds hebben gevonden, en de bewoners van het Caribisch gebied zijn alhoewel zij eerder zijn begonnen te zoeken dan de Nederlander in Europa wellicht nog steeds zoekende. Daar past een goed werkend kompas bij. Nog niet zo lang geleden vanaf de 19e eeuw tot ver in de 20e eeuw waren Piet Heyn, Michiel de Ruyter en Jan van Speyck ook helden in Nederland en groter gemaakt dan zij eigenlijk waren. De heldendaden van deze mensen werden aangehaald om de nationale identiteit te versterken. 

De Nederlandse nationale helden, die nauwelijks nog als zodanig worden gekoesterd waren mensen die vanuit hun eigen kracht handelden. De Caribische helden zijn ook krachtig, maar dan vooral tegen de onderdrukking in, zij konden hun lot evenwel niet op hun eigen manier sturen. Zo is de enige door de zwarte bevolking behaalde overwinning het beëindigen van de slavernij geweest, noodgedwongen omdat zij immers niet in een vrije samenleving konden opereren en zij deze samenleving dus niet naar hun eigen hand konden zetten. Dat tot op heden nog steeds beelden worden opgericht van slaven met opgeheven handen en gebroken ketens, lijkt eerder een bevestiging te zijn van het feit dat de geschiedenis nog altijd niet objectief kan worden onderzocht. In reactie daarop zijn sommigen andere of deelaspecten van de slavernij gaan bestuderen in de hoop een getrouwer beeld te verkrijgen van de ware geschiedenis. Ook wordt getracht om verschillende grijstinten te ontwaren. Maar zijn deze er wel? Grijstinten zijn soms ook een manier van liegen, voor zover de nuance daarin te ver doorschiet. Nuances  veronderstellen immers dat er een zekere ratio achter de gebeurtenissen schuilde, althans een op redelijke wijze te beredeneren oorzaak voor het menselijke handelen, terwijl dergelijke wreedheden niet met het verstand te bevatten zijn. Dat raciale stereotypering ook in onze tijd nog volop leeft bleek tijdens de genocide in Rwanda en in andere delen van de wereld. 

No comments yet.

Leave a Reply

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan