Je kunt de televisie tegenwoordig niet meer aanzetten of je ziet het hoofd van Mathijs van Nieuwkerk, Albert Verlinde of Jeroen Pauw op de buis. Programma’s als ‘de Wereld draait door’, ‘Pauw & Witteman’ en ‘RTL Boulevard’ brengen ons nieuws en ontspanning tegelijk. Infotainment zoals dat dan heet. Vaak met op de achtergrond grote beeldschermen of muziek of zelfs stukjes cabaret. Waarom deze behoefte om het nieuws steeds te herkauwen? De kijkcijfers van deze programma’s liegen er niet om: Infotainment is ‘hot’.
Misschien zijn deze programma’s wel de moderne variant van de barden, de zangers van Keltische oorsprong. De vervanging van de minstreels en troubadours van de middeleeuwen. Zingend, muziek spelend en dichtend brachten zij het nieuws. Bij verschillende volkeren speelden barden een essentiele rol bij het verspreiden van kennis. Wellicht de oudste en bekendste bard uit de geschiedenis is de Griek Homeros, die in de 8e eeuw voor onze jaartelling de Ilias en de Odyssee schreef. Het is overigens nog altijd een raadsel hoe Homeros zijn werken heeft kunnen schrijven aangezien hij hoogstwaarschijnlijk blind was. Het is ook de vraag of hij niet teruggreep op een nog oudere mondelinge traditie, en die verhalen voor het eerst op schrift heeft gesteld. Dichter bij huis kan gedacht worden aan de verhalen van Koning Arthur en over Karel de Grote. De legenden over deze koningen werden door minstreels gedurende eeuwen levend gehouden. Zij gaven vaak hun eigen persoonlijke noot aan de verhalen, waardoor vaak verschillende versies van hetzelfde verhaal ontstonden, of lokale varianten opdoken.
Na een laatste opleving aan het Bourgondische hof van de 15e eeuw, is van deze traditie in West Europa weinig overgebleven. In sommige delen van Afrika zijn dergelijke mondelinge verhalende tradities langer in leven gebleven, hoewel deze cultuur ook daar langzaam aan het uitsterven is met het oprukken van de moderne tijd. De nazaten van de oude Afrikaanse dorpsbarden kijken tegenwoordig liever naar Amerikaanse soap-series. De rijke locale muzikale tradities worden verruild voor de Afrikaanse varianten op westerse muziekstijlen. Net zoals andersom in het westen Afrikaanse invloeden in de muziek zijn terechtgekomen. Allerlei moderne mengvormen ontstaan en nieuwe muzieksoorten als hip hop, rap, kizomba, zouk, en nog veel meer.
De eeuwenoude bardentraditie, en daarmee de geschiedenis van hele volkeren, met hun eigen legenden, helden en episiche verhalen, verdwijnt langzaam maar zeker. Wetenschappers reizen de laatste jaren het Afrikaanse continent af in de hoop om zoveel mogelijk van deze oude verhalen nog op te nemen voordat de laatste verhalenvertellers sterven. Een belangrijk deel van onze ‘world heritage’ gaat daarmee verloren. Terwijl steeds meer bouwwerken tot UNESCO-monumenten worden verklaard, gaan verhalende tradities teloor zonder dat er een haan naar kraait.
In Europa hebben de barden reeds ruim voor de uitvinding van de boekdrukkunst in de 16e eeuw plaats gemaakt voor gespecialiseerde musici, die zich volledig toelegden op muziek. De teksten die de muziek begeleidden kwamen volledig in dienst van de muziek zelf te staan. Muziek werd een doel op zich. Tegelijkertijd werd het verspreiden van kennis en nieuws, sindsdien overgelaten aan mensen die daar op hun beurt een zelfstandig beroep van maakten. De grote dichters hielden zich alleen nog met hun gedichten bezig en droegen die voor aan de Europese hoven. Maar muziek paste daar opeens niet meer bij. De Europese vorsten lvan de 17e en 18e eeuw lieten beroepsmusici en dichters het ene na het andere hoogstaande werk voordragen, maar de verschillende disciplines waren toen allang strikt gescheiden van elkaar.
De nieuwsvoorziening werd gaandeweg, zeker vanaf de 19e eeuw, het exclusieve domein van de geschreven krant. De krant werd een vast verschijnsel, en verscheen met regelmaat om de burgers te informeren (vandaar het woord ‘courant’). Ook kregen de schrijvers daarvan een eigen naam: de journalist was geboren. In die tijd, waarin veel mensen nog analfabeet waren, had de krant nog een bijzondere status en het lezen van een krant geschiedde bij voorkeur in een leesstoel gezeten met leesstok. Kortom een serieuze zaak. Naargelang in de loop van de 19e eeuw steeds meer mensen leerden lezen en schrijven, verloor de krant wel iets van zijn bijzondere karakter, maar werd wat in de krant stond in de regel gewoon ‘geloofd’. Tot ver in de 20e eeuw was de krant het nieuwsmedium bij uitstek. De radio bracht daarin een eerste grote verandering. Maar muziek en nieuws bleven gescheiden.
Tegenwoordig is dat allemaal anders. Nu iedereen leest en schrijft, internet heeft en (we)blogs schrijft en leest, is er sprake van een enorme overdaad aan informatie. Zodanig dat we bijna niet meer weten wat nu echt is en wat een ‘scoop’ of gewoon klinkklare onzin. De discussie over de opwarming van de aarde blijft bijvoorbeeld maar rondzoemen op het internet, en iedereen komt met zijn eigen versie van de waarheid. Misschien is het daarom wel rustgevend om naar Mathijs van Nieuwkerk of Albert Verlinde te kijken. Zij prepareren het nieuws voor ons, geven er een eigen kleur aan, en maken er ook een beetje een show van. Dat maakt het makkelijker voor de informatieverwerking. Vaak wordt ter lering en vermaak ook muziek gespeeld of worden korte fimpjes vertoond.
In oude tijden zaten we vol aandacht gezamenlijk in een kring te luisteren naar de bard, nieuwsgierig als de mens altijd al is geweest naar de spannende nieuwtjes en roddels. In tegenstelling tot de bard Assurancetourix in het dorp van Asterix en Obelix, zijn onze moderne barden als Mathijs van Nieuwkerk en Albert Verlinde erg populair. Zodanig zelfs, dat in de meeste huizen van het 21e eeuwse Nederland de bard nog steeds een centrale, bijna sacrale plaats inneemt. Vanuit zijn rechthoekige, blauwachtig licht producerende votiefbeeld in de hoek van de woonkamer vult hij onze avonden. En dat een leven lang. Geen kwaliteitskrant of journalist die daar tegenop kan. Het is alleen te hopen dat Martijs van Nieuwkerk en Albert Verlinde nooit op het idee komen om het nieuws zingend te gaan brengen, want dat laat ik als vroege 21e-eeuwer toch liever over aan de echte musici.