Archive | July 2010

Organon: Sun Tzu of Machiavelli?

pils 

Temidden van het geweld in het Midden-Oosten en de opkomende Aziatische machten probeert Europa te wennen aan een bescheidener positie in de wereld. Maar het afkicken van 50 jaar sociale welvaartsstaat leidt tot de nodige spasmen en af en toe een agressieve uiting door verwende jongeren die zich ”anarchisten” noemen en overgaan tot daden van gewelddagide onmacht zoaks bijvoorbeeld het doden van een Griekse journalist, of het vernielen van 54 graven in het Gelderse Heerde. Af en toe vallen er doden bij dance-feesten zoals vorig jaar bij Hoek van Holland en dit jaar bij de Love Parade in Duisburg.

Nederland windt zich op over het verdwijnen van arbeidsplaatsen bij Organon. Terecht, gezien het streven van het kabinet op om Nederland tot kenniseconomie om te vormen. Opeens wordt kennelijk nu ingezien dat market efficiency ook tot het verlagen van het kennispeil en het welvaartsniveau in eigen continent kan leiden. Dat besef is vrij recent en pas doorgebroken na het ontstaan van de economische crisis in 2008. Door de globalisering die juist door westerse bedrijven werd voorgestaan en gestimuleerd, heeft de markt zich vergroot tot een echte wereldmarkt. Zo is het economisch liberalisme in wezen slachtoffer geworden van het eigen succes.

Want Aziatische landen als Japan (vanaf de jaren ’80 en ’90) en China (vanaf ongeveer 1998) zijn actief gaan participeren in die wereldmarkt. De vergissing van de Europeanen en Amerikanen was dat met de steeds voortschrijdende globalisering die Aziatische landen vanzelf westerse waarden zouden gaan overnemen. Daar is echter geen sprake van. Integendeel hanteren zij juist een strategie die selectief die westerse uitvindingen overneemt die hun eigen land tot voordeel strekken en de overbodige elementen naar de prullenbak verwijst. Dit past goed in het yin en yang-denken, dat ieder element zijn tegenhanger heeft. In die typisch oosterse visie sluiten liberalisme en communisme elkaar niet uit maar vormen zij eerder twee tegenovergestelde elementen die elkaar aanvullen en die -mits met de nodige zorgvuldigheid vormgegeven-  tezamen een harmonieuze eenheid kunnen vormen. In diezelfde visie is er geen enkel moreel bezwaar tegen het toepassen van een liberale economische strategie in het buitenland en het hanteren van een semi-geleide economie of mercantilisme op binnenlands niveau.

De reden waarom juist China een winnaar is van de globalisering is duidelijk. China profiteert van de liberalisering van de wereldeconomie. Er is volgens de OECD geen enkel land dat zoveel verdient aan de industialisatie als China. Maar ook als de wereldeconomie slechter draait, is het land met 1,3 miljard mensen en een immens gebied zo groot dat binnenlandse investeringen zorgen voor een blijvende economische groei. China is, zo luidt een oud gezegde, geen land maar een wereld op zich. Net als – weliswaar in mindere mate- Japan. Beide landen kenmerken zich door een grote expansie in het buitenland maar grote protectie in het binnenland en gesloten circuits van elites die bepalen welke richting het land opgaat. In China vormen de aanhangers van de communistische partij die elite, in Japan de bazen van de multinationals. Deze elites zorgen ervoor dat buitenstaanders het systeem niet kunnen bedreigen. 

Het verschil tussen China en Europa, en in een nog sterkere mate Nederland, is dat Europeanen liberalisering voorstaan op zowel inter-Europees niveau als op mondiaal niveau. Maar op mondiaal niveau ook enkel indien en voor zover dit Europa tot voordeel strekt. Europa heeft vanaf  ongeveer het jaar 1500 tot en met heden vooral voordeel gehad van mondialisering van de handel. Nu moet het oude continent wennen aan het idee dat de globalisering ook economisch nadeel kan hebben. Zo kon Londen in de handen van Arabische investeerders vallen, werd Volvo een Chinees bedrijf en investeren de Chinezen miljaren euro’s in Griekenland. Nederlandse werknemers vallen ten prooi aan werkloosheid door outsourcing van activiteiten naar het buitenland. Ondanks het feit dat outsourcen op mirconiveau gunstige effecten kan hebben, zijn de effecten op macro-economisch niveau enorm en zeker veelal ook in negatieve zin. Door dit macro-economische effect niet voldoende te willen inzien laat de Nederlandse overheid Organon uit de eigen liberale handen vallen. Zou China of Japan zoiets toestaan in eigen land? Waarschijnlijk niet. Misschien kunnen we daarom ook in Nederland iets leren van het oosterse denken en Organon met toepassing van slimme creativiteit (die helaas ver te zoeken is op politiek niveau) behouden. Misschien moeten de Nederlandse politici weer eens ouderwets Macchiavelli lezen in plaats van die eeuwige Sun Tzu.

Maar de reden voor de politiek om niet in te grijpen zal steeds weer zijn dat de overheid geen juridische mogelijkheid heeft om in te grijpen bij een aandelenoverdracht tussen bedrijven. Zo werkt het nu eenmaal, althans: hier te lande. De overheid heeft in Nederland niet tot taak om op de stoel van de directeuren te gaan zitten en bovendien zijn er rechtsstatelijke principes die bij ingrijpen geschonden zouden worden. Zo zal veelal worden beweerd. Het zou goed zijn te beseffen dat die principes vooral cultuurgebonden zijn, namelijk typisch iets voor ons eigen Europa, en dat voor ons zo heilige principes als rechtsstaat, democratie en scheiding der machten in de meeste landen van de wereld een relatief karakter hebben. Maar voor Organon zal dit te laat doordringende besef weinig vruchten afwerpen, tenzij onze eigen Jean(ne) d’Arc alias Mark Rutte dapper ingrijpt.

Wellicht, nu de invloed van Europa op het wereldtoneel relatief afneemt (hetgeen niet wil zeggen dat we er economisch op acheruitgaan), zal uiteindelijk ook op eigen bodem worden ingezien dat die principes relatief zijn en vooral het product waren van het Europese vooruitgangsdenken dat vanaf ongeveer 1500 tot en met ongeveer 2000 heeft bestaan. Bij een volgende Love Parade zal hopelijk de veiligheidssituatie beter zijn. Want de Europeaan wil dansen en - massaal en toch solitair- verdoofd door een teveel decibels en alcohol uit zijn dak gaan. De verveling verdrijven zolang heeft feestje nog duurt.

 

 

 

 

Status aparte of status quo?

stones sea

Maar weer eens een stukje over de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Het is de bedoeling dat in 2011 de Nederlandse Antillen als land binnen het Koninkrijk zullen ophouden te bestaan. In plaats daarvan krijgen we drie bijzondere gemeenten, de BES-eilanden, en zowel Curacao als St. Maarten verkrijgen een ‘status aparte’, een grote mate van zelfstandigheid.

De staatkundige kaart van de eilanden overzee is daarmee een nieuwe fase ingetreden van versnippering. De knikkers zijn flink herschud waarmee drie eilanden met een status aparte in de West zijn onstaan en drie eilanden die een bijzondere gemeente worden.

Ware het niet beter geweest als de geografisch dicht bij elkaar liggende eilanden Aruba, Curacao en Bonaire in eenzelfde verband te organiseren en de Bovenwindse eilanden St. Maarten, Saba en St. Eustatius bij elkaar te houden? Op economische, historische, taalkundige, culturele en geografische gronden zou een dergelijke indeling voor de hand liggen, en ondanks enige tegenzin op die eilanden had deze optie ook onderzocht moeten worden. Helaas is echter door Nederland te serieus ingegaan op de rivaliteiten die tussen de eilanden bestaan. Deze rivaliteiten worden steevast aangewakkerd door locale eilandbestuurders die inspelen op de bij de bevolking van de afzonderlijke eilanden levende sentimenten. Saba en St. Eustatius wilden niets meer te maken hebben met het grotere St. Maarten. Aruba en Bonaire willen geen bemoeienis door Curacao. St. Maarten wilde niet meer vastzitten aan Curacao, enzovoorts. De typisch Caribische eilandmentaliteit heeft ertoe geleid dat deze regio ten prooi is gevallen aan wanbestuur en projectontwikkelaars en handje ophouden bij het moederland.

Het is vreemd dat de papiamentstalige eilanden nu allen separaat verder moeten binnen Koninkrijksverband met ieder een ander statuut. Eveneens is het vreemd dat de engelstalige bovenwinden apart verder moeten. Een voorbeeld van de schaduwzijde van dit soort eiland-nationalisme is te zien in de spelling van het Papiamento. Op Curacao hanteert men een fonetische spelling, op Aruba een historische spelling. Dat is niet erg bevorderlijk voor de toekomst van die taal, die toch meer dan 250.000 sprekers kent en geheel eigen is aan die specifieke eilanden.

Als we kijken naar andere eilandengroepen in de wereld is steeds te zien dat de kleinere eilanden zich afzetten tegen de grotere broers. Die onderlinge verdeeldheid kan zo groot zijn dat men liever apart wil blijven. Hetzelfde beeld is te zien in Indonesie, op de Seychellen en ook binnen verschillende eilandstaten in de Stille Zuidzee. Zelfs in onze eigen provincie Zeeland bestaan nog altijd dergelijke sentimenten tussen de verschillende (al dan niet voormalige) eilanden.

In plaats van onderlinge verdeeldheid en locaal particularisme tot staatkundige oplossing te verheffen had Nederland er beter aan gedaan vanuit gezond verstand te handelen en niet toe te geven aan het particularisme van de eilanden en zo de Antillen als staatsverband in stand kunnen houden. Dan had Nederland ook niet per definitie de schulden van 2,5 miljard euro over hoeven te nemen. Onder de paraplu van Nederland had iedere eiland dan een specitiek op het eiland in kwestie toegesneden statuut kunnen verkrijgen. De rommelige uitkomst van de onderhandelingen die binnenkort tot het einde van de Nederlandse Antillen zullen leiden zijn het gevolg van het met de mantel der liefde wegmoffelen van postkoloniale schuldgevoelens. Met als gevolg dat de drie grootste eilanden nu alleen een status aparte hebben verkregen, eigenlijk een schijn-onafhankelijkheid. Het doet denken aan een ”charte octroyee”, een opgelegde grondwet in de Franse staatstheorie. 

Maar de bevolking wordt door Den Haag voorgelogen dat die schijnonafhankelijkheid zoete tropische vruchten zal afwerpen. Hoe zuur zal die schijnonafhankelijkheid straks smaken, als deze niet veel meer blijkt te zijn dan een indirecte nog grotere afhankelijkheid van Haagse geldstromen. Het is een aloud thema: alles moet veranderd worden, opdat alles bij het oude blijft. Vele miljoenen euro’s later.

Een werkelijke oplossing ligt misschien in het accepteren van de Caribische rijksdelen als inherent anders. De taal, cultuur en schaal zijn niet te vergelijken met Nederland. En het is in het Caribisch gebied dat deze eilanden uiteindelijk zullen opereren. Op zendingsdrang vanuit Nederland zit niemand daar nog te wachten. Vele eeuwen slavernij hebben die zendingsdrang per definitie in verdachte hoek geplaatst. Daarom is het juist zo spijtig dat er zo weinig aandacht is geweest voor de onderlinge samenwerking tussen de Nederlands-Caribische eilanden. Ook is er weinig aandacht geweest voor de relatie van de eilanden met niet-Nederlandse gebieden. Waarom is er totaal geen aandacht besteed aan de relatie van St. Maarten met het Franse deel van het eiland, St. Martin? Had men de Franse partners niet bij deze discussies kunnen betrekken? Of is er juist belang bij de St. Maartense jurisdictie separaat te houden vanwege fiscale motieven? Maar over fiscaal beleid is nauwelijks gepraat, hetgeen ook verbaast aangezien de offshore praktijk nu juist naast toerisme een belangrijke economische pijler is in het Caribisch gebied. In Bonaire wordt kennelijk gekozen voor ecotoerisme, zonder te kijken welke economische basis dit heeft…enzovoorts!

De auteur was voorheen advocaat op Aruba en Sint Maarten.

Benelux: einde of nieuw begin? (deel 1)

rott 

Benelux: leef je nog? Jazeker. Ondanks de huidige obsessie binnen de Nederlandse politiek voor een binnenlandse aanpak van problemen als immigratie die slechts door samenwerking met het buitenland bereikt kunnen worden, heeft het vorige kabinet in 2008 samen met Belgie en Luxemburg in alle stilte een nieuw Benelux verdrag gesloten ter vervanging van de ”oude” Benelux. 

Het is de bedoeling dat dit nieuwe Benelux verdrag verder gaat op punten waarover binnen EU verband nog geen verregaande samenwerking is bereikt zoals op het gebied van binnen- en buitenlandse zaken alsmede op het gebied van economische samenwerking.

Het is de bedoeling dat de nieuwe Benelux dit jaar nog in werking treedt. In het huidige bangige politieke klimaat dient echter gevreesd te worden dat voorlopig weinig terecht zal komen van de verdergaande samenwerking die op papier wordt beloofd. Immers, Belgie dreigt uiteen te vallen en Nederland is niet in staat binnen afzienbare tijd een duurzame coalitie te vormen, laat staan om over de grenzen heen te kijken naar mogelijkheden. Als echte boekhouders zoeken de Nederlandse politici naar methoden om vooral de burger af te knijpen in plaats van het zoeken naar methoden om economische groei en broodnodige flexibiliteit te bewerkstelligen.

Dit alles terwijl de nieuwe Benelux ongekende mogelijkheden zou bieden, althans in theorie. Want de stroperige werkelijkheid binnen de Beneluxlanden is weerbarstig. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de concurrentie tussen Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. Deze drie grote havensteden zijn al sinds de 16e eeuw grote concurrenten van elkaar op de wereldmarkt. Uiteraard heeft deze concurrentie tussen deze havens ook positieve effecten gehad, en in het verleden heeft die onderlinge competitie grote vruchten afgeworpen. Ook de politiek heeft zich ermee bemoeid. Zeeuws-Vlaanderen werd zelfs veroverd op Vlaanderen om Antwerpen te beknotten. Inmiddels is die situatie verbeterd door een verdrag met Belgie over de Westerschelde. Maar dat de gemoederen in Belgie nog steeds hoog kunnen oplopen over deze kwestie bleek nog in 2009.

Rotterdam en Antwerpen zijn anno 2010 respectievelijk de eerste en de derde haven van Europa (Hamburg staat op nummer 2). Hoewel Rotterdam al is overschaduwd door Singapore, is Rotterdam nog altijd een ”mainport” op wereldniveau.

Het huidige beleid van de Rotterdamse haven is nog altijd om de concurrentie met Antwerpen scherp te spelen. Zou hier geen mogelijkheid juist tot samenwerking liggen? Immers, de beide havens liggen op slechts 100 kilometer van elkaar verwijderd, en gezamenlijk wordt vrijwel het gehele Noordwesten van Europa bediend door middel van de strategische posities aan de belangrijkste Westeuropese waterwegen als de Maas, de Rijn en de Schelde.

Tot heden ten dage is er echter weinig animo om samen te werken met de Belgen. Vaak wordt gewezen op de culturele verschillen en andere wijze van zakendoen in het zuiden, alsmede de specifieke gevoeligheden tussen beide landen.

Een kleine vergelijking met de regio Sjanghai biedt wellicht het juiste perspectief om de beperkte economische en politieke geesten binnen de Benelux wakker te schudden. Deze metropolitaine regio met meer inwoners dan de gehele Benelux bij elkaar, strekt zich uit over een veel groter gebied dan de regio Rotterdam-Zeeland-Antwerpen. De afstand tussen de stad Hangzhou in het zuiden van de regio Sjanghai tot het centrum van Sjanghai bedraag bijvoorbeeld al 180 kilometer. Vanaf het Noorden aan de Yangste-rivier tot Sjanghai centrum is het zeker ook nog 100 kilometer. Alleen de stad Hangzhou al kent op zich al 6,4 miljoen inwoners.

Het verschil in dialecten tussen de inwoners in de regio verschillen erg van elkaar, en vaak kunnen mensen uit de regio’s in China elkaar niet eens verstaan, ware het niet dat zij in zulke gevallen via het Mandarijn communiceren. De Rotterdammmers en Antwerpenaren kunnen elkaar daarentegen zonder al teveel inspanning prima verstaan. En de mentaliteit van Rotterdammers en Antwerpenaren verschilt niet zoveel en wordt gekenmerkt door nuchterheid en hard werken zonder zeuren. In zekere zin past de Rotterdammer beter bij de Antwerpenaar dan de Amsterdammer, die het liefst over alles klaagt en die nog altijd denkt dat Amsterdam het centrum van de wereld is. Zo onstond in de afgelopen jaren tot de crisis met veel bombarie en sjiek geborrel de Amsterdamse Zuidas met daarin de hoofdzetel van bijvoorbeeld staatsbank ABN AMRO, maar uiteindelijk verrees in Rotterdam zonder al teveel poespas of tamtam een echt internationaal profiel langs de oevers van de Maas met de Maastoren als hoogste gebouw van de Benelux.

 Tezamen vormen Rotterdam en Antwerpen de grootste haven ter wereld, zelfs groter dan Singapore. Het is maar een voorbeeld van een punt waarop binnen de nieuwe vorm van de Benelux mogelijkheden kunnen worden geschapen. Maar ik vrees dat het niet gebeurt en het nieuwe Nederlandse kabinet vooral binnen de Haagse stolp en op licht hautaine wijze – zoals bij ons betweterige noorderlingen nog altijd gebruikelijk ten opzichte van onze zuiderburen - ieder idee tot nauwere samenwerking bij voorbaat zal afwijzen. Dat is de Benelux-realiteit.

En intussen zal binnen enkele jaren Sjanghai de grootste haven ter wereld worden. In ieder geval hoeven we ons hier te lande over enkele jaren niet meer af te vragen hoe dat nou toch komt. Dan kunnen we na een lange zinloze rit eindelijk zeggen: ”eindbestemming bereikt/gare terminus.”

De woeste vernietigers van Oranje

Met de coalitieformaties aan de gang en de goede resultaten op het FIFA-WK voetbal krijgt de Nederlandse burger al snel het idee dat ons land in achting stijgt in de wereld. Immers, straks mogen we ons meten met Duitsland of Spanje. Dat Uruguay eerst nog verslagen moet worden, is in het collectieve bewustzijn al verdrongen. Immers, Uruguay is een klein Zuidamerikaans landje, ingeklemd tussen grootmachten. Gelegen aan de monding van een grote rivier. Een land waar je niet zoveel van hoort, eigenlijk een beetje het Nederland van Zuid Amerika.

Een tweede reden om te denken dat Nederland toch echt nog veel voorstelt, is de duur en de complexiteit van de coalitiebesprekingen. Het ingewikkelde schaakspel op het Binnenhof doet vermoeden dat hier mondiale belangen op het spel staan, alsof we de als overwinnaars na de Eerste Wereldoorlog in Versailles vredesonderhandelingen voeren. Mark Rutte als de Woodrow Wilson van Den Haag en Geert Wilders als de onverzoenlijke Clemenceau.

Tegelijkertijd zit de crisis op on netvlies gebrand: we zijn inmiddels zo gewend geraakt aan het woord crisis dat het ons niets meer doet. Murw zijn we ervan. President Obama wil de bonussen van Amerikaanse bankiers niet aanpakken met de bewering dat honkballers ook veel geld verdienen en hij deze ook niet kan aanpakken. Nout Wellink blijft lekker zitten bij DNB. En Gerrit Zalm, die zichzelf in 2008 nog trots een romantische boekhouder noemde heeft een metamorfose ondergaan naar realistische bon vivant. Dirk Scheringa geeft management cursussen aan werkloze ondernemers die de kneepjes van oplichting willen leren.

Wat ging er nou mis eigenlijk met de economie? Daarvoor zijn veel oorzaken te noemen. Maar in de eerste plaats ligt eraan ten grondslag een kokervisie, een beperking in ons eigen denken. Ik wil u niet vermoeien met weer een analyse over de crisis, maar iets wat ik nog nooit heb horen noemen als oorzaak is die van de mythe van creatieve vernietiging ofwel ‘creative destruction’ van de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter (1883-1950). Deze theorie gaat er in lekentermen (ik ben slechts jurist) ervan uit dat economische vooruitgang een proces is van voortdurende innovatie waarbij succesvolle toepassingen van nieuwe technieken de oude vernietigen.

