Archive | November 2009

Tora Bora, Rome en Moskou

colosseum     

De oorlog in Afghanistan begint steeds meer trekken te vertonen van een tweede Vietnam. Obama had de aanwezige troepen al verdubbeld en de generale staf heeft vorige week een extra versterking van 40.000 tot 45.000 troepen gevraagd. Alarmerende geluiden. Terwijl de troepen worden aangevuld, wordt tegelijkertijd steeds vaker gezinspeeld op een strategische terugtrekking in plaats van een eindoverwinning. Een nieuw rapport van de Democratische staf van het ‘Senate Foreign Relations Committee’ beschrijft dat de Amerikanen op het punt stonden de leider van Al Qaida te doden. In december 2001 was Bin Laden in de val gelokt in Tora Bora. Zijn testament had hij alvast opgemaakt.

Strategische fout

Te trage actie aan Amerikaanse kant, en vooral een strategische blunder van Donald Rumsfeld heeft volgens het rapport de uitschakeling van Bin Laden op het laatste moment verijdeld. In dat geval een gemiste kans, want zo kort na de de september-aanslagen van 2001 was de publieke opinie in de wereld nog geheel op Amerikaanse handen. Bin Laden is 8 jaar later nog steeds niet getraceerd. Waarom hebben de Amerikanen op dit cruciale moment niet adequaat gehandeld? Daarover zal nog jarenlang worden gespeculeerd.

Een theorie

Hoewel er allerlei oorzaken kunnen zijn, die ik uiteraard niet ken, speelt misschien en aloud psychologisch verschijnsel een rol. Niet geheel maar misschien een beetje. Mijn theorie luidt als volgt. Misschien was het Amerikaanse talmen op dat cruciale moment een vorm van angst voor de overwinning. Dit soort angst ontstaat vaak in een kritieke situaties waarin het onmogelijk geachte, opeens binnen handbereik ligt, en dat lijdt tot angstgevoelens. Met verstarring en inertie als gevolg. Men heeft lang ergens naar toe geleefd, en opeens is het moment daar. Het is nu of nooit. Soms kiezen mensen in die stresssituatie voor ‘nooit’. Vaak roepen die mensen dan achteraf ‘ach, het was me toch nooit gelukt’. Uit het dagelijkse leven kent iedereen welke zulke voorbeelden , maar ook in de militaire geschiedenis is dit verschijnsel niet onbekend. De vijand is in de eigen ogen onverslaanbaar, en wordt hard bevochten. Maar zodra de overwinning aan de horizon gloort, komt de twijfel. Ten minste twee keer eerder in de geschiedenis maakten opperbevelhebbers zo’n strategische fout. Als daarvan een precedentwerking uitgaat, ziet het er niet goed uit voor het verloop van de nu al desastreuze oorlog. Hieronder de voorbeelden. De overeenkomsten met Tora Bora zijn frappant.

de Romeins-Carthaagse oorlogen

Een geniale strateeg in de geschiedenis, die op alle militaire scholen ter wereld wordt aangehaald als sprekend voorbeeld is Hannibal. Uiteraard niet Hannibal Lector, maar de Carthaagse verldheer Hannibal Barkas (247 v. Chr – 183 v. Chr.). Rome en Carthago waren in de derde eeuw voor onze jaartelling uitgegroeid tot grootmachten in de westelijke Middellandse zee. Er onstond zelfs een soort koude oorlog tussen de twee steden. In de Tweede Punische oorlog trok Hannibal met zijn leger voorzien van olifanten, vanuit het huidige Spanje naar Italië over de Pyreneeen en de Alpen Italie binnen.  Het was een verrassingsoorlog zoals nooit tevoren vertoond. De Romeinen waren compleet van hun stuk. In Italië behaalde de Carthaagse veldheer grote overwinningen, met als wreed hoogtepunt de Slag bij het Trasimeense meer, waar het Romeinse leger verpletterend werd verslagen. Rome was nu kwetsbaar als een open wond een haar inwoners beefden van angst.

Hannibal valt Rome niet binnen

Toen gebeurde iets vreemds. Hannibal bleef maar om Rome heencirkelen. Op een of andere manier kon of wilde hij Rome zelf niet belegeren. Hannibal bleef de komende 16 jaar rondzwerven  in Zuid-Italië, tot hij uiteindelijk werd teruggeroepen naar Carthago om het vaderland te verdedigen. De Romeinen hadden inmiddels al hun vloot klaarliggen voor de kade van Carthago. Het is nooit echt duidelijk geworden waarom Hannibal de Romeinse hoofdstad zelf niet heeft aangevallen hoewel hij vele kansen had om de stad binnen te vallen. Angst voor de overwinning? Hoe het ook zij, Rome won de oorlog uiteindelijk en vernietigde in een volgende oorlog Carthago volledig. De Romeinen strooiden zout in de straten van de stad, opdat er nooit meer iets zou groeien.

de Tweede Wereldoorlog

Begin oktober 1941 leek het erop dat Duitsland en Japan de Tweede Wereldoorlog zouden gaan winnen. De Verenigde Staten wilde niet meedoen en alleen Groot-Brittannie bood nog weerstand. Het Duitse leger was tot diep in Rusland doorgestoten, en bevond zich al in de voorsteden van Moskou. Midden oktober 1941 lag Moskou er angstig bij. De mensen die niet konden vechten waren al uit de stad weggebracht. Er waren geruchten dat Stalin zelf de stad zou gaan verlaten. Zelfs de berucht wrede chef van de geheime dienst Beria had de hoop opgegeven en riep in vertwijfeling ‘ze zullen ons als konijnen neerknallen’. De Duitse persdienst kondigde al aan dat Rusland verslagen was.

Richard Sorge brengt het verlossende bericht

In werkelijkheid waren de Duitse troepen al uitgeput. Stalin vernam op dat cruciale moment van zijn spion Richard Sorge dat Japan het plan had opgegeven om Rusland aan te vallen. Zo kon hij rekenen op al zijn Siberische troepen. Stalin hervatte moed. Het cruciale moment was verstreken en Moskou viel uiteindelijk niet. Richard Sorge wordt wel de eigenlijke redding van Rusland genoemd in die bange dagen.

 Tweede mogelijkheid

Later, in het voorjaar van 1942 hadden de Duitsers een tweede kans en trok de Wehrmacht weer richting de stad. Maar Hitler maakte, tegen de wil van zijn generaals in, een strategische blunder door zijn plotselinge besluit het leger op te splitsen in twee delen en eerst naar de olievelden in de Kaukasus op te trekken. Moskou kon wachten. Waarom deed Hitler dit? Misschien was het onbewuste faalangst. Misschien ook niet. Het Duitse leger voerde daarna offensief na offensief uit, maar werd langzaam verdreven van het Russische grondgebied in een van de meeste gruwelijke oorlogen ooit. De Sovjets, in wreedheid bijna even erg als de Duitsers, hadden inmiddels geleerd en kenden, hun geweten in wodka verdronken, geen angst voor de overwinning. Zij trokken voor een tweede maal in de oorlog verkrachtend door Polen, voorts Pommeren om uiteindelijk Berlijn tot aan de grond te verwoesten en de hamer en sikkel te planten op de Brandenburger Tor.

Lessen voor het heden?

Laten we hopen dat hetzelfde scenaro niet in Afghanistan plaatsvindt. Als de voorbeelden in de geschiedenis een precedent vormen, zullen de extra troepen die nu worden ingezet geen wezenlijk verschil meer uitmaken voor de uitkomst, en alleen nog maar meer doden opleveren in een verloren oorlog. Het cruciale moment, nu al 8 jaar geleden, is immers al verstreken. Tora Bora is niet gevallen. Obama begreep al voordat hij President werd dat een belangrijk moment was gemist daar in die koude bergen van Afghanistan in december 2001. Hij schreef hierover zelfs expliciet in ‘the Audacity of Hope’. Laten we hopen dat hij als President nu de juiste beslissing kan maken en hij niet net als Hannibal, nog 16 jaar na het cruciale moment mensenlevens verloren laat gaan tot hij wordt teruggefloten om zijn eigen land te redden van toekomstige terroristen van eigen bodem. Het is maar een theorie, dit stukje. Maar laten we hopen eentje die niet bewaarheid wordt.

Bronnen:

http://www.cnn.com/2009/POLITICS/11/29/bin.laden.2001/index.html

Tweede Wereldoorlog: Vladimir Fedorovski, ‘Le Fantome de Stalin’, 2007

 

 

De blinde vlek van de kosmocraten

nails ball 

In het jaar 2000, bijna tien jaar geleden en bijna in een onschuldigde wereld, verscheen het bekende boek ‘A Future Perfect: The Challenge & Hidden Promise of Globalisation’. Daarin werd beschreven hoe langzamerhand een nieuwe elite aan het ontstaan was, de zogeheten ‘Cosmocrats’ (hierna: Kosmocraten). Deze moderne, mondiale elite kenmerkt zich door een ‘global lifestyle’ en transnationale interessegebieden. Deze heterogene groep is meritocratisch ingesteld omdat geld nu eenmaal handig is. De gemiddelde kosmocraat heeft meer interesse in mondiale dan lokale ontwikkelingen. Hij kijkt ver over de eigen landsgrenzen heen en kijkt heimelijk neer op de in zijn ogen nogal bekrompen lokalen, in het bijzonder die in eigen land.

Wereldburgers

De kosmocraat ziet zichzelf meer als wereldburger en niet als integraal deel van een lokaal gebonden groep. Kosmocraten lezen liefst de ‘Economist’, zijn goed geinformeerd over van alles, zodra het niet te diepgravend wordt en eclectisch maar tamelijk oppervlakkig in hun culturele interesse. Ze houden van ‘Putumayo’-muziek en andere wereldmuziek mits die niet te traditioneel klinkt, want dat is weer te ingewikkeld. Klassieke muziek mag, maar niet teveel graag. Maar ook Andre Hazes is zeer geliefd want die is ‘camp’. De kosmocraat spreekt Engels met een zo Amerikaans mogelijk accent, reist de wereld over en beschouwt die als een soort groot cultureel pretpark. Raften in Vietnam, hiken in Bolivia, gastgezin in Zuid-Afrika of juist lekker cocoonen met een goed glas wijn op Vlieland, het kan allemaal. En de lokale bevolking is leuk om als ‘couleur locale’ te dienen. Om als aspirant-kosmocraat aan te tonen dat je voldoet aan de toegangseisen van deze elite, is het altijd goed om zoveel mogelijk buitenlandse vrienden te maken, en deze toe te voegen als vriend op Hyves of Facebook. En sparen voor een liefst Amerikaanse MBA, het zwemdiploma B voor deze elite.

Geen spruitjesgeur 

Hoe staat deze groep ervoor bijna 10 jaar na hun ’ontdekking’? Uitmuntend.

De president van de Verenigde Staten, Obama, is de belichaming van de kosmocratische ‘global lifestyle’. En hij is toch maar president van het machtigste land ter wereld geworden. Van deels Afrikaanse afkomst maar toch een Amerikaan, opgegroeid in Hawaii en Indonesie, een beetje christen en toch ook een beetje moslim. Van alles wat, en dat doet het goed bij de andere kosmocraten. In ons eigen land is prinses Maxima een goed voorbeeld, of prinses Laurentien (voorheen ‘Petra’). Opgegroeid en opgeleid in verschillende landen, voelen zich zich betrokken bij internationale kwesties, en eigenlijk is iedere goede zaak in orde, zolang het maar exotisch genoeg is en niet teveel naar spruitjesgeur ruikt. Want geen kosmocraat die zit te wachten op het helpen van ouderen in verzorgings-tehuizen in Alsmeer of onstpoorde jongeren in Amsterdam-West. Dat is gewoonweg niet ‘sexy’. In het Nederlandse ’debat’ over de schaduwzijden van de globalisering is Alexander Pechtold bij uitstek de meest kosmocratisch ingestelde politicus. Hij ziet de globalisering (eigenlijk: mondialisering) niet als een probleem maar als een uitdaging. Hij is de typerende cultuurrelativist. Zoals het een goed cultuurrelativist betaamt kijkt hij heimelijk met een zeker dedain neer op al die stumpers die het niet hebben begrepen. Een D66-standpunt over de Armeense genocide? Overbodig. Wilders? Kijk eens wat een bekrompen mannetje. Daar staat hij, als redelijk denkend mens ver boven en hij laat het blijken ook.

Blinde vlek

Nu is het natuurlijk helemaal niet zo erg dat de goedbedoelende kosmocraten zich met goede zaken bezig willen houden. Alle lof voor serieuze initiatieven en goede intenties. Maar wat de kosmocraat vaak niet begrijpt, is hoe de traditionele mens denkt. Omdat de kosmocraat ver afstaat van de lokaal gebonden mens, kan hij zich niet inleven in diens penibele situatie. De lokale bekrompen stumper denkt vanuit zijn eigen traditie, en die wordt van alle kanten bedreigd door de globalisering. Van Talibaan tot de PVV, allen voelen zich in hun eigen identiteit bedreigd. Redelijkheid is niet waar die mensen op zitten te wachten. Dat is ook de reden waarom het Nederlandse leger met het bouwen van scholen in Afghanistan de ‘hearts and minds’ niet wint, maar alleen maar nog meer haat oproept. De Afghanen moeten ons gewoon niet. Zo simpel is het. De kosmocraten zoals Pechtold zullen zich moeten inleven in die diepgewortelde sentimenten, en dat doende zullen zij zich grondig moeten verdiepen in de complexe achtergrond van die mensen. En dat gaat verder dan het lezen van een paar artikelen op wikipedia of het lezen van de ‘Economist’.

Weerbarstige lokale realiteit

Obama, een echte kosmocraat, maar dan wel een zeer veelzijdige en met intellectuele diepgang, sprak mooie woorden tijdens de volksopstand in Iran in juni 2008. Hij haalde zelfs de Iraanse dichter Hafez aan, en sprak daarmee veel jongeren aan. Een mooi gebaar. In ieder geval beter dan zijn voorganger, de Olifant in de porseleinkast Bush. Maar is het voldoende? Iran lijkt zich weinig aan te trekken van de uitgestrekte hand van Obama, hoewel deze gelukkig intelligent genoeg is om te beseffen dat naast mooie woorden ook Realpolitik nodig is. De echte uitdaging voor de minder veelzijdigen onder de kosmocraten, zoals Pechtold, is dan ook om in te zien dat niet iedereen de globalisering evenzeer verwelkomt als zijzelf, en dat er geen generieke oplossingen zijn voor lokale problemen in een grillige wereld.

Peter Bruns

Het sluipende gevaar van psycho-analyse bij terroristen

sun flower

Er worden heden ten dage heel wat studies gewijd aan de motieven van terroristen. In Nederland, dat altijd een sterke traditie heeft gehad op het gebied van de psycho-analyse, wordt het onderzoek helaas meer en meer toegespitst op de psychologische motieven van de daders. Helaas levert dit soort onderzoek weinig bruikbaar materiaal op voor de samenleving en de mensen die toekomstige aanslagen willen voorkomen. Ooit las des schrijver dezes een zeer geleerde studie van een Nederlandse psycholoog naar de onbewuste motieven van Adolf Hitler. Hij zou impotent zijn geweest en niet in staat tot intiem menselijk contact en daarom miljoenen mensen, in een schreeuw om aandacht, de dood in hebben gejaagd. Een schrale troost voor de miljoenen slachtoffers. Nu gebeurt hetzelfde met de terroristen van het laatste decennium. Volkert van der Graaf hunkerde kennelijk naar een betere samenleving zonder geweld tegen dieren. Mohammed Bouyeri vroeg eigenlijk om aandacht en respect. Karst Tatus was een mislukkeling in het gewone leven en zag geen andere uitweg. Zogenaamd.

Blaming the victim

Tegelijkertijd is in de Nederlandse media een proces gaande waarin de slachtoffers, de doelwitten van deze aanslagen, minder fraai worden afgebeeld. Men zegt dan ‘ze hebben het er ook zelf wel een beetje naar gemaakt’ of ‘waar rook is, is vuur’. Dit verschijnsel heet in de criminologie ‘blaming the victim’. Men riep opeens dat Pim Fortuyn ook maar een naar mannetje was en benadrukte dat hij vieze dingen deed met minderjarige jongetjes in het park. Theo van Gogh had het er zelf naar gemaakt met zijn botte uitspraken. En de Koninklijke familie? Die aanslag mislukte, dus geen ‘blaming the victim’ hier. De positieve kanten van de slachtoffers worden langzamerhand steeds meer vergeten. Neem Theo van Gogh: hij bekritiseerde alles en iedereen, maar was ook kritisch op zichzelf. Hij liet zich in zijn programma regelmatig door zijn eigen cactus steken. In zijn bekroonde serie ‘Najib en Julia’, een moderne soort ‘Romeo en Julia’, gaf hij een genuanceerd beeld van de liefde tussen een Marokkaanse pizza-jongen en een Nederlands hockeymeisje. Daarin spaarde hij niemand en wees hij op de hypocrisie aan beide zijden. Maar dit soort geluiden hoort men liever niet meer.

het ‘Churchill-effect’

Hoe verloopt het proces nu van ‘blaming the victim’? In de aanvankelijke schok direct na de aanslag worden de slachtoffers de hemel in geprezen. Emotie overheerst.  In de weken na de aanslag worden de positieve kanten van de slachtoffers in de media benadrukt. Iedereen had ‘Theo’ opeens goed gekend. Daarna komt pas de periode van ‘blaming the victim’. Van Gogh had het er zelf ook naar gemaakt. Daarna, in de jaren die volgen, treedt de vergetelheid langzaam in en ontstaat vooral een zekere vermoeidheid: het ‘Churchill-effect’. Sir Winston Churchill was natuurlijk de grote held uit de Tweede Wereldoorlog, maar werd na de oorlog tot zijn eigen grote verbazing weggestemd door het Engelse volk. Mensen willen niet te lang stilstaan bij ellendige gebeurtenissen uit het verleden. Inmiddels zijn de standpunten van de overledenen al achterhaald door de actualiteit of deels overgenomen door anderen. Het wordt vervelend om steeds maar weer de naam van Fortuyn of Van Gogh te horen. Niemand verbaast zich er anno 2009 nog echt over dat de meeste politieke partijen alle standpunten van Fortuyn hebben overgenomen. Maar de naam Fortuyn kunnen we niet meer horen. Terwijl Minister Van der Laan anno 2009 hetzelfde verkondigt als Fortuyn in 2002. Precies vijf jaar na de aanslag op Van Gogh lag er slecht een bosje zonnebloemen op de plek van zijn afslachting. En een klein cactusje ergens op een middenberm, verloren tussen het doorrazende verkeer.

 Sociaal-wenselijke psycho-analyse van de daders

Tegelijk met het Churchill-effect treedt een sociaal-wenselijke psycho-analyse van de daders op. De terroristen worden dan vaak gereduceerd tot geesteszieken of op zijn minst licht gestoorden, opdat wij allen gerust kunnen slapen in de gedachte dat normale mensen zoals wij allen zoiets nooit zouden doen. Volkert van der Graaf werd zo van een gevaarlijke extreem-linkse terrorist opeens een welhaast Don Quichote-achtige voorvechter van pelsdieren, een bevlogen maar nogal verwarde milieu-activist. Volgens het beeld dat ons ons is voorgeschoteld, vond hij het kennelijk zo zielig dat die diertjes elkaar in een kooi zaten te bijten, dat hij Pim Fortuyn wel moest omleggen. Fortuyn had immers de avond ervoor op televisie verklaard dat opheffing van de nertshouderij wat hem betreft geen prioriteit had . In een vlaag van verstandsverbijstering zou Van der Graaf naar het Media Park zijn geslaapwandeld om aldaar Pim Fortuyn vol lood te pompen, om vervolgens verdwaasd weg te rennen (ook al zo’n dappere daad). Mohammed Bouyeri werd geportretteerd als een rustige, verlegen jongen die zijn best deed op de Havo. Hij was een pas na zijn schooltijd in een identiteitscrisis geraakt en zo gevoelig, dat hij zich persoonlijk geraakt voelde toen Theo van Gogh zijn geloofsbroeders steeds maar weer aanduidde met ‘geitenneukers’.  En omdat hij het Arabisch niet goed kon lezen, had hij alleen op zijn kamertje gezeten zijn toevlucht gezocht tot extremistische sites op internet. Allemaal analyse van zijn persoonlijke motieven, niet zijn politieke denkbeelden. Karst Tatus was volgens het heersende beeld een mislukte, wereldvreemde figuur die geen contact had met de buren. Hij kon zijn huur niet meer betalen en was daardoor in een depressie geraakt. Als dat iemand tot een terrorist maakt, lopen er misschien nog drie miljoen andere Tatussen rond in Nederland.

Bagatellisering politieke motieven

Na de sociaal-wenselijke interpretatie van de zieleroerselen van de daders, worden vervolgens ook de politieke motieven van de daders snel gebagatelliseerd, om ons allen niet ongeruster te maken dan we al zijn. Gaat u rustig slapen, de overheid en de journalistieke elite waken over u. Het is daarom goed opletten op wat de kleinere berichtjes in de media soms brengen in de kantlijnen. Zoals het feit dat Volkert van der Graaf aan de politie heeft verklaard dat hij Pim Fortuyn met zijn rechtse opvattingen als een gevaar voor de gehele samenleving beschouwde, een nieuwe Hitler. Het ging Van der Graaf dus helemaal niet enkel om de nertshouderij, maar om het geheel. Om de gemoederen te sussen is zijn motief naderhand tot de dit ene element van de nertshouderij teruggebracht. Mohammed Bouyeri zag zijn daad niet enkel als gerechtvaardigd, maar zelfs als rechtvaardig omdat Van Gogh soera’s van de Koran op een bloot vrouwenlichaam had geprojecteerd, en de Islam daarmee had beledigd. Hij beschouwde, en met hem vele anderen, Hirsi Ali en Van Gogh als vijanden van de Islam die uit de weg geruimd moeten worden. Inmiddels betracht de journalistiek uit lijfsbehoud de nodige zelfcensuur. Karst Tatus noemde de kroonprins een ‘fascist’. Ook hij had dus wel degelijk een politiek motief voor zijn handelen. Karst Tatus mag dan geen gezelligerd in de lokale kroeg zijn geweest, maar hij was zeker niet gek. Kennelijk had hij redenen om de kroonprins als fascist te beschouwen. Waarom hij precies tot die conclusie kwam, is nooit nader onderzocht.

Van der Lubbe-effect

Het verschijnsel dat terroristen als licht gestoord worden gepresenteerd is niet nieuw en wordt zelfs in de politieke wetenschap aangeduid met het “Van der Lubbe’-effect. Marinus van der Lubbe was een Nederlandse communist die hoogstwaarschijnlijk de Duitse Rijksdag in brand heeft gezet op 27 februari 1933. Hij is daarna geportretteerd als een verdwaasde, wereldvreemde jongen die handelde in een vlaag van verstandsverbijstering. Vreemd, want hij had, in tegenstelling tot vele anderen met kraakhelder verstand, kennelijk in 1933 al zeer goed door welk gevaar dreigde. De brandstichting kwam de Nazi’s eigenlijk goed van pas; Van der Lubbe had een extra argument verschaft om hard op te treden tegen communisten. De gevolgen nadien zijn bekend. Nu is de Nederlandse situatie uiteraard volslagen anders dan destijds in Duitsland. Ik wil dan ook geen gemakkelijke vergelijkingen maken. Wel is het geboden waakzaam te zijn en blijven voor de twee hiervoor genoemde effecten, namelijk ’blaming the victim’ en het ‘Van der Lubbe’-effect. Het valt niet uit de sluiten dat ook onze huidige politieke elite baat heeft bij het instandhouden van bepaalde karikaturen in plaats van over te gaan tot objectieve waarheidsvinding.

Peter Bruns

 

Artikel 1 Grondwet revisited

 buitenhof

Wijlen Pim Fortuyn, een Nederlands politicus (1948-2002), schijnt ooit te hebben gezegd dat artikel 1 van de Grondwet maar beter afgeschaft kon worden. Wat zijn redenen ook waren, niemand heeft destijds serieus overwogen of artikel 1 van onze Grondwet – in de huidige vorm daterend van 1983 - zou moeten worden aangepast. De discussie is na een goed gemikte kogel in het achterhoofd van de heer Fortuyn, snel weer gesloten. Maar een Grondwet is van papier en niet van steen, ondanks de fraaie in steen gegrifte muur met artikel 1 erop langs het Buitenhof. De Grondwet kan wel degelijk, met gekwalificeerde meerderheid, worden gewijzigd. Minister Donner betoogde in 2006 dat indien driekwart van het Parlement vindt dat de sharia in Nederland zou moeten worden ingevoerd, daartegen staatsrechtelijk geen enkel bezwaar tegen zou zijn. Hoewel een dergelijke uitspraak een ieder met gezond verstand terecht in het verkeerde keelgat is geschoten, had Donner, deze kwestie vanuit een zuiver staatsrechtelijke tunnelvisie beschouwend, zonder meer gelijk. Eigenlijk zegt de Nederlandse Grondwet zelf weinig over het karakter van de Nederlandse staat en samenleving. Hoe luidt nu artikel 1 van onze Grondwet ook alweer? Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet opent nogal irritant, namelijk meteen met een verbod, het welbekende verbod van discriminatie van een ieder die zich op ons grondgebied bevindt. Hieronder de tekst nog eens een keer:

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

‘Allen die zich in Nederland bevinden’ 

Opvallend is overigens al dat in de eerste zin van artikel 1 van de Grondwet een soort territoriale bescherming voorop wordt gesteld. Volgens het artikel worden alle mensen die zich in ons land bevinden, dus ongeacht of zij nu legaal of illegaal zijn, en zelfs toevallige passanten, in gelijke gevallen gelijk behandeld. Daarna volgt direct, als slag met de hamer, het discriminatieverbod.

Het zou naar onze mening wenselijk zijn dit nogal gebiedende artikel eens onder de loep te nemen en te kijken of een iets positievere bewoording niet mogelijk is. Verwijs bijvoorbeeld naar de soevereiniteit van het Nederlandse volk. Het is namelijk niet erg om Nederlander te zijn. Want hoewel volgens sommige hooggeplaatsten de Nederlandse identiteit niet echt bestaat, voelen veel burgers dat toch anders. Een andere suggestie: verwijs naar de waarde van de democratie, of garandeer het seculiere karakter van de Nederlandse staat. Dat zijn echt niet zulke vreemde suggesties. De meeste andere constituties in de wereld bevatten dergelijke bewoordingen en zijn vanuit een zekere maatschappelijke trots op het eigen land opgeschreven. Helaas heeft Rita Verdonk binnen de Haagse Stolp met haar marginale partij het begrip ‘trots’ al gekaapt. Jammer. Maar misschien kunnen wij wel leren van andere landen. Ter inspiratie van Minister Donner en anderen geef ik hier daarom een overzicht van enkele ‘Artikelen 1′ van andere landen.

Verenigde Staten

Vaak wordt gedacht dat de Grondwet van de Verenigde Staten begint met ‘We the people of the United States..’. Dat is natuurlijk op zich ook zo, maar strikt gesproken behoort die beroemde zinsnede tot de ‘Preamble’, het voorwoord, een inleiding tot de eigenlijke Grondwet. In dergelijke voorvoorden op de Grondwet, ook van andere landen, blijkt vaak wat de de ontstaansgeschiedenis van een Grondwet was. Vaak tonen deze inleidingen belangrijke informatie over de instelling van de makers.  Het daadwerkelijke eerste artikel van de Amerikaanse grondwet, Section 1, is minder welluidend dan het fraaie Preamble en onderschrijft gewoon het primaat van de wetgevende macht. Natuurlijk zegt dat op zich ook al iets over de opstelllers. Tijdens de Britse overheersing lag die wetgevende macht uiteraard overzee in Engeland. Het was dan ook uniek in de wereldgeschiedenis dat een kolonie zichzelf onafhankelijk verklaarde van het moederland.  Het echte artikel 1 (Section 1) van de Amerikaanse Constitutie luidt als volgt:

All legislative Powers herein granted shall be vested in a Congress of the United States, which shall consist of a Senate and House of Representatives.

Het Amerikaanse Artikel 1 is dus op zich niet zo’n goed voorbeeld. Mischien bieden andere landen daarom een beter voorbeeld. Bijvoorbeeld Duitsland.

Duitsland

Onze oosterburen hebben natuurlijk andere omstandigheden doorstaan. Zo kort na de Tweede Wereldoorlog gooide de Duitse Bondsrepubliek het noodgedwongen op geheel andere boeg. Na de verschrikkingen van de oorlog, had het Duitse volk natuurlijk nogal wat goed te maken en daarom legde de jonge Bondsrepubliek de nadruk op de menstelijke waardigheid, mensenrechten, vrede en rechtvaardigheid. Niet alleen binnen het eigen land maar in de gehele wereld. Artikel 1 van de Duitste Grondwet:

(1) Die Würde des Menschen ist unantastbar. Sie zu achten und zu schützen ist Verpflichtung aller staatlichen Gewalt.

(2) Das Deutsche Volk bekennt sich darum zu unverletzlichen und unveräußerlichen Menschenrechten als Grundlage jeder menschlichen Gemeinschaft, des Friedens und der Gerechtigkeit in der Welt.

(3) Die nachfolgenden Grundrechte binden Gesetzgebung, vollziehende Gewalt und Rechtsprechung als unmittelbar geltendes Recht.

Frankrijk

De Franse Grondwet van 1958 is een voorbeeld van helderheid en weerspiegelt, net als de Amerikaanse constitutie, het aanstekelijke optimisme van de Verlichting. Artikel 1 garandeert het seculiere, democratische en sociale karakter van de Republiek. Alle burgers zijn gelijk voor de wet zonder onderscheid naar afkomst, ras of religie. Het Frande Artikel 1:

La France est une République indivisible, laïque, démocratique et sociale. Elle assure l’égalité devant la loi de tous les citoyens sans distinction d’origine, de race ou de religion. Elle respecte toutes les croyances. Son organisation est décentralisée. La loi favorise l’égal accès des femmes et des hommes aux mandats électoraux et fonctions électives, ainsi qu’aux responsabilités professionnelles et sociales.

Saudi Arabië

Refererend aan de aangehaalde uitspraak van Minister Donner geef ik ook graag een voorbeeld van een Grondwet van een theocratische staat waarin de Islam centraal staat, namelijk Saudi Arabië. De Saudische Grondwet is een schoolvoorbeeld van een op godsdienst gebaseerde staat en Grondwet. Artikel 1 (hieronder in Engelse vertaling) maakt direct al duidelijk dat de Islam het centrale element van de constitutie is:

The Kingdom of Saudi Arabia is a sovereign Arab Islamic state with Islam as its religion; God’s Book and the Sunnah of His Prophet, God’s prayers and peace be upon him, are its constitution, Arabic is its language and Riyadh is its capital.

Japan

Een ander goed voorbeeld biedt Japan. Artikel 1 van de Japanse Grondwet van na de Tweede Wereldoorlog benadrukt de soevereiniteit van het Japanse volk. De Keizer heeft slechts nog een symbolische functie als belichaming van de staatsmacht en de eenheid van het Japanse volk. Artikel 1 van de Japanse Grondwet luidt (in Engelse vertaling):

The Emperor shall be the symbol of the State and the unity of the people, deriving his position from the will of the people with whom resides sovereign power.

Terug naar Nederland

Uit de bovenstaande ’tour d’horizon’ blijkt dat artikel 1 van de Nederlandse Grondwet dus nogal uniek is vanwege het gebrek aan enig blijken van nationale fierheid, voorts door de zuiver territoriale beschermings-gedachte, en de directe formulering van een verbod. Daardoor krijg je als nietsvermoedende Nederlander die dit artikel voor het eerst leest driemaal een klap in het gezicht. Voor een dergelijke formulering is geen enkele historische verklaring. Nederland is geen heilig boontje, maar kent geen verleden van grootschalige schending van mensenrechten. Ik heb het vermoeden dat het discriminatieverbod zo is opgenomen uit onterecht schuldgevoel over de eigen identiteit en het taboe op alles wat naar nationalisme ruikt uit de jaren ’70 en ’80. Zelfs de constituties van Japan en Duitsland, beide vlak na de Tweede Wereldoorlog opgesteld, kennen geen expliciete verbodsbepalingen voor het eigen volk. Terwijl die landen toch echt meer op hun kerfstok hadden. Het is daarom helemaal niet vreemd om eens een kritische blik te werpen op ons eigen artikel 1 van de Grondwet.

Peter Bruns

Greece, Bulgaria and Romania far more corrupt than several Latin American countries

 new zealand

New Zealand: no corruption

Transparency Global, a global nongovernmental organization has recently released its Corruption Index (CDI) for 2009. The CDI ranks all nations of the world according to perceived corruption. According to the survey, the least corrupt nation of the world is New Zealand, closely followed by Denmark and Singapore. The Netherlands scores quite well with number 6 in the ranking system (which goes from 1 to 180). Remarkably, several Latin American countries have much higher rankings than some EU countries. Uruguay (25), Chile (25) and Costa Rica (43) all do much better than Greece, Bulgaria and Romania (shared number 71). Please note however that the index measures only the perceived corruption, and not the real corruption which is always harder to measure. Nor does the index make a distinction between several forms of corruption, such as petty corruption, nepotism or whether higher levels of government are also implicated. For a complete overview please visit www.transparencyglobal.org.

10 jaar later: Nina Brink nog steeds ongestraft

 eye
 De rechtsgang in Nederland is helaas nogal traag, maar – na 10 jaar-  heeft de Hoge Raad eindelijk op 27 november einduitspraak gewezen in de civiele procedure tegen World Online en bestuursvoorzitter Nina Brink. Link:http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Misleiding+bij+beursgang+World+Online.htm.

De uitspraak toont overigens aan dat al in de late jaren ’90 de handelwijze van grote banken als ABN AMRO en Goldman Sachs al behoorlijk riskant en buitensporig was. Met de uitspraak van de Hoge Raad staat nu vast dat World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs op de volgende punten onrechtmatig hebben gehandeld (zie link):

  • doordat in het prospectus misleidende informatie was opgenomen omtrent de loopbaan  van de bestuursvoorzitter en de verwerving van Telitel als dochtermaatschappij;
  • doordat in het prospectus ten onrechte niet was vermeld dat de verkoop (bijna drie maanden voor de beursgang) door de bestuursvoorzitter van de aandelen in World Online die zij bezat via haar vennootschap Kalexer, had plaatsgevonden voor een koopprijs van $ 6,04 per aandeel;
  • doordat de bestuursvoorzitter door haar uitlatingen in de pers vlak voor de beursgang een onjuiste indruk bij het publiek heeft gewekt over haar aandelenbezit in World Online. Voorts hebben World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs nagelaten dit onjuiste beeld te corrigeren;
  • doordat World Online in de periode vlak voor en na de beursgang een tiental persberichten over allianties met belangrijke bedrijven heeft uitgebracht, terwijl van deze aangekondigde allianties er vrijwel geen was die enige werkelijke substantie had; ABN AMRO en Goldman Sachs zijn daarbij tekortgeschoten in hun verplichting als lead managers om World Online zodanig te begeleiden en te instrueren dat deze niet een te rooskleurig beeld van haar onderneming schept.
  • Ten slotte staat vast dat ABN AMRO onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij op 17 maart 2000 een misleidende, ruim boven de vastgestelde uitgifteprijs liggende, openingskoers van € 50,20 heeft bewerkstelligd (Bron: www.rechtspraak.nl).

Een decennium later: uitblijven van consequenties voor Nina Brink

Bijna 10 jaar na het World-Online debakel, geniet ‘powerwoman’ Nina Brink nog steeds van haar fortuin van meer dan 225 miljoen euro. Wel schuwt zij tegenwoordig kennelijk de pers. Er is, voor zover de schrijver dezes bekend, nooit enig strafrechtelijk onderzoek gestart naar de handel en wandel van Nina Brink bij de beursgang van World Online. Het hier besproken arrest van de Hoge Raad betreft enkel de civiele procedure tegen Nina Brink.  Dit is nogal verbazingwekkend, daar de dramatische beursgang van World Online in feite het eerste signaal was van een hype-markt waarin het kunstmatig verhogen van ‘shareholder value’  centraal stond. De Hoge Raad heeft onomwonden geoordeeld dat World Online valse persberichten heeft uitgebracht om daarmee een misleidend beeld te schetsen van de waarde van de onderneming.  Het wordt tijd dat het Openbaar Ministerie ook eens de grote vissen gaat aanpakken. Nu bestaat er in het Nederlandse recht geen plicht voor het OM om tot vervolging over te gaan, op basis van het zogeheten ‘opportuniteitsbeginsel’. Het OM heeft dus een zekere beleidsvrijheid. De mate van invloed van een persoon, of diens vermogen, mag echter geen invloed hebben op de beslissing van het Openbaar Ministerie om al dan niet tot vervolging over te gaan. Hoewel mijn invloed als gewone burger miniem is help ik graag door – als relatieve leek op strafrechtelijk gebied- een paar artikelen door het Wetboek van Strafrecht mee te geven. Laten we hopen dat de het OM hierdoor inspiratie opdoet:

Artikel 328bis (oneerlijke mededinging)

Hij die, om het handels- of bedrijfsdebiet van zichzelf of van een ander te vestigen, te behouden of uit te breiden, enige bedrieglijke handeling pleegt tot misleiding van het publiek of van een bepaald persoon, wordt, indien daaruit enig nadeel voor concurrenten van hem of van die ander kan ontstaan, als schuldig aan oneerlijke mededinging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 326 (oplichting)

Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 225 (valsheid in geschrifte)

Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 447c (valse verstrekking gegevens)

Hij die, anders dan door valsheid in geschrift, aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend, gegevens verstrekt die naar hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden niet met de waarheid in overeenstemming zijn, wordt, indien deze gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

 

Het democratisch tekort van de Eerste Kamer

 den haag

Toch niet alweer die discussie over de afschaffing van de Eerste Kamer? Geen zorgen, het is niet de bedoeling van het Palamedes Instituut om weer eens dat oude paard van stal te halen. Wel ben ik van mening dat de wijze waarop nu is vormgegeven aan dit instituut nodig verandering behoeft. Immers, de 75 leden van de Eerste Kamer worden, zoals bekend, gekozen door de leden van de Provinciale Staten. De Provinciale Staten-leden worden op hun beurt wel gekozen. Het betreft een ingewikkeld, zogeheten ’getrapt’ kies-systeem, waar niemand behalve de leden van de Provinciale Staten zelf en doorgezeten bestuurders eigenlijk iets van begrijpt of wil begrijpen. En wat doen de Provinciale Staten nou allemaal? Hebben we in Nederland anno 2009 echt nog drie bestuurslagen nodig met elkaar overlappende bevoegdheden en budgetten? Is het systeem van Thorbecke uit 1848, toen men nog vanuit de provincie met de diligence naar Den Haag, nog wenselijk anno 2009, nu iedere burger kennelijk internet moet hebben en de overheid inmiddels bijna alle aspecten van het persoonlijke leven beheerst?

Ik stel daarom voor om een discussie te voeren over de wijze waarop de leden van de Eerste Kamer worden verkozen. In onze visie zou de invoering van een districtenstelsel voor deze verkiezingen een oplossing bieden. Dan kiezen de burgers hun ‘eigen’ lokale vertegenwoordiger in de Eerste Kamer. De Eerste Kamerleden zullen dan, naar Amerikaans voorbeeld, echt betrokken zijn bij hun achterban en zo zorgen een echte democratische inbreng bij wetgeving. Het voorstel van het Palamedes Instituut om een distictenstelsel in te voeren blijft overigens beperkt tot de Eerste Kamer. De Tweede Kamer kan blijven functioneren zoals voorheen. Naar onze verwachting zal de kwaliteit van wetgeving daardoor alleen maar toenemen. Wat vind jij, is dit voorstel wenselijk en/of haalbaar? Discussieer mee!

 

Vanaf 1 december 2009 EU-burgerinitiatief mogelijk

De doelstellingen van Palamedes Instituut zijn het vergroten van het democratisch gehalte en de transparantie van de Europese instellingen. De Europese Grondwet is een feit en treedt op 1 december 2009 in werking. Hoewel onze organisatie kritisch staat tegenover de nieuwe Europese Grondwet, juist omdat deze in feit geen echte Grondwet is, maar een verdrag tussen staten, zijn er -in ieder geval op papier – zeker ook goede kanten aan deze Grondwet. Ons Instituut heeft zich verheugd op het feit dat er in ieder geval een artikel is opgenomen over de ‘participerende democratie’ (artikel I-47). De eerste drie leden van dit artikel klinken, zoals de meeste Europese verdragsteksten vertrouwd wollig en pedant, maar gelukking geeft het vierde lid de burgers van Europa een concreet handvat om zelf ook invloed te kunnen uitoefenen op de ontwikkelingen in Europa, het zogenaamde ‘burgerinitiatief’. De strekking van dit artikel (lid 4) is dat 1 miljoen burgers uit verschillende landen tezamen een wetsvoorstel kunnen formuleren bij de Europese Commissie, die dan niet anders kan dan dit voorstel van die ‘lastige burgers’ serieus te overwegen. 

Hieronder heb ik het bewuste artikel, dat ik heb overgenomen uit www.europesegrondwet.nl, weergegeven, alsmede de toelichting van de Nederlandse regering hierop. Daardoor is dit stukje blog helaas nogal lang geworden, maar dat komt door de ambtelijke volzinnen van onze regering, niet door mij:

Artikel I-47: Het beginsel van de participerende democratie

1.
Vanaf 1 december 2009 EU-burgerinitiatief mogelijk dans Actualiteiten aanleg
De instellingen bieden de burgers en de representatieve organisaties langs passende wegen de mogelijkheid hun mening over alle onderdelen van het optreden van de Unie kenbaar te maken en daarover in het openbaar in discussie te treden.
aanleg dans Actualiteiten
2.
aanleg
De instellingen voeren een open, transparante en regelmatige dialoog met representatieve organisaties en met het maatschappelijk middenveld.
aanleg
3.
aanleg
Ter wille van de samenhang en de transparantie van het optreden van de Unie pleegt de Commissie op ruime schaal overleg met de betrokken partijen.
aanleg
4.
aanleg
Wanneer ten minste één miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, van oordeel zijn dat inzake een aangelegenheid een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Grondwet, kunnen zij het initiatief nemen de Commissie te verzoeken binnen het kader van de haar toegedeelde bevoegdheden een passend voorstel daartoe in te dienen. De procedures en voorwaarden voor de indiening van een dergelijk burgerinitiatief, met inbegrip van het minimumaantal lidstaten waaruit de burgers die het verzoek indienen, afkomstig dienen te zijn, worden bij Europese wet vastgesteld.
aanleg

 Toelichting van de Nederlandse regering:

Naast het beginsel van de representatieve democratie is in Titel VI ook plaats ingeruimd voor het beginsel van de participerende democratie. Uitgangspunt is dat de instellingen van de Unie de burgers en de representatieve organisaties de nodige middelen ten dienste stellen om hun mening over alle gebieden van het optreden van de Unie kenbaar te kunnen maken en daarover in het openbaar in discussie te kunnen treden. Daarbij kan worden gedacht aan diverse fora, het gebruik van moderne communicatiemiddelen als internet en andere soortgelijke voorzieningen die de instellingen bieden.

De regering hecht bijzonder belang aan het tweede lid, waarin is bepaald dat de instellingen van de Unie een open, transparante en regelmatige dialoog voeren met de representatieve organisaties en het maatschappelijk middenveld. Daarmee wordt uitdrukking gegeven aan de breed gevoelde wens burgers en maatschappelijke organisaties nauwer te betrekken bij de ontwikkeling van Europa en de Unie.

Ingevolge het derde lid heeft de Commissie tot bijzondere taak om ter wille van de samenhang en de transparantie van het optreden van de Unie op ruime schaal overleg met de betrokken partijen te plegen. Onder representatieve organisaties en betrokken partijen moeten ook de decentrale overheden en hun Europese en nationale koepelorganisaties worden verstaan. Het beginsel van de participerende democratie kan dus een versterking van de rechtstreekse contacten tussen de instellingen van de Unie en de decentrale overheden tot gevolg hebben.

In het vierde lid is als sluitstuk van het beginsel van de participerende democratie het zogenoemde burgerinitiatief neergelegd. De regering is van oordeel dat met het Europees burgerinitiatief een novum in de Europese rechtsorde is gecreëerd dat op passende wijze aansluit bij het doel de kloof tussen Europa en de Europese burgers te dichten.Voor het eerst zullen burgers van de Unie de Commissie kunnen verzoeken binnen het kader van haar bevoegdheden een passend voorstel in te dienen met betrekking tot een aangelegenheid waarvoor een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van het Grondwettelijk Verdrag.

Voor een dergelijk initiatief geldt een drempel van ten minste één miljoen burgers van de Unie, die afkomstig moeten zijn uit een significant aantal lidstaten. Bij Europese wet zullen de procedures en voorwaarden met betrekking tot het burgerinitiatief worden uitgewerkt. Een daartoe strekkende Europese wet ziet op het bepalen van het minimumaantal lidstaten waaruit de burgers die het verzoek indienen, afkomstig moeten zijn. Daarmee wordt voorkomen dat een sterke lobby in één land zou kunnen leiden tot een Europees volksinitiatief dat geen draagvlak heeft in andere lidstaten en daardoor een Europees karakter mist. m de transparantie en het democratisch gehalte van de EU-instellingen te verhogen.

Bron: www.europesegrondwet.nl

 

Welkom / Welcome / Bienvenidos / Bienvenu

 

7

 

Thank you for visiting my page, the “PALAMEDES Law & History Blog”. As a lawyer I have been fortunate enough to work on different locations in Europe and in the Caribbean. Besides my interest in law I have always been fascinated by history, which inspired me to create this blog on the crossroads between law and history in the Americas. The blog has a focus on the Late Colonial and Early Independence Era (roughly between 1760 and 1860).

Besides law and history I am an amateur cartoonist, which I do just for fun. That is why some cartoons can be found on this site as well. If you would like to contact me just send me an email: p.bruns@laposte.net.

Texan_schooner_San_Antonio

 

Juridische tips voor werknemers (deel 1)

Hieronder volgen enkele tips voor werknemers gebaseerd op veel voorkomende gevallen in de praktijk. Kijk je arbeidsovereenkomst eens na om te zien of het volgende er wel (of niet) instaat:

1. Proeftijd. De regeling van de proeftijd is wettelijk geregeld, en ter bescherming van de werknemer mag deze naar Nederlands recht niet meer dan 2 maanden betreffen. Na afloop daarvan ben je gewoon in dienst. Een kortere proeftijd mag wel, een langere proeftijd wordt van rechtswege als nietig beschouwd. Dat houdt in, dat de proeftijd automatisch als niet bestaand wordt beschouwd.

2. Opzegtermijn. De wettelijke opzegtermijn voor een werknemer is een maand bij opzegging, en in Nederland tegen het einde van de kalendermaand. Indien een langere opzegtermijn is overeengekomen, dan geldt voor de werkgever automatisch een dubbele opzegtermijn.

3. Vakantiegeld. Al staat er in je arbeidscontract misschien niets over vakantiegeld, toch heb je op grond van de wet recht op vakantiegeld ter hoogte van 8% van je jaarlijkse salaris. Het is een wettelijke aanspraak.  

Deze opsomming is niet volledig en neem altijd contact op met een jurist of advocaat als je de precieze regeling wilt weten. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Voor vragen in concrete gevallen, email me gerust op phbruns@hotmail.com

Saisie ‘conservatoire’ aux Pays-Bas

 lock

Les Pays-Bas connait des regles tres flexibles dans le domaine du droit d’exécution. En particulier le procedure de l’attachement ‘conservatoire’ est très efficace. Vous pouvez simplement solliciter un permis de saisie à la cour où les biens doivent être saisies ou confisquées. Vous pouvez choisir les biens que vous voulez saisir, comme des comptes bancaires ou l’immobilier. Le permis sera accordée sauf s’il y a des lacunes juridiques.
Une condition importante pour l’attachement est que vous avez deja entame une procedure au moment que vous sollicitez le permis, ou que vous allez entamer un telle procedure dans un période pre-determine, généralement endeans la quizaine apres le permis. Si vous gagnez la procedure, vous pouvez executer votre reclamation sur les biens soumis à l’attachement.
 
En vertu de la Convention européenne, des biens situees aux Pays-Bas peuvent également être saisis si une procédure est en deja cours en France. Vous devriez alors avoir une copie des mémoires qui doit etre montre au juge aux Pays-Bas. Le tribunal néerlandais accordera généralement l’autorisation (1) s’il est suffisamment convaincu que la procédure en France est en conformite avec les exigences d’une bonne procedure et (2) que cette procedure a pour but de condamner la  partie adversaire de payer de l’argent, quel que soit la nature de la procedure (donc n’importe que ce soit une refere ou une procedure au fond). 
 Si vous avez encore des questions, envoyez-moi librement un email: phbruns@hotmail.com

Intern versus extern zelfbeschikkingsrecht en het Koninkrijk der Nederlanden (deel 2)

bali

(vervolg van deel 1)

De thans verworven ‘status aparte’ van de Antilliaanse eilanden is eigenlijk een doodgewone vorm van autonomie binnen Koninkrijksverband, vergelijkbaar met autonome regio’s in andere landen zoals Tibet binnen China, of Baskenland binnen Spanje. Nu is er echter een groot verschil tussen de voormelde voorbeelden en de Antillen: veel Basken en Tibetanen willen het liefst echt onafhankelijk worden, maar de staten waarin zij zich bevinden houden dit streven voortdurend tegen. De Nederlands-Caribische eilanden hebben echter keer op keer duidelijk gemaakt dat zij binnen het Koninkrijk der Nederlanden willen blijven, en dan kunnen zij zich niet meer beroepen op het volkenrechtenlijk erkende beginsel van het externe zelfbeschikkingsrecht.  De Afrikaanse landen die in de jaren ’60 en ’70 hun onafhankelijkheid bevochten deden dit met het beroep op extern zelfbeschikkingsrecht. Zij wilden echte zelfstandigheid, en weg met de kolonialen. Er zijn bovendien genoeg kleine landen die echte onafhankelijkheid wilden en verkregen, zoals Oost-Timor en een hele reeks landen in de Stille Oceaan, zoals bijvoorbeeld het mini-staatje Nauru.  

Wat onze Rijksgenoten overzee dus nu – na afstand te hebben gedaan van externe zelfbeschikking – nog rest is het veel zwakkere beroep op intern zelfbeschikkingsrecht, met andere woorden het recht op autonomie binnen het staatsverband van het Koninkrijk. Een een beroep daarop slaagt enkel indien en voorzover er sprake zou zijn van dwarsboming door Nederland van enige wezenlijke participatie in het geheel, bijvoorbeeld als Nederland de Antilliaanse bevolking niet het recht gaf om haar eigen identiteit te handhaven of zij als tweederangsburgers zouden worden behandeld. Daarvan is objectief beschouwd geenszins sprake. Die participatiemogelijkheden hebben de eilanden al sinds de inwerkingtreding van het oude Statuut van 1954 ruimschoots verkregen. Engels en Papiamento zijn beide tot officiele talen verheven op alle eilanden waar die talen worden gesproken. Alle Caribische Nederlanders hebben een Nederlands paspoort en mogen zich overal in Nederland vestigen , en overigens ook in de Europese Unie.

Het is aan het Koninkrijk der Nederlanden als geheel om te bepalen hoe vorm wordt gegeven aan het interne zelfbeschikkingsrecht. Pas als wezenlijke participatie-mogelijkheden zouden ontbreken, is er een argument om Nederland te beschuldigen van oneerlijke of onjuiste praktijken. Daarvan is geenszins sprake.

Wat blijft er dan nog over van de ‘status aparte’ behalve een mooie naam, maar een lege huls? In het beste geval een modernere vorm van samenwerking, waar de gewone mensen op alle eilanden recht op hebben. Helaas praat Den Haag liever met de tot op het bot corrupte politieke elite, die in de nieuw verworven status een vrijbrief zal zien om zichzelf zoveel mogelijk te verrijken ten koste van het welvaren van het geheel. En alles bleef zoals het was. Alleen jammer van die mooie vlag van de Nederlandse Antillen. Spijtig dat die nu verdwijnt. Een rood-blauw kruis op een witte achtergrond. Zee en vrijheid, dat straalt ze uit,nu nog strak en fier wapperend in de passaatwind. Ze is toch meer dan vijftig jaar geworden, en had het verdiend in haar goede jaren meer geliefd te zijn.

Peter Bruns, voormalig advocaat te Aruba en Sint Maarten

Intern versus extern zelfbeschikkingsrecht en het Koninkrijk der Nederlanden (deel 1)

bali 

De Nederlandse Antillen zullen, naar verwachting, niet meer bestaan in de zeer nabije toekomst. Dit houdt in dat vanaf een tot op heden nog onbekende datum de Caribische delen van het Koninkrijk zullen zijn onderverdeeld in de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) en de aparte Koninkrijksdelen Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna  voor het gemak ‘AMC-eilanden’ genoemd).  De BES-eilanden zullen een bijzonder openbaar lichaam worden binnen Nederland. Aruba, Sint Maarten en Curaçao zullen ieder een ‘status aparte’ verkrijgen.

Terwijl de Caribische politici zich zullen hebben verheugd op de door hen fel begeerde ‘status aparte’, is tegelijkertijd duidelijk aan het worden dat het met die speciale status wel meevalt. Waar drie van de in totaal vier partijen een bijzondere status hebben, moet de exclusiviteitswaarde immers nogal tegenvallen. Het is alsof je net een dure BMW hebt gekocht, en op het moment dat je die trots wilt tonen aan je buren en opeens blijkt dat zij dezelfde hebben aangeschaft. Het Europese deel van Nederland is de enige van het viertal zonder toekomstige status aparte.  Arm Nederland. Ongewijfeld zullen Caribische politici van de AMC-eilanden, naar bestendig Antilliaans gebruik – nu eens schermend met het slavernijverleden, dan weer met het recht op de ‘status aparte’-  trachten zoveel mogelijk hun eigen eiland te promoten in de nieuwe verhoudingen. Als Nederland zich teveel bemoeit met de gang van zaken, gaat de gele kaart ‘status aparte’ omhoog en worden lintjes geretourneerd.  Zodra Nederland te weinig hulp verleent, wordt de rode kaart ‘slavernij’ erbij gehaald om de godsvrezende Balkenende en zijn rekenmeesters het schik op het lijf te jagen . Geen VOC- of WIC-mentaliteit die daar tegenop kan.

(zie deel 2 voor vervolg)

Le droit civil neerlandais

bike

Le droit civil Nederlandais a beaucoup en commun avec le droit civil français. Le Code civil actuel (NBW; le ‘Nouvel Code Civil’) est largement fondée sur l’ancien code civil néerlandais de 1838. L’ancien code civil a été à son tour, pas plus qu’une libre traduction du Code Napoléon introduit aux Pays Bas pendant la periode des guerres Napoleoniennes. Malgre les similutudes il y a, comme partout, aussi des differences importantes entre les deus systemes.

D’abord, il existe en droit néerlandais, en comparaison avec le droit français, une plus grande liberté pour l’interprétation des contrats. Tous les accords peuvent finalement être expliquées sur la base du caractère raisonnable et l’équité. Dans certains cas, l’application de ces criteres exigent même que un’accord ne peut pas être pris littéralement, même dans les cas que de nouveaux accords ne sont pas en conflit avec une disposition légale impérative.

En savoir plus? Contactez Peter Bruns, advocaat (phbruns@hotmail.com)

Les particularités de la législation néerlandaise

diary
 

Le droit civil hollandais a beaucoup en commun avec le droit civil français. Le Code Civil actuel (le “NBW”, la nouvelle code civile’) est une version modernisée de l’ancien Code Civil de 1838, qui à son tour remonte au Code Napoléon introduit aux Pays-Bas au cours de la Période Française. Les juristes considèrent les Pays-Bas, juridiquement, comme un pays de ‘droit roumain’, avec la France, la Belgique et le Luxembourg. Néanmoins, la loi néerlandaise a un certain nombre de caractéristiques différentes vis à vis la France. Dans mon blog je vais discuter régulièrement des elements du droit néerlandais et essayer de les expliquer d’un point de vue français.

(I)
La valeur de contrats oraux


Une différence frappante avec le droit français est que la formulation orale de contrats en droit néerlandais, a la meme valeur juridique comme des contrats écrits. Il ya d’innombrables exemples de procedures dans lesquelles des dommages ont été attribués aux créanciers a base des accords verbaux. Aujourd’hui, il est aussi la pratique commune néerlandaise de concluire les contrats écrits. Néanmoins, il est important de se rappeler que les conventions orales peuvent également etre valides devant un tribunal. Dans la pratique, souvent un contrat écrit est signé, mais pas par toutes les parties, ou il y a des différentes versions. Parfois, les contrats sont conclus par e-mail. Pour éviter les mauvaises surprises, il est important de rappeler que, des accords de droit néerlandais peuvent également être considerees valables, meme si elles ne sont pas ecrits.
Peter Bruns, avocat
 
En savoir plus? Envoyez-moi librement votre message. Courrier électronique: phbruns@hotmail.com

12

Enseigner l'histoire au cyc... |
Anglais pour non-spécialist... |
videohistgeo6eme |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | Le Lensois Normand
| Padiri Joseph FRAIPONT NDAG...
| cartes postales du morbihan