Er worden heden ten dage heel wat studies gewijd aan de motieven van terroristen. In Nederland, dat altijd een sterke traditie heeft gehad op het gebied van de psycho-analyse, wordt het onderzoek helaas meer en meer toegespitst op de psychologische motieven van de daders. Helaas levert dit soort onderzoek weinig bruikbaar materiaal op voor de samenleving en de mensen die toekomstige aanslagen willen voorkomen. Ooit las des schrijver dezes een zeer geleerde studie van een Nederlandse psycholoog naar de onbewuste motieven van Adolf Hitler. Hij zou impotent zijn geweest en niet in staat tot intiem menselijk contact en daarom miljoenen mensen, in een schreeuw om aandacht, de dood in hebben gejaagd. Een schrale troost voor de miljoenen slachtoffers. Nu gebeurt hetzelfde met de terroristen van het laatste decennium. Volkert van der Graaf hunkerde kennelijk naar een betere samenleving zonder geweld tegen dieren. Mohammed Bouyeri vroeg eigenlijk om aandacht en respect. Karst Tatus was een mislukkeling in het gewone leven en zag geen andere uitweg. Zogenaamd.
Blaming the victim
Tegelijkertijd is in de Nederlandse media een proces gaande waarin de slachtoffers, de doelwitten van deze aanslagen, minder fraai worden afgebeeld. Men zegt dan ‘ze hebben het er ook zelf wel een beetje naar gemaakt’ of ‘waar rook is, is vuur’. Dit verschijnsel heet in de criminologie ‘blaming the victim’. Men riep opeens dat Pim Fortuyn ook maar een naar mannetje was en benadrukte dat hij vieze dingen deed met minderjarige jongetjes in het park. Theo van Gogh had het er zelf naar gemaakt met zijn botte uitspraken. En de Koninklijke familie? Die aanslag mislukte, dus geen ‘blaming the victim’ hier. De positieve kanten van de slachtoffers worden langzamerhand steeds meer vergeten. Neem Theo van Gogh: hij bekritiseerde alles en iedereen, maar was ook kritisch op zichzelf. Hij liet zich in zijn programma regelmatig door zijn eigen cactus steken. In zijn bekroonde serie ‘Najib en Julia’, een moderne soort ‘Romeo en Julia’, gaf hij een genuanceerd beeld van de liefde tussen een Marokkaanse pizza-jongen en een Nederlands hockeymeisje. Daarin spaarde hij niemand en wees hij op de hypocrisie aan beide zijden. Maar dit soort geluiden hoort men liever niet meer.
het ‘Churchill-effect’
Hoe verloopt het proces nu van ‘blaming the victim’? In de aanvankelijke schok direct na de aanslag worden de slachtoffers de hemel in geprezen. Emotie overheerst. In de weken na de aanslag worden de positieve kanten van de slachtoffers in de media benadrukt. Iedereen had ‘Theo’ opeens goed gekend. Daarna komt pas de periode van ‘blaming the victim’. Van Gogh had het er zelf ook naar gemaakt. Daarna, in de jaren die volgen, treedt de vergetelheid langzaam in en ontstaat vooral een zekere vermoeidheid: het ‘Churchill-effect’. Sir Winston Churchill was natuurlijk de grote held uit de Tweede Wereldoorlog, maar werd na de oorlog tot zijn eigen grote verbazing weggestemd door het Engelse volk. Mensen willen niet te lang stilstaan bij ellendige gebeurtenissen uit het verleden. Inmiddels zijn de standpunten van de overledenen al achterhaald door de actualiteit of deels overgenomen door anderen. Het wordt vervelend om steeds maar weer de naam van Fortuyn of Van Gogh te horen. Niemand verbaast zich er anno 2009 nog echt over dat de meeste politieke partijen alle standpunten van Fortuyn hebben overgenomen. Maar de naam Fortuyn kunnen we niet meer horen. Terwijl Minister Van der Laan anno 2009 hetzelfde verkondigt als Fortuyn in 2002. Precies vijf jaar na de aanslag op Van Gogh lag er slecht een bosje zonnebloemen op de plek van zijn afslachting. En een klein cactusje ergens op een middenberm, verloren tussen het doorrazende verkeer.
Sociaal-wenselijke psycho-analyse van de daders
Tegelijk met het Churchill-effect treedt een sociaal-wenselijke psycho-analyse van de daders op. De terroristen worden dan vaak gereduceerd tot geesteszieken of op zijn minst licht gestoorden, opdat wij allen gerust kunnen slapen in de gedachte dat normale mensen zoals wij allen zoiets nooit zouden doen. Volkert van der Graaf werd zo van een gevaarlijke extreem-linkse terrorist opeens een welhaast Don Quichote-achtige voorvechter van pelsdieren, een bevlogen maar nogal verwarde milieu-activist. Volgens het beeld dat ons ons is voorgeschoteld, vond hij het kennelijk zo zielig dat die diertjes elkaar in een kooi zaten te bijten, dat hij Pim Fortuyn wel moest omleggen. Fortuyn had immers de avond ervoor op televisie verklaard dat opheffing van de nertshouderij wat hem betreft geen prioriteit had . In een vlaag van verstandsverbijstering zou Van der Graaf naar het Media Park zijn geslaapwandeld om aldaar Pim Fortuyn vol lood te pompen, om vervolgens verdwaasd weg te rennen (ook al zo’n dappere daad). Mohammed Bouyeri werd geportretteerd als een rustige, verlegen jongen die zijn best deed op de Havo. Hij was een pas na zijn schooltijd in een identiteitscrisis geraakt en zo gevoelig, dat hij zich persoonlijk geraakt voelde toen Theo van Gogh zijn geloofsbroeders steeds maar weer aanduidde met ‘geitenneukers’. En omdat hij het Arabisch niet goed kon lezen, had hij alleen op zijn kamertje gezeten zijn toevlucht gezocht tot extremistische sites op internet. Allemaal analyse van zijn persoonlijke motieven, niet zijn politieke denkbeelden. Karst Tatus was volgens het heersende beeld een mislukte, wereldvreemde figuur die geen contact had met de buren. Hij kon zijn huur niet meer betalen en was daardoor in een depressie geraakt. Als dat iemand tot een terrorist maakt, lopen er misschien nog drie miljoen andere Tatussen rond in Nederland.
Bagatellisering politieke motieven
Na de sociaal-wenselijke interpretatie van de zieleroerselen van de daders, worden vervolgens ook de politieke motieven van de daders snel gebagatelliseerd, om ons allen niet ongeruster te maken dan we al zijn. Gaat u rustig slapen, de overheid en de journalistieke elite waken over u. Het is daarom goed opletten op wat de kleinere berichtjes in de media soms brengen in de kantlijnen. Zoals het feit dat Volkert van der Graaf aan de politie heeft verklaard dat hij Pim Fortuyn met zijn rechtse opvattingen als een gevaar voor de gehele samenleving beschouwde, een nieuwe Hitler. Het ging Van der Graaf dus helemaal niet enkel om de nertshouderij, maar om het geheel. Om de gemoederen te sussen is zijn motief naderhand tot de dit ene element van de nertshouderij teruggebracht. Mohammed Bouyeri zag zijn daad niet enkel als gerechtvaardigd, maar zelfs als rechtvaardig omdat Van Gogh soera’s van de Koran op een bloot vrouwenlichaam had geprojecteerd, en de Islam daarmee had beledigd. Hij beschouwde, en met hem vele anderen, Hirsi Ali en Van Gogh als vijanden van de Islam die uit de weg geruimd moeten worden. Inmiddels betracht de journalistiek uit lijfsbehoud de nodige zelfcensuur. Karst Tatus noemde de kroonprins een ‘fascist’. Ook hij had dus wel degelijk een politiek motief voor zijn handelen. Karst Tatus mag dan geen gezelligerd in de lokale kroeg zijn geweest, maar hij was zeker niet gek. Kennelijk had hij redenen om de kroonprins als fascist te beschouwen. Waarom hij precies tot die conclusie kwam, is nooit nader onderzocht.
Van der Lubbe-effect
Het verschijnsel dat terroristen als licht gestoord worden gepresenteerd is niet nieuw en wordt zelfs in de politieke wetenschap aangeduid met het “Van der Lubbe’-effect. Marinus van der Lubbe was een Nederlandse communist die hoogstwaarschijnlijk de Duitse Rijksdag in brand heeft gezet op 27 februari 1933. Hij is daarna geportretteerd als een verdwaasde, wereldvreemde jongen die handelde in een vlaag van verstandsverbijstering. Vreemd, want hij had, in tegenstelling tot vele anderen met kraakhelder verstand, kennelijk in 1933 al zeer goed door welk gevaar dreigde. De brandstichting kwam de Nazi’s eigenlijk goed van pas; Van der Lubbe had een extra argument verschaft om hard op te treden tegen communisten. De gevolgen nadien zijn bekend. Nu is de Nederlandse situatie uiteraard volslagen anders dan destijds in Duitsland. Ik wil dan ook geen gemakkelijke vergelijkingen maken. Wel is het geboden waakzaam te zijn en blijven voor de twee hiervoor genoemde effecten, namelijk ’blaming the victim’ en het ‘Van der Lubbe’-effect. Het valt niet uit de sluiten dat ook onze huidige politieke elite baat heeft bij het instandhouden van bepaalde karikaturen in plaats van over te gaan tot objectieve waarheidsvinding.
Peter Bruns