Nu is er op zich niets mis met deze theorie, ware het niet dat de theorie van de creatieve vernietiging tot in het extreme werd aangehangen binnen de beleidsbepalende kringen in de Verenigde Staten. Alan Greenspan noemde nog in 2008 in zijn autobiografische relaas ”the Age of Turbulence” de theorie van de creatieve vernietiging als een grote inspiratiebron. Als ultiem en positief voorbeeld van de zegeningen van de creatieve vernietiging noemt hij de economische groei van de VS in de 19 eeuw. In een volledig liberale economie, en de overvloed aan vruchtbaar land, bouwden de Amerikanen in enkele decennia hun land op tot een wereldmacht. Ongeremd door overheidsinmenging of bedisselende regelgeving kon zo in de ogen van Greenspan een volledige mate van positieve concurrentie ontstaan. De verovering van het Wilde Westen bood het beste voorbeeld van de creatieve vernietiging: de huifkarren maakten plaats voor de trein, de postkoets werd vervangen door de telegraaf en deze maakte op zijn beurt weer plaats voor de telefoon.

Het feit dat de voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank nog in 2008 het Wilde Westen als een economisch ideaal aanhaalde, geeft weer hoe diep het idee is geworteld binnen Amerikaanse vooraanstaande kringen dat ”het oude” – dat automatisch wordt vernietigd door innoverende ontwikkelingen - iets is wat waardeloos is en rijp voor de prullenbak. Traditie en cultuur zijn in die visie slechts bijzaken die vernietigd mogen worden als maar innovatie plaatsvindt. Dat is de kracht van het Amerikaanse denken maar tegelijkertijd ook de zwakte.

Het ongebreidelde geloof in creatieve vernietiging heeft ertoe geleid dat iedere innovatie als positief werd verwelkomd zodra dit leidt tot economische groei. Zo heeft deze mythe ertoe bijgedragen traditionele kenmerken van het bankwezen als voorzichtigheid en risico-aversie als ”oud” te bestempelen en nieuwe financiele producten als credit default swaps en het opknippen en verkopen van hypotheken binnengehaald zonder onderzoek te doen naar de mogelijk schadelijke invloeden daarvan op de lange duur.

‘Die ontkenning van de negatieve bijeffecten van ”creative destruction” vormden de blinde vlek van de aanhangers van deze economische religie. Greenspan vergat in zijn boek de negatieve effecten te noemen van de creatieve vernietiging, zoals bijvoorbeeld in de context van het Wilde Westen de vernietiging van de Indiaanse volkeren die aanwezig waren op het Amerikaanse continent. De immense schade van deze Indiaanse genocide is onschatbaar.

Greenspan beschrijft in zijn boek overigens dat hij tijdens een bezoek aan Venetie een concert van Vivaldi bijwoonde en daarvan genoot. Daar in die omgeving kwam hij – al op gevorderde leeftijd – met een zekere schroom tot de conclusie dat ”het oude” toch ook een zekere aantrekkingskracht heeft, hoe futiel ook in economisch opzicht. En uiteraard staat Europa in zijn visie vrijwel gelijk aan ”oud”. Als Greenspan zich iets meer in de muziek van Vivaldi had verdiept, had hij wellicht kunnen ontdekken dat Vivaldi op musicaal gebied ook een vernieuwer was, maar dan binnen een bestaande traditie en zonder dat dit het ”oude” daarmee direct afdoet als afgedaan.

Misschien moeten we daarom als Europeanen een voorbeeld nemen aan Vivaldi en is het wellicht aan het Oude Europa om dit als een geuzennaam te dragen en  de wereld te tonen dat ”het oude”, en dus al dat wat dreigt te verdwijnen, zoals de natuur, culturen en tradities die in de verdrukking zijn, hun intrinsieke waarde hebben en dat deze factoren dus niet slechts in geld zijn uit te drukken. Dat zou een waar weerwoord zijn tegen de Amerikaanse beperkte visie. Europa heeft kortom echte romantische boekhouders nodig. Schumpeter – die overigens de ondergang van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie had meegemaakt en daar zelf toch ook enige moeite mee moet hebben gehad - had gelijk met zijn stelling dat innovatie nodig is om vooruit te komen, maar de negatieve gevolgen van onze handelwijzen moeten ook in aanmerking worden genomen. Zoals de vernietiging van de natuur, het verdwijnen van planten- en diersoorten, de verandering van het klimaat, de ongeremde bevolkingsgroei.

