De slotakte van een nationale mythe

Het proces tegen Geert Wilders begint onderhand tot een klucht te verworden, zo het dat al niet van meet af aan was. De enige jurist in dit hele spektakel schijnt de raadsman van Wilders te zijn. De andere acteurs van deze schooltoneelvoorstelling komen er nog minder goed vanaf. De rechter lijkt op een barman uit de Amsterdamse homo-scene, de benadeelde partijen zijn charlatans van Allah met quasi-archaisch woordgebruik danwel vieze zwervers met loze praatjes.

De slotakte zal nog lang op zich moeten laten wachten, zeker nu het proces weer opnieuw zal gaan beginnen. De filmrechten over het leven van Wilders zijn inmiddels verkocht. Wellicht dat dit proces dan ook een prominente rol gaat spelen in die film. Een film heeft, hoe je het ook wendt of keert, altijd een uitvergrotend effect omdat de nodige structuur van een relaas van maximaal anderhalf uur de regisseur dwingt tot keuzes. En juist die structuur ontbreekt in de kwestie Wilders, althans van dichtbij bekeken. We zitten immers allemaal zo dicht op deze kwestie dat het voor ons moeilijk is om een structuur te ontwaren in deze hele gang van zaken. Om het maar eens in moderne termen te vatten, valt het de burger zwaar een en ander te ”duiden”.

 De enige persoon die zeker weet waar hij staat lijkt Wilders zelf te zijn. Net zoals de islamo-fascisten die hij bestrijdt. En daarmee heeft hij een voorsprong op allen die om hem heen zwermen, zowel de critici als de voorstanders. Links en rechts Nederland, wie deze mensen ook mogen zijn, buitelen over elkaar heen omtrent Wilders, maar in wezen worstelen zij slechts met hun eigen interpretatie van wat hier gaande is. Het gaat allang niet meer om de persoon Wilders maar het verschijnsel. De context is echter zoek.

Het links-rechts paradigma gaat steeds minder op, de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog dringt zich al te gemakkelijk op en leidt zo tot een schijnbaar zeker moreel referentiekader voor goed en kwaad. Maar ook dat referentiekader is aan slijtage onderhevig nu steeds meer onderzoek wordt gedaan naar het werkelijke gedrag van de Nederlandse bevolking tijdens die oorlog. De meeste Nederlanders zorgden e gewoon voor dat ze overleefden. Terecht. Een klein groepje pleegde actief verzet. En een klein groepje collaboreerde. Onderzoeken waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de Rotterdamse scheepsbouw flink heeft geprofiteerd van de Duitse bezetter die oorlogsschepen nodig had, of onderzoeken waaruit is gebleken dat de Duitse krijgsgevangenen door de Nederlanders werden ingezet om mijnen te ruimen.

De Tweede Wereldoorlog die deze mensen als referentiekader dient, betreft dan ook niet de werkelijke oorlog in al zijn gruwelijke facetten, maar berust op een mythe over die oorlog die in de jaren ’70 is ontstaan. De mythe van het Meisje met het Rode Haar, Anne Frank en Oorlogswinter. Het is een mythe die in grote mate heeft bijgedragen aan het beeld dat wij van ons eigen Nederland hebben. Zo zijn er nog andere mythen in het collectieve bewustzijn van de Nederlanders. Die van het tolerante Nederland bijvoorbeeld, dat inmiddels had geleerd van het koloniale verleden en zich daar een beetje voor schaamde. Apartheid was het enige ”Nederlandse” woord dat internationaal bekend was.

Als het verleden een moreel referentiekader kan bieden, lijkt de Spaanse burgeroorlog heel wat geschikter dan de Tweede Wereldoorlog. Dat was een echte oorlog tussen burgers, en nog altijd zijn de wonden van die strijd niet geheeld. Juist ook omdat die oorlog niet rationeel was, maar emotioneel beladen en zorgde voor scheuringen binnen steden, dorpen en families. Het Grote Gelijk van de eigen ideologie stond boven de persoonlijke betrekkingen en verscheurde een hele natie, totdat een dictatuur de rust bracht, net als in huidige tijd waarin de verschillende dictaturen in het Midden-Oosten de kurk op de Molotov-cocktail van de explosieve bevolking houden.

Het gebrek aan context, en daarmee de verwarring en de irritatie die dit proces veroorzaken, zowel bij de rechterlijke macht als bij de televisie-kijkende burger, heeft alles te maken met het vervagen van deze nationale mythen die ons zo lang houvast hebben geboden in vroeger tijden. Het is niet meer zoals het was, we weten nog niet hoe het wordt. Tegelijkertijd ontstaan middenin deze verwarring nieuwe mythen, sagen en legenden waarmee we wellicht weer enkele decennia mee vooruit zullen kunnen. Aan de toekomst te bepalen welke mythe de overlevering zal ingaan. De mythe van de islamisering, of de mythe van de angst voor de islamisering? De mythe van de vrije samenleving of de mythe van het verdwijnen daarvan? De tijd en vooral de demografische ontwikkeling van ons land - een factor die immer doorslaggevend is geweest en het ook altijd zal blijven- zal het leren.

En de heersende opinie van de toekomst zal ons gaan dicteren wie goed en kwaad was anno 2010. Voor grijstinten zal geen plaats zijn, althans totdat de angel uit het toekomstige paradigma van goed en kwaad zal zijn verdwenen. En dan zullen sommige dapperde en onafhankelijke wetenschappers oordelen dat er ook in 2010 vele grijstinten waren, en de mensen niet per definitie goed of kwaad waren, maar vooral in de war.

Maar tot die tijd kunnen we met een gerust hart ons op micro-niveau bezighouden met het schooltoneel van de Amsterdamse rechtbank. Jammer alleen dat ze in de toekomst zullen constateren dat het niveau van de vroeg 21e-eeuwse acteurs zo bedroevend laag was. Ach, folklore heeft altijd iets amateuristisch. Mythes hebben dat niet, dus laten we hopen dat de film over Wilders wel knap wordt gemaakt. Gelukkig zijn de filmrechten gekocht door de BBC en de Britten zijn gelukkig heel wat betere acteurs dan de Hollanders. En het is toch fijn om Wilders echt eens goed Engels te horen spreken?  

 

 

No comments yet.

Leave a Reply

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan