Prins Claus is weer helemaal terug. Natuurlijk niet letterlijk, maar wel in de media. In deze tijden van klimaatconferenties is het namelijk altijd handig om mee te liften op de ombesmette reputatie van Claus. Vandaar ook dat Minister Koenders graag de conferentie in Kopenhagen onderbrak om even per vliegtuig naar Amsterdam te city-hoppen om de uitreiking van de Prins Claus-prijs bij te wonen. Daarna liet hij zijn uitgestreken gelaat nog even zien bij het televisieprogramma ‘De wereld draait door’ om vervolgens even wat kirosine te laten branden om zich zo snel mogelijk bij zijn grote mensenwereld-vrienden in Kopenhagen te vervoegen.
Koenders moet wel een bijzonder goed georganiseerde man zijn. Hij vindt, tussen al zijn dienstreizen en het in survival-outfit door sloppenwijken banjeren door, zelfs nog tijd om te acteren. Hij speelt namelijk in het door John Leerdam geregisseerde toneelstuk over het leven van Prins Claus. Koenders speelt echter niet de onkreukbare Claus, maar zijn grote voorbeeld Jan Pronk. Claus wordt door Thom Hoffman gespeeld, die overigens op uitstekende wijze het Duitse accent van de overleden prins nabootst. Nu speelt John Leerdam zelf al een briljante rol in de politiek als het geweten van de Nederlandse Antillen, dus die rol was al bezet.
Koenders heeft natuurlijk veel te winnen met zo’n toneelstuk over Prins Claus. Het is altijd goed om een goede naam te verbinden aan een goede zaak zoals ontwikkelingshulp en milieubescherming. Maar indien Koenders echt indruk wil maken op internationaal niveau, is het wellicht nog beter om een musical te maken, en dan over die andere beroemde Prins: Prins Bernhard. In navolging op de musical ‘Mandela’, kan dan het uiterst boeiende leven van Van Lippe Biesterfeld worden verteld: diens jeugd in Duitsland, de SS-jaren, zijn passie voor auto-rally’s, het veroveren van het hart van de al snel verliefde Prinses Juliana, het huwelijk in 1937, het verblijf in Londen tussen de wantrouwende geallieerden, zijn spannende tijden op de pilotenopleiding, hoe hij zonder zelf te hebben meegedaan aan gevechtshandelingen na de bevrijding leider werd van de Binnenlandse Strijdkrachten, zijn plannen om onderkoning te worden onder Soekarno na de Indonesische onafhankelijkheid, de koloniale jacht in Afrika, die hij later omdoopte tot natuurbescherming om de rol van koloniale blanke te blijven spelen, de Greet Hofmans-affaire, de buitenechtelijke relaties, zijn geflirt met Eva Peron, zijn verblijven tussen Afrikaanse stammen, de karaktermoord op Willem Oltmans ,de Lockheed-affaire, zijn constante gezeur om geld en geklaag over de gierigheid van de Nederlandse Staat.
Teveel om op te noemen bijna voor een musical. Misschien kan John Leerdam er twee delen van maken: het eerste deel over de jaren tot en met 1945, het tweede deel over de naoorlogse jaren. Een beetje zoals de twee delen van Soldaat van Oranje, maar dan meer de kwade tegenpool daarvan. Er komt binnenkort overigens al een televisieserie genaamd Schavuit van Oranje, waarin Daan Schuurmans de rol van Bernard zal gaan spelen. Maar of Bernhard daarin als tegenpool van de Soldaat van Oranje zal worden neergezet, valt nog te bezien. Maar een musical is in ieder geval toch leuker, vanwege de muzikale dramatiek die eraan kan worden gegeven. Nelson Mandela kreeg al een musical, nu is de eer aan Prins Bernhard. En hopelijk met de nodige humor erin: http://www.youtube.com/watch?v=LzclgqYfxro .
Hopelijk krijgt Koenders dan eindelijk de kans om zelf eens een echte aristocraat te spelen zoals Bernhard. Hoeft hij niet meer met een zelfingenomen glimlachje in die survival-outfit rond te lopen in Soweto. Ik zie de interessante karakterontwikkeling in de musical al voor me: Openingsscene met ”Die Walküre” van Richard Wagner: een groep motorrijdende SS’ers in de Duitse sneeuw terwijl de winkelruiten van Joodse eigenaars worden ingegooid. Aan het slot van het eerste deel schiet Bernhard een olifant voor zijn kop, en even later brengt een zwarte koelie de champagne.
Tweede deel en ”fast forward” naar de jaren ’80: ‘Lion King’-muziek. Weer afrikaanse savanne. Opeens duikt Willem-Alexander op, die stampvoetend tegen opa roept dat hij ook wil leren vliegen. Eindakte van het laatste deel: Bernhard is inmiddels een gevierd natuurbeschermer geworden, en bezoekt hij voor een laatste keer Afrika. Zijn oude dienstbode is inmiddels ook al stokoud, en leeft nog steeds in dezelfde schamele hut. Bernhard geeft hem een paar dollars en vraagt hoe het met zijn olifanten gaat. Die doen het nog steeds goed, zo goed zelfs dat ze bijna een plaag vormen in de omgeving van het park. Bernard draait zich vermoeid om, gooit de smeekbrieven om geld van Afrikaanse kinderen in het knapperende haardvuur. Daarna laat hij zich nog een laatste keer door zijn dienstbode een glas champagne inschenken, en zegt tegen zijn bewonderende gast Rik Felderhof: ‘Ik heb nergens spijt van.’