Maar goed, eerst maar eens kijken wat Mark Rutte doet en of we van Uruguay gaan winnen. Want als we winnen is dat goed voor de economie. En ten koste van wie gaat deze creatieve vernietiging? Ten koste van de economie van Uruguay natuurlijk!

 

Een cruise-tocht van dadel- naar kokospalm

kokospalm 

Pas op uw hoofd… 

Guantanameraaaa… het bekende liedje over de Cubaanse schone uit Guantanamo, ofwel de ”Guantanamera” ten spijt, associeert men deze veelbezongen locatie tegenwoordig vooral met prikkeldraad, Amerikaanse soldaten en bebaarde mannen in Oranje pakken, die geen Oranjefans zijn maar doodgewone terroristen. Wel hebben zij met de Oranjefans gemeen dat zij lijden aan een collectieve waan, die echter in tegenstelling tot onze voetbalfans helaas van een meer duurzame aard is, en daarbij doel ik niet op schone energie.

Terwijl de Oranje mannen de Koran nu al jaren als WC-papier moeten gebruiken -daarbij vergeleken is de kopvoddentaks van Hollandse snit slechts kinderspel!- broeit het aan de warme onderbuik van de Verenigde Staten. De orkaan Katrina was bijna al vergeten, maar miljarden liters olie vloeien nog steeds in de wateren aan de Amerikaanse zuidkust. Over schone energie gesproken. BP heeft de klus na maandenlang geklungel nog steeds niet kunnen klaren. Het is een symbolisch voor de positie van de Britten in de wereld dat een multinational die de opvolger is van de Anglo-Persian Oil Company uit 1908, groot werd met arrogante imperialistische Britse verdeel- en heerspolitiek olie in het Midden Oosten en  ruim honderd jaar later tenonder gaat als gevolg van een lek van een halve meter breed ergens in de Golf van Mexico. Enkele honderden kilometers bezuiden de olie(v)lek bevindt zich Guantanamo Bay-  en ook hier worstelt President Obama met een ander afvalproduct van de westerse politiek in het Midden Oosten. De intertie van de in Europa als een zwarte messias binnengehaalde Obama met betrekking tot de olieramp duurt nu al een kwartaal, maar de kwestie rondom Guantanamo Bay duurt nu al jaren. Maar net als Jezus hoeft deze moderne messias met de sonore stem – die in vlugge hoofdbewegingen de autocue aflezend daadkracht voorwendt-  niet te rekenen op enige concrete steun vanuit Europa, ondanks allerlei fraaie toezeggingen vanuit het veelmondige Europa waar zoals vanouds niets van terecht komt. 

Een oplossing voor de gedetineerde terroristen is net als met de olieramp nog steeds niet in zicht. De gedetineerden vallen niet onder het militaire recht en evenmin onder het reguliere strafrecht van de Verenigde Staten, omdat Guantanamo Bay officieel niet behoort tot de Verenigde Staten.

Net als in Afganistan zoeken de Amerikanen nu vooral naar een exit-strategie voor Guantanamo Bay die niet teveel imagoschade oplevert. Guantanamo Bay werd als gevolg van de Spaans-Amerikaanse oorlog, die door de Verenigde Staten werden gewonnen, in 1903 voor onbepaalde tijd verpacht aan de Verenigde Staten. Cuba heeft zich altijd ongemakkelijk gevoeld bij deze situatie, welk gevoel uiteraard groter werd toen Fidel Castro in 1959 aan de macht kwam in het grootste Caribische eiland. Castro heeft evenwel nooit getracht de pachtovereenkomst op te zeggen. Nu schijnt ook in de pachtovereenkomst te staan dat deze enkel kan worden opgezegd door beide partijen.

Het Weense Verdragenverdrag en het internationaal gewoonterecht is - zoals niet zal verbazen- onduidelijk over de wijze waarop en de modaliteiten waaronder internationale verdragen kunnen worden opgezegd. Wel is er een regel in het internationale recht dat bij ernstig gewijzigde omstandigheden in beginsel een opzegging van een verdrag mogelijk moet zijn. Er zijn voorbeelden te over van opzeggingen van bilaterale verdragen zij gewijzigde omstandigheden. Een bekend voorbeeld is de opzegging door Nederlandse hulp aan Suriname  in 1982 ten tijde van het eerste bewind van cocainepresident Desi Bouterse. Pachtovereenkomsten tussen landen zijn overigens niet erg meer van deze tijd. Elders ter wereld zijn dergelijke internationale pachtovereenkomsten allang niet meer in zwang. De Europese voormalig gepachte enclaves in China, zoals Macao of Hong Kong, zijn allang aan het eind van de jaren ’90 van de vorige eeuw geretourneerd aan de rechtmatige eigenaren.

De Verenigde Staten is bij uitstek het land dat zich wat betreft de internationaalrechtelijke normen realistisch opstelt. Zo vielen de Amerikanen – om binnen de Caribische context te blijven – het eilandstaatje Grenada binnen en arresteerden zij Noriega. In beide gevallen ontbrak het de VS aan een volkenrechtelijk mandaat. Om over Irak nog maar te zwijgen.

Nu is de situatie in Guantanamo Bay – het opsluiten van buitenlandse terroristen en ze daar laten wegrotten - een duidelijke schending van volkenrechtelijke en eigenlijk alle rechtsbeginsels. Er is doelbewust een juridisch vacuum in het leven geroepen opdat de Amerikanen een vrijbrief hadden om de in het oranje geklede mannen van alles te laten ondergaan achter gesloten deuren.

Nu zijn die terroristen ook geen lieverdjes. Prima dat ze daar zitten, dat zullen veel mensen zeggen, maar dat doet niet af aan het feit dat het wel vreemd is om een stuk grond te pachten en daar vervolgens mensen in op te sluiten. Het is alsof je een woning huurt van een buurman die dreigt je een kopje kleiner te maken. En dan stop je in die woning een andere vijand. Vervolgens betaal je geen huur en maak je de woning onleefbaar.

De vraag is of Cuba bij een dergelijke schending van de pachtovereenkomst en de doeleinden van het gebruik die in 1903 waren voorzien niet gerechtigd is de overeenkomst op te zeggen. Mij lijkt van wel. Guantanamo Bay valt nog immer te beschouwen als Cubaans eigendom. Pacht is immers slechts een gebruiksrecht. En als dat gebruiksrecht wordt misbruikt, kan volkenrechtelijk ondanks het feit dat de pachtovereenkomst erover zwijgt, deze eenzijdig worden opgezegd door Cuba.

Het wordt dus tijd dat Cuba eenzijdig overgaat tot opzegging van de pachtovereenkomst en de Cubaanse rechtsmacht uitspreekt over Guantanamo Bay. De rest van de wereld kan deze Cubaanse rechtsmacht eventueel erkennnen. Nu weet ik ook wel dat het zover niet snel zal komen omdat de VS te machtig is. Juridisch is er echter geen enkele reden om de pacht nog langer in stand te houden. De Britse pachtovereenkomst met betrekking tot Hong Kong eindigde in 1997 en gaf aanzet tot het openen van de Chinese economie en de toetreding van China als wereldmacht tien jaar later. 

Indien Guantanamo Bay weer terugkeert tot Cuba betekent dit wellicht ook een begin van het einde van de Cubaanse isolatie. Fidel Castro is uiteindelijk toch sterfelijk net als alle valse communistische profeten. En zodra het prikkeldraad, de honden, de martelingen en de soldaten weg zijn, kunnen de sombere oranje baardmannen trachten hun blazoen te verdedigen terwijl ze onder de palmbomen zitten. Wellicht kunnen de de Cubaanse nationaliteit verkrijgen. Dan mogen ze toch nergens heenreizen. En eindelijk eens een leuk lokaal meiske te veroveren, want die heb je niet alleen in de islamitische hemel. De schone Guantanamera’s wachten om veroverd te worden, en net als in het liedje – en overal ter wereld -zullen de ex-terroristen, deze voormalige stoere mannen die geen vrouwen nodig hadden, moeten proberen de meisjes te overtuigen van hun eigen degelijkheid om hun harten te veroveren: http://www.youtube.com/watch?v=b-PuiDfLcO8&NR=1  

No me pongan en lo oscuro

A morir como un traidor

Yo soy bueno, y como bueno

morire de cara al sol

Vrij vertaald:

Stop mij niet weg in het duister, om te sterven als een verrader

Ik ben een goede man, en als een goede man zal ik ook sterven, met mijn gezicht naar de zon

 

 

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan