Benelux: leef je nog? Jazeker. Ondanks de huidige obsessie binnen de Nederlandse politiek voor een binnenlandse aanpak van problemen als immigratie die slechts door samenwerking met het buitenland bereikt kunnen worden, heeft het vorige kabinet in 2008 samen met Belgie en Luxemburg in alle stilte een nieuw Benelux verdrag gesloten ter vervanging van de ”oude” Benelux.
Het is de bedoeling dat dit nieuwe Benelux verdrag verder gaat op punten waarover binnen EU verband nog geen verregaande samenwerking is bereikt zoals op het gebied van binnen- en buitenlandse zaken alsmede op het gebied van economische samenwerking.
Het is de bedoeling dat de nieuwe Benelux dit jaar nog in werking treedt. In het huidige bangige politieke klimaat dient echter gevreesd te worden dat voorlopig weinig terecht zal komen van de verdergaande samenwerking die op papier wordt beloofd. Immers, Belgie dreigt uiteen te vallen en Nederland is niet in staat binnen afzienbare tijd een duurzame coalitie te vormen, laat staan om over de grenzen heen te kijken naar mogelijkheden. Als echte boekhouders zoeken de Nederlandse politici naar methoden om vooral de burger af te knijpen in plaats van het zoeken naar methoden om economische groei en broodnodige flexibiliteit te bewerkstelligen.
Dit alles terwijl de nieuwe Benelux ongekende mogelijkheden zou bieden, althans in theorie. Want de stroperige werkelijkheid binnen de Beneluxlanden is weerbarstig. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de concurrentie tussen Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. Deze drie grote havensteden zijn al sinds de 16e eeuw grote concurrenten van elkaar op de wereldmarkt. Uiteraard heeft deze concurrentie tussen deze havens ook positieve effecten gehad, en in het verleden heeft die onderlinge competitie grote vruchten afgeworpen. Ook de politiek heeft zich ermee bemoeid. Zeeuws-Vlaanderen werd zelfs veroverd op Vlaanderen om Antwerpen te beknotten. Inmiddels is die situatie verbeterd door een verdrag met Belgie over de Westerschelde. Maar dat de gemoederen in Belgie nog steeds hoog kunnen oplopen over deze kwestie bleek nog in 2009.
Rotterdam en Antwerpen zijn anno 2010 respectievelijk de eerste en de derde haven van Europa (Hamburg staat op nummer 2). Hoewel Rotterdam al is overschaduwd door Singapore, is Rotterdam nog altijd een ”mainport” op wereldniveau.
Het huidige beleid van de Rotterdamse haven is nog altijd om de concurrentie met Antwerpen scherp te spelen. Zou hier geen mogelijkheid juist tot samenwerking liggen? Immers, de beide havens liggen op slechts 100 kilometer van elkaar verwijderd, en gezamenlijk wordt vrijwel het gehele Noordwesten van Europa bediend door middel van de strategische posities aan de belangrijkste Westeuropese waterwegen als de Maas, de Rijn en de Schelde.
Tot heden ten dage is er echter weinig animo om samen te werken met de Belgen. Vaak wordt gewezen op de culturele verschillen en andere wijze van zakendoen in het zuiden, alsmede de specifieke gevoeligheden tussen beide landen.
Een kleine vergelijking met de regio Sjanghai biedt wellicht het juiste perspectief om de beperkte economische en politieke geesten binnen de Benelux wakker te schudden. Deze metropolitaine regio met meer inwoners dan de gehele Benelux bij elkaar, strekt zich uit over een veel groter gebied dan de regio Rotterdam-Zeeland-Antwerpen. De afstand tussen de stad Hangzhou in het zuiden van de regio Sjanghai tot het centrum van Sjanghai bedraag bijvoorbeeld al 180 kilometer. Vanaf het Noorden aan de Yangste-rivier tot Sjanghai centrum is het zeker ook nog 100 kilometer. Alleen de stad Hangzhou al kent op zich al 6,4 miljoen inwoners.
Het verschil in dialecten tussen de inwoners in de regio verschillen erg van elkaar, en vaak kunnen mensen uit de regio’s in China elkaar niet eens verstaan, ware het niet dat zij in zulke gevallen via het Mandarijn communiceren. De Rotterdammmers en Antwerpenaren kunnen elkaar daarentegen zonder al teveel inspanning prima verstaan. En de mentaliteit van Rotterdammers en Antwerpenaren verschilt niet zoveel en wordt gekenmerkt door nuchterheid en hard werken zonder zeuren. In zekere zin past de Rotterdammer beter bij de Antwerpenaar dan de Amsterdammer, die het liefst over alles klaagt en die nog altijd denkt dat Amsterdam het centrum van de wereld is. Zo onstond in de afgelopen jaren tot de crisis met veel bombarie en sjiek geborrel de Amsterdamse Zuidas met daarin de hoofdzetel van bijvoorbeeld staatsbank ABN AMRO, maar uiteindelijk verrees in Rotterdam zonder al teveel poespas of tamtam een echt internationaal profiel langs de oevers van de Maas met de Maastoren als hoogste gebouw van de Benelux.
Tezamen vormen Rotterdam en Antwerpen de grootste haven ter wereld, zelfs groter dan Singapore. Het is maar een voorbeeld van een punt waarop binnen de nieuwe vorm van de Benelux mogelijkheden kunnen worden geschapen. Maar ik vrees dat het niet gebeurt en het nieuwe Nederlandse kabinet vooral binnen de Haagse stolp en op licht hautaine wijze – zoals bij ons betweterige noorderlingen nog altijd gebruikelijk ten opzichte van onze zuiderburen - ieder idee tot nauwere samenwerking bij voorbaat zal afwijzen. Dat is de Benelux-realiteit.
En intussen zal binnen enkele jaren Sjanghai de grootste haven ter wereld worden. In ieder geval hoeven we ons hier te lande over enkele jaren niet meer af te vragen hoe dat nou toch komt. Dan kunnen we na een lange zinloze rit eindelijk zeggen: ”eindbestemming bereikt/gare terminus.”