Wat ging er mis in Kopenhagen? Waren de verwachtingen te hoog? Er is een niet-bindende overeenkomst gesloten tussen de meeste landen, en inhoudelijk stelt het ook niet veel voor. Na veel discussie tussen de 3000 delegatieleden als in een Poolse landdag, rolde er een slap compromis uit. Er worden miljarden beschikbaar gesteld door de rijkere landen om de armere landen te helpen, dus eigenlijk nog meer ontwikkelingsgeld beschikbaar gesteld, en men is het ermee eens dat de stijging van de temperatuur niet meer dan 2 graden mag bedragen tot 2050. Hoe dit resultaat nu moet worden bereikt, is onduidelijk. Er is geen controle-systeem ontwikkeld om te zien of al die toegezegde gelden nu ook echt goed gebruikt gaan worden. Het lijken grote druppels op een gloeiende plaat. Symboolpolitiek, meer niet.
Realpolitik
Terwijl in Nederland iedereen opwarmt voor spaarlampen, betere isolatie en groene stroom, bouwen landen als China, India, Rusland en Brazilie (de zogenaamde BRIC-landen) door aan de versterking van hun positie in de wereld. China voelt dat het tij meezit. De Chinese overheid is in feite de bankier geworden van de Verenigde Staten en voelt dat de tijd is gekomen om het “Rijk van het Midden” nu weer haar historische positie in de wereldgeschiedenis terug te geven. De ‘Realpolitik’ is terug. Geholpen door westerse technologie, bereidt de Chinese overheid het land voor op een plaats binnen de grootmachten van de wereld. Iedere week wordt er in het Rijk van het Midden een kolenmijn bijgebouwd, de marine krijgt nieuwe orders, het ruimteprogramma krijgt een nieuwe impuls en het wegennet wordt in verhoogd tempo uitgebreid: dat alles vereist een pragmatische omgang met een westerse hobby als de klimaatverandering.
China’s historische rol
Zodra de westerse landen de BRIC-landen wijzen op de onevenwichtige wijze waarop zij hun economie ontwikkelen, wordt het westen op de vingers getikt en beschuldigd van hypocrisie, omdat de westerse landen nu eenmaal voor de meeste vervuiling zorgen. En nu China als grootste BRIC-land haar vleugels uitslaat naar andere delen van de wereld, meent zij dat 19e eeuwse machtspolitiek geoorloofd is, in ieder geval totdat het Rijk van het Midden een zelfde welvaartsniveau heeft bereikt als de Verenigde Staten. Want laten we wel wezen: De Verenigde Staten is het enige westerse land waar China nog tegen opkijkt. De Amerikaanse ‘way of life’ is het grote voorbeeld, en op Europese muizenissen en moralistisch gefilosofeer zitten ze in Peking niet te wachten. Op dezelfde manier wuift China de kritiek van mensenrechten-organisaties van de hand. Want in Chinese ogen zijn deze mensenrechten-organisatie niets anders dan goed vermomde westerse imperialisten, wolven vermomd in schaapskleren. In de Chinese optiek heeft Europa alleen maar ellende gebracht en het land verzwakt in de 19e eeuw, waardoor het haar historische plaats als beschaafdste land van de wereld is kwijtgeraakt. Daarna kwam de verschrikking van de Japanse bezetting in de jaren 30 en ’40. Pas de komst van Mao Zedong heeft China weer laten terugkeren op de goede weg die China nu op is geslagen. Als er dan individuele slachtoffers zijn, is dat jammer maar onontkoombaar.
Grote Sprong Voorwaarts
Tijdens de Grote Sprong Voorwaarts in 1958 werd door Mao, die nog steeds op een voetstuk staat in China, een groot plan gelanceerd om de Chinese economie te laten wedijveren met de westerse ’barbaarse’ landen, die in zijn ogen door machtspolitiek zichzelf een tijdelijke en onrechtmatige gunstige positie hadden verschaft op het wereldtoneel. Iedere Chinees moest helpen met het verzamelen van ijzer voor de opkomende staalindustrie. Zelfs schroefjes van deuren en kozijnen werden gebruikt voor de productie, maar helaas leverde dat een slechte kwaliteit staal op. Mao vond dat de communistische revolutie niet ver genoeg ging, en de gehele Chinese geschiedenis moet worden herschreven en het Chinese volk heropgevoed tijdens de ‘Culturele Revolutie’.
Verstommen van kritiek
Na het overlijden van Mao, begrepen de nieuwe Chinese machthebbers dat het beter was om enigszins mee te gaan in de mondiale ontwikkelingen ten eigen bate. De huidige machthebbers in China zijn weliswaar niet vies van de modernste technologie en gadgets, maar nog altijd opgegroeid in een communistisch systeem, en willen dat het liefst zo houden. Intussen is de westerse kritiek verstomd en zien wij China liever als een goedaardige variant van het communisme, vergelijkbaar met het Joegoslavie van Tito. Terwijl de Europese Unie grote kritiek had op de illegale detentie van terroristen in Guantanamo Bay, keken zij weg bij de massale executies van dissidenten van het Chinese regime. Ook werden autoritaire regimes in landen die zich binnen de Chinese invloedssfeer bevonden en die door dit land werden gesteund, ontzien, zoals Birma en Noord Korea. De sinificatie van Tibet werd niet bekritiseerd en de agressieve Chinese assimilatiepolitiek ten opzichte van de Ugyuren genegeerd. Maar China is kennelijk toch niet zo aaibaar als men vroeger dacht. Premier Balkenende weigerde zelfs uit angst voor Chinese represailles de Dalai Lama persoonlijk te ontvangen, en liet Maxime Verhagen het woord doen, terwijl Angela Merkel en Barack Obama wel de moed hadden om de Tibetaanse geestelijk leider zelf hartelijk te ontvangen.
Overname van agrarische gronden
China slaat haar vleugels snel uit: op grote schaal verwerven Chinese bedrijven concessies en argrarische gronden in Afrika en landen als Brazilie. Dit fenomeen is overigens geen zuiver Chinese aangelegenheid: Zuid Korea heeft bijvoorbeeld 90.000 hectare grond in Madagaskar gekocht, Zuid Afrika doet hetzelfde in andere Afrikaanse landen, Libie koopt op grote schaal grond aan in Mali, Saoudi-Arabie koopt op grote schaal grond in Afrikaanse Sahel-staten. Al deze actoren hebben baat bij goedkope contracten en zoveel mogelijk opbrengst. Meestal zijn dergelijke investeringen gebaseerd op het ‘win-lose’-scenario: de onderneming of aankopende staat wint, de agrarische gronden worden uitgeput en de bevolking profiteert er niet van. Neo-neo-kolonialisme! Duurzaamheid komt niet voor in de vocabulaire van de verkrijgende ondernemingen.
Chinees perspectief
Vanuit Chinees perspectief mag niets de ontwikkeling van het land in de weg staan, en zeker niet politieke hobbies van de Europese landen. Als het klimaat dan in de komende jaren gaat veranderen, is het land tenminste net zo rijk als de westerse landen en zal China het debat echt bepalen. Maar ‘for the record’ is het natuurlijk handiger om te blijven handenschudden op internationale conferenties zoals in Kopenhagen, om in ieder geval geen gezichtsverlies te lijden. Maar nu de foto’s van de klimaatconferentie zijn gemaakt, en de beleefde gesprekken afgerond, gaat China verder met het opbouwen van zijn economie, koste wat kost. En als er conflicten dreigen op internationaal niveau, wordt Barack Obama even informeel gebeld. En Europa? Wij kopen onze spaarlampen en groene stroom en hopen stilletjes dat het ooit nog eens goed komt met de wereld. Zo markeert Kopenhagen niet alleen de opkomst van China als grootmacht maar ook het einde van het Europese maakbaarheidsideaal.