Artikel 1 Grondwet revisited

 buitenhof

Wijlen Pim Fortuyn, een Nederlands politicus (1948-2002), schijnt ooit te hebben gezegd dat artikel 1 van de Grondwet maar beter afgeschaft kon worden. Wat zijn redenen ook waren, niemand heeft destijds serieus overwogen of artikel 1 van onze Grondwet – in de huidige vorm daterend van 1983 - zou moeten worden aangepast. De discussie is na een goed gemikte kogel in het achterhoofd van de heer Fortuyn, snel weer gesloten. Maar een Grondwet is van papier en niet van steen, ondanks de fraaie in steen gegrifte muur met artikel 1 erop langs het Buitenhof. De Grondwet kan wel degelijk, met gekwalificeerde meerderheid, worden gewijzigd. Minister Donner betoogde in 2006 dat indien driekwart van het Parlement vindt dat de sharia in Nederland zou moeten worden ingevoerd, daartegen staatsrechtelijk geen enkel bezwaar tegen zou zijn. Hoewel een dergelijke uitspraak een ieder met gezond verstand terecht in het verkeerde keelgat is geschoten, had Donner, deze kwestie vanuit een zuiver staatsrechtelijke tunnelvisie beschouwend, zonder meer gelijk. Eigenlijk zegt de Nederlandse Grondwet zelf weinig over het karakter van de Nederlandse staat en samenleving. Hoe luidt nu artikel 1 van onze Grondwet ook alweer? Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet opent nogal irritant, namelijk meteen met een verbod, het welbekende verbod van discriminatie van een ieder die zich op ons grondgebied bevindt. Hieronder de tekst nog eens een keer:

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

‘Allen die zich in Nederland bevinden’ 

Opvallend is overigens al dat in de eerste zin van artikel 1 van de Grondwet een soort territoriale bescherming voorop wordt gesteld. Volgens het artikel worden alle mensen die zich in ons land bevinden, dus ongeacht of zij nu legaal of illegaal zijn, en zelfs toevallige passanten, in gelijke gevallen gelijk behandeld. Daarna volgt direct, als slag met de hamer, het discriminatieverbod.

Het zou naar onze mening wenselijk zijn dit nogal gebiedende artikel eens onder de loep te nemen en te kijken of een iets positievere bewoording niet mogelijk is. Verwijs bijvoorbeeld naar de soevereiniteit van het Nederlandse volk. Het is namelijk niet erg om Nederlander te zijn. Want hoewel volgens sommige hooggeplaatsten de Nederlandse identiteit niet echt bestaat, voelen veel burgers dat toch anders. Een andere suggestie: verwijs naar de waarde van de democratie, of garandeer het seculiere karakter van de Nederlandse staat. Dat zijn echt niet zulke vreemde suggesties. De meeste andere constituties in de wereld bevatten dergelijke bewoordingen en zijn vanuit een zekere maatschappelijke trots op het eigen land opgeschreven. Helaas heeft Rita Verdonk binnen de Haagse Stolp met haar marginale partij het begrip ‘trots’ al gekaapt. Jammer. Maar misschien kunnen wij wel leren van andere landen. Ter inspiratie van Minister Donner en anderen geef ik hier daarom een overzicht van enkele ‘Artikelen 1′ van andere landen.

Verenigde Staten

Vaak wordt gedacht dat de Grondwet van de Verenigde Staten begint met ‘We the people of the United States..’. Dat is natuurlijk op zich ook zo, maar strikt gesproken behoort die beroemde zinsnede tot de ‘Preamble’, het voorwoord, een inleiding tot de eigenlijke Grondwet. In dergelijke voorvoorden op de Grondwet, ook van andere landen, blijkt vaak wat de de ontstaansgeschiedenis van een Grondwet was. Vaak tonen deze inleidingen belangrijke informatie over de instelling van de makers.  Het daadwerkelijke eerste artikel van de Amerikaanse grondwet, Section 1, is minder welluidend dan het fraaie Preamble en onderschrijft gewoon het primaat van de wetgevende macht. Natuurlijk zegt dat op zich ook al iets over de opstelllers. Tijdens de Britse overheersing lag die wetgevende macht uiteraard overzee in Engeland. Het was dan ook uniek in de wereldgeschiedenis dat een kolonie zichzelf onafhankelijk verklaarde van het moederland.  Het echte artikel 1 (Section 1) van de Amerikaanse Constitutie luidt als volgt:

All legislative Powers herein granted shall be vested in a Congress of the United States, which shall consist of a Senate and House of Representatives.

Het Amerikaanse Artikel 1 is dus op zich niet zo’n goed voorbeeld. Mischien bieden andere landen daarom een beter voorbeeld. Bijvoorbeeld Duitsland.

Duitsland

Onze oosterburen hebben natuurlijk andere omstandigheden doorstaan. Zo kort na de Tweede Wereldoorlog gooide de Duitse Bondsrepubliek het noodgedwongen op geheel andere boeg. Na de verschrikkingen van de oorlog, had het Duitse volk natuurlijk nogal wat goed te maken en daarom legde de jonge Bondsrepubliek de nadruk op de menstelijke waardigheid, mensenrechten, vrede en rechtvaardigheid. Niet alleen binnen het eigen land maar in de gehele wereld. Artikel 1 van de Duitste Grondwet:

(1) Die Würde des Menschen ist unantastbar. Sie zu achten und zu schützen ist Verpflichtung aller staatlichen Gewalt.

(2) Das Deutsche Volk bekennt sich darum zu unverletzlichen und unveräußerlichen Menschenrechten als Grundlage jeder menschlichen Gemeinschaft, des Friedens und der Gerechtigkeit in der Welt.

(3) Die nachfolgenden Grundrechte binden Gesetzgebung, vollziehende Gewalt und Rechtsprechung als unmittelbar geltendes Recht.

Frankrijk

De Franse Grondwet van 1958 is een voorbeeld van helderheid en weerspiegelt, net als de Amerikaanse constitutie, het aanstekelijke optimisme van de Verlichting. Artikel 1 garandeert het seculiere, democratische en sociale karakter van de Republiek. Alle burgers zijn gelijk voor de wet zonder onderscheid naar afkomst, ras of religie. Het Frande Artikel 1:

La France est une République indivisible, laïque, démocratique et sociale. Elle assure l’égalité devant la loi de tous les citoyens sans distinction d’origine, de race ou de religion. Elle respecte toutes les croyances. Son organisation est décentralisée. La loi favorise l’égal accès des femmes et des hommes aux mandats électoraux et fonctions électives, ainsi qu’aux responsabilités professionnelles et sociales.

Saudi Arabië

Refererend aan de aangehaalde uitspraak van Minister Donner geef ik ook graag een voorbeeld van een Grondwet van een theocratische staat waarin de Islam centraal staat, namelijk Saudi Arabië. De Saudische Grondwet is een schoolvoorbeeld van een op godsdienst gebaseerde staat en Grondwet. Artikel 1 (hieronder in Engelse vertaling) maakt direct al duidelijk dat de Islam het centrale element van de constitutie is:

The Kingdom of Saudi Arabia is a sovereign Arab Islamic state with Islam as its religion; God’s Book and the Sunnah of His Prophet, God’s prayers and peace be upon him, are its constitution, Arabic is its language and Riyadh is its capital.

Japan

Een ander goed voorbeeld biedt Japan. Artikel 1 van de Japanse Grondwet van na de Tweede Wereldoorlog benadrukt de soevereiniteit van het Japanse volk. De Keizer heeft slechts nog een symbolische functie als belichaming van de staatsmacht en de eenheid van het Japanse volk. Artikel 1 van de Japanse Grondwet luidt (in Engelse vertaling):

The Emperor shall be the symbol of the State and the unity of the people, deriving his position from the will of the people with whom resides sovereign power.

Terug naar Nederland

Uit de bovenstaande ’tour d’horizon’ blijkt dat artikel 1 van de Nederlandse Grondwet dus nogal uniek is vanwege het gebrek aan enig blijken van nationale fierheid, voorts door de zuiver territoriale beschermings-gedachte, en de directe formulering van een verbod. Daardoor krijg je als nietsvermoedende Nederlander die dit artikel voor het eerst leest driemaal een klap in het gezicht. Voor een dergelijke formulering is geen enkele historische verklaring. Nederland is geen heilig boontje, maar kent geen verleden van grootschalige schending van mensenrechten. Ik heb het vermoeden dat het discriminatieverbod zo is opgenomen uit onterecht schuldgevoel over de eigen identiteit en het taboe op alles wat naar nationalisme ruikt uit de jaren ’70 en ’80. Zelfs de constituties van Japan en Duitsland, beide vlak na de Tweede Wereldoorlog opgesteld, kennen geen expliciete verbodsbepalingen voor het eigen volk. Terwijl die landen toch echt meer op hun kerfstok hadden. Het is daarom helemaal niet vreemd om eens een kritische blik te werpen op ons eigen artikel 1 van de Grondwet.

Peter Bruns

2 Responses to “Artikel 1 Grondwet revisited”

  1. Tulay
    18 December 2009 at 19:57 #

    Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.

    Algemene beginselen

    Art. l. Het oogmerk der maatschappylyke vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen en beschaving van verstand en zeden.

    2. Het maatschappylyk verdrag wyzigt noch beperkt de natuurlyke regten van den mensch, dan in zoo verre zulks ter bereikinge van dat oogmerk noodzakelyk is.

    3. Alle leden der maatschappy hehben, zonder onderscheiding van geboorte, bezitting, stand of rang, eene gelyke aanspraak op derzelver voordeelen.

    4. Ieder burger is volkomen vry om te beschikken over zyne goederen, inkomsten en de vruchten van zyn vernuft en arbeid en voorts, om alles te doen, wat de regten van eenen ander niet schend.

    5. De wet is de wil van het geheele maatschappylyk lichaam, uitgedrukt door de meerderheid of der burgeren of van derzelver vertegenwoordigers. Zy is hetzy beschermende of straffende gelyk voor allen. Zy strekt zich alleen uit tot daaden, nimmer tot gevoelens. Alles wat overeenkomt met de onvervreemdbare regten van den mensch in maatschappy, kan door geene wet verboden worden. Zy beveelt, noch laat toe, hetgeen daarmede strydig is.

    6. Alle de pligten van den mensch in de maatschappy hebben hunnen grondslag in deze heilige wet: doe eenen ander niet, hetgeen gy niet wenscht dat aan u geschiede, doe aan anderen, ten allen tyde, zoo veel goeds, als gy in gelyke omstandigheden van hun zoudt wenschen te ontvangen

    7. Niemand is een goed burger, dan die de huislyke pligten in onderscheiden stand, waarin hy moge gesteld zyn, zorgvuldiglyk uitoefent en voords in alle opzigten, aan zyne maatschappylyke betrekkingen voldoet.

    8. De eerbiedige erkentenis van een albestuurend opperwezen versterkt de banden der maatschappy en blyft iederen burger ten duursten aanbevolen.

    Deze tekst uit 1798 vind ik nou een pronkjuweel. Je zou hedentendage kunnen palaveren over artikel 8 maar voor de rest : chapeau.

  2. 19 December 2009 at 7:13 #

    Dank voor je leuke reactie. Inderdaad een zeer fraaie tekst, en ondanks het feit dat hij meer dan 200 jaar oud is, komt het nog steeds zeer goed over.
    En artikel 8 is inderdaad opvallend, en interessant; invloed van het deisme?

Leave a Reply

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan