Archive | October 2010

Een Ladino-moeder houdt van haar kind

 

synagoog

Boven: interieur van de Sefardisch-Joodse synagoge te Rhodos

Deze keer weer eens een echt Antilliaans thema. Maar dan met een ogenschijnlijk vreemde ‘twist’. Door de zelfstandige status van Curacao zal binnenkort ongetwijfeld de discussie omtrent het Papiamento weer oplaaien. Er bestaat veel onduidelijkheid omtrent de oorsprong van deze taal, die uniek in de wereld is omdat het de enige creoolse taal is met Spaans en Portugees als basis.

Het Papiamento, vaak foutief Papiaments genoemd, is sinds 2007 officiele taal geworden op Curacao en vormt een belangrijke factor in de vormgeving van de eigen identiteit van het eiland. Die positie moet Curacao echter delen met de omringende eilanden Aruba en Bonaire, waar dezelfde taal in een iets afwijkende vorm wordt gesproken, overigens zonder dat dit enig communicatieprobleem oproept binnen de Benedenwindse eilanden. In een vorige bijdrage heb ik gemeld dat het eigenlijk spijtig is dat de Benedenwindse ofwel ABC-eilanden ieder hun eigen weg zijn gegaan in de nieuwe Koninkrijksverhoudingen omdat dit het Papiamento als belangrijke creoolse taal niet ten goede komt.

 Overigens hebben de eilanden zelf ook het nodige bijgedragen aan de benarde positie van het Papiamento. Zo heeft Aruba, geografisch en psychologisch het dichtst bij Zuid-Amerika gelegen de historische spelling aangehouden waardoor een woord als ‘competicion’ op Spaanse wijze wordt gespeld. Curacao heeft gekozen voor een fonetische spelling, waardoor hetzelfde woord daar als ‘kompetishon’ wordt gespeld. Voor mondelinge communicatie is dit uiteraard geen enkel probleem. Wel bemoeilijkt dit de ontwikkeling van het Papiamento als een levende geschreven taal. En dat is dodelijk aangezien overal ter wereld orale tradities en dus ook talen zonder een stevige literaire basis dreigen uit te sterven.

Daar komt nog eens bij dat de grote Antilliaanse schrijvers (Cola Debrot, Boeli van Leeuwen, Frank Martinus Arion, Tipp Marugg) allen de Nederlandse taal bezig(d)en. Vanuit hun standpunt bezien is dit begrijpelijk en zelfs wenselijk, want anders waren zij nooit doorgebroken in de Nederlandse literatuur en was de Nederlandse literatuur beperkt gebleven tot Nederland en Suriname.  En toch heeft die keuze van deze grote schrijvers voor het Nederlands iets kunstmatigs omdat het Nederlands en het Papiamento zo ver van elkaar afstaan. Voor de Frans-Antilliaanse dichter en ontdekker van het begrip ‘negritude’, Aime Cesaire, was de overstap van creools Frans naar standaard-Frans veel kleiner, zowel psychologisch als in historisch opzicht. Het creoolse Frans is toch immers nog altijd een loot van de Franse stam. Maar tot welke stam behoort het Papiamento?

 De nieuwe status van Curacao binnen het Koninkrijk maakt de zoektocht naar de oorsprong van het Papiamento en de eigen identiteit wederom zeer actueel. In het verleden hebben vooral Nederlandse taalwetenschappers, vaak mensen die het Papiamento nauwelijks machtig waren, zich beziggehouden met de oorsprong van deze taal. De Curacaose elite richtte zich meer op het Spaans, dat immers nauw verwant was aan het Papiaments en ook gezien de geografische ligging van Curacao voor de hand lag. Deze elite had een zeker dedain voor de eigen taal, die door Spaanstaligen dan ook steevast als dialect wordt gezien. Dit leidt overigens tot grote problemen met de Spaanstalige immigranten op de ABC-eilanden die weinig zin hebben een dialect van hun eigen taal te moeten leren. Dit is enigszins vergelijkbaar met Randstedelingen die zich in Maastricht vestigen en weigeren het lokale ‘taaltje’ te spreken.

Tot niet zo lang geleden (jaren ’50) werd het Papiamento denigrerend omschreven als ‘Negerspaans’ en werd het spreken van deze taal op het schoolplein verboden. Vanaf de jaren ’70 toen een nieuwe Passaatwind was gaan waaien, zochten de taalwetenschappers vooral naar overeenkomsten met andere talen dan het Spaans, zoals het Portugees en Westafrikaanse talen.

Zo kwam men ertoe om neen sterke band met Afrikaanse talen te ontdekken, een vondst die – althans in bepaalde kringen in Curacao- werd omarmd. De veronderstelde banden met Afrikaanse talen zijn echter vooral ingegeven door de klanken van het gesproken Papiamento die de Nederlandse taalwetenschappers ‘Afrikaans’ in de oren klonken. De ‘ta’-ta’-ta’-klanken van het Papiamento klinken inderdaad enigszins Afrikaans, althans voor ongeoefende Europese oren, maar dit heeft niets te maken met een Afrikaanse oorsprong. Het woordje ‘ta’ in het Papiamento betekent eenvoudigweg ‘is’, en komt van het Spaanse ‘esta’. Nu het woordje ’ta’ voor alle vervoegingen (ik ben, jij bent, hij is, wij zijn etc.) wordt gebruikt komt in iedere zin wel de ‘ta’-klank voor die in de Europese oren zo ‘Afrikaans’ (en dus in de ogen van velen zogenaamd primitief) overkomt.

 Blijft over de band met het Portugees. Er zijn zeker sterke aanwijzingen voor een Portugese invloed. Nu de woordenschat van het Portugees sterk overeenkomt met het Spaans is het echter moeilijk te onderscheiden welke woorden nu oorspronkelijk Portugees waren of Spaans. ”Zwart” is in het Papiamento ”preto”, net als in het Portugees, in tegenstelling tot het Spaanse ”negro”. ”Tot morgen” is ”(a)te manan” (Pap.), wat meer lijkt op ”Ate amanha” (Port.) dan op ”Hasta manana”(Sp.). ”Kip” is in het Papiamento ”galinha” en in het Portugees hetzelfde in plaats van het Spaanse ”gallina”. ”Hond” is in het Papiamento ”cacho” wat meer lijkt op het Portugese ”cachorro” dan het Spaanse ”perro” (hoewel het Spaans het woordje cachorro wel weer wordt gebruikt voor ‘pup’).

Een veelgehoorde theorie voor de invloed van het Portugees is dat de eerste slavenschepen die uit West-Afrika naar Curacao kwamen vaak een Portugese bemanning hadden, en dat zo een pidgin ontstond tussen de slaven en de bemanningsleden op de slavenschepen. Die theorie verklaart echter niet waarom het Papiamento dan beperkt is gebleven tot de ABC-eilanden en geen wijdere verspreiding heeft gekend.

Een andere theorie die men niet zo vaak hoort, is dat de Portugese invloed is ontstaan na het verlies van het eveneens Nederlandse Noordoost-Brazilie in de 17e eeuw. De onderdanen van deze Nederlandse kolonie onvluchtten massaal dit gebied toen dit gebied in de tweede helft van de 17e eeuw weer door de Portugezen werd heroverd. Vooral de Joden die in groten getale vanwege de relatieve godsdienstvrijheid in de Nederlandse gebieden in de West naar de Nederlands-Braziliaanse kolonie waren gemigreerd kwamen na de val van Refice en masse naar Curacao. Uit vrees voor vervolging door de katholieke Portugezen naar Curacao gevlucht, leverden zij in de daaropvolgende eeuwen een grote bijgrage aan de ontwikkeling van Curacao.

Terwijl ik zo nog nadacht over de basis van het Papiamento las ik een nieuwe historische reisgids (zie website: www.walkitrodos.nl) over het Griekse eiland Rhodos.  Over de Sephardisch-Joodse geschiedenis van het eiland las ik het volgende:  

 ‘In 1492 vaardigden koning Ferdinand en koningin Isabella van Aragon en Castilie (het moderne Spanje) een edict uit met een bevel aan alle Joden om Spanje binnen een paar maanden te verlaten. De meeste sefardische Joden vonden een nieuw onderkomen in het Osmaanse Rijk, Nederland, Zuid-Amerika en Noord-Afrika.’

Een belangrijke bestemming van de Joden was het noordoosten van Brazilie, dat door de Nederlanders op de Portugezen werd veroverd. De reisgids vervolgt met:

 ’Verdreven of niet, de vluchtelingen bleven Spaanstalig en hielden aan die taal vast. Maar omdat het contact met Spanje verloren ging, ontwikkelde de taal zich los van het Spaans en kreeg steeds meer een eigen karakter. Het Spaans werd Judeo-Spaans en op den duur Ladino genoemd en verrijkt met nieuwe leenwoorden(…).’

In de 17e eeuw liepen in de binnenstad van Rhodos en aan de kades van Willemstad Joden die enkele eeuwen tevoren in Zuid-Spanje woonden en dezelfde taal spraken. Duizenden kilometers van elkaar vandaan ontwikkelden zij zich ieder op hun eigen manier, maar bleven vasthouden aan hun tradities. Het Ladino is tegenwoordig, door verschillende factoren die ook in de voormelde historische reisgids nader worden uitgewerkt op sterven na dood. Maar heeft het Ladino zelf zijn sporen nagelaten op Curacao? Kan het zo zijn dat het Papiamento dus niet van de Portugese slavenhandelaars werd overgenomen, maar van de Joden en hun Ladino? Die taal kende immers ook Portugese leenwoorden.

Een kleine taalkundige aanzet tot een bewijs voor de ‘Out of Spain’-theorie vind ik terug in het woordje ”rood” in het Papiamento. Dat luidt in het Papiamento ‘kora‘. Dit woordje is niet terug te vinden in het Spaans (rood is daar immers ‘rojo‘), noch in het Portugees (‘vermelho’). De gangbare uitleg is dat het woordje komt van de rode kleur van ‘koraal’ ofwel van een ‘kraal’ (hetzelfde woord van oorsprong). Hoe het ook zij, het woordje ‘kora’ is typisch iets uit het Papiamento. En wat schetste nu mijn verbazing toen ik het online woordenboek Ladino (Diksionario de Ladinokomunida:  http://lingua2.cc.sophia.ac.jp/diksionario-LK ) erop nasloeg: ‘rood’ is in het Ladino ‘kolorado‘ met een k zoals ook de Curacaose spelling. Het woord betekent natuurlijk eigenlijk gewoon ’gekleurd’. Kan het zijn dat het Ladino-woord voor rood,  ’kolorado’ , in de loop der eeuwen werd verbasterd tot ‘kora’?

En welke spreker van het Papiamento zou moeite hebben met de Ladino-zin ‘Una madre kere a su ijo afilu si es un bandido’ (Ned. vert: een moeder houdt van haar kind zelfs als het een schurk is). Misschien moeten we deze zin wel overdrachtelijk zien: het Ladino is dan al bijna uitgestorven, als onbekende – en wellicht ongewenste want niet Afrikaanse-  moeder van het Papiamento houdt zij nog steeds van haar kind. Maar houdt het kind ook van zijn moeder indien deze van niet-Afrikaanse herkomst is? Voor de bevolking van Afrikaanse afkomst ligt het Joodse erfgoed op Curacao moeilijk omdat de Joden een erg innige band hadden met het Nederlandse gezag en sommige Joden ook slaven hielden. Gelukkig voor het Papiamento kennen talen niet alleen biologische ouders maar ook stiefouders en adoptie-ouders. Zo zijn de kleurlingen in Zuid-Afrika ondanks discriminatie onder zowel blanken als onder de zwarte meerderheidsregering van tegenwoordig steeds Afrikaanstalig gebleven. Taal en muziek kijken niet naar huidskleur of afkomst.

Is er dan een plaatsje voor het Ladino in de ontwikkeling van het Papiamento? Doet dit af aan de Afrikaanse wortels? Natuurlijk niet. Als een leguaan zijn oude huid afschudt blijft hij dezelfde leguaan. In ieder geval is de ‘Out-of-Spain’-theorie de moeite van het onderzoeken waard. En met enige fantasie ziet iedereen toch wellicht de overeenkomsten tussen de Curacaose muziek van bijvoorbeeld Izaline Calister (zie http://www.youtube.com/watch?v=_ukjQ8AGbqE&feature=related en de sefardische muziek, zoals het liedje Hija Mija van (de overigens Marokkaanse) Amina Alaoui, toepasselijk genoeg over een moeder die haar dochter beweent omdat zij de zee heeft verkozen, zie http://www.youtube.com/watch?v=XAPzqAAvcTc&feature=related. De beweende dochter van eeuwen terug is inmiddels veilig aangekomen op haar eigen eiland en bezingt dit met een kalme trots die alleen kan voortkomen uit een woelig verleden. Vooruitkijkend naar de toekomst.

 

Voor verdere lezing: 

Enkele internetbronnen over de Sefardische Joden:

Rhodos:

Walkitrodos reisgids   www.walkitrodos.nl

Sefardische Joden op Rhodos in het algemeen  http://www.jewishrhodes.org/

Het boek ‘Rozeneiland’, geschreven door Sanne Terlouw, zie

http://www.bol.com/nl/p/nederlandse-boeken/het-rozeneiland/1001004005524954/index.html

 Voor de Sefardisch-Joodse geschiedenis op Curacao:

 http://www.jewishvirtuallibrary.org/jsource/vjw/Curacao.html

http://www.snoa.com/

Voor de Joodse geschiedenis in het Caribisch gebied in het algemeen raad ik voorts aan het uitstekende blog:

http://melbourneblogger.blogspot.com/2010/06/caribbean-jewish-communities.html

Stop de hibernalisering!

tsuname 

Wintertijd is aangebroken. De koude dagen breken aan, de tijd van sneeuw, mist en ijs daalt weer neer over ons land. Ons gematigde klimaat, veroorzaakt door de Golfstroom probeert al eeuwenlang de mens in deze vlakke delta enigszins te troosten tegen de treurnis die van oktober tot eind maart als een deken over het land hangt. Binnenkort zullen we weer een tekort aan strooizout hebben, en onze stoepjes moeten schoonvegen.

Ook de mensen worden langzaam echte winterdieren. De Beren gaan op winterslaap, wij rijden in files op weg naar het werk in het donker.  Als we ‘s avonds als we in het donker thuiskomen wacht een avond onder de lamp en de televisie aan tot de volgende ochtend hetzelfde patroon zich herhaalt. Dit is een patroon van menselijke slaap, in het Latijn en in de biologie hibernalisering genaamd.

De politici die ons land door de crisis gaan bezuinigen strijden tegen dit proces van hibernalisering. De hibernalisering is namelijk niet goed voor de mens, we worden we somber van als het zo lang donker is. De linkse kerk heeft baat bij de ongelukkige mens en probeert zoveel mogelijk deze winterslaap in stand te houden. De wintertijd is een speeltje van de grachtengordel, en van het bureaucratische Europa en de rest van de wereld. De PVV wil er daarom vanaf, weg met die wintertijd. Sporten moeten we. En dat moet in het licht. We hebben immers toch niks te verbergen? Nou dan.

Eigenlijk is de tijd zelf, en het hele stelsel van tijdzones en klokken een groot verzinsel van de linkse kerk. De Koran verbiedt de zomertijd. Moslims willen niets liever dan de wintertijd in stand houden, en als zij dat ontkennen komt dat omdat ze liegen. Dat heeft takiya. Moslims overal ter wereld hebben het namelijk al zwaar genoeg met vijf keer per dag bidden en die willen een beetje langer licht hebben ‘s avonds. Kijk maar naar de Ka’aba in Mekka, die staat hele avonden in de floodlights en dat is bovendien niet duurzaam.

Het voorbereiden van terroristische aanslagen is prettiger als het wat langer donker is in de vroege ochtend als Henk en Ingrid nog liggen te slapen. We moeten alle internationale Tijdverdragen opzeggen, en uit de EU. Net als tijdens de Franse revolutie krijgen we weer decaden en een nieuwe jaartelling die in 2010 begint, het jaar waarin de Grote Leider van het Langere Licht aan het roer kwam. We leven dus nu in het jaar 1 Nationale Nederlandse Tijd (NNT)!

We krijgen een sterker Nederland, met 16 miljoen zielen staan we sterk.  Wat moeten we ook we met die andere 6 miljard idioten op deze planeet: moslims, om geld zeurende negers en allerlei ander vreemd volk,laat ze maar stikken met hun wintertijd! Nee, neem dant de Westoever van de Jordaan, dat is ook een mooi gebied voor een eigen tijdzone. Net als vroeger in de dagen van Piet Heyn zullen we onszelf wel redden. Nederland als lichtend voorbeeld in de wereld! Net als Noord Korea, dat een beter rechtsstelsel heeft dan Nederland, sluiten we de grenzen en maken we onze eigen legenden. De leider van de PVV als de Zoon van de Zonnehemel, de Grote Leider van het Langere Licht.

Als missionarissen gaan de kinderen van het Langere Licht de wereld in, in strijd tegen de Duisternis van de Islam en de portverterende aan subsidie verslaafde Bond voor het Behoud van de Winterslaap. De Animal Cops gaan de Beren wekken uit hun winterslaap. Het kabinet Rutte komt binnenkort met een Commissie die gaat onderzoeken of de Golfstroom wel bestaat, het schijnt dat dat een links fabeltje is. Stop de hibernalisering, voordat het te laat is!

Verbied de Tijdzones! Verbied alles wat ruikt naar internationale samenwerking…weg met het Residentie Orkest, allemaal slaperige muziek voor linkse intellectuelen met witte boekenkasten en Italiaanse kookcursussen, we willen Anton aus Tirol en Hey Baby.. oeh ah, I wanna knoow…Ja sterker nog, Hey Baby moet ons volkslied worden! De Cherso-look wordt standaard. Geen winterslaap maar lekker losgaan! Wij houden het hier wel droog op onze terp! Chersoooo….

Het Universum voor Kannibalen, Mohammed en andere Mijnwerkers

alma

ALMA (bron: www.eso.org)

Chili. Misschien wel het meest geisoleerde land ter wereld. Duizenden kilometers lang en omringd door een eindeloze oceaan in het westen en een schier eindeloos hooggebergte in het oosten. In het uiterste zuiden is het klimaat antarctisch, in het uiterste noorden bevindt zich de droogste woestijn ter wereld, de Atacama-woestijn.

De mijnwerkers die na twee maanden in de mijn in het noorden van het land zijn gered, zijn nationale helden geworden. De bevrijding van de mijnwerkers is gepaard gegaan met welhaast religieuze extase in het zuidamerikaanse land. De Bijbelse woestijnvaders zijn er niks bij.  

 De extreme geografie van Chili heeft al in het verleden tot bijzondere daden aanleiding gegeven. Een zoveelste wonder is geschied, maar nu waren de helden ook eindelijk eens Chilenen en geen buitenstaanders. Het spectaculaire overlevingsverhaal van het rugbyteam dat in 1972 neerstorte in de Chileense Andes, en dat de geschiedenis inging als het wonder van de Andes (El Milagro de los Andes) betrof immers hoodzakelijk Uruguayanen. Dit opmerkelijke verhaal kostte echter ook vele doden en was controversieel door het cannibalisme waartoe de overlevenden noodgedwongen overgingen, zoals we hebben kunnen zien in de film Alive uit 1993.

De Chileense geschiedenis staat bol van spectaculaire verhalen. Al in 1520 bereikte de Portugese zeevaarder Ferdinand Magellaan in Spaanse dienst als eerste Europeaan het huidige Chileense grondgebied na een wekenlangde zoektocht naar een passage naar de Stille Oceaan via Vuurland. Ook deze tocht verliep dramatisch.  Door de vele stormen en na het uitbreken van muiternij was het een wonder dat Magellaan de tocht uberhaupt overleefde.

In 1819 was de Chileense oceaan een decor van een andere ramp. Een walvisvaarder kwam in aanvaring met het schip de Essex. De bemanning had geen andere mogelijkheid dan om in houten kisten voort te dobberen en na drie maanden keerden enkelen pas terug. Ook hier was waarschijnlijk kannibalisme in het spel. Dit vreemde voorval heeft de beroemde schrijver Herman Melville geinspireerd voor zijn boek Moby Dick. Dat deze moderne versie van Jonas in de Walvis religieuze tinten heeft valt moeilijk te ontkennen. Zie ook de link: http://www.independent.co.uk/arts-entertainment/books/reviews/reallife-tale-of-survival-that-inspired-moby-dick-625565.html

Gelukkig kwamen de mijnwerkers in Chili er vanaf zonder het bezigen van kannibalistische praktijken. Ze werden netjes door het Rad van Fortuin uit de mijn getrokken. Het verhaal zal waarschijnlijk al over een paar jaar worden verfilmd. Het beeld van de verbanning in de woestijn en het verblijf in de buik van moeder aarde zelf is te mooi om niets mee te doen. Het Wonder van de Woestijn is wellicht een mooie titel.

Woestijnen en oceanen hebben veel met elkaar gemeen. Tussen de sterrenhemel en de golven of duinen is de mens alleen met zijn gedachten. Dit maakt de menselijke geest rijp voor openbaringen.  En ook de grot is een belangrijke metafoor voor het menselijk streven om de wereld waarin hij leeft te kunnen bevatten. Men hoeft maar de denken aan de Grot-allegorie van Plato, en ook Johannes van de Apocalyps bevond zich in een grot. De afzondering is essentieel voor hoger inzicht. De meeste profeten onder welke Jezus en Mohammed verbleven dan ook in de woestijn. Jezus trok zich terug in de woestijn maar was tegelijkertijd een zeeman, en ook in de Koran wordt veelvuldig de metafoor van oceanen en schepen in woeste baren gebezigd.

In ruwweg dezelfde regio als waarin zich de Chileens mijnwerkers bevonden vindt echter nog een ander wonder plaats. Midden in de woestijn en hoog in de bergen. Een voortdurend wonder dat minder dramatisch is maar toch even spectaculair: het beroemde Alma-project. Dit gigantische astronomische project beoogt de gehele sterrenhemel, althans voorzover deze binnen menselijk bereik is te ontsluiten.  Zie http://www.eso.org/sci/facilities/alma/.

De medewerkers van het Alma-project mogen vanwege de hoge ligging slechts enkele uren achtereen aan het project werken, en moeten tijdig afdalen naar lagere hoogten. Het was Mozes ook niet vergund om lang op de Sinai te verblijven, want die is exclusief domein van God. Niet toevallig betekent Alma tevens ‘ziel’, en dit woord geeft heel toepasselijk al aan dat het hoogtepunt van wetenschappelijk onderzoek direct overgaat in filosofie en raakt aan het wezen van de mens. Hoe bijzonder de redding van de mijnwerkers ook is, de echte openbaringen van de moderne tijd vinden plaats iets verderop in dezelfde Atacama-woestijn.

De droom van de Keizer

faustin

Afbeelding: Keizer Faustin Soulouque  van Haiti , die na van de troon te zijn verstoten gedurende langere tijd op Curacao verbleef. (bron: wikipedia)

De aardbeving in Haiti. Inmiddels zijn vele maanden verstreken sinds deze ramp zich voltrok in het Caribische land. Nederland heeft gul gegeven, maar tegelijkertijd is het gevreesde en verwachte effect ingetreden: de gelden die zijn toegekend zijn niet op de goede plek terecht gekomen. De meeste slachtoffers van de ramp leven nog altijd in primitieve opvangcentra waar de leefomstandigheden bar slecht zijn. Dit leidt weer tot gewelduitbarstingen en de toename van ziekten als cholera. Door het gebrek aan capaciteit in het land worden onvoldoende herstelwerkzaamheden verricht.

Haiti is het schoolvoorbeeld van een ‘failed state’. Op de ‘failed state index’ van 2010 staat Haiti op nummer 11.  Opvallend is dat het andere land dat dit jaar door een grote ramp werd getroffen, Pakistan, op nummer 10 van diezelfde index staat. Dit roept de aloude vraag op van de kip en het ei: zijn de kwetsbare natuurlijke omstandigheden factoren die bijdragen tot het falen van de staat of is het andersom? Ik persoonlijk neig naar het laatste.

Hoewel immers zuidelijke landen in het algemeen vaker worden getroffen door natuurrampen door de aanwezigheid van een risicovolle of fragiele natuurlijke gesteldheid (vulkanisme, aanwezigheid plaattektoniek, tropisch regenwoud etc.), spelen menselijke factoren een grote rol in het verergeren van de situatie indien zo’n ramp zich voordoet. De aanpak van de schade na orkaan Katrina in New Orleans mag dan veel terechte kritiek hebben opgeroepen in de internationale pers, het valt in het niet bij de aanpak van de recente crises in Haiti en Pakistan.

Zowel in Haiti als in de getroffen regio in Pakistan – voornamelijk de Swatvallei-kenmerken zich door een enorme ontbossing. Wie in een vliegtuig boven Hispaniola vliegt (het eiland dat gedeeld wordt door de Dominicaanse Republiek en Haiti) kan met het blote oog de grens tussen de twee staten ontwaren omdat het Haitiaanse deel geheel is gekapt en daardoor oogt als een soort tropisch Schotland naast een welig begroeide Dominicaanse Republiek.

En we weten allemaal dat ontbossing grote gevolgen voor het microklimaat heeft; erosie treedt op en daarmee het risico van aandverschuivingen. De ontbossing op zijn beurt heeft vaak weer te maken met overbevolking en roofbouw. Zowel in Haiti als in Pakistan groeit de bevolking als kool en is de verstedelijkingsgraad in korte tijd enorm toegenomen. De huizen zijn niet goed gebouwd. Gecombineerd met slechte regulering en handhaving van wetgeving leidt dit onherroepelijk van tijd tot tijd tot een catastrofe.

Niet toevallig vinden we in de top tien van de failed states Somalie (nummer 1) en Soedan  (nummer 3) terug. In beide landen vinden zowel religieuze conflicten plaats als economische spanningen omtrent grondgebruik. In Soedan heeft dit tot zowel Darfur als de oorlog met het christelijke en animistische zuiden geleid. In Somalie woedt al bijna 20 jaar een bloedige oorlog. In beide landen bevinden zich afscheidingsbewegingen.

Voor degenen die ieder conflict op de wereld dezer dagen zonder kritische blik menen te kunnen herleiden tot de ”botsing der beschavingen” bieden de genoemde conflicten niet altijd een pasklaar model: immers, de strijd tussen de verschillende clans, stammen of volkeren vindt plaats tussen moslims onderling, maar deze zijn evengoed erfvijanden. In Haiti en Pakistan is er een minder duidelijk conflict tussen bevolkingsgroepen, hoewel ook hier de verschillen tussen de ‘haves’ en de ‘have-nots’ de basis van voortdurende spanningen zorgen.

In vroeger tijden was de hoorn van Afrika inclusief Soedan al een haard van etnische en religieuze spanningen tussen christenen en moslims. De botsing der beschavingen is al zo oud als het bestaan van die beschavingen zelf.  Het recht van de sterkste gold simpelweg, en niemand die zich daarover zorgen maakte. De mens maakt de andere mens nu eenmaal graag een kopje kleiner mits de omstandigheden daartoe gunstig zijn en het doden van die anderen binnen de groep of clan  waartoe de doders behoren voldoende in sociaal opzicht wordt beloond. Wat echter nieuw is aan de genoemde conflicten, is het feit dat deze door de opkomst van moderne media zichtbaar zijn voor de rest van de wereld en andere landen er ook directe invloed van ondergaan.

Het ware conflict in deze streken is dan ook niet a priori zuiver religieus van aard maar betreft de strijd om de schaarse middelen als grond, water enzovoorts. Het is het aloude Homo homini lupus. Maar als de boel daar niet wordt opgelost, heeft dit directe impact op onze streken.

Wat de ‘failed states’ het liefst zouden willen is de westerse rijkdom. Als zij deze niet verkrijgen, zullen de inwoners van deze landen blijven emigeren naar betere oorden. Strengere immigratiewetgeving in de rijke landen is slechts een lapmiddel, een achterhoedegevecht, aangezien de  geharde ‘have-nots’ allles hebben te winnen en de door welvaart week geworden ‘haves’ alleen maar kunnen verliezen wat zij nu hebben.

De droom van de ‘have-nots’ wordt nergens fraaier geillustreerd dan door het lot van de Kroon van Keizer Faustin Soulouque van Haiti. Deze 19e eeuwse ‘Keizer’ van Haiti imiteerde in alle opzichten de contemporaine Keizer Napoleon III van Frankrijk en liet een met diamanten ingelegde Keizerskroon vervaardigen. Hij droomde van een machtig Haiti dat kon rivaliseren met de Europese grootmachten in die tijd. Zijn droom kwam nooit uit. Zijn kostbare kroon lag tot 2007 in het Pantheon van Haiti, maar is sindsdien verdwenen. Al eerder waren de diamanten uit de kroon gestolen. Niemand weet waar de Kroon zich thans bevindt. Wellicht is met het verdwijnen van de Kroon ook de droom van een machtig eigen land voorgoed vervlogen. Niet eens de kleren van de Keizer zijn nog over.

Aan het einde van de 19e eeuw groeide de belangstelling van een andere Keizer voor Haiti, ditmaal de Duitse Keizer Wilhelm II. De Duits-Haitiaanse minderheid op Haiti had hier wel oren naar. Het waren de hoogtijdagen van de klassieke Haitiaanse muziek zoals die van de Duits-Haitiaanse Werner Jaegerhuber, die samen met vele anderen de Europese klassieke muziek trachtte te verenigen met Afro-Caribische klanken, zie  http://www.youtube.com/watch?v=qYTADYwPsEU . Soortgelijke stromingen waren ook in andere delen van het Caribisch gebied te zien, zoals door de Arubaanse familie Lampe, fraai beschreven door Jan Brokken in Hoe zeven Antillianen knielden voor het hart van Chopin.  Zie http://www.youtube.com/watch?v=2uRqVhRB6rc&feature=related

Maar goed, als ware ik een jazzmuzikant wijk ik weleens af van mijn thema maar kom er toch altijd via een omweg op terug en dat was: de Droom. In veel dictatoriaal geregeerde islamitische landen rest voor de ‘have-nots’ nog de droom van de religieuze heilstaat. Ook die droom bestaat al eeuwen en wordt permanent gevoed door degenen die daarbij baat hebben en zullen blijven houden. Ook die droom is nog nooit waargemaakt en zal ook niet in vervulling gaan, althans op eigen bodem. Resteert voor sommigen nog het projecteren van die droom op de rijke landen die tot nu toe worden gevrijwaard van al die natuurrampen. Die zoete droom kan weleens een nachtmerrie blijken te zijn voor het westen. Hoe het ook zij, het ontwaken zal nog  lang duren en tot die tijd zullen vele jonge mannen die thans zijn getroffen door de overstroming ambachtelijk worden getraind in het kopje kleiner maken van de rijke westerlingen. Totdat zij net als Keizer Faustin de kroon op hun eigen hoofd zullen dragen. Maar zodra de islamitische heilstaat is ingevoerd blijkt ook deze niets anders te zijn dan een nieuwe vorm van dictatuur van patriarchale mannetjes met vieze snorren en baarden. Zoals iedere kritische volger heeft kunnen constateren in Iran biedt het Grote Gelijk geen ruimte voor andersdenkenden.

Dus mensheid, van de mullahs tot de mossad…dream on baby. De Droom is er allang vandoor, zat altijd dienstbaar te moeten zijn aan de humorloze dromers van het Grote Gelijk. Hij viert feest tot in de late uurtjes en zingt: http://www.youtube.com/watch?v=549WQGBjMuY&feature=related

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen:

http://www.haitiinnovation.org/en/2010/10/08/refugees-international-haiti-still-trapped-emergency

http://www.lenouvelliste.com/article.php?PubID=1&ArticleID=39824&PubDate=2007-01-31

 

 

De slotakte van een nationale mythe

Het proces tegen Geert Wilders begint onderhand tot een klucht te verworden, zo het dat al niet van meet af aan was. De enige jurist in dit hele spektakel schijnt de raadsman van Wilders te zijn. De andere acteurs van deze schooltoneelvoorstelling komen er nog minder goed vanaf. De rechter lijkt op een barman uit de Amsterdamse homo-scene, de benadeelde partijen zijn charlatans van Allah met quasi-archaisch woordgebruik danwel vieze zwervers met loze praatjes.

De slotakte zal nog lang op zich moeten laten wachten, zeker nu het proces weer opnieuw zal gaan beginnen. De filmrechten over het leven van Wilders zijn inmiddels verkocht. Wellicht dat dit proces dan ook een prominente rol gaat spelen in die film. Een film heeft, hoe je het ook wendt of keert, altijd een uitvergrotend effect omdat de nodige structuur van een relaas van maximaal anderhalf uur de regisseur dwingt tot keuzes. En juist die structuur ontbreekt in de kwestie Wilders, althans van dichtbij bekeken. We zitten immers allemaal zo dicht op deze kwestie dat het voor ons moeilijk is om een structuur te ontwaren in deze hele gang van zaken. Om het maar eens in moderne termen te vatten, valt het de burger zwaar een en ander te ”duiden”.

 De enige persoon die zeker weet waar hij staat lijkt Wilders zelf te zijn. Net zoals de islamo-fascisten die hij bestrijdt. En daarmee heeft hij een voorsprong op allen die om hem heen zwermen, zowel de critici als de voorstanders. Links en rechts Nederland, wie deze mensen ook mogen zijn, buitelen over elkaar heen omtrent Wilders, maar in wezen worstelen zij slechts met hun eigen interpretatie van wat hier gaande is. Het gaat allang niet meer om de persoon Wilders maar het verschijnsel. De context is echter zoek.

Het links-rechts paradigma gaat steeds minder op, de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog dringt zich al te gemakkelijk op en leidt zo tot een schijnbaar zeker moreel referentiekader voor goed en kwaad. Maar ook dat referentiekader is aan slijtage onderhevig nu steeds meer onderzoek wordt gedaan naar het werkelijke gedrag van de Nederlandse bevolking tijdens die oorlog. De meeste Nederlanders zorgden e gewoon voor dat ze overleefden. Terecht. Een klein groepje pleegde actief verzet. En een klein groepje collaboreerde. Onderzoeken waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de Rotterdamse scheepsbouw flink heeft geprofiteerd van de Duitse bezetter die oorlogsschepen nodig had, of onderzoeken waaruit is gebleken dat de Duitse krijgsgevangenen door de Nederlanders werden ingezet om mijnen te ruimen.

De Tweede Wereldoorlog die deze mensen als referentiekader dient, betreft dan ook niet de werkelijke oorlog in al zijn gruwelijke facetten, maar berust op een mythe over die oorlog die in de jaren ’70 is ontstaan. De mythe van het Meisje met het Rode Haar, Anne Frank en Oorlogswinter. Het is een mythe die in grote mate heeft bijgedragen aan het beeld dat wij van ons eigen Nederland hebben. Zo zijn er nog andere mythen in het collectieve bewustzijn van de Nederlanders. Die van het tolerante Nederland bijvoorbeeld, dat inmiddels had geleerd van het koloniale verleden en zich daar een beetje voor schaamde. Apartheid was het enige ”Nederlandse” woord dat internationaal bekend was.

Als het verleden een moreel referentiekader kan bieden, lijkt de Spaanse burgeroorlog heel wat geschikter dan de Tweede Wereldoorlog. Dat was een echte oorlog tussen burgers, en nog altijd zijn de wonden van die strijd niet geheeld. Juist ook omdat die oorlog niet rationeel was, maar emotioneel beladen en zorgde voor scheuringen binnen steden, dorpen en families. Het Grote Gelijk van de eigen ideologie stond boven de persoonlijke betrekkingen en verscheurde een hele natie, totdat een dictatuur de rust bracht, net als in huidige tijd waarin de verschillende dictaturen in het Midden-Oosten de kurk op de Molotov-cocktail van de explosieve bevolking houden.

Het gebrek aan context, en daarmee de verwarring en de irritatie die dit proces veroorzaken, zowel bij de rechterlijke macht als bij de televisie-kijkende burger, heeft alles te maken met het vervagen van deze nationale mythen die ons zo lang houvast hebben geboden in vroeger tijden. Het is niet meer zoals het was, we weten nog niet hoe het wordt. Tegelijkertijd ontstaan middenin deze verwarring nieuwe mythen, sagen en legenden waarmee we wellicht weer enkele decennia mee vooruit zullen kunnen. Aan de toekomst te bepalen welke mythe de overlevering zal ingaan. De mythe van de islamisering, of de mythe van de angst voor de islamisering? De mythe van de vrije samenleving of de mythe van het verdwijnen daarvan? De tijd en vooral de demografische ontwikkeling van ons land - een factor die immer doorslaggevend is geweest en het ook altijd zal blijven- zal het leren.

En de heersende opinie van de toekomst zal ons gaan dicteren wie goed en kwaad was anno 2010. Voor grijstinten zal geen plaats zijn, althans totdat de angel uit het toekomstige paradigma van goed en kwaad zal zijn verdwenen. En dan zullen sommige dapperde en onafhankelijke wetenschappers oordelen dat er ook in 2010 vele grijstinten waren, en de mensen niet per definitie goed of kwaad waren, maar vooral in de war.

Maar tot die tijd kunnen we met een gerust hart ons op micro-niveau bezighouden met het schooltoneel van de Amsterdamse rechtbank. Jammer alleen dat ze in de toekomst zullen constateren dat het niveau van de vroeg 21e-eeuwse acteurs zo bedroevend laag was. Ach, folklore heeft altijd iets amateuristisch. Mythes hebben dat niet, dus laten we hopen dat de film over Wilders wel knap wordt gemaakt. Gelukkig zijn de filmrechten gekocht door de BBC en de Britten zijn gelukkig heel wat betere acteurs dan de Hollanders. En het is toch fijn om Wilders echt eens goed Engels te horen spreken?  

 

 

De polyculturele samenleving

De multiculturele samenleving staat onder vuur. De botsing der beschavingen is gaande binnen ons eigen land. Althans zo wil men ons doen geloven. Tegelijkertijd worstelt Nederland met zijn eigen identiteit, waarbij de gevreesde islamisering als katalysator werkt.

 Moeten we somber zijn over de culturele metamorfose die sinds enkele jaren gaande is? Dat hangt af van het perspectief. Oud-hollandse waarden als consensus, overleg en het accepteren van andersdenkenden krijgen staan niet echt ter discussie bij de meeste Nederlanders. Tegelijkertijd is er terechte ergernis ontstaan over de uitwassen van de taboes van de vorige generatie politici en bestuurders, die het immigratievraagstuk hebben laten liggen.

Een denkfout die wordt gemaakt is echter dat de Nederlandse identiteit zelf in het gedrang is. Van culturele assimilatie van de Nederlanders is geenszins sprake. De vrees voor islamisering zorgt zelfs voor een steeds sterker geprononceerde eigen identiteit. Daar de Nederlandse identiteit in het verleden voor een groot deel op een beeld van de eigen tolerantie berustte, krijgt die identiteit nu een andere vorm die is aangepast aan de normen van de moderne tijd.

De immigranten in Nederland passen zich in het algemeen goed aan aan de Nederlandse samenleving. Zij zien geen tegenstelling tussen hun oospronkelijke identiteit en hun relatief nieuwe Nederlandse identiteit. De perceptie dat immigrantien de taal niet goed zouden spreken is overigens ook in de meeste gevallen onjuist.

Zo is het ware conflict wellicht dat de immigranten een dubbele identiteit hebben aangenomen, een acquisitie van Nederlandse normen en waarden. Het verschil tussen de oorspronkelijke Nederlanders en de immiganten is dan vooral dat de oorspronkelijke Nederlanders hun eigen normen en waarden voorheen als vanzelfsprekend zagen, terwijl de immigranten zich deze waarden min of meer door door de situatie gedwongen eigen hebben gemaakt. En in dat proces zijn immigranten bepaalde elementen van de gepercipieerde Nederlandse identiteit zoals deze zich in de afgelopen decennia hebben gemanifesteerd als constante waarden van de Nederlandse cultuur gaan beschouwen. Vrijheid van meningsuiting, emancipatie, iedereen zijn zegje doen: de immigranten hebben deze elementen overgenomen van de Nederlanders in de afgelopen decennia.

 De Nederlandse cultuur is daarmee in een nieuwe fase gekomen die enigszins is te vergelijken met de positie die de Nederlandse cultuur in Nederlands-Indie en de gebieden in de West had: een Leitkultur, iets waarnaar allen streven, maar ieder op zijn eigen manier. Immigranten accepteren die Leitkultur zolang deze letterlijk leidinggevend is. Net zoals het Nederlands de onderlinge communicatietaal is gebleven in Suriname, en het Engels in India, of het Frans in grote delen van Afrika, vindt eenzelfde proces thans plaats in eigen land. Er ontstaat een cultureel ecclecticisme, dat niet moet worden gezien als een multiculturele samenleving, maar ook zeker niet als de melting pot. Er wordt immers niets gemengd. Iedere groep heeft zijn eigen set waarden die worden afgezet tegen de waarden van andere groepen, met de Nederlandse cultuur als Leitkultur. Noem het de Surinamisering van Nederland. De Nederlandse identiteit is niet in gevaar indien de Nederlandse cultuur de overkoepelende Leitkultur blijft.

Wel zullen net als vele andere landen een polycultureel land worden, waarin verschillende groepen die weinig met elkaar gemeen hebben moeten samenleven. Het is het land waarin we inmiddels allang leven, al woedt er nog een achterhoedegevecht om de ”oude” cultuur te bewaren, die allang niet meer bestaat. De discussies over islamisering en dubbele paspoorten raken de kern van deze situatie niet. Het is net als de Oostvaardersplassen: je kunt niet kunstmatig een situatie scheppen die allang niet meer bestaat.

Het Nederland van 2010 is totaal anders dan het Nederland van 1990. Goed of slecht doet er niet meer toe: het is een feit waarmee de oudere generaties moeten leren leven: de jongere generaties zijn er allang aan gewend. Het enige wat de politiek nog kan doen is het stimuleren van de overkoepelende Nederlandse Leitkultur. En daarin is Nederland altijd slecht geweest omdat de Nederlandse identiteit werd geassocieerd met ”spruitjesgeur” en ”provincialisme”. Als Nederland er niet in zal slagen om die Leitkultur op een andere meer zinvolle manier in te vullen, zullen immigranten hun eigen interpretatie geven aan wat die Leitkultur is of moet zijn. De politiek van Wilders werkt alleen averechts en zal het ontstaan van tegenstellingen in de komende jaren alleen maar versnellen todat iedere immigrantengroepering droog op zijn eigen terp zit, goed afgescheiden van de rest. En dan geldt inderdaad het recht van de sterkste en niet de dialoog zoals vaak wordt gedacht. Gingen de Amerikanen met de Indianen in dialoog, of de Australiers met de aboriginals? Met een grote groep islamitische immigranten -die van alle immigrantengroepen ook het meest assertief zijn – zal Nederland dan inderdaad islamiseren, totdat een nieuwe Leitkultur is ontstaan met islamitische elementen daarin opgenomen.

Welk scenario we ook volgen, we zullen leven in een polyculturele samenleving waar een vrij grote minderheid inderdaad met heimwee zal terugdenken aan 1990.  Andere groepen, de huidige immigranten zullen perfect Nederlands spreken en uitstekend op de hoogte zijn van de Nederlandse cultuur: niet valt uit te sluiten dat juist zij de maatschappelijke boventoon zullen voeren. De status van de Nederlandse cultuur zal zelfs toenemen en met het vroegere multiculturalisme is het dan definitief gedaan. Het conservatisme zal juist alleen nog maar toenemen: iedere groep trekt zich terug in zichzelf en waant zich het zout der aarde binnen de overkoepelende Nederlandse kosmos.  

Deze nieuwe polyculturele, multi-etnische Nederlanders zullen met een goed verhuld dedain een zeker medelijden kunnen opbrengen met die vrij grote ”ouderwetse’ minderheid, maar naar verloop van tijd zelfs bewondering hebben voor de ”oude” Nederlandse normen en waarden, zoals zowel de Franken als de Byzantijnen opkeken naar de Romeinen, en beide groepen zichzelf als opvolgers van de Romeinen zagen. De samenleving zelf is dan net als bij de Byzantijnen en de Franken in hun tijd allang een nieuwe fase ingegaan.

